28 Verslag van cle handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Maart 1929. rechtigd was en die herstelling noodzakelijk maakten. Hem is 15.ingehouden, de zaak is in orde gebracht en ik meen mij goed te herinneren, dat de nota voor de herstellingen 18.was, zoodat hem dus niet te veel is ingehouden. Van Wijngaarden brengt nu de zaak nog eens nader onder de aandacht van den Raad hij meent dat de inhouding niet juist is geweest. Burgemeester en Wet houders hebben de kwestie uit en ter na bekeken, zij hebben daartoe het advies gekregen van den heer Algra, die hun ook op schrift heeft meegedeeld welke over tredingen begaan waren en zoodoende zijn Burgemees ter en Wethouders tot hun besluit gekomen. Nu vraagt Van Wijngaarden de zaak nog eens ernstig onder de aandacht van den Raad te mogen brengen Burgemeester en Weihouders willen nu voorstellen de kwestie nog eens te bekijken en zij stellen voor daartoe het verzoek in hunne handen te stellen ter afdoening. Met aigemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3. Benoeming van leden, plaatsvervangende leden, voorzitters en een plaatsvervangend voorzitter van de stembureaux voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De door Burgemeester en Wethouders aanbevolen personen worden met aigemeene stemmen benoemd. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming van stoepen voor panden aan den Ooster singel en de Nieuwestad. Dit voorstel luidt als volgt Van de eigenaren, met wie bij het nemen van Uw besluit van 21 Februari 1928 nog geen overeenstemming was verkregen omtrent den afstand van cle stoepen vóór hunne panden aan de Nieuwestad, heeft S. Blitz zich thans ook bereid verklaard tot overdracht van cle stoep voor zijn perceel plaatselijk bekend aldaar no. 92. Mitsdien kan tot overneming van deze stoep worden overgegaan. Voorts zijn ook onderscheidene eigenaren van panden aan den Oostersingel tusschen het Hoogpad en het terrein der gemeente bezuiden den stadsvijver blijkens bijgaande verklaringen bereid tot afstand aan de ge meente van hunne stoepen, in een enkel geval van een plekje grond voor een steeg. Met eenige andere wordt omtrent overdracht nog onderhandeld. Aangezien het met het oog op toekomstigen trottoiraanleg daar ter plaatse wenschelijk is, ook op deze aanbiedingen in te gaan, geven wij in overweging te besluiten .4. voor den prijs van 1.van S. Blitz, alhier, over te nemen de stoep, gelegen voor het perceel Nieuwestad no. 92. kadastraal bekend gemeente Leeu warden sectie B no. 3530 B. voor den prijs van 1.voor elke stoep, onder scheidenlijk gedeelte van een steeg, over te nemen de stoepen voor panden aan den Oostersingel en een ge deelte steeg, aldaar, als hieronder is vermeld. n 2 <D C/3 o "3 C cd 2 c .2 "n Kadastrale tenaamstelling. CL 12 5661 J. de Jong te Leeuwarden 12a 5660 W. Nuijen 14 3883 A. Hanzens 16 6042 Mej. G. van der Veer 18 6041 26 6148 Erven J. de Bruin cd 2.ïï - C/3 - "cd c 2 2 c 03 r-c Kadastrale tenaamstelling. CL 28 32 62 64 66 4410 10285 4279 2347 M. de Boer 2345 J. H. Lambrechts jC. B. Algra en |j. B. Algra te Stiens N. V. Molenaars' Export Compagnie, gevestigd te Leeuwarden 1 W. H. Taconis te Leeuwarden een en ander onder de volgende voorwaarden 1. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor rekening der gemeente Leeuwarden 2. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos naar een door hem aan te wijzen plaats binnen cle ge meente vervoerd 3. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg werk zaamheden aan de gevels van bovenvermelde gebouwen noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der gemeente en overigens op de gebruikelijke en andere, door Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor waarden C. de onder A en B bedoelde stoepen met het ge deelte der steeg, onder B aan het slot genoemd, te be stemmen voor den publieken dienst. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van eigendommen aan de Poppebuurt. Dit voorstel luidt als volgt Krachtens Uwe daartoestrekkende machtiging zijn voor de gemeente bij publieke veiling voor de som van 2958.aangekocht cle bergplaats en de woningen aan de Poppebuurt nos. 56, 62 en 64 c.a., benevens de onverdeelde helft in een plek grond aldaar, van welke perceelen het bezit voor de gemeente van belang wordt geacht. