328 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
Voortzetting der vergadering o
is wel geen fraai brugje, maar veel erger vind ik de
huisvesting van verschillende diensten. Het wordt hoog
tijd dat Burgemeester en Wethouders deze zaak ernstig
ter hand nemen, dat zij beginnen aan de indertijd toe
gestane plannen voor Gemeentewerken en dat zij binnen
den kortst mogelijken tijd met hun voorstellen opnieuw
ter tafel komen.
De heer Van der Veen: Ik wil ook even van de ge
legenheid gebruik maken door een enkel woord te uiten
over de huisvesting van een tak van dienst. In de sectie
heb ik hier ook over gesproken, maar het is niet in het
verslag vermeld. Ik onderschrijf volkomen wat de heer
Molenaar heeft gezegd en wensch speciaal de aandacht
te vestigen op het gebouw waar de controle van de
gemeentebelastingen is gehuisvest. Menschen, die klach
ten hebben, worden te woord gestaan voor een loket
in de gang, waar ook nog anderen staan, die daardoor
getuige zijn van het lief en leed van wat men daar ver
telt. Dat is een onjuiste toestand, waarin ten spoedigste
verandering moet worden gebracht.
De Voorzitter: Als antwoord aan de beide heeren,
speciaal aan den heer Molenaar, kan ik zeggen dat
Burgemeester en Wethouders nog op hetzelfde stand
punt staan omtrent de kwestie van te weinig ruimte op
het Stadhuis, zoo ook bij den controleur van de gemeente
belasting. Er zijn echter verschillende redenen waarom
de kwestie van verbouw Stadhuis is blijven rusten en
niet alleen dat, maar van de geheeie plannen, ook het
plan van overbrenging van Gemeentewerken naar de
infirmerie, waarvan net crediet door Gedep. Staten
is goedgekeurd. Waarom deze dienst nog niet over
gebracht is zit hierin dat, indien men dat gebouw prak
tisch wil verbouwen, men het dan in zijn geheel moet
aanpakken, b.v. wat betreft de centrale verwarming.
Daarom is er gewacht en ook, omdat de gemeentelijke
geneeskundige dienst ook in dit gebouw zou worden
ondergebracht. Binnen korten tijd komt deze kwestie
ter sprake en dan kan tevens over de verplaatsing naar
de Infirmerie worden gesproken. De plannen voor ver
bouw van het Stadhuis zijn nog niet zoo ver gevorderd,
omdat daarmee gepaard gaat het stichten van een
nieuw politiebureau. Ik heb reeds met den gemeente
architect er over gesproken maar die heeft er geen
gevestigde meening over en het is moeilijk er een oplos
sing voor te vinden. De vorige gemeentesecretaris had
er een goed denkbeeld over, maar de nieuwe function-
naris heeft zich nog niet in die mate ingewerkt en on
willekeurig heeft een dergelijke bestuursverwisseling
invloed. Dat is bijna altijd zoo, want een opvoiger zit
er niet dadelijk in. Dat alles bij elkaar heeft gemaakt
dat de plannen nog niet tot uitvoering zijn gekomen,
maar ik wil wei de toezegging doen dat de woorden
in de Memorie van Antwoord niet zijn om zich er af
te maken, maar dat de zaak ernstig ter hand zal worden
genomen.
De heer B. Molenaar: Met dat antwoord ben ik wel
tevreden, alleen wil ik er even aan herinneren, dat in
de laatst aangenomen voorstellen vervallen is de bouw
van een nieuw Politiebureau. Het is geweest, als ik mij
niet vergis, de inrichting van het hospitaal, enz. ter
vtrbouwing waarbij in aanmerking kwam de schenking
van de Brandwaarborg-Maatschappij. Overigens ben ik
met het antwoord wel tevreden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 192 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 193214 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 214a. Kosten vallende op het maken van en
het vragen van advies omtrent het uitbreidingsplan der
gemeente5.312.50.
van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928.
