7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om:
158 Verslag van de handelingen van den gi
Volgens artikel 3 der bepalingen omtrent het beheer
dezer stichting, van 15 December 1863, wordt de admi
nistrateur telkens voor den tijd van zes jaren door U
benoemd. Gelet op de wijze, waarop door den heer
Sprenger de administratie, geheel belangeloos, wordt
gevoerd, meenen wij volle vrijheid te hebben hem voor
een herbenoeming voor te dragen.
Overeenkomstig de aanbeveling van Burgemeester en
Wethouders wordt benoemd H. G. W. Sprenger, voor
noemd, met 25 stemmen, terwijl 1 biljet blanco is inge
leverd.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in
zake den afkoop door D. Veenstra, alhier, van een
grondpacht, ten voordeele van de gemeente rustende op
het perceel Speelmansstraat no. 21.
Dit voorste! luidt als volgt
Blijkens het hierbij overgelegde schrijven verzoekt
D. Veenstra, alhier, de grondpacht, rustende op den
grond, waarop zijn perceel Speelmansstraat no. 21,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie A no.
369, is gebouwd, te mogen afkoopen.
Ook tegen dezen afkoop bestaat bij ons geen bezwaar,
indien hij, zooals gebruikelijk is, geschiedt naar den
penning twintig (vgl. art. 799, lid 2, van het Burgerlijk
Wetboek).
Wij geven U mitsdien in overweging D. Veenstra,
alhier, toe te laten tot den afkoop van de grondpacht,
waarmede ten voordeele van de gemeente Leeuwarden
is bezwaard de grond van zijn pand aan de Speelmans
straat no. 21, kadastraal sectie A no. 369, groot 24 cen
tiare, zulks tegen een som van 5.20, zijnde de penning
20 van het zuiver bedrag dier rente ad 0.26 per jaar,
en verder op voorwaarde, dat de kosten van den afkoop
te zijnen laste komen.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van de stoep, behoorende bij het perceel
Noordvliet no. 421a.
Dit voorstel luidt als volgt
Van den eigenaar van het perceel Noordvliet no. 421n
ontvingen wij eene verklaring, dat hij bereid is de voor
zijn perceel gelegen stoep aan de gemeente in eigendom
over te dragen.
Ten einde trottoiraanleg ter plaatse te zijner tijd
mogelijk te maken, lijkt het ons gewenscht, dat tot over
neming van de aangeboden stoep wordt overgegaan.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
A. in eigendom over te nemen
van R. Riddersma, alhier, de stoep, gelegen voor het
perceel Noordvliet no. 42In, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden, Sectie G no. 5804,
een en ander op de volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1.—;
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden;
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van
den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de ge
meente vervoerd;
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg werk
zaamheden aan de gevels van bovenvermeld gebouw
noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der
gemeente;
en overigens op de gebruikelijke en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
B. de onder A bedoelde stoep te bestemmen voor
den publieken dienst.
van Leeuwarden van Dinsdag 1 October 1929.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van de vergoeding, ingevolge artikel 101 der
Lager Onderwijswet 1920 voor het vakonderwijs toe
gekend aan het bestuur der Leeuwarder Schoolveree-
niglng bij Raadsbesluit van 9 Juli 1929.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij besluit van Uwe Vergadering d.d. 9 Juli 1929 no.
21 4r/ 132 is de vergoeding ex artikel 101 der Lager
Onderwijswet 1920 over het tijdvak van 1 September
1923 tot en met 31 December 1925 voor het bestuur
der Leeuwarder Schoolvereeniging ten behoeve van de
scholen Raadhuisplein no. 25 (I.) en St. Anthonystraat
no. 4 (1.) voor het vakonderwijs vastgesteld op onder
scheidenlijk 1310.01 en 1127.26.
