Vergadering van Dinsdag 12 linvemlier 1929. 186 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Vrijdag 25 October 1929. vroeger iets vergeten of niet juist berekend? Dan is er nog een post bij voor het dieper maken van den kelder. Dan is deze toch vroeger zeker niet diep genoeg ge nomen. Dat zijn alle posten, die nu bij deze begrooting komen, maar waaromtrent wij kunnen vragen of zij er werkelijk wel bij behooren. Ik kan er ten minste niet uit wijs worden. De heer Vromen: Ik heb nog geen antwoord ontvan gen op mijn vraag, of de Hoofdinspecteur deze plannen ook gezien heeft. De Voorzitter: Ik zal de heeren Feddema en Vromen nog even antwoorden. Ik zou haast zeggen, de heer Fed dema is „plus royaliste que le roi", als hij voorstelt er twee vleugels bij te bouwen, althans de mogelijkheid daartoe te scheppen. Ik zou zeggen dat volgens het algemeen oordeel al is dat dan misschien eenigszins in strijd met het oordeel van den heer Vromen de barak, die op het oogenblik is geprojecteerd, voor Leeu warden gedurende een zeer behoorlijken tijd voldoende ruimte zal bieden, tenzij natuurlijk in geval van epide mieën. Dat staat vast en waarschijnlijk zal zelfs, ook als dc eerstkomende jaren verschillende buitengemeenten meedoen, deze barak nog groot genoeg zijn èn voor de zieken uit Leeuwarden èn voor de zieken, die van buiten zullen komen. AAaar natuurlijk kan men niet weten, hoe het zal loopen en Burgemeester en Wethouders hebben daarom met zekerheid willen weten, dat er een uitbrei ding kan komen, net zoo groot als de nu geprojecteerde barak; misschien is het dan zelfs mogelijk om met een zelfden aanbouw als de geprojecteerde barak meer dan de dubbele capaciteit van deze te krijgen. Laat men daarom nu niet verder gaan dan noodig is. De kwestie van de slooten vind ik niet aardig van den heer Feddema, vooral niet de wijze, waarop het hier in het openbaar is gezegd. De heer Feddema doet net, alsof van deze wijziging wordt gebruik gemaakt om hier nog posten in te brengen, die bij de eerste begrooting zijn vergeten. Dat ontken ik positief, want dat is absoluut niet waar en als de heer Feddema dat niet gelooven wil, dan kan ik hem dat op het oogenblik niet aantoo- nen, maar dan hoop ik, dat de heer Feddema morgen de moeite zal nemen om zich te overtuigen bij Gemeen tewerken, waar hij alle inlichtingen kan krijgen. En ais hij die heeft gekregen en de heer Feddema meent de volgende vergadering zijn woorden te kunnen rectifi- cee;ren, dan hoop ik, dat hij dit ook zal doen. De post voor slootgraven staat er op, omdat door deze veran dering iets méér sloot moet worden gegraven, daar was natuurlijk niet op gerekend; bij de rioleering was niet gerekend op den doktersingang, althans niet op de plaats, waar deze nu is geprojecteerd en daardoor moet de rioleering worden verlengd; de kelder moet dieper, niet omdat deze aanvankelijk niet diep genoeg was ge projecteerd, maar omdat, indien er later een vleugel aan de barak wordt gebouwd, er een ketel in den kelder moet komen van meer capaciteit, welke ketel dan iets dieper moet komen te staan en bovendien om het buizen kanaal t. z. t. aan het nieuwe deel te kunnen aansluiten. Dat zijn de technische bijzonderheden, die ik kan geven, maar morgen zal de heer Feddema een minutieuze bere kening van den directeur kunnen krijgen en dan zal hij moeten erkennen, dat deze gelegenheid niet is gebruikt om er van alles bij te zetten. Als dat zoo was, dan had den Burgemeester en Wethouders heusch niet voorge steld om de 3000.die van de oorspronkelijke be grooting over is, van de nu meer noodige kosten af te trekken; dan hadden zij die eerst wel opgemaakt en dan waren zij op dit oogenblik met een aanvraag voor het volle bedrag bij den Raad gekomen. Zoo wijs zijn Burgemeester en Wethouders ook wel, zoo goed zijn zij ook wei thuis in de gemeente-administratie en dan had de Raad er niets van gemerkt. Den heer Vromen kan ik antwoorden, dat voor den bouw van dergelijke barakken de goedkeuring van den Hoofdinspecteur niet noodig is. Of die goedkeuring noodig is bij ziekenhuisbouw, weet ik niet, maar waar ik de wet op de Besmettelijke Ziekten den laatsten tijd wat beter heb bestudeerd, weet ik, dat die goedkeuring in elk geval voor barakkenbouw niet noodig is en zij is dan ook niet gevraagd. Bovendien is dit een kwestie, die m. i. op het oogenblik niet aan de orde is, maar die de vorige vergadering aan de orde had kunnen zijn. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 November 1929. 187 Tegenwoordig 26 leden, de heeren Fransen, Visser, l.autenbach, Feitsma, O. F. de Vries, J. de Boer, mevr. BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Tiemersma, Dijk stra, Hofstra, Tamminga, Feddema, Van der Veen, Botke, Hooiring, Westerhuis, Ritmeester, H. de Boer, mevrouw Van DijkSmit, de heeren Peletier, Ooster- hoff, Muller, IJ. de Vries, B. Molenaar en Westra, later de heer Vromen. Afwezig, met kennisgeving, de heer M. Molenaar. Voorzitter de heer W. Fransen Jzn., Wethouder. Te behandelen punten 1. Vaststelling van de notulen der vergadering van 1 October 1929. 2. Mededeelingen en rapporten. 3. Benoeming van twee voogden der Stads Armen- kamer, wegens periodieke aftreding van de heeren S. Attema en G. Grondsma. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Zuidzijde van den Harlingerstraatweg aan AL Boetes. 5. Alsvoren tot aankoop van een strook grond aan den Groningerstraatweg van T. Rijpstra. 6. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden voor het aanbrengen van veranderingen in het perceel Bij de Put no. 17 ten behoeve van den dienst der arbeidsbe middeling en werkloosheidsverzekering. 7. Alsvoren tot het verstrekken van gelden aan het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonder wijs, alhier, voor het aanschaffen van boeken ten be hoeve van de school voor uitgebreid lager onderwijs in de Margaretha de Heerstraat. 8. Alsvoren tot hernieuwde vaststelling van de ver ordening tot het heffen van schoolgeld voor het open baar vervolgonderwijs (gemeenteblad 1928 no. 14). 9. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het adres van G. Dijkstra R.Hzn., alhier, om hem te ver goeden een gedeelte van de kosten der verbreeding van de Roekstraat, enz., met voorstel tot overdracht aan adressant van een terreintje aan genoemde straat. 1. De notulen der vergadering van 1 October 1929 worden onveranderd vastgesteld. 2. Wordt medegedeeld a. dat bij Koninklijk besluit van 29 October 1929 no. 28 is goedgekeurd het Raadsbesluit d.d. 7 Mei 1929 tot wijziging van de verordening tot het heffen van bruggeld; b. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten d.d. 22 October 1929 tot verhuring van grond aan de Tijnjestraat, perceelen weiland en bouw land aan en nabij de Potmarge en met baggerspecie bedekte gedeelten van perceelen weiland aan de Tijnje; c. rapport omtrent de verbrandingswaarde van het menggas der Gemeentelijke Gasfabriek over het tijdvak van 15 September tot en met 26 October 1929; d. bericht van mevrouw S. H. W. de GrootKuilart, dat zij hare benoeming tot lid der Commissie van be heer over het Stads-Ziekenhuis aanneemt. De mededeelingen sub ad worden voor kennisge ving aangenomen. e. adres van de Vereeniging „Parkherstellingsoord", houdende verzoek haar over 1930 in het genot te stellen van een subsidie, groot 1500. Zal worden behandeld bij de gemeente-begrooting voor 1930. rapport van de Raadscommissie, belast geweest met het onderzoek naar de wenschelijkheid en bestaans mogelijkheid eener gemeentelijke overdekte zwem- en badinrichting. Burgemeester en Wethouders stellen voor hun te ver zoeken over deze aangelegenheid praeadvies uit te bren gen en dit rapport daartoe in hunne handen te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. g. schrijven van het bestuur der Leeuwarder Zwem en Poloclub „Groote Wielen", waarbij, onder toezending van een door de leden aangenomen motie, wordt ver zocht de spoedige oprichting van een overdekte zwem- gelegenheid te bevorderen. Wordt gevoegd bij de stukken, die op het vorige punt betrekking hebben. h. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare inschrijving hebben gegund de levering van 500 zinken deksels voor privaattonnen aan C. van der Hoop te Holwerd voor 137.40; hebben verkocht onderscheidene op stam