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten tot aankoop van de bergplaats Poppebuurt no. 56, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie O no. 3536, groot 30 cen tiare, en no. 4757, groot 28 centiare, benevens /2 ge deelte onverdeeld in den ten Westen voorgelegen grond, kadastraal alsvoren no. 4758, geheel groot 94 centiare; de woning Poppebuurt no. 62 met voorgelegen straatje en bleek, kadastraal alsvoren no. 4750, groot 68 centiare; de woning Poppebuurt no. 64 met voorgelegen straatje en bleek, kadastraal alsvoren no. 4749, groot 63 centiare en het perceel, kadastraal alsvoren no. 4756, groot 1 are 88 centiare, voor de som van 2958,— met de kosten ad 294.71 in totaal 3252.71. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop aan de Vereeniging voor Volkshuisvesting van een strook grond aan de Kievitstraat. Dit voorstel luidt als volgt De Vereeniging voor Volkshuisvesting, alhier, wenscht den bewoners van het complex van cle 4 haar toebehoorende huizen aan de Zuidwestzijde van de Kievitstraat een vrijen uitgang aan de achterzijde van hunne perceelen naar genoemde straat te verzekeren. Zij heeft daartoe noodig een strook grond ten Noord westen van en aansluitende aan het terrein waarop ge noemd woningcomplex is gebouwd, ter breedte van Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Maart 1929. 29 1 Meter langs de straat gemeten en ter diepte van on geveer 20 Metermitsdien vraagt zij deze strook van de gemeente in koop. Wij vestigden hierop reeds de aandacht in ons aan U gedaan voorstel van 7 Februari j.i. tot uitgifte in erfpacht van grond aldaar aan W. Schuurmans en F. van der Woude. Onzerzijds bestaan tegen afstand van gemelde strook grond aan de veree niging geene bedenkingen. De prijs kan worden gesteld op 8.per M2., welk bedrag voldoende is te achten en waarmede het vereenigingsbestuur, volgens ons ge dane mededeeling, genoegen neemt. Op de hierbij over gelegde situatieteekening is het betrekkelijk perceeltje in roode kleur aangeduid. Wij geven U in overweging te besluiten tot verkoop tegen den prijs van 8.per M2. aan de Vereeniging voor Volkshuisvesting, te Leeuwarden, van een strook grond gelegen ten Noordwesten van en grenzende aan het terrein van genoemde vereeniging aan de Zuidwestzijde van de Kievitstraat, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel, gemeente Leeu warden, Sectie D no. 2268, ter breedte langs cle straat gemeten van 1 Meter en ter diepte van ongeveer 20 Meter, ter grootte alzoo van ongeveer 20 M2., zooals op cle bijbehoorende situatieteekening in roode kleur is aangegeven, de juiste grootte nader cloor een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks op de bij cle ge meente gebruikelijke voorwaarden. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop aan S. Hellinga van een strook grond aan de Johannes Semsstraat. Dit voorstel luidt als volgt Van S. Hellinga, alhier, ontvingen wij het verzoek te willen bevorderen, dat aan hem in koop worde afge staan een gedeelte van het aan de gemeente toebehoo rende terrein aan de Johannes Semsstraat, zooals op de hierbij overgelegde teekening in groene kleur is aange geven. Bij4Uw besluit van 20 November 1928, no. 375r/ 226, werd voor de bebouwing langs dit gedeelte van de Johannes Semsstraat een rooilijn vastgesteld, vol gens welke de Westelijkste van een tweetal woningen, voor den bouw waarvan Hellinga ons vergunning heeft gevraagd, niet zou kunnen worden gebouwd op de wijze als adressant wenschte. Intusschen is gebleken, dat ingevolge een door het Gemeentebestuur in 1881 gesloten overeenkomst ter zake van de demping van een destijds aldaar aanwezige sloot, adressant tot den bouw van bedoelde woning in het verlengde van de voorge vellijn der naastgelegen huizen gerechtigd is. Ten einde nu voor die woning, bij mogelijke verdere bebouwing ter plaatse, een vrij uitzicht te behouden, vraagt de belanghebbende hem een Noordelijk gedeelte van het gemeentelijk terrein in eigendom af te staan. Het betrek kelijk perceeltje grond heeft eene grootte van ongeveer 33 M2. Tegen den gevraagden eigendomsoverdracht bestaan onzerzijds geen bezwaren. De koopprijs kan worden gesteld op 5.per M2., welk bedrag vol doende is te achten en waarmede de verzoeker accoord gaat. Onder overlegging van cle stukken geven wij U mits dien in overweging te besluiten tot verkoop aan S. Hellinga, te Leeuwarden, tegen