Versadering van Vrijdag 25 October 1929. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Vrijdag 25 October 1929. 179 Tegenwoordig 24 leden, te weten: de heeren Visser, H. de Boer, Hooiring, Lautenbach, IJ. de Vries, J. de Boer, Fransen, Ritmeester, Hofstra, mevrouw Van Dijk Smit, de heeren Feitsma, Van der Veen, Feddeina, B. Molenaar, Botke, Muller, Westerhuis, Tiemersma, me vrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Dijkstra, Tamminga, M. Molenaar, O. F. de Vries en Vromen. Afwezig 3 leden, waarvan met kennisgeving de heeren Westra en Peletier, zonder kennisgeving de heer Oos- terhoff. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. Te behandelen punt Voorstel van Burgemeester en Wethouders betref fende een wijziging in het plan van den bouw eener barak voor lijders aan besmettelijke ziekten. Een hierop betrekking hebbend schrijven en voorstel van Burgemeester en Wethouders luiden als volgt In verband met de nieuwe wet op de Besmettelijke Ziekten heeft de Geneeskundige Inspecteur der Volks gezondheid, Dr. Bekenkamp te Groningen, ons mede gedeeld, dat het in het voornemen ligt de gemeente Leeuwarden aan te wijzen als gemeente, waar een gele genheid voor verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten moet worden opgericht. Er wordt tevens over gedacht deze gemeente aan te wijzen als plaats, waar een kring van gemeenten in Friesland zijne patiënten zou kunnen plaatsen. In overleg met genoemden Inspecteur heeft de Burge meester daarop gisteren eene bespreking gehouden met de burgemeesters dier gemeenten, om na te gaan in hoe ver zij daarvan gebruik zouden maken en hoe groot de toeloop van patiënten vermoedelijk zou zijn. Hieruit zou kunnen worden opgemaakt of in verband met die aan wijzing het bouwen van een grootere barak te Leeuwar den wenschelijk is. De besprekingen hebben den indruk gegeven, dat het met de andere gemeenten wel tot samenwerking zal komen, daar men aan centralisatie in dezen algemeen de voorkeur gaf, doch uit den aard der zaak konden in één op zoo korten termijn uitgeschreven vergadering positieve gegevens hieromtrent niet worden verkregen, noch minder bindende beslissingen genomen of toezeg gingen worden gedaan. Het kwam ons echter in elk geval gewenscht voor, met deze aangelegenheid bij den bouw van de barak rekening te houden en daarom heb ben wij den Directeur der Gemeentewerken opgedragen na te gaan, of het mogelijk is het plan voor de barak, met den bouw waarvan dezer dagen een aanvang moet worden gemaakt, zóó te wijzigen, dat deze, zoo noodig, gemakkelijk en op doelmatige wijze uitgebreid kan worden. Met deze wijziging gaat een bedrag aan extra kosten gepaard van, naar raming, 7600. Het ligt in ons voornemen het gewijzigde plan in de morgenavond te houden Raadsvergadering ter sprake te brengen en U voor te stellen de daartoe noodige be sluiten te nemen. Met verwijzing naar de mededeelingen, U gedaan in onzen brief van 24 October j.l. no. 3001/1117, geven wij U in overweging het in ontwerp hieronder afgedrukte besluit te nemen. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; gehoord het desbetreffend voorstel van Burgemeester en Wethoudeis; overwegende, dat het met het oog op de uitvoering van de Besmettelijke-Ziektenwet (Staatsblad 1928 no. 265) wenschelijk is bij den bouw van de barak voor lijders aan besmettelijke ziekten waartoe op 1 Octo ber 1929 is besloten rekening te houden met de mo gelijkheid, dat die barak in de toekomst dienst zal moe ten doen voor de opneming ook van lijders uit andere gemeenten; overwegende, dat zulks kan geschieden door eene wijziging van het voor dien bouw bereids vastgestelde plan; overwegende, dat met die wijziging een grootere uit gaaf van, naar raming, 7600.gemoeid zal zijn; dat echter van.het voor den bouw reeds toegestane bedrag ad 89.330.naar nader is gebleken rond 3000.-zal overblijven, zoodat thans met beschikbaar stelling van rond 4600.kan worden volstaan; besluit a. met wijziging in zoovere van het besluit van 1 October 1929, no. 312r/187, den bouw van de barak voor lijders aan besmettelijke ziekten te doen geschie den volgens de hierbij behoorende teekeningen, gemerkt „bij 343r van '29"; b. ten behoeve van den sub a genoemden bouw als nog een bedrag van 4600.beschikbaar te stellen. De beraadslagingen worden geopend. De Voorzitter: Zooals de leden hebben gezien, hebben Burgemeester en Wethouders gemeend den Raad in spoedeischende vergadering bijeen te moeten roepen. Deze zaak heeft een heel vlug verloop gehad en is het gevolg van een schrijven van den Inspecteur der Volks gezondheid te Groningen, dat er kans bestond dat Leeu worden zou worden aangewezen als gemeente, die in het bezit van een barak moet zijn. Ik heb toen overleg gepleegd met mijn collega's uit de gemeenten ongeveer uit het Noordelijk deel van Friesland, op grond van de verdeeling, zooals Dr. Bekenkamp die voorloopig had gemeend te moeten maken. Dit is nog maar een voor- loopige verdeeling, waarbij nog niets vast staat, maar het lijkt de meest practische; het kan best zijn, dat daar een enkele gemeente bij is, die al een goede barak heeft en die er dan buiten zal vallen, maar het doet er op het oogenblik ook weinig toe, welke gemeenten dat zijn. Ik heb dus overleg gepleegd met de Burgemeesters van die gemeenten, aangezien de nieuwe Wet op de Besmet telijke Ziekten de uitvoering van die wet geheel opdraagt aan de Burgemeesters, of, zooals Dr. Bekenkamp zegt: aan de Burgemeesters wordt in dezen een onbeperkte macht gegeven. Mijn doel was nu om van mijn collega's te weten te komen, of zij er in het algemeen iets voor voelen, dat de ziekenverpleging, als opname in een barak noodig is, wordt geconcentreerd in Leeuwarden, gelijk die voor andere gemeenten b.v. ook in Sneek en Heerenveen zal plaats vinden. De wet onderscheidt 2 groepen van besmettelijke ziekten, n.l. de groepen A en B. Groep A omvat de zware ziekten, zooals cholera, welke ziekte betrekkelijk weinig voorkomt; ook de pokken behoort daartoe en die komt nog wel eens een enkelen keer voor. Groep B omvat de besmettelijke ziekten, waarvoor eigenlijk verpleging thuis is toegestaan, tenzij de om standigheden zoo zijn, dat de behandelende geneesheer uit eigen beweging aan den Burgemeester adviseert om den patiënt te isoleeren of de Burgemeester zelf op grond van de huiselijke omstandigheden, ter voorkoming van verdere besmetting, isolatie noodig oordeelt. Ik zal nu niet verder uitweiden over het beroep, dat ten aan zien van de beslissing van den Burgemeester bij den Minister en den Inspecteur kan worden gedaan en waar op binnen tweemaal vier en twintig uur door den Minis ter een beslissing moet worden genomen. Mijn bedoeling was, waar hier op het oogenblik een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1929 | | pagina 1