330 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad Voortzetting der vergadering o eventueel verbeter, vooral met het oog op zijn steden bouwkundige waarde." Verkeerskwesties kan iemand niet beoordeelen, zonder te weten wat er omgaat. Hij schrijft dan ook „Ik ontveins mij niet, dat hieraan vele werkzaam heden verbonden zijn nu ik ter plaatse een onderzoek heb ingesteld. Een studie vanaf de oudste ontwik keling dezer stad tot op heden is hiervoor nood zakelijk. Verscheidene bezoeken aan Leeuwarden zullen noodig zijn en een nauwkeurige beschouwing en vormgeving van de nieuwere wijken zal eveneens veel voorbereiding en overleg eischen." En dan stelt hij zich voor het plan zelfstandig te ver beteren. Voor de beoordeeling van de stedebouw- kundige waarde van 't plan meent hij als honorarium te moeten vragen van 4000.tot 6000.Op zichzelf, wanneer men hierover werkelijk het advies van een eerste klas man krijgt, is dat niet te hoog. Na eenig gepraat zijn wij over deze som heen ge stapt, omdat wij meenden dat het voor een derge lijke belangrijke zaak, die niet alleen voor dit jaar, maar ook voor de verre toekomst geldt, niet te hoog is. Wij ontkennen evenwel niet dat een derge lijke beoordeeling van deze of van een andere een belangrijk oponthoud van de plannen zal te weeg brengen. Of men het bedrag er voor over heeft wen- schen wij aan het oordeel van den Raad over te laten. Laat het desnoods voor 1000.minder kunnen, maar wat doet dat er toe nu het voor zoo langen tijd is. Bij wie ook advies wordt gevraagd, het zal stagnatie mee brengen. Wij zijn overtuigd dat een deskundige niet het werk van een andere zal afbreken, omdat het werk van een ander is, maar hij zal onwillekeurig met andere ideeën komen. Er zijn zooveel punten te beschouwen en onwillekeurig krijgt men een ander plan. Als dat niet gebeurde, zou het wel heel toevallig zijn dat beide deskundigen dezelfde gedachten hadden gehad over een bepaald onderdeel. De heer Molenaar heeft gevraagd, of het niet op den Kapitaaidienst hoort. Daar kan het haast niet onder. Het is wel voor lange jaren, wel voor langer dan 40 jaar, waar anders voor geleend wordt, maar het is niet geschikt voor den Kapitaaidienst. De door den heer J. de Boer besproken kwestie is juist, maar dat ligt niet aan het uitbreidingsplan. In onze gemeente wordt van het uitbreidingsplan niet af geweken, maar alleen op een klein ondergeschikt punt, anders wordt het concept-plan gevolgd, maar in een aangrenzende gemeente wordt van onze rooilijnen af geweken. Dit terrein kan worden geacht als te behooren bij de bebouwde kom van Leeuwarden, omdat het daarmee een geheel is. Burgemeester en Wethouders hebben nu hun idee gegeven over deze zaak en ook dat het aan het oordeel van den Raad is onderworpen om de groote belangrijkheid. De heer Oosterhoff: Mijnheer de Voorzitter Ik zou even willen opmerken dat nu wel blijkt dat bij Burge meester en Wethouders de wensch heeft voorgezeten een advies in te winnen. Maar de opzet was een advies te vragen over het plan van den directeur van Ge meentewerken. Nu dunkt mij dat uit de mededeelingen en uit dat bedrag wel blijkt dat de deskundige zijn taak ruimer opvat. Ik kan mij tenminste niet voorstellen dat een gewoon advies zooveel zal moeten kosten. Hij schrijft over studies over oud-Leeuwarden, dus wel een zeer ruime opvatting van zijn taak. Laten Burgemeester en Wethouders eens uitzien naar iemand die het goed- kooper kan doen. Vraag het eens aan den directeur van Gemeentewerken van een onzer mooie steden uit Neder land, bijv. Arnhem of Tilburg. Ik zou dezen post niet van de begrooting af willen nemen maar voor memorie uittrekken, waardoor blijkt dat de Raad wel een advies wil hebben, maar over de reeds bestaande plannen. Anders moet ik voorstellen dezen post te schrappen. De heer B. Molenaar: Daar ben ik het niet mee eens. van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928. i Donderdag 20 December 1928. De deskundige voelt wel iets voor de plannen, dat is te merken aan de manier dat hij het zelf vraagt. Burge meester en Wethouders hebben het zelf ook gewenscht. Ik zou niet een deskundige uit een andere gemeente willen vragen. Alen heeft immers van de zijde van Burgemeester en Wethouders de zaak zelf al zoo gezien. Zij hebben den rechten man op de rechte plaats ge vonden. Nu is het mogelijk een goedkoopere kracht te vinden, maar dan is het de vraag of wij bij vaststelling van een dergelijk plan verantwoord zijn, of wij niet moeten zorgen dat wij menschelijkerwijze zeker zijn onze beste krachten er aan gegeven te hebben. Het advies van Burgemeester en Wethouders is het meest juiste. Verschil tusschen hem en den heer Maas zie ik niet zoo veel