320 Verslag van cie hanclelingen van clen gemeentera Voortzetting der vergadering kelijk willekeurig de huurprijzen kunnen bepalen Zij loopen daarbij zoowel aan den leiband van de Regeering als dat zij staan onder het toezicht van Burgemeester en Wethouders. Het kan nu eenmaal niet ik noem maar het geval van het Patrimoniumbestuur, waar ik zelf lid van ben en waarbij dat gedurig voorkomt de heer Tiemersma weet dat ook dat de menschen 24.verdienen en 4.50 of 4.75 huur moeten be talen. Dat is iets wat ze toch eigenlijk niet kunnen doen. Verschillende menschen zeggen dan ook de huur, als die hun te hoog is, op en dan kan men toch niet zeggen: houd die menschen maar vast en laat de huur oploopen. Welk bestuur ziet met pleizier zijn woningen leeg staan? Ik heb er nog nooit van gehoord dat er op ingewerkt is om de menschen kwijt te worden, maar wel om ze te houden. Daarom acht ik een centraal bureau absoluut van geen belang. Het loopt nu zoo best als het maar loopen kan, ten minste bij ons. De heer Muller: Voordat Burgemeester en Wethou ders antwoorden, zou ik naar aanleiding van wat de heer Lautenbach opmerkt dit willen zeggen. Deze heeft mij blijkbaar verkeerd begrepen. Ik heb dit gezegd wanneer het bestuur van de woningvereeniging Leeu warden" verzoeken tot zich krijgt van menschen, die al in een woning van een bouwvereeniging wonen of in een gemeentewoning, maar die daar boven hun kracht wonen, dan zal het bestuur van de woningvereeniging „Leeuwarden" zeker die menschen niet afzouten, maar clan zal het hun zeer zeker wel een goedkoopere woning aanbieden als liet de kans heeft. Ik heb dat gezegd, omdat de heer Ritmeester van morgen zei dat hij hoopte, dat het bestuur van de woningvereeniging „Leeuwarden" er rekening of zoo veel mogelijk rekening mee zou houden, dat de men schen niet uit de woningen van andere vereenigingen zullen worden getrokken. Ik wil dat ook wel toezeggen namens het bestuur van de woningvereeniging „Leeu warden", die dat ook altijd heeft gedaan, maar ik heb gezegd: men kan dat niet te streng doortrekken en de menschen niet altijd laten zitten, want men krijgt ge vallen, dat menschen boven hun kracht zitten in een woning, waarvan zij de huur niet kunnen verwonen. Enkele uitzonderingen daargelaten, ben ik het volkomen met den heer Lautenbach eens, dat het bestuur derge lijke menschen niet wegjaagt; dat doen wij ook niet, maar bij „Beter Wonen" heb ik toch als voorzitter er wel toe meegewerkt om te zorgen dat menschen, die in onze woningen boven hun kracht woonden, kwamen in een woning van de woningvereeniging „Leeuwarden", welke woning beter voor hen bestemd was en dat daar uit anderen in een duurdere woning overgingen, omdat zij het beter konden betalen. Nu de kwestie van den heer De Boer, de oprichting van een centraal bureau. Dat lijkt theoretisch zeer mooi, maar practisch is er wel wat op af te dingen. In de eerste plaats vergeet de heer De Boer één ding, ml. dat er woningvereenigingen zijn, wier Koninklijk goed gekeurde statuten ten eenen male verbieden de woningen aan anderen te verhuren dan aan de leden der vereeni- ging, die bij haar staan ingeschreven en die onder een bepaald nummer het recht krijgen op een woning. Daarnaast wil ik opmerken dat wethouder De Vries, toen hij nog wethouder van Openbare Werken was. nu 7 of 8 jaar geleden, al eens heeft getracht in dezelfde richting werkzaam te zijn de wethouder zal beamen dat er toen verschillende vereenigingen zijn bijeen ge roepen, dat toen de zaak is besproken en dat toen bleek dat. afgescheiden van wat ik zoopas zei, ml. dat het voor enkele vereenigingen statuair niet mogelijk was. het voor andere wél mogelijk was, maar dat die liever hun eigen boontjes bleven doppen. Dat kan ik mij trouwens per slot van rekening ook wel indenken; als men zelf zooiets heeft tot stand gebracht, zonder of met van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928. i Donderdag 20 December 1928. voorschot of garantie van de gemeente, dan wil men toch ook niet heelemaal aan banden liggen. Iets anders zou het nog wezen, indien de practijk was, dat het tot neg toe verkeerd was gegaan en wan neer er iets gebleken was, dat niet juist was, maar ik geloof dat iedere woningvereeniging ten opzichte daar van vrijuit gaat en dat de gemeente geen klagen heeft over den gang van zaken. Wil de gemeente echter op richting van zoo'n bureau trachten te bewerkstelligen en willen de vereenigingen, die daar wel voor in aan merking komen, daaraan meewerken, dan zal ik de laatste zijn. die daar tegen zal wezen of dat zal tegen werken, maar