Donderdag 20 December 1928.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Oosterhoff: Mijnheer de Voorzitter In de
sectie heb ik gevraagd wat Burgemeester en Wethou
ders voor hebben met betrekking tot dezen post van
5000.—, want ik kan mij moeilijk voorstellen dat dit
alleen voor een advies is. Uit het antwoord zie ik dat
wij er met dit bedrag nog niet zijn en daar ben ik ont
zaggelijk van geschrokken. In de Memorie van Ant
woord wordt de post verdedigd met deze woorden
„Het denkbeeld om over het concept-uitbreidings
plan ook nog het advies van een speciaal op dit ge
bied deskundige te vragen, heeft bij ons eerst
vasteren vorm aangenomen, nadat ons uit de met
Uwe Vergadering ter zake gehouden bespreking was
gebleken, dat onderscheidene leden zulk een advies
noodig of gewenscht achtten."
Ik vermoed dat de Raad met de vraag om een advies
er niet aan gedacht heeft dat dit 10.000.moest
kosten, daar hebben wij geen oogenblik aan gedacht.
Het was zoo ook niet de bedoeling door den directeur
van Gemeentewerken en nu zou ik de vraag willen stellen
of deze uitgaaf wel noodzakelijk is. Er is nog een tweede
bezwaar buiten het financieele en dat is, dat hierdoor
de zaak op de lange baan geschoven wordt en zij is
al zoo lang hangende; wij zijn er al zoo veel mee bezig
geweest en al zooveel menschen hebben er aan gewerkt.
De directeur is volgens zichzelf niet de aangewezen
man, maar ik kan mij niet voorstellen dat men nu wer
kelijk een dergelijk bedrag noodig heeft om over een
bestaand plan advies in te winnen, en daar gaat het
toch eigenlijk om. Zijn Burgemeester en Wethouders
van meening dat voor het beoordeelen van een bestaand
uitbreidingsplan een dergelijk groot bedrag noodig is?
De heer Westra: Ik wil mij aansluiten bij de woorden
van den heer Oosterhoff, dat de plannen zullen worden
veranderd en bovendien dat het momenteel niet bij
zonder noodig is tot een dergelijke uitgave over te
gaan, omdat in de laatste jaren de uitbreiding der stad
niet erg belangrijk is geweest en nu wel langzamerhand
in kalmer tempo zal gaan. Het is nu geen geschikt
moment. Toen de uitbreiding op het hevigst was hebben
wij dit buitengewoon advies niet gehad en nu de uit
breiding niet meer zoo geweldig is, moeten wij een
dergelijk duur advies hebben. Ik geloof mijn stem er
niet aan te kunnen geven.
De heer' Eeddema: Evenals de andere heeren heb ik
met verbazing dezen grooten post gezien. Ik veronder
stel dat hier niet mede voldaan is aan wat de Raad
besloten heeft omtrent de plannen van den directuer
van Gemeentewerken. Het lijkt wel een nieuw schema,
want ik heb ook gehoord dat straks de plannen weer
moeten worden uitgewerkt, en wat het totaal salaris
zal worden is de vraag. Het wordt een groot bedrag.
Eerst moet de Raad toch een ander besluit nemen, n.l.
de plannen van den directeur van Gemeentewerken aan
den kant te schuiven om nieuwe plannen te laten maken,
die weer blijven liggen misschien, waarop dan weer
een nieuw plan moet worden ontworpen. Ik zou willen
voorstellen dit niet te doen of alleen advies vragen over
de plannen van den directeur van Gemeentewerken.
Verwerpt de deskundige die plannen, welnu, dan kan
de Raad altijd nog zien maar zoo is het te duur. Die
deskundige heeft wel kosten, hij moet hier komen, enz.
maar 5000.is te veel.
De heer B. Molenaar: Deze belangrijke kwestie is in
de Commissie voor Openbare Werken onder de oogen
gezien en ook daar hebben wij van gedachten gewisseld.
