308 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928. Voortzetting der vergadering op Donderdag 20 December 1928. Üf het nu één gulden is of 500.of 1000.doet er niet toe, als er maar een bedrag op komt. De com missie inoet toch aan Burgemeester en Wethouders rekening en verantwoording doen van alle uitgaven, die zij noodig heeft geoordeeld. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Blijft het cijfer nu gehandhaafd De heer Peletier: Ik wil er wel 100.van maken, om in de lijn te blijven van den wethouder van Finan ciën. De Voorzitter: Wat heeft een commissie aan 100.-? De heer Peletier: Als ze 100.noodig heeft, zal ze geen 1000.uitgeven. De Voorzitter: Maak er dan een blanco crediet van. Het is toch niet de bedoeling iets te geven, maar om iets ter beschikking te hebben voor uitgaven en men mag toch aannemen, dat er niet meer wordt uitgegeven dan noodig is. Wenscht nog een van de leden een sub amendement voor te stellen De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer Peletier wordt met alge- ineene stemmen aangenomen. Aan de orde is het voorstel van de heeren Westra en Visser, luidende „Ondergeteekenden stellen voor Burgemeester en Wethouders uit te noodigen praeadvies uit te bren gen over de vraag of splitsing van het Georganiseerd Overleg, zoodat het afzonderlijk gevoerd wordt voor ambtenaren en werklieden, wenschelijk is." Dit voorstel wordt met 15 tegen 12 stemmen ver worpen. Voor stemmen: de heeren Vromen, Blanson Henke- mans. Westerhuis, Oosterhoff, Feddema, Visser, mevr. Buisman-Blok Wijbrandi, de heeren Peletier, Westra, IJ. de Vries, Fransen en Ritmeester. Tegen stemmen: de heeren Tamminga, H. de Boer, Dijkstra, B. Molenaar, Tiemersma. Botke, Feitsma, Hofstra, Hooiring, J. de Boer, Van der Veen, Lauten- bach, M. Molenaar, Muller en O. F. de Vries. De heer Peletier: Zou het niet goed zijn, Mijnheer de j Voorzitter, voor de discussie die straks zou kunnen komen, dat wij nu stemmen over het niet verlagen van den gasprijs De Voorzitter: Als de Raad er geen bezwaar tegen heeft. Wat is dan het voorstel De heer Peletier Het voorstel is om den gasprijs niet te verlagen. De Voorzitter stelt dit voorstel aan de orde. De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries: Mijnheer de Voorzitter Wat is eigenlijk de bedoeling van den voorsteller Is het de bedoeling de winst te storten in de gemeentekas of moet de winst gestort worden, voor de volgens den heer Peletier binnenkort noodig nieuwe fabriek, in het vernieuwingsfonds De heer Peletier: Mijnheer de Voorzitter I De bedoe ling is het geld in petto te houden en het volgende jaar zal ik voorstellen het te storten in het vernieuwings fonds. Nu kan dat niet meer, omdat de wethouder het cijfer reeds heeft verwerkt. Het vrijkomende bedrag moeten wij dus straks storten in een bouwfonds, om een pot te maken voor het bouwen eener nieuwe fabriek, die toch wel een 1 millioen zal kosten. Zijn wij aan een nieuwe fabriek toe, dan zouden wij zonder reserve zijn om het te bekostigen. De heer IJ. de Vries: Het voorstel is dan heel ondui delijk en betrekkelijk dubbelzinnig. De wethouder heeft zich voorgesteld een winst te maken van 15.000. a 20.000.maar het gevolg van het voorstel van den heer Peletier zal zijn, dat er dan 60.000.meer winst wordt gemaakt of 45.000.voor jaar. U zou daar dan aan moeten toevoegen, om die meerdere winst te storten in het uitbreiding- en vernieuwings- fonds. De heer Peletier: Dat is een kwestie voor het vol gende jaar. Zoo goed als wij nu kunnen beslissen de zooveel hoogere winst te storten in de gemeentekas, kunnen wij dan beslissen, die te storten in het uitbrei- dings- en vernieuwingsfonds. De Voorzitter Het is niet heelemaal juist, wat de heer Peletier zegt. De heer Peletier stelt voor een wijzi ging in de begrooting der Gasfabriek, want daar komt het op neer. Burgemeester en Wethouders stellen voor een ontvangst van