practisch zie ik die mogelijkheid niet in. De heer J. de Boer: lk heb niet de bedoeling om de bespreking over deze zaak lang te rekken, maar nu de heer Muller zegt, dat het theoretisch heel mooi is, maar practisch niet mogelijk, moet ik dat beslist tegenspreken, omdat ik uit eigen practische ervaring weet dat er zeer goede resultaten worden bereikt met een centraal bu reau. Een dergelijk instituut kan evenwel alleen kans van slagen hebben, indien de daarvoor in aanmerking komende bouwvereenigingen willen meewerken. Is dat niet het geval, dan is het onbegonnen werk. Ik zal nu geen voorstel doen, maar ik heb deze kwestie in bespreking gebracht, omdat naar mijn mee- ning in die richting moet worden gezocht naar een oplossing. De heer Fransen (wethouder): De directeur van liet Woningbureau doet alle moeite om zooveel mogelijk overleg te plegen met de besturen der woningvereeni gingen, om zooveel mogelijk het opschuifsysteem te bevorderen. Over het algemeen is daarover geen kla gen; de meeste vereenigingen zijn daarbij den directeur zooveel mogelijk ter wille. Alleen een.enkele vereeni- ging is, doordat zij aan bijzondere statuten is gebonden, misschien niet zoo vrij De heer Muller: Voor een gedeelte niet. De heer Fransen (wethouder) niet zoo vrij om in die zaak te handelen als de andere vereenigingen, die niet in die mate gebonden zijn. Nu is de woning vereeniging „Leeuwarden" van plan 130 a 140 wonin gen aan den Groningerstraatweg te bouwen en als die nu ook wil meewerken en tot nog toe meen ik, dat die medewerking tegenover den directeur van het Wo ningbureau ook niet zoo ongeschikt is dan ben ik dus van meening, dat het wel zoo goed mogelijk zal loopen. En natuurlijk, het gevolg zal dan allicht zijn, dat er een opschuiving plaats heeft en dat er een aantal krotten leeg komen of in aanmerking zullen komen om aan den Raad te worden voorgesteld ze onbewoonbaar te verklaren. Dat zal wellicht het gevolg zijn, maar ik zou dat eens willen aanzien tot de nieuwe woningen gebouwd zijn. Er is tegenwoordig nog al wat ruimte in den woning bouw; volgens het laatste rapport, n.l. van 14 Novem ber, staan er 76 huizen te huur in huurprijzen van 3.— tot 8.en staan er 175 huizen te koop in verschil lende prijzen, groot en klein. De woningmarkt is dus op het oogenblik vrij ruim en die zal, als er nog 140 woningen bij komen, dus nog ruimer worden, zoodat men dan de krotopruiming ter hand zal kunnen nemen. Nu geldt de vraag van den heer J. de Boer het instel len van een commissie dat is blijkbaar de bedoe ling en de heer Muller is het daar wel eenigszins n ee eens, maar die ziet dat zoo gemakkelijk niet loo pen. Als alle vereenigingen meewerken, lijkt het mij ook niet onaardig om een dergelijke commissie in het ieven te roepen, welke commissie, bestaande uit bestuurs leden van alle vereenigingen, dan zooveel mogelijk de woningen aan de menschen zou moeten verhuren vol gens hun inkomen tegen prijzen van 4.4.50, Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928. 321 Voortzetting der vergadering op Dondeidag 20 December 1928. 5.50, enz., maar die dan ook niet aan menschen, die gemakkelijk een huur van 5.50 kunnen betalen, een woning van 4.zou verhuren. Die menschen zijn er toch genoeg. Als er een dergelijke commissie bestond en de vereenigingen wilden alle meewerken, dan zou men b.v. kunnen zeggen: die persoon kan 5.50 ver wonen, dus wij wijzen hem deze woning niet toe; hij moet maar in een woning van 5.50 gaan wonen, want hij kan het behoorlijk betalen. Er is dus wel iets voor te zeggen, maar om hierin nu een beslissing te nemen of daaromtrent een toezeg ging te doen, dat doe ik liever niet; ik wil liever eerst eens in het college bespreken of er kans bestaat uit de woningvereenigingen in deze gemeente een dergelijke commissie in het leven te roepen, maar ik voor mij ge loof wel dat het in het belang van een behoorlijke be zetting van de woningen zou wezen. Wat betreft de menschen die de heer Lautenbach noemt, die te veel betalen, wanneer dat de commissie zou blijken, dan zouden die woningen kunnen worden toegewezen aan menschen, die deze huur wél kunnen betalen en de anderen in woningen met lageren huurprijs kunnen worden ondergebracht. Laat het college echter die zaak eens tot zich nemen en onderzoeken en trachten te be reiken, wat er te bereiken is, als ten minste de meer derheid van het college daar voor is. De heer Muller vraagt het woord. De Voorzitter: U hebt al twee maal het woord ge had dit is de derde keer. De heer Muller: 't Is maar heel even. De VoorzitterHeel even dan, anders