332 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928.
Voortzetting der vergadering op Donderdag 20 December 1928.
Volgno. 311. Kosten van bruggen en overzetveren
70.645.82.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi Mijnheer de-
Voorzitter Bij dezen post wil ik nog even een paar
woorden zeggen. Gisteren heb ik hier ook over ge
sproken en door het antwoord van Burgemeester en
Wethouders ben ik neg niet heelemaal bevredigd. Ik
begrijp dat het moeilijk is, maar ik stel mij toch voor
dat het kan. In plaats van tie bruggen dicht te hebben
van kwart voor zes af, zou dat toch iets later kunnen.
Mocht het onmogelijk zijn dan is er misschien nog een
oplossing door het verkeer over de Beursbrug, dat nu
van 106 uur (vanaf den Wirdumerdijk) voor voer
tuigen gesloten is, daarvoor open te stellen na half 6
uur. Dan kunnen de wagens nog over de brug. Dat zou
misschien een oplossing zijn, als de eerste onmogelijk
blijkt.
De Voorzitter: Het college zal de zaak ernstig onder
de oogen zien. De moeilijkheid zit hierin dat een be
paalde groep vraagt een brug dicht te houden en nog
wel een van de bruggen, waar toch al zoo'n drukke
scheepvaart is en die al zoo vaak gesloten is. Als de
brug dicht moet blijven voor liet algemeen belang, dan
moet het belang van de schipperij wijken, maar hier
zou het moeten wijken voor een bepaalde groep.
Mevrouw BuismamBlok Wijbrandi: Het is een be
lang van een bepaalde groep, maar er zullen wel meer
van deze zaken zijn die hetzelfde bezwaar hebben. Men
vraagt het niet alleen voor zichzelf, het is in 't belang
van den handel.
De Voorzitter: Hoe kan dat Zij zullen het toch niet
vragen voor hun Amerikaansche afnemers Het is toch
voor hen zelf
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Het is toch een
betrekkelijk belangrijke groep, die het vraagt.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders zullen
het onder de oogen zien.
De heer Dijkstra: Er is nog iets, n.l. de school
kinderen die kwart voor negen binnen moeten zijn en
dan zijn de bruggen gesloten. Als het tegen 9 uur
loopt moeten honderden menschen op kantoren zijn en
dan zijn de bruggen open. Kunnen ze niet tot na negen
uur gesloten blijven Als U ziet wat er tegen 9 uur
voor de bruggen staat, dat is ongelooflijk.
De Voorzitter: Het college zal er over denken. Het
wordt tijd dat wij een schipper in den Raad krijgen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 31 1 wordt onveranderd vastgesteld.
De heer Feddema tast even terug op volgno. 309,
waarbij nog een post moet voor licht.
De heer Fransen (wethouder) is van meening dat dit
maar van „Onvoorzien" moet. Het is toch maar een
kleinigheid.
Volgnos. 312536 worden onveranderd vastgesteld, j
Volgno. 537Kosten van openbare vermakelijkheden i
en muziekuitvoeringen in den Prinsentuin f 4.245.77.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Vromen: Mijnheer de Voorzitter U is nog
al in een welwillende stemming en U staat mij wel een
korte opmerking toe, die ik in de sectie heb vergeten.
Als er vuurwerk is in den Prinsentuin is dat, ook om
het late uur, nog al hinderlijk voor het Diaconessenhuis.
Het is voorgekomen dat om 12 uur het vuurwerk nog
werd ontstoken, nadat het wegens regen was uitgesteld.
Ik zou toch graag een kleine beperking willen hebben
wanneer het mag worden afgestoken. Indien het daar
heelemaal niet gebeurde was het nog beter, maar liet
vuurwerk heeft oudere rechten dan het Diaconessenhuis,
zij het ook dat de belangen van het laatste misschien
wel zwaarder mogen wegen.
De Voorzitter: Ik wil het graag in de ooren knoopen.
maar 's zomers blijft het zoo lang licht en zoodra het
donker is wordt er aan begonnen.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi: Zijn zij nog
noodzakelijk, die vuurwerken Is er nog veel belang
stelling van het publiek
De heer Ritmeester (wethouder)Het varieert zeer
sterk. Er is een geval geweest met 5000 bezoekers en
soms zijn er ook heel weinig. Het hangt ook veel van
het weer af. Ik heb wel eens geconstateerd dat er veel
animo was, maar over het algemeen gaat het bezoek
in den Prinsentuin achteruit.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 537 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 538. Subsidiën aan schouwburgen of muziek
korpsen 8.500.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Blanson Henkemans: Nu wij eigenlijk geen
commissie meer hebben, wie heeft nu de beschikking
over deze 8500.