Ik meen dat deze kwestie een hoogst belangrijke
kwestie is, en niet verband houdt met wat de heer
Westra betoogt: het gaat met de uitbreiding niet meer
zoo hard en dus kunnen wij het zaakje wel op zijn be
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928. 329
Voortzetting der vergadering op Donderdag 20 December 1928.
loop laten. Zoo is het niet. De gemeente is verplicht
een uitbreidingsplan te hebben en in. i. heeft de ge
meente te zorgen, waar het hier gaat over een kwestie
van in de toekomst, geen moeilijkheden te hebben voor
een goed uitbreidingsplan. Ik geef toe, dat er iets waars
is in de bewering van den heer Oosterhoff, dat het
vaststellen van het uitbreidingsplan wel eenigszins door
dit advies zal worden tegengehouden. Toch zal ik er
mijn stem aan geven, omdat ik dan de zekerheid heb
dat er iets goed tot stand zal komen. De heer Maas
heeft, toen hij zijn plannen verdedigde, zelf verzocht dat
een bij uitstek stedebouwkundige over die plannen zou
adviseeren. Een dergelijk advies kunnen wij niet voor
een paar honderd centen gedaan krijgen. Het vaststellen
van de plannen is een van de belangrijkste dingen voor
de toekomst dezer gemeente en daarom kan ik mijn
stem er wel aan geven.
De heer M. Molenaar: Ik was in die besloten zitting,
waar de heer Maas toelichting verstrekte, een der voor
standers en voorstemmers van dit advies. Ik meen ook
dat deze kwestie heel belangrijk is en heusch wel de
moeite waard om het advies van een deskundige er
over in te winnen. Indien de deskundige bij de bestu
deering van het bestaande plan tot de conclusie komt
dat het plan moet worden omgewerkt, is dat te be-
tieuren, doch vermoedelijk niet te vermijden. De zaak
is belangrijk omdat de uitbreiding der stad zal dienen
voor een tijdperk van heel veel jaren. Het is in het
belang van het verre nageslacht. Alede daarom rijst bij
mij de vraag, nu bezwaar wordt gemaakt tegen dezen
post hoort die eigenlijk niet op den Kapitaaldienst
thuis. Dat is toch de methode voor alles, wat tot stand
wordt gebracht en niet dient voor de tegenwoordige
ingezetenen alleen, doch ook voor het nageslacht. Door
zulke zaken op den Kapitaaldienst te plaatsen, draagt
het nageslacht ook bij in de lasten. Dit is in het onder
havige geval allicht te meer noodig, waar het niet on
waarschijnlijk is, dat er opnieuw een crediet zal moeten
worden aangevraagd. Ik zou hierover graag het oordeel
van het college willen hooren. Evenwel, indien de Raad
meent deze uitgaaf uit de gewone middelen te willen
bestrijden, zal ik er in ieder geval mijn stem aan geven.
De heer J. de Boer: Uit hetgeen door den heer
Westra is gezegd, zou men kunnen beluisteren dat er
geen haast mee gemaakt behoeft te worden. Het zou
niet zoo spoedig noodig zijn, omdat het met de bebou
wing niet meer zoo'n vaart zal loopen. Dat is toch niet
juist, want het feit dat er geen vastgesteld plan bestaat,
heeft reeds moeilijkheden gebracht aan de Noordzijde
en den Oostkant. Ook aan den Zuidkant was dit het
geval. Het oude plan is te eng begrensd, dus wat dat
betreft is het nieuwe veel beter. Toch betreuren wij het
dat door dit advies de zaak iets op de lange baan wordt
geschoven. In de besloten zitting, waarin de heer Maas
zijn plan uiteenzette, heeft deze evenwel gezegd dat het
van belang was een advies in te winnen. Wanneer de
post goedgekeurd wordt, wordt 5000.— toegestaan
voor een advies, niet meer. Er ligt niet in besloten dat
het meer zal kosten. Het is bestemd voor een advies
van een speciaal deskundige, en ik geloof dat daar
niets op tegen kan zijn. Er mag verwacht worden dat
op deze wijze een goed plan tot stand komt, wat vooral
van belang is, in verband met de zoo noodige grens
verlegging
De heer Peletier: Daar hebben de andere heeren toch
ook rekening mee gehouden.
De heer J. de Boer: O jawel, maar het gaat nu
over de totstandkoming en daarna vaststelling van een
definitief plan en nu ben ik het eens met den heer
Oosterhoff, die zeide, dat het niet op de lange baan
geschoven moet worden.