pas ik het Reglement toe, dat de Raad eerst toestemming moet De heer MullerVoor de instelling van een der gelijk instituut zou grond wezen, indien hier ver schillende vereenigingen waren met goedkoope wo ningen. Maar die hebben wij hier nietwij hebben hier alleen de woningvereeniging „Leeuwarden", die over dergelijke woningen beschikt plus de gemeente. Nu werken de woningvereeniging „Leeuwarden" en de gemeente ten opzichte van deze zaak al volkomen sa men. Ik zit zelf in de verhuurcommissie van de woning vereeniging „Leeuwarden" iedere woning, die leeg komt, wordt door den heer Sonnega en mij beoordeeld en ik wil wel vertellen, dat er tot nog toe steeds de hand aan gehouden is, dat aan menschen, die een duur dere woning kunnen verwonen, een goedkoopere wo ning niet wordt toegewezen. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. De verschillende volgnos. van Baten en Lasten wor den achtereenvolgens onveranderd vastgesteld, waarna de geheele begrooting onveranderd wordt vastgesteld. Aan de orde is de ontwerp-begrooting voor de Gasfabriek. De heer Vromen: Ik heb in de sectievergadering een vraag gesteld en ik ben niet zoo gelukkig geweest dit is niet als critiek bedoeld dat die vraag in het Sectieverslag is gekomen. Daarom heb ik dat Burge meester en Wethouders schriftelijk meegedeeld en toe stemming gevraagd, die vraag hier even te mogen stellen. Post 35 van de Lasten onder den Gewonen dienst luidt „Een storting in het reservefonds memorie", met als toelichting „Het reservefonds is volgestort." Nu heb ik gevraagd hoe zit dat met het reserve fonds; bij de Gasfabriek is het aan het slot van de be grooting opgegeven, terwijl dat bij het Electriciteitbe- drijf niet het geval is. Bovendien vind ik bij de Gasfa briek onder de Baten een afzonderlijke post „Revenuen van het reservefonds", welken post wij hier ook missen. Ik heb gevraagd: is hier wel een reservefonds? Ik neem aan van wel, want hier staat dat het is volgestort, maar hoe zit dat dan? In de sectievergadering is mij daarop geen antwoord gegeven en dat is dan ook de reden, dat ik er hier op terugkom. Ik heb er de verordening op nagezien en in artikel 25 dat is het oude artikel; in 1925 is de verordening gewijzigd, het moet nu art. 26 zijn is wel degelijk sprake van een reservefonds, dat geacht wordt met een bedrag van 100.000.volge stort te zijn. Mijn vraag is nu: is het later op de eene of andere manier verdwenen of in een leening van het bedrijf belegd en om welke reden wordt het, als het er wel is, niet in de begrooting vermeld De heer O. F. de Vries (wethouder)Ik kan die vraag heel kort beantwoorden. Het reservefonds is volgestort tot een bedrag van 1 ton en het zit onder volgno. 9 van de Baten van het Electriciteitbedrijf. Daar staat: „Rente van belegd kasgeld" en het reservefonds zit onder het daar genoemde bedrag van 237.000.—. Het staat na tuurlijk ook onder de afrekening van het bedrijf op de balans over 1927; daar kan de heer Vromen het wel uit opmaken, maar hier staat het niet apart vermeld. De heer Vromen Natuurlijk ben ik door dit ant woord in zooverre volkomen bevredigd; ik heb ook niet getwijfeld dat de revenuen van het reservefonds ten bate van het bedrijf zouden komen, maar ik zou Burge meester en Wethouders toch in overweging willen geven of het niet beter is, dat in dit opzicht de begroo ting van het Electiriciteitbedrijf gelijk wordt ingericht als die van de Gasfabriek. Dan kunnen de leden van den Raad ten minste de zaak bestudeeren en is zooiets gemakkelijker terug te vinden. De Voorzitter: 't Komt in orde. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. De verschillende volgnos. van Baten en Lasten wor den achtereenvolgens onveranderd vastgesteld, waarna de geheele begrooting onveranderd wordt vastgesteld. Aan de orde is de ontwerp-begrooting van de Gemeentereiniging. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De verschillende volgnos. van Baten en Lasten wor den achtereenvolgens onveranderd vastgesteld, waarna de geheele begrooting onveranderd wordt vastgesteld. Aan de orde is de ontwerp-begrooting van het Electriciteitbedrijf. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Westra: Er is hier terloops door een paar sprekers opgemerkt, dat de vraag, die hier in het Sectie- verslag staat onder „Gemeentereiniging" „Een lid vestigde er de aandacht op, dat het closetstelsel met beerputten hand over hand toe neemt. Hebben Burgemeester en Wethouders over wogen wat daarvan de gevolgen zijn, vooral met het oog op de riolen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 37