De Voorzitter: Die opmerking is niet geheel juist. De
commissie bestaat want wij hebben ze juist benoemd.
Straks wordt dit bedrag weer ter beschikking gesteld
van die commissie, totdat besloten is of S. O. L. dit
bedrag ter beschikking moet krijgen.
De heer Blanson Henkemans: Ik vraag het hierom,
omdat wat vroeger S. O. L. was, zich volgens de ge-
ïuchten tot den Raad zal wenden om subsidie en als
dan de 8500.voor deze commissie daarbij komt, dan
zijn wij weer precies waar wij altijd waren. Daarom
vroeg ik wie er de beschikking over heeft.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders hebben
de goede gewoonte aangenomen niet in te gaan op ge
ruchten, maar alleen op de werkelijkheid
De heer Lautenbach: Nou, wel te rusten
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 538 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 539544 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 545. Subsidie aan de vereeniging Openbare
Leeszaal en Bibliotheek13.000.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Visser: Ik wil geen principieele beschouwing
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 December 1928. 333
Voortzetting der vergadering op Donderdag 20 December 1928.
houden, want het is al zoo laat, maar ik verklaar mij
er tegen.
De heer Vromen: Tegen dien heelen post?
De Voorzitter: Wenscht U stemming
De heer Visser: Neen, dat geeft niet, maar ik ben er
principieel tegen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 545 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 54&560 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 561Kosten van overbrengingplaatsing en
verpleging van arme krankzinnigen 90.000.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer M. Molenaar: In de sectie heb ik de vraag
gesteld of Burgemeester en Wethouders bekend waren
met het conflict dat bestaat tusschen den C. N. A. B. en
de combinatie van besturen der gestichten Arnhem,
Zutfen en Deventer, welk conflict op den goeden gang
van zaken een storenden invloed kan hebben. Verder
heb ik daarbij gevraagd of Burgemeester en Wethou
ders daarnaar een onderzoek willen instellen. Burge
meester en Wethouders antwoordden daarop dat zij
zich meenen te moeten houden buiten geschillen tus
schen personeelsorganisaties en de besturen van de
vermelde krankzinnigengestichten.
Ik zie dat evenwel eenigszins anders. Er is tusschen
liet bestuur van den C. N. A. B. en de samenwerkende
besturen der gestichten een ernstig conflict, dat dateert
van 1924, welk geschil hinderlijk is voor den goeden
gang van zaken. Wij zijn niet verantwoord, waar in
deze gestichten ook patiënten uit onze gemeente worden
verpleegd, een dergelijk conflict aan ons voorbij te
laten gaan zonder er kennis van te nemen. Ik had dan
ook graag vergunning dat conflict heel in het kort te
behandelen, dan kan de Raad zelf beoordeelen of er
nadere aandacht aan moet worden geschonken.
In 1924, om met het begin te beginnen, werd, ver
moedelijk door onvoorzichtigheid van een der afdeelings-
bestuurders, een vertrouwelijk stuk gepubliceerd in een
plaatselijk blad. De samenwerkende besturen vroegen
opheldering. Gemeld werd. dat het Hoofdbestuur niet
verantwoordelijk was voor publicatie, maar dat het niet
temin maatregelen getroffen had om te voorkomen, dat
voortaan dergelijke publicaties zouden plaats vinden.
Het incident was dus gesloten.
In 1925 besprak de bondsvoorzitter in openbare ver
gadering te Apeldoorn de voorstellen tot verslechtering
van de arbeidsvoorwaarden van het personeel aan het
Apeldoornsche Bosch. Een conflictje met den genees
heer-directeur, dr. Kat, was het gevolg. Een poging van
Henri Polak om bemiddelend op te treden, mislukte.
Den voorzitter van het N. V. V., R. Stenhuis, gelukte
het partijen tot elkander te brengen.
21 December 1925. Het Hoofdbestuur van den C. N.
A. B. vraagt een onderhoud aan met het bestuur van het
St. Elizabethsgasthuis te Deventer om te spreken over
arbeidsvoorwaarden.
23 December 1925. Het bestuur van het St. Eliza
bethsgasthuis antwoordt, dat het geen verandering in
het verplegingsbesluit kan aanbrengen zonder eerst
overleg te plegen met de gestichten te Zutfen en te
Apeldoorn.