verkocht gas, gebaseerd op een gas prijs, die met ingang van 1 April met 1 cent wordt ver laagd. Het lijkt mij daarom beter eerst te stemmen over het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Als dit verworpen en Uw voorstel aangenomen wordt, wordt de opbrengst van gas hooger, maar hoe wilt U dan De begrooting is dan niet meer in evenwicht en U moet dan dus een voorstel doen om die begrooting wél weer in evenwicht te brengen, U moet dan met betrekking tot die 40.000.een voorstel doen om dat bedrag te brengen onder de ontvangsten. De heer Peletier: Dat is niet noodig. Als een dergelijk bedrag vrij komt, dan komt het toch op Onvoorzien, maar ik vind het preferabel, als men dat direct kan doen, om het maar te storten in het uitbreidingsfonds. De Voorzitter: Gesteld dat het voorstel van Burge meester en Wethouders werd verworpen en dat het voorstel van U niet ingekomen was, dan zouden Burge meester en Wethouders ook moeten komen met een wijziging der begrooting van de Gasfabriek, want waar er dan een ontvangstpost wordt verhoogd, moeten toch de uitgaven ook worden verhoogd. Inkomsten en uit gaven moeten toch in balans zijn. De heer Peletier: U houdt eenvoudig 50.000. meer winst over. De Voorzitter Dat is in de rekening, maar de be grooting moet toch ook in evenwicht zijn en nu vraag ik U, hoe U dat wilt herstellen. De heer Peletier: Ik heb in eerste instantie gezegd het bedrag brengen op Onvoorzien, dat ligt voor de hand. De Voorzitter: Dus stelt U voor tevens een post op de begrooting te brengen voor onvoorziene uitgaven van 40.000. De heer Peletier: Ja, zeker De heer Visser: Is het dan niet beter het voorstel van het college in stemming te brengen De Voorzitter: Ik stel voor te stemmen over het voor Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928. Voortzetting der vergadering op Donderdag 20 December 1928. 309 stel van Burgemeester en Wethouders om met ingang van 1 April den gasprijs te verlagen. Mocht dit niet worden aangenomen, dan zal er een voorstel moeten J komen om de begrooting van de Gasfabriek aan te vul len met een post „Onvoorzien" van 40.000. De heer Van der Veen: De bedoeling van den heer Peletier is van de winst een nieuwe fabriek te bouwen; die overweging is telkens in het geding, maar dat is op het oogenblik toch dwaasheid. Waar het nog geen half jaar geleden is dat hier is behandeld een rapport van 4 directeuren, aan wie een onderzoek was opgedragen naar tie wenschelijkheid van het bouwen van een nieuwe fabriek of verbouw successievelijk van de oude fabriek, waar dat zeer belangrijke rapport hier toch is aange nomen zonder één stem tegen en er in de conclusie van dat rapport stond, dat verbouwing en verbetering van de oude fabriek in totaal 1.003.000.zou kosten, maar daarvan voorloopig niet meer dan 335.000. behoefde te worden uitgegeven en dan opnieuw zou kunnen worden overwogen of men zou doorgaan met verbouwing van de oude of zou overgaan tot stichting van een nieuwe fabriek, waar dat besluit zoo kort ge leden is genomen, meen ik, dat het idee van den heer Peletier verkeerd is. De heer Peletier: Dat zou juist zijn, als wij met het bespaarde van één jaar een nieuwe fabriek konden bouwen, maar dat beloopt hoogstens 50.000.Dat bedrag kunnen wij wel in 10 jaar sparen en dan hebben wij nóg geen nieuwe fabriek. Het is heelemaal een kwestie van financieel beleid en het komt mij niet goed en zelfs onverantwoordelijk voor de prijzen zoo te stel len, dat er absoluut niets meer tusschen kan komen. Er kunnen allerlei toevalligheden in den loop van het jaar plaats vinden en er behoeft niets te gebeuren op een of ander gebied of het loopt vast. Ik vind het on verantwoordelijk om eventueel aan dergelijke tijden niet het hoofd te kunnen bieden. De heer O. F. de Vries (wethouder): Mijnheer de Voorzitter Ik kan mij volkomen aansluiten bij de woorden van den heer Van der Veen. Ook ik heb mij ten sterkste