184 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Vrijdag 25 October 1929.
geweten dat er nooit buitengemeenten met ons zouden
meedoen, dit geld hadden kunnen besparen. Wij zouden
dus alleen dit kunnen zeggen: als wij zeker wisten, dat
er nooit buitengemeenten zullen meedoen, zouden wij
niet met dit voorstel zijn gekomen, dit afgescheiden van
de kwestie, dat deze wijziging voor ons zelf misschien
ook wel goed is. Dat is een tweede zaak en ook daarom
is deze wijziging misschien niet heelemaal verwerpelijk,
maar dan hadden wij hiermee den vorigen keer eigenlijk
al moeten komen.
Op de vraag van den heer Vromen of Burgemeetster
en Wethouders zich eenige rekenschap hebben gegeven
van de capaciteit van de barak, indien een deel van
Friesland meedoet, moet ik antwoorden: neen. Ik heb
hier wel een lijst over verschillende jaren, die naar de
verschillende ziektegevallen is gespecificeerd, maar dat
kan ons op 't oogenblik bitter weinig schelen. Wij
moeten wachten tot zoo meteen de uitwerking komt;
de practijk moet het aangeven, als straks de buiten
gemeenten ingevolge art. 18 van de wet de beschikking
hebben over een barak, die eigenlijk van Leeuwarden
is, maar waarover zij dan toch ook de beschikking
kunnen hebben. Dan zal moeten blijken hoe het met
de Leeuwarder patiënten loopt en hoe het loopt met
de patiënten van buiten.
Er is hier gesproken over de pokken, dat die in het
land zijn en dat die ook hier kunnen komen. Ik zou
zeggen dat op epidemieën geen barak kan worden ge
bouwd, maar dat wij bij het uitbreken daarvan hier
tijdelijke maatregelen zullen moeten nemen, zooals die
ook reeds in verschillende plaatsen thans zijn genomen.
Er worden hier dus allerlei kwesties genoemd, die
later aan de orde moeten komen, maar de kwestie, waar
het nu alleen om gaat, is deze: neemt men op goede
gronden aan, dat vermoedelijk in de toekomst de buiten
gemeenten er voor zullen voelen dat de barak, welke
wij op het oogenblik hier in Leeuwarden bouwen, als
het ware mede moet worden beschouwd als een barak,
die voor een gedeelte van hen is Als men meent dat
op goede gronden te mogen aannemen en dat meenen
Burgemeester en Wethouders na de gehouden vergade
ringdan ligt het in de lijn dat men daarmee rekening
houdt, nu dat nog mogelijk is.
De heer Westerhuis heeft gezegd dat het ook mogelijk
is dat de patiënten van buiten naar Groningen gaan.
Indien echter iedere gemeente in Friesland verplicht
wordt een kleine, maar behoorlijke barak te hebben,
zullen zij wel op de centrum-gemeenten terug moeten
vallen. Zij zullen dan jaarlijks b.v. een vaste som van
100.200.of 300.moeten betalen als een
soort van premie en door de betaling van die premie
zullen zij dan de zekerheid hebben mede de beschikking
te krijgen over de barak, waarin zij hun menschen, tegen
betaling van de verpleegkosten, kunnen laten opnemen.
Naar ons oordeel nu zullen de meeste gemeenten bereid
zijn, die premie te betalen. Dit is dan een premie, die
zij moeten betalen hoewel het best mogelijk is, dat
een gemeente in een bepaald jaar geen enkele patiënt
Iaat opnemen om het recht te hebben te beschikken
over een barak, zooals de wet voorschrijft.
Indien nu die gemeenten niet zoozeer financieel be
trokken bij de exploitaite van de barak dat kan ik
in dit geval niet zeggen maar toch wel daaraan finan
cieel zijn gelieerd, zullen zij hun patiënten toch liever
naar Leeuwarden zenden dan naar Groningen. Boven
dien is het een tweede kwestie of het zuiver en alleen
de lagere verpleegkosten zijn geweest, waarom tot nu
toe veel patiënten naar Groningen werden gestuurd.