den prijs van 5.per M2., van een perceeltje grond aan de Johannes Semsstraat, uitmakende een gedeelte, ter grootte van ongeveer 33 M2., van het kadastrale perceel, gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 12062, zooals op cle bijbehoorende situatieteekening in groene kleur is aangeduid, cle juiste grootte nader cloor een landmeter van het kadaster uit te meten en voorts op cle bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen aan de besturen van bijzondere scholen van voorschot op de vergoeding, bedoeld bij artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920, over het dienstjaar 1929. Dit voorstel luidt als volgt Ingevolge art. 103, 3e lid, der Lager Onderwijswet 1920 verleent cle Gemeenteraad ieder jaar aan de be sturen van bijzondere lagere scholen, die zulks verzoe ken, een voorschot op de gemeentelijke vergoeding ex art. 101 dier wet tot ten hoogste tachtig ten honderd van hetgeen terzelfder zake voor de overeenkomstige openbare lagere scholen in die gemeente is uitgegeven over het laatste dienstjaar, waarover cle rekening is gesloten. Bedoelde vergoeding wordt berekend over het gemiddeld getal leerlingen, dat op 16 Maart, 16 Juni, 16 September en 16 December van het onmiddellijk voorafgaande kalenderjaar als werkelijk schoolgaande bekend stond en bedraagt in gemeenten, die een of meer overeenkomstige openbare scholen in stand houden, per leerling het gemiddelde bedrag per leeriing van cle kosten over hetzelfde dienstjaar der overeenkomstige openbare lagere scholen in de gemeente en wordt be paald na aftrek van de verschuldigde schoolgelden. Alle bijzondere schoolbesturen, welke een aanvrage om voorschot hebben ingediend, hebben de inning der schoolgelden aan de gemeente overgedragen, zoodat deze dadelijk in de gemeentekas vloeien en bij cle vast stelling van het voorschot op de mogelijk toe te kennen instandhoudingsvergoeding voor 1929 buiten beschou wing blijven (art. 101, 7e lid, der Lager Onderwijswet). Volgens artikel 13 van het Koninklijk besluit d.d. 4 September 1923 (Staatsblad no. 432), moet het verzoek om voorschot zijn ingericht overeenkomstig het daarbij vastgestelde formulier J, waarbij het schoolbestuur zich verbindt tot terugbetaling van hetgeen eventueel bij voorschot te veel mocht worden genoten, voor de na koming van welke verbintenis twee door Burgemeester en Wethouders goed te keuren borgen behooren te worden gesteld. Van deze borgstelling kan vrijstelling worden verleend voor het schoolbestuur, hetwelk aan toont te zijn aangesloten bij eene rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie van besturen, als zoodanig door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen erkend en die ten genoegen van dezen Minister zich heeft borg gesteld voor cle nakoming der verbintenissen der aangesloten schoolbesturen (art. 6, 2e lid, van het Koninklijk besluit). Aan deze voorwaarden is cloor alle besturen voldaan. Behalve een voorschot op cle vergoeding ex art. 101. Ie lid, der Lager Onderwijswet 1920, moet cle gemeente, evenals vorige jaren, ook een voorschot verleenen op de vergoeding voor vakonderwijzers, welke vergoeding ingevolge art. 101, 9e lid, aan cle besturen der bijzon dere scholen wordt uitgekeerd. Voor de vaststelling van het voorschot voor 1929 moeten de cijfers worden genomen over 1926. Het ge middelde kostenbedrag van een leerling eener openbare school voor gewoon lager onderwijs beliep over 1926 18.85 en van een leerling der openbare school voor uitgebreid lager onderwijs 23.56, terwijl het bedrag, dat de gemeente in 1926 heeft uitgegeven voor de door haar aangestelde vakonderwijzers, voor een school voor gewoon lager onderwijs per lesuur 1.90 bedroeg met een maximum aantal lesuren van 445 per school en voor de school voor uitgebreid lager onderwijs per lesuur 1.97 met een maximum aantal lesuren van 2869. Aan een schoolvereeniging kan dus voor 1929 een maximum voorschot worden verleend voor een school voor gewoon lager onderwijs van 80 van 18.85 is 15.08 per leerling voor het gewoon onderwijs plus 445 X 80 X 1 -90 676.40 voor het vakonder wijs en voor een school voor uitgebreid lager onderwijs van 80 van 23.56 is 18.85 per leerling voor het gewoon onderwijs plus 2869 X 80 X 1 -97 4521.54 voor het vakonderwijs.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1929 | | pagina 2