De heer Feddenta: Een kleinigheid nog en wel een
eigenaardigheid. Het is toch zonde voor den tijd welke
Gemeentewerken heeft besteed voor het maken van een
plan, dat nu blijkt verworpen te zullen worden, daar
een bedrag van 5000.— niet aangevraagd wordt voor
een advies alleen. Ik veronderstel dat die deskundige
dit plan niet alleen gaat beoordeelen, doch ook een
nieuw gaat maken. Ik meen gehoord te hebben dat hij
als voorwaarde heeft gesteld dat, als hij een plan maakt,
daaraan ook verbonden wordt dat hij ook de verdere
uitvoering krijgt. Ik kan abuis hebben, maar dat heb ik
gehoord. Deze zaak, zooals die nu wordt voorgedragen,
is gewoon tegen het besluit van den Raad, die het plan
heeft gezien van den directeur van Gemeentewerken en
daarover advies wil hebben. Wil men anders, dan moet
men ook anders besluiten.
De heer Tamminga: Het is gevaarlijk het werk van
den eenen deskundige aan het oordeel van een anderen
deskundige te onderwerpen. Wanneer we dit doen,
blijft er gewoonlijk van het werk van den eerste niet
veel over. Bovendien, wij leven vlug tegenwoordig en
met 25 jaar heeft men waarschijnlijk weer heel andere
inzichten. Wij moeten dan ook heel voorzichtig zijn
bij het beoordeelen van dezen post.
De Voorzitter: Ik wensch enkele dingen te zeggen
namens het College van Burgemeester en Wethouders.
Het is blijkbaar een onderwerp dat zeer belangrijk wordt
geacht en men heeft volkomen gelijk. In de vergade
ringen van Burgemeester en Wethouders is er ook ver
schillende keeren over gesproken. Deze post is niet
met groote liefde op de begrooting gebracht. De een
zag er in een lang uitstel, een ander vond het bedrag
te hoog en daarom werd besloten het aan het oordeel
van den Raad te onderwerpen. De loop van zaken is
deze geweest. De directeur van Gemeentewerken heeft
bij de indiening van zijn plan bij den Raad den wensch
te kennen gegeven, dat ook een ander advies zou uit
brengen over het door hem ontworpen plan; een stand
punt dat zeer loyaal is. Burgemeester en Wethouders
l hebben toen gesproken over de groote moeilijkheden
om uitvoering te geven aan dien wensch. Burgemeester
en Wethouders hebben gevoeld dat indien net als
de heer Tamminga zegt over de deskundigen een
tweede deskundige het plan van den eerste gaat be
oordeelen, er groote kans bestaat dat van het werk van
den eerste niet zooveel meer overblijft. Wij hebben ons
gewend tot een eerste klas man. Ik wil hierbij op den
voorgrond stellen dat wij bij een eerste klas man moeten
zijn. Nu zie ik wel kans een goedkooper advies te
krijgen, maar daar hebben wij niet veel aan. Het advies
moet ook prima zijn. Ik heb toen persoonlijk met hem
een onderhoud gehad met den heer Maas, dat naar onze
n.eening geheel naar genoegen was verloopen. Wij
meenden nu bij den goede terecht te zijn gekomen.
Wij hebben besproken dat een advies over het bestaande
plan zou worden uitgebracht met de bepaling dat, als
er te zijner tijd nadere uitwerking zou moeten plaats
vinden, er overleg zou plaats vinden tusschen den
directeur van Gemeentewerken en den adviseur. Daarna
volgde een correspondentie, waaruit ik een anderen
indruk kreeg. Ik meen dat hierin naar voren kwam
het idee, waarvoor wij bang waren geweest, het idee
dat de deskundige het werk misschien nu wel niet ge
heel opnieuw zou willen doen, maar toch behoorlijk zou
willen veranderen. O.a. heeft hij geschreven
„Ingevolge het verzoek van Uwen Heer Burge
meester heb ik getracht na te gaan, wat ongeveer
het honorarium zou zijn, wanneer ik het bestaande
i uitbreidingsplan van Leeuwarden nader bestudeer en