Men moet niet vergeten dat er voor veel patiënten, die
de verpleegkosten niet zelf konden betalen en waarvoor
dus de gemeente moest betalen, tot nu toe in Friesland
eigenlijk geen plaats was. Voor de buitengemeenten
hebben we hier alleen het Diaconessenhuis, waar echter
zeer behoorlijk geld moet worden betaald en onze te
genwoordige barak, die zuiver van Leeuwarden is.
neemt geen anderen op. In Friesland is dus voor deze
menschen geen plaats, tenzij in het Diaconessenhuis,
maar dan wordt het duur. Als straks echter onze barak
is gebouwd, zal het de vraag zijn, of die menschen dan
ook nog naar Groningen zullen worden gezonden.
De heer Hooiring heeft gevraagd of er ook verande
ring komt in het vervoer van lijders aan besmettelijke
zjekten. Ik kan daaromtrent deze toezegging doen, dat
de kwestie van het vervoer van lijders aan besmettelijke
ziekten bij Burgemeester en Wethouders in een betrek
kelijk ver gevorderd stadium van voorbereiding is. Bur
gemeester en Wethouders erkennen anders zou deze
kwestie wel bij de begrooting, die straks zal komen,
naar voren zijn gekomen dat daarin verandering moet
komen, maar Burgemeester en Wethouders meenen, dat
het in dezen ook juist van de medewerking van de bui
tengemeenten zal moeten afhangen, welk vervoermiddel
in de toekomst zal moeten worden toegepast, het ouder-
wetsche vervoermiddel, paard en wagen, of autovervoer.
Dat zal dus van de medewerking van de buitenge
meenten afhangen, maar in elk geval heeft deze zaak
geheel hun aandacht.
Mevrouw Van Dijk vraagt uit welke posten het bedrag
van 7600.is samengesteld. Ik heb hier de begrooting
van den heer Maas. Deze kwestie hoort eigenlijk bij den
wethouder van Openbare Werken, maar de heer Fransen
was toevallig, door uitstedigheid, verhinderd deze zaak
mee te behandelen; de kwestie is dus buiten hem om
behandeld, ofschoon het een zaak voor den wethouder
van Openbare Werken was en daarom heb ik de toe
lichting op mij genomen.
Ik heb hier dan de volgende begrootingswijziging
voor de barak
kosten hooger opgaand gedeelte gewijzigd
plan6700.
kosten hooger opgaand gedeelte
bestaand plan4000.
2700.—
verdieping kelder tot 3 M. en wijziging bui
tengang 450.—
aanbouw lijkenhuisje voor brancard 450.
sloot graven, paden en rioleering 500.
electrische verlichting 100.
onvoorzien250.
1750.—
4450.—
aannemerswinst 13 575.
5025.—
stagnatie500.—
5525—
kosten centrale verwarming, koud en warm
water afvoer, sanitair1095.
6620.—
honorarium 8 530.
7150.
risico niet voorziene bedragen 450.
Totaal 7600.—
Spreker geeft, terwijl hij mededeeling doet van de be
grootingswijziging, daarop de volgende toelichting. De
heer Maas noemt het stuk, dat op de nieuwe teekening
gewijzigd is geprojecteerd, dus het gedeelte dat toch al
geprojecteerd was, maar waar nu een stukje tusschen
in wordt gevoegd, waarbij toevallig, uit architectonisch
oogpunt, een gedeelte van de barak wordt vooruitge
schoven, „het hooger opgaand gedeelte". De kosten
daarvan zijn in het gewijzigd plan 6700.terwijl de
kosten van het hooger opgaand gedeelte, zooals dit was
geprojecteerd, 4000.waren. Het verschil is dus
2700.en de wijziging, die men op de teekening ziet,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Vrijdag 25 October 1929. 185
kost dus ook inderdaad maar 2700.—. Het lijkenhuisje
moet thans apart geprojecteerd worden in verband met
den eventueelen vleugelaanbouw. De meerdere kosten
voor de centrale verwarming zijn noodig, omdat nu moet
worden gerekend met de mogelijkheid, dat straks ook
een derde vleugel zal moeten worden verwarmd en daar
om is met den aannemer van de centrale verwarming
overeengekomen, dat iets wijdere leidingen zullen wor
den gelegd, terwijl ook het sanitair iets zal worden
veranderd. De kosten van honorarium betreffen de
architectenkosten voor Gemeentewerken, met rentever
lies. enz. De totaalsom van 7600.is hiervoor inder
daad een belangrijk hoog bedrag, maar het blijkt ook,
dat de eigenlijke verbouw zelf slechts een verschil op
levert van 2700.Daarom viel mij deze begrooting
eerst zelf ook zoo tegen.
De bedoeling van Burgemeester en Wethouders is
dus ik hoop mij duidelijk te hebben uitgedrukt
dat zij alleen op het oogenblik de mogelijkheid willen
scheppen, dat eventueele uitbreiding later gemakkelijk
kan plaats hebben. Burgemeester en Wethouders weten
niet of die uitbreiding vlug of niet vlug zal komen en of
die wel ooit zal komen, daar kan men wel anders over
denken dan Burgemeester en Wethouders, maar dan op
andere gronden. Thans zal dus alleen de mogelijkheid
tot uitbreiding worden geschapen en dan kunnen wij
met de buitengemeenten, indien zij dat willen, een over
eenkomst treffen. Zij zullen dan een bepaalde som moe
ten betalen, hetzij een vaste som of een jaariijksch be
drag naar het aantal inwoners en zij krijgen daarvoor
dan de beschikking over onze barak, waar zij hun pa
tiënten heen kunnen zenden tegen een nader vast te
stellen dagtarief. Aangezien het de bedoeling is om ook
klasse-patiënten op te nemen, zal er toch een regeling
voor het dagtarief moeten komen en zal deze in een
verordening moeten worden opgenomen.
Dat is de bedoeling van Burgemeester en Wethouders.
De heer Visser: ik heb Uw toelichting gehoord en
daaruit blijkt, dat de wet te dien opzichte verscherpt
is en dat wij, zonder in het genot van subsidie te wor
den gesteld, verplicht kunnen worden een dergelijke
barak te bouwen. Wij zijn niet verplicht, volgens Uw
mededeeling, om die barak open te stellen voor buiten
gemeenten, maar zooals wij verplicht worden, zal het
ook mogelijk zijn dat in onze nabijheid gelegen gemeen
ten op hun beurt ook verplicht zullen worden te zorgen
een behoorlijke gelegenheid voor verpleging te hebben.
Nu is, wat hier wordt voorgesteld, dus een voordeeltje
of een buitenkansje voor die gemeenten; Leeuwarden
bouwt een barak en is verantwoordelijk voor de bouw
kosten en de nabijgelegen gemeenten hebben geen last
en ook geen uitgaven. Is het nu ook mogelijk ik weet
niet hoeveel haast er bij de zaak is en of dat resultaten
kan hebben dat de financieële band, die wij met de
buitengemeenten zullen krijgen en die nu nog op heele
losse schroeven staat, door het houden van eventueele
besprekingen iets vaster wordt gelegd? Ik bedoel eigen
lijk dit dat, als wij nu gaan bouwen en die betrokken
buitengemeenten er werkelijk iets voor voelen, deze dan
zullen zeggen: wij zullen ons anders groote financieële
uitgaven moeten getroosten, laten wij dus nu een zeker
bedrag bijdragen in de kosten van de barak
De Voorzitter: Ik wil er U opmerkzaam op maken,
dat op het oogenblik alleen een voorstel van Burge
meester en Wethouders wordt gedaan omtrent de barak,
die al is aanbestee^. Als straks de buitengemeenten
meedoen, zullen ze mede moeten betalendat komt
dan wel aan de orde.
De heer Visser: Ja, als werkelijk de buitengemeenten
van goeden wille zijn. De barak is aanbesteed, maar als
wij voor het feit komen te staan, dat wij die binnen
betrekkelijk korten tijd zullen moeten uitbouwen
De Voorzitter: Dan zeggen wij, als de buitengemeen
ten niet willen meebetalen: dan maken wij dien uitbouw
niet
De heer Visser: Dan zou ik nu zekerheid willen heb
ben, vóór de wijziging
De Voorzitter: Die is niet te krijgen
De heer Visser: Wij maken deze wijziging en waar
schijnlijk den uitbouw toch ter wille van de buitenge
meenten. Ik zou dan ook eerst positieve gegevens willen
hebben en als zij niet meedoen, zou ik dezej 7600.
niet willen uitgeven maar het plan uitvoeren, zooals het
was.
De heer Fransen (wethouder)Dan komen we morgen
weer.
De heer Visser, Dan komen we morgen weer? Dus
de zaak kan niet worden uitgesteld? Mijn bedoeling is
deze: als er geen patiënten uit de buitengemeenten ko
men, kunnen wij het zonder deze uitgaaf ook doen
De heer Vromen: Misschien
De heer Visser: Dan is deze wijziging niet noodig.
De buitengemeenten kunnen wel zeggen: gij kunt wel
op ons rekenen, maar dat is voor hen ook heel gemak
kelijk. Neem b.v. Leeuwarderadeel; Leeuwarden bouwt
een ziekenhuis of een barak en geeft daar een handvol
geld voor uit en Leeuwarderadeel profiteert daarvan,
behoeft zelf niet te bouwen en betaalt hier straks mis
schien denzelfden verpleegprijs
De heer Fransen (wethouder)Plus een extra beta
ling.
De heer Visser: Plus een extra betaling? O, ja, maar
dat heeft de Voorzitter niet meegedeeld. Ik vind het toch
wel wat heel gemakkelijk voor de buitengemeenten, zoo
zonder financieële verplichting. Dan kunnen zij wel
zeggen: bouw de barak maar.
De heer Fransen (wethouder)Ik zou, ter voorkoming
van misverstand, even willen zeggen waarom wij niet
kunnen wachten en waarom ik zoopas tegenover den
heer Visser de opmerking maakte, dat wij het morgen
moeten weten. Men is thans reeds met het werk bezig,
men maakt de fundeering en dus moet het grondplan
na gewijzigd worden of het moet blijven zooals het is
aanbesteed. Weet men nu niet wat men wil, dan kan
men moeilijk doorwerken en als men al doorwerkt op
het oude plan en wij komen over 4 weken terug met
andere plannen, dan krijgen wij dubbele kosten, want
dan zal men de fundeering weer moeten veranderen en
dus deze er weer uit moeten halen. Waar alles is aan
besteed, moeten wij morgen weten of het eenmaal aan
bestede plan, of het nu voorgestelde zal worden uit
gevoerd, want wij kunnen het werk tegen den winter
niet langer ophouden.
De heer Feddema: Ik heb nog geen antwoord op mijn
vraag of het niet mogelijk is, het middelste deel van
de barak vooruit te brengen en dan twee ingangen te
maken en mettertijd twee vleugels. Als men nu toch
gaat veranderen, kan men dat veel beter doen; dan
krijgt men de gelegenheid voor aanbouw van twee vleu
gels. Dat lijkt mij veel rationeeler, want dan is de barak
voor elke uitbreiding vatbaar.
Dan nog een kleine opmerking. Er zijn wat eigenaar
dige posten bij, waardoor deze verhooging zoo oploopt,
o. adie voor het graven van slooten. Die slooten waren
er toch de vorige maal ook al bij. En de rioleering ook.
Die kan onmogelijk 500.— hooger worden. Is er dan