verwonderd over het voorstel van den heer Peletier. Ongeveer een half jaar geleden is in meer dan een vergadering van de commissie voor de Licht- bedrijven, waarin de heer Peletier zitting heeft, be handeld of inen al of niet zou overgaan tot bouw van een nieuwe fabriek De heer Peletier: Voor direct. De heer O. F. de Vries (wethouder): Neen, niet voor direct, daar is geen sprake van. Op grond van uit voerige rapporten is toen uitgemaakt, dat met een een voudige verbouwing, die f300.000.zal moeten kosten, in den loop van 6 a 7 jaren de fabriek nog wel 25 jaren De heer Lautenbach: Voor 40 jaren De heer O. F. de Vries (wethouder): De heer Lautenbach zegt 40 jaar, maar laat ik voorzichtig zijn voor 25 jaren onze stad op een behoorlijke wijze van gas zal kunnen voorzien. liet voorstel kwam toen in den Raad met uitvoerige beschouwingen van deskundigen en geen stem was er tegen en nu komt de heer Peletier, die ook in de gas- commissie ten volle op de verklaringen van de des kundigen is afgegaan, plotseling met dit voorstel, waar eigenlijk dit idee inzit, dat het noodzakelijk is, dat er over eenige jaren een nieuwe fabriek moet komen. Maar er is absoluut geen sprake van, dat dit noodig is en het is ook wel te bewijzen uit deze begrooting, dat de fa briek rendabel is en voordeeliger werkt dan eenige andere fabriek in ons land. Er is geen sprake van dat het noodzakelijk is om binnen eenige jaren te komen met plannen voor een nieuwe fabriek en ik wil den Raad dan ook ten sterkste ontraden op het voorstel-Peletier in te gaan. De heer Fransen (wethouder): Ik zal tegen dit voor stel stemmen en wil dat even motiveeren. In het college heb ik mij verzet tegen de verlaging want ik meende dat de prijs dan zeer laag werd en dat de gemeente- begrooting deze winst niet kon missen, maar nu de heer Peletier komt om de winst te reserveeren, voel ik er niet voor diens voorstel te ondersteunen. De Voorzitter: Ik stel voor te stemmen over het voor stel van Burgemeester en Wethouders zooals dat in de begrooting voor de Gasfabriek is uitgedrukt. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 22 tegen 5 stemmen. Voor stemmen: de heeren Muller, O. F. de Vries, Visser, Tamminga. mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren H. de Boer, Dijkstra, Westra, B. Molenaar, IJ. de Vries, Fransen, Ritmeester, Tiemersma, Botke, Feitsma, Hofstra, Hooiring, J. de Boer, Van der Veen. Lautenbach, Westerhuis en M. Molenaar. Tegen stemmen: de heeren Peletier, Vromen, Blanson Henkemans, Oosterhoff en Feddema. Aan de orde is de ontwerp-begrooting van Gemeente werken. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. De Voorzitter stelt voor om bij deze zoowel als bij de volgende begrootingen de artikelen, waartegen geen bezwaar bestaat, bij eenvoudigen hamerslag goed te keuren Dienovereenkomstig wordt besloten. Aan de orde zijn de Uitgaven. Volgno's 98122 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 122. Onderhoud drinkfonteinen, tapplaatscn bij bruggen, benevens uitgaven voor waterverbruik 130.— De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijkstra: Ik weet niet hoe ver wij nu zijn. U is een beetje vlug, maar ik zou iets willen zeggen over de toezegging van het college betreffende het on derhoud van bruggen. Het moet misschien bij een ander punt, maar ik kan het nu wel zeggen. Het zou eigenlijk moeten zijn bij post 122 onderhoud van bruggen. De Voorzitter: Het gaat in dit artikel alleen over tap plaatsen bij bruggen, mijnheer Dijkstra. De heer Dijkstra: Dan zal ik wel even wachten. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 122 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 123129 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 130. Uitbreiding van trottoirs 6.700. De beraadslagingen worden geopend. De heer Blanson Henkemans: Hierbij wou ik even

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 31