Den 2en September d.a.v. ontving ons College van
het vorengenoemde bestuur een schrijven, waarbij als
nog werden toegezonden twee kwitanties wegens beta
lingen aan het Pensioenfonds over dat tijdvak tot be
dragen van respectievelijk 187.90 en 169.26. Deze
kwitanties, die wel voor vergoeding van gemeentewege
in aanmerking hadden moeten komen, waren bij het
inzenden der afrekening niet overgelegd, omdat zij toen
tertijd nog niet in het bezit van het schoolbestuur waren
en zijn ook niet terstond na ontvangst ingezonden, ten
einde alsnog bij de stukken te worden gevoegd.
Hoewel het bestuur der Leeuwarder Schoolvereeni
ging, nu Uwe Vergadering het vorenbedoelde besluit
heeft genomen en de termijn voor het instellen van be
roep daartegen is verstreken, geen aanspraak meer op
een hoogere vergoeding voor vakonderwijs kan maken,
meenen wij toch op billijkheidsgronden en ter correctie
van een door het adresseerende bestuur gepleegd ver
schoonbaar verzuim de te laat ingezonden kwitanties
nog in de vorenbedoelde afrekening te moeten opnemen.
Het wettelijk bedrag, waarop het bestuur der Leeu
warder Schoolvereeniging over het tijdvak van 1 Sep
tember 1923 tot en met 31 Dec. 1925 voor het vakonder
wijs aanspraak kan maken, bedraagt, zooals ook uit ons
voorstel van 27 Juni 1929 blijkt, voor de schooi Raad
huisplein no. 25 (1) 1406.24 en voor de school St.
Anthonystraat no. 4 (I) eveneens 1406.24. Blijkens
de overgelegde kwitanties, met inbegrip van de later
ingezondene, is in het driejarig tijdvak uitgegeven voor
het vakonderwijs ten behoeve van de school Raadhuis
plein no. 25 (I) 1497.91 en ten behoeve van de school
St. Anthonystraat no. 4 (1) 1296.52, zoodat de be
dragen, die door de gemeente vergoed moeten worden,
beloopen respectievelijk 1406.24 en 1296.52.
Het bestuur der Leeuwarder Schoolvereeniging heeft
dus een bedrag van 1406.24 1296.52 109.72
ten behoeve van de school St. Anthonystraat no. 4 (I)
voor het vakonderwijs te veel ontvangen, welk bedrag
in de gemeentekas moet worden teruggestort.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor te
besluiten
le. Uw besluit d.d. 9 Juli 1929 no. 21 4r/ 132 te
wijzigen in dien zin, dat de vergoeding ex artikel 101,
8e lid, der Lager Onderwijswet voor het bestuur der
Leeuwarder Schoolvereeniging ten behoeve van de
scholen Raadhuisplein no. 25 (1) en St. Anthonystraat
no. 4 (1) voor het vakonderwijs over het tijdvak 1 Sep
tember 1923 tot en met 31 December 1925 wordt vast
gesteld op onderscheidenlijk 1406.24 en 1296.52;
2e. te bepalen, dat door het bestuur voornoemd een
bedrag van 109.72 voor het vakonderwijs in de ge
meentekas moet worden teruggestort.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub 46.
a. over te gaan tot den bouw van een barak voor
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 October 1929. 159
lijders aan besmettelijke ziekten op een terrein benoor
den het Kalverdijkje;
b. ten behoeve van den bouw, sub a genoemd, als
nog een bedrag van f 3330.beschikbaar te stellen.