Het verzoekt het Hoofdbestuur daarom zich met zijn
voorstellen te willen wenden tot het bestuur der samen
werkende gestichten.
21 Januari 1926. Het Hoofdbestuur wendt zich, naar
aanleiding van dit antwoord, tot de besturen van de
samenwerkende gestichten en vraagt om een onderhoud.
4 Februari 1926. Het verzoek wordt herhaald.
20 Februari 1926. Het Hoofdbestuur rappelleert
wederom.
26 Februari 1926. Provisoren van het Oude en
Nieuwe Gasthuis te Zutphen deelen het Hoofdbestuur
mede, dat diens schrijven van 21 Januari in behandeling
is genomen en dat daarop nader zal worden geantwoord.
6 Maart 1926. Provisoren berichten, dat de samen
werkende besturen besloten hebben de behandeling van
den brief van het Hoofdbestuur van 21 Januari aan te
houden, totdat de onderhandelingen tusschen het be
stuur van het Apeldoornsche Bosch en het Hoofdbestuur
van den C. N. A. B. (zie het incident van 1925) ten
einde zouden zijn gevoerd.
22 Mei 1926. Het Hoofdbestuur deelt aan de bestu
ren der samenwerkende gesitchten mede, dat inzake het
geschil met den geneesheer-directeur van het Apel
doornsche Bosch een bevredigende oplossing is ver
kregen en het verzoekt opnieuw het op 21 Januari 1926
aangevraagde onderhoud te willen toestaan.
3 Juli 1926. De besturen der samenwerkende ge
stichten berichten, dat zij in de 2e helft van Septenibcr
(1926) zuilen bijeenkomen om de voorstellen van den
C. N. A. B. van 21 December 1925 te bespreken en
„te overwegen of en wanneer" het Hoofdbestuur tot
een conferentie zal worden uitgenoodigd.
4 Augustus 1926. Het Hoofdbestuur geeft in een
brief aan de samenwerkende besturen een overzicht van
de lijdensgeschiedenis van zijn voorstellen van 21 De
cember 1925 en publiceert dien brief in het Deventer
Dagblad.
14 September 1926. De samenwerkende besturen
vragen opheldering over deze publicatie; zij achten die
in strijd met de door den C. N. A. B. gedane toezegging
(zie incident van 1925).
30 September 1926. Het Hoofdbestuur ontkent dit.
Ook brieven aan stedelijke en provinciale autoriteiten,
alsmede aan Ministers, worden meermalen, ook door
anderen, onmiddellijk na verzending gepubliceerd.
Geen autoriteit nam daaraan ooit aanstoot.
17 November 1926. De samenwerkende besturen
achten de gewraakte publicatie „in strijd met wat be
hoorlijk is" en zij achten verder geen geschikten bodem
voor het voeren van verdere besprekingen aanwezig.
10 December 1926. Het Hoofdbestuur vraagt een
onderhoud om over deze meening van de samenwer
kende besturen te spreken.
4 Februari 1927. Dit onderhoud wordt geweigerd.
Het contact blijft dus verbroken de poging van den
C. N. A. B„ om door bespreking een eind aan het con
flict te maken, is mislukt.
23 Maart 1927. Een audiëntie bij den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw leidt er toe, dat
Minister Kan bemiddelend wil optreden.
Deze bemiddelingspogingen, die hebben geduurd tot
December 1927, stuiten ten slotte af op de halsstarrige
houding van de samenwerkende besturen, die een ver
klaring eischen dat de C. N. A. B. onjuist handelde,
waarna zij zouden overwegen of zij het contact zouden
herstellen, ja of neen.
Het Hoofdbestuur ziet zich ten slotte genoopt den
Minister te berichten, dat het van verdere onderhande
lingen afziet, wegens afwezigheid van ernst bij de sa
menwerkende gestichtsbesturen.
Begin 1928 stelde het Tweede Kamerlid, mevrouw
S. Groeneweg, eenige malen vragen aan den Minister,
o. m. naar aanleiding van intimideerend optreden van
de Directie van het Apeldoornsche Bosch.
Later zijn nog bemiddelingspogingen aangewend
door Burgemeester en Wethouders van Deventer, zon
der resultaat.
1 Februari 1928. De voorzitter der afdeeling Apel
doornsche Bosch van den C. N. A. B. (verpleger aan