uiteenloopen. De Voorzitter: Hierop wensch ik dit antwoord te geven: Burgemeester en Wethouders hebben met dezen persoon gecorrespondeerd, maar wij zijn geheel vrij. Wij hebben alleen mondeling en schriftelijk overleg gepleegd, maar wij hebben ons niet verbonden. Het advies van den heer Oosterhoff is een ander zoeken die goedkooper is. Ik weet niet of dat nu wel de weg is. Ik geef toe dat het de rechte man op clc rechte plaats is volgens den heer Molenaar. Dat is ook zoo. Laat het een f 1000.minder worden voor hetzelfde werk, daar gaat het toch niet om. Het gaat er om dat het een be hoorlijk bedrag en een behoorlijke tijd zal kosten, maar aan den anderen kant hebben Burgemeester en Wet houders het niet zonder meer op de begrooting willen zetten omdat er zooveel aan vast zit. Er zijn nadeelen en groote voordcelen aan verbonden. Men vraagt toch niet alleen een advies op het uitbreidingsplan, wat hebben wij daaraan. Bij een goed deskundige kloppen de ideeën niet altijd met die van den maker van het plan, juist op het gebied der aesthetica. Klopt dit niet, dan zal, zooals de heer Oosterhoff reeds aangaf, de deskundige hiervan mededeeling doen, maar wat dan Dan zal men toch vragen, wilt U dan een beter idee geven en dan is het toch wat het nu is. Burgemeester en Wethouders laten het aan den Raad over, maar ik geef direct toe, er zijn voor- en nadeelen aan verbonden, zooals reeds blijkt uit de mededeeling van dezen per soon, met wien wij in relatie zijn getreden. In het ant woord van Burgemeester en Wethouders staat dat dit voor het eerste overzicht is en later, wanneer plannen worden uitgewerkt, voor een speciaal gedeelte op groote schaal, dan ook weer advies zou worden gevraagd „Door op de ontwerp-begrooting een som van 5000.uit te trekken, hebben wij bedoeld op dit punt eene beslissing van Uwen Raad uit te lokken." Dat is dus nu aan de orde. Wenscht nog iemand een voorstel te doen De beraadslagingen worden gesloten. De Voorzitter deelt nog mede, dat in stemming wordt gebracht het gedeelte van het voorstel betreffende het crediet van 5000.doch dat het bedrag ad 312.50 er buiten staat. Het voorstel wordt aangenomen met 15 tegen 12 stemmen. Voor stemmen: de heeren J. de Boer, Van der Veen. Westerhuis, M. Molenaar, AAuller, O. F. de Vries, me vrouw Buisman— Blok Wijbrandi, de heeren LI. de Boer. Dijkstra, B. Molenaar, IJ. de Vries, Ritmeester, Tie- mersma, Botke en Hooiring. Tegen stemmen: de heeren Blanson Henkenians, Lautenbach, Oosterhoff, Feddema, Visser, Tamininga, Peletier, Westra, Fransen, Vromen, Feitsnra en Hofstra. Volgno. 214o wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 215236 worden onveranderd vastgesteld. Verslag van tie handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928. Voortzetting der vergadering op Donderdag 20 December 1928. 331 Volgno 237 jaarwedde van den commissaris van Volgnos. 274295 worden onveranderd vastgesteld. politief 6.700.-. üe beraadslagingen worden geopend. De heer Dijkstra: Mijnheer de Voorzitter Ik wil even terugkomen op de kwestie van het snelverkeer in ver band met de openbare veiligheid. Door Uw toezegging ben ik wel bevredigd. Ik had eerst gedacht een voorstel te doen tot instelling van een maximum-snelheids- bepaling en dat zal ik nu, na Uw toezegging niet doen, maar ik zou willen verzoeken aan de autobestuurders, als hoofd der Politie, extra aandacht te schenken. Bij de verschillende dingen, die U van plan is te doen, kan nog wel een beter toezicht op sommige autobestuurders, die wel bekend zijn. De stad kan in verschillende ge deelten gesplitst worden. Ik hoop dat de Politie in den eerstvolgenden tijd hieraan extra aandacht wil schenken. De heer Van der Veen: Een enkel woord over het politietoezicht over de Plantsoenen. Wij hebben plant soenen, die een sieraad zijn voor de stad. Het College zegt: wij hebben personen beschikbaar die daar toezicht over houden, maar dat was niet de bedoeling. Het gaat over de kleine plantsoenen in de buitenwijken, die veel door de jeugd worden bedorven. Het is misschien moeilijk meer toezicht te doen houden wegens gebrek aan personeel. Meer politieagenten uit te rusten met een rijwiel zou wellicht een oplossing zijn. De Voorzitter: Ik wil den heer Van der Veen wel de toezegging geven dat met den Commissaris te bespreken. Aan de kwestie van rijwielagenten zijn eigenaardige bezwaren verbonden. Ik wil U graag persoonlijk inlich ten, maar niet in den Raad. omdat het wat bezwaarlijk is. Wij zijn niet gekomen met voorstellen tot uitbreiding van het personeel en er komen steeds meer speciale diensten, die menschen vragen, maar het is de Vrijdag, die in het bijzonder veel personeel vraagt. Tot nu toe is het voor elkaar kunnen komen, maar het zal mij niet verwonderen dat er vermeerdering van personeel moet komen. Dat geldt ook voor de kwestie van toezicht op de plantsoenen. De heer Wesser zegt ook dat dergelijke zaken veel personeel eischen. Ik wil graag toezeggen er eens over te praten en anders moet er maar eenige uitbreiding komen. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 237 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 238 -272 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 273. Schoolartsen-instituut 6.900. De beraadslagingen worden geopend. De heer Vromen: Ik was het lid die de aandacht ves tigde op het salaris van den schoolarts. Ik deed dit ook reeds eerder bij de salarisvoorstellen. Toen is geant woord dat het de bedoeling was het met de reorgani satie van den Geneeskundigen Dienst onder de oogen te zien. In de sectievergadering is evenwel gezegd dat de schoolarts daar buiten staat en daarom heb ik deze vraag nog eens herhaald. Nu staat er dat het salaris van den schoolarts bereids de aandacht heeft van het college. Als het nu de bedoeling is het toch met de reorganisatie onder de oogen te zien, dan ben ik er mee tevreden. Ik vraag het nu, omdat in de sectie het ant woord daarop ontkennend was. De heer H. de Boer (wethouder)Het kan gevoegelijk onder de oogen worden gezien bij de reorganisatie van den Geneeskundigen Dienst. De beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 273 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 296. Verdere kosten van maatregelen in het belang van de verbetering der volkshuisvesting De beraadslagingen worden geopend. De heer Muller: Mijnheer de Voorzitter Ik heb bij dezen post de vraag gesteld in de sectievergadering of het niet wenschelijk is lid te worden van den Nationalen Woningraad. In de Memorie van Antwoord zegt het college dat een paar jaren geleden de Raad besloten heeft het lidmaatschap op te zeggen, omdat de gemeente toch lid is van het Instituut voor Volkshuisvesting. Ik wil nu niet ontkennen dat het lidmaatschap van Volks huisvesting een belangrijk lidmaatschap is, en ik zou niet willen voorstellen het op te zeggen, omdat het niet van belang ontbloot is, maar het Instituut is toch iets geheel anders dan de Nationale Woningraad. Het In stituut beweegt zich meer als studielichaam terwijl de Nationale Woningraad meer op organisatorisch gebied bezig is en tracht de belangen te behartigen van ver- eenigingen, woningen en gemeentewoningen. Ik wijs er op dat de Woningraad de Centrale is van woning- vereenigingen en zoowel Roomsch-Katholieken, Protes- tantsch Christelijken, als modernen er bij, zijn aan gesloten en ook verschillende gemeentebesturen staan als lid ingeschreven. Een van de belangrijkste dingen* die in de laatste paar jaar door den Woningraad zijn tot stand gebracht, zijn wel die op het gebied van het hurenprobleem. Het gevolg is geweest wat wij gisteren in de bladen hebben kunnen lezen en het is zeer terecht door den heer Ritmeester naar veren gebracht dat er nu door de Regeering op aandringen van den Woningraad een commissie is benoemd waarin verschil lende personen, die op het gebied van woningbouw werkzaam zijn geweest, zitting hebben. Deze com missie zal hebben te overwegen en met voorstellen moeten komen niet alleen in het belang van woning bouwverenigingen, maar ook van de gemeenten. Waar de zaken zoo staan en wij het niet goedvinden dat menschen niet lid zijn van een organisatie, die hun be langen behartigt, kunnen wij ook niet toestaan dat een gemeente buiten een dergelijke organisatie blijft die in hun belang werkt. Ik zou willen voorsteilen wel de contributie beschikbaar te stellen en den post op 100 uit te trekken. De heer Fransen (wethouder): lk zal korter zijn dan de heer Muller. De vraag is in de Memorie van Ant woord, meen ik, uitvoerig genoeg beantwoord, zelfs uitvoeriger dan de gestelde vraag zelf was. Wij hebben daar niets aan toe te voegen. De heer Westra: Zeer ad rem. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer Muller, luidende „Ondergeteekende stelt voor volgno. 296 met 100.te verhoogen," wordt met 16 tegen 11 stemmen verworpen. Voor stemmen: de heeren M. Molenaar, Muller, O. F. de Vries, H. de Boer, Dijkstra, B. Molenaar, Tiemersma, Botke, Hooiring, J. de Boer en Van der Veen. Tegen stemmen: de heeren Blanson Henkenians, Lautenbach, Westerhuis, Oosterhoff, Feddema, Visser. Tamininga, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Peletier, Westra, IJ. de Vries, Fransen, Rit meester. Vromen, Feilsma en Hofstra. Volgno. 296 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 297310 worden onveranderd vastgesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1928 | | pagina 42