Dit voorstel luidt als volgt
Op de begrooting voor het jaar 1929 is onder volg
nummer 934u (hoofdstuk IX van den Kapitaaldienst)
een bedrag van 86.000.uitgetrokken voor den bouw
van een barak voor lijders aan besmettelijke ziekten. In
ons desbetreffend voorstel, U gedaan bij de aanbieding
van genoemde begrooting (zie bijlage no. 23 van 1928).
gaven wij reeds een beknopt overzicht van de inrichting,
zooals die was ontworpen; thans zijn wij in staat een
uitgewerkt plan voor den bouw der barak aan U over
te leggen. In hoofdzaak komt dit overeen met het oor
spronkelijke ontwerp slechts op enkele punten wijkt
het er van af. Deze afwijkingen, die als verbeteringen
zijn te beschouwen, vinden hare oorzaak voor een deel
in het nadere overleg, hetwelk de Directeur der Ge
meentewerken te dezer zake met de Commissie van
Beheer over het Stadsziekenhuis heeft gepleegd. Zoo is,
op voorstel dezer Commissie, de bergruimte, en daar
door de lengte van het gebouw, eenigszins vergroot
hierdoor konden de dagverblijven iets ruimer worden,
terwijl in het gebouw plaats voor het opbergen van
brancard en tuingereedschap is ontstaan. Het lijken
huisje kon dientengevolge eenvoudiger worden. Voorts
is er, in plaats van één ontsmettingskamer, thans in de
spoelvertrekken van alle afdeelingen der barak een
gelegenheid tot ontsmetting aangebracht. De ruimte,
die hierdoor vrijkomt, kan desgewenscht als kamer der
hoofdzuster worden gebruikt. Voor de overige in het
plan aangebrachte veranderingen, die van ondergeschikt
belang zijn, verwijzen wij U naar het ter inzage liggende
rapport van den Directeur der Gemeentewerken d.d. 22
Augustus j.l. no. 1180. Slechts vermelden wij hier nog,
dat in tegenstelling met de aanvankelijk geschetste tuin-
indeeling, waarbij aan elke afdeeling der barak een af
zonderlijk, door hagen omringd, terrein als tuin was
gegeven, nu één tuin bij het gebouw is ontworpen, het
geen aan het uitzicht vanuit de ziekenkamers ten goede
komt, de medische belangen niet schaadt en geene ver
meerdering van kosten medebrengt.
Zooals uit genoemd rapport van den Directeur der
Gemeentewerken kan blijken, is het eindcijfer van de
begrooting die thans aan de hand van de uitgewerkte
teekeningen kon worden opgezet niet noemenswaard
hooger dan de in 1927 gemaakte raming. Wel zijn de
kosten van den bouw zelve hooger dan vroeger was
geraamd, maar daarentegen bleken onderscheidene
andere posten (bouw lijkenhuis, ophooging terrein,
plantsoenaanleg, enz.) nu op lagere bedragen te kunnen
worden gesteld. De totale bouwkosten zullen volgens
de nadere begrooting, welke U bij de stukken gelieve
aan te treffen, rond 86.330.beloopen. Dit bedrag
bevat o. a. de kosten van den aanleg eener gewone cen
trale verwarmingsinstallatie. Intusschen is sinds het
opmaken van het onderwerpelijke plan het systeem van
het stoken met olie ten dienste der centrale verwar
ming ons bekend geworden; dit systeem wordt dan ook
in de nieuwe gemeenteschool no. 16 in toepassing ge
bracht. Een dergelijke stookinrichting biedt het groote
voordeel, dat zij automatisch werkt en dat men dus geen
uitgaven voor bediening der verwarmingsinstallatie
behoeft te doen. Juist voor een gebouw als de barak,
waarin ook een warmwatervoorziening zal worden aan
gelegd, is dit van veel. belang, gelijk in opgemeld rap
port van den Directeur der Gemeentewerken uitvoeriger
wordt betoogd. Al brengt dus het maken van een olie
stookinrichting eenige extra kosten mede, in casu ge
schat op 3000.met de Commissie voor de Openbare
Werken die zich evenals de Commissie voor het
Stadsziekenhuis geheel met het onderhavige bouwplan
kan vereenigen zijn wij van oordeel, dat het alleszins
aanbeveling verdient zulk een automatische stookinstal-
latie in de barak aan te leggen.
In de zooeven genoemde bouwsom zijn wij schre
ven dit reeds in onzen brief tot aanbieding van de be
grooting 1929 niet begrepen de uitgaven, vereischt
voor de aanschaffing van meubilair, ledikanten, linnen
goed, enz. Hiervoor dient op een bedrag van 5500.
te worden gerekend. De betaling hiervan kan, via de
begrooting voor het Stadsziekenhuis, zonder bezwaar
in twee jaren geschieden.
Thans rest ons nog de bespreking van de plaats, waar
de barak zal komen te staan. Wij geven voor dit doel
de voorkeur aan een gedeelte van het perceel, kadastraal
bekend Sectie F no. 2217, gelegen ten Noorden van het
Kalverdijkje (bewesten den Poppeweg) en toebehoo-
rende aan de gemeente. Ook de Commissie voor de
Openbare Werken kan zich met deze plaats vereenigen,
mits vaststa dat, als mettertijd eens een nieuw gemeen
telijk ziekenhuis mocht worden gesticht, deze inrichting
ook op dat terrein zal verrijzen, zulks ter ondervanging
van de bezwaren, klevende aan eene gescheiden exploi
tatie van ziekenhuis en barak. Wij zijn het hiermede
geheel eens en hebben dan ook de plaats voor de barak
op bovenbedoeld terrein zoo gekozen, dat de bouw
daarvan evenwijdig aan het Kalverdijkje geschiedt en
later met het ter plaatse eventueel te stichten nieuwe
ziekenhuis een symmetrisch geheel kan vormen, op een
wijze als schetsmatig op de overgelegde teekening C
is aangeduid. Door tot den bouw van de barak op deze
plaats te besluiten legt Uwe Vergadering derhalve de
bestemming van meerbedoeld terrein (zie bij c, d, c. f
op teekening C) als ziekenhuisterrein in beginsel vast.
Tevens bindt men zich in beginsel aan het fragment uit
het ontwerp-uitbreidingsplan voor dit stadsgedeelte,
hetwelk in overleg met den specialen adviseur der ge
meente op dit gebied is ontworpen en dat op teekening
C in hoofdlijnen is aangegeven.
De grond aan het Kalverdijkje behoort tot het Grond
bedrijf en zal dus, indien Uwe Vergadering hem voor
den barakkenbouw aanwijst, daaraan moeten worden
onttrokken. Wij zuilen een daartoestrekkend voorstel,
waarbij tevens de aan het Grondbedrijf uit dezen hoofde
toe te kennen vergoeding dient te worden geregeld, te
zijner tijd bij U aanhangig maken.
De op 2500.'geraamde kosten van den aanleg van
het hoofdriool, dat gelegd moet worden in de toekom
stige straat, op teekening C met de letters a, b, c aan
gegeven. zullen wij in de ontwerp-begrooting 1930 van
Gemeentewerken (Kapitaaldienst) opnemen. Deze dienst
zal dit werk, hetwelk een onderdeel vormt van het later
daar ter plaatse te maken stratenplan, voor rekening
van het Grondbedrijf uitvoeren aangezien echter de
aanleg ter wille van de barak eerder geschiedt dan voor
het Grondbedrijf noodig is, behoort de rente van ge
noemde som zoolang aan dit bedrijf te worden vergoed.
Voor verdere bijzonderheden zij naar de ter visie lig
gende stukken en teekeningen verwezen.
Wij geven U thans in overweging te besluiten
a. tot den bouw van een barak voor lijders aan be
smettelijke ziekten, met toebehooren, overeenkomstig de
hierbij behoorende teekeningen, gemerkt ,,bij 2560 van
'29", en met eene oliestookinrichting voor de centrale
verwarming, zulks op een gedeelte van het perceel be
noorden het Kalverdijkje, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie F, no. 2217, zooals op de mede
hierbij behoorende teekening C, gemerkt ,,bij 2561 van
'29" is aangegeven;
b. ten behoeve van den bouw, sub a genoemd, alsnog
een bedrag van, in ronde som, 3330.beschikbaar
te stellen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries: Ik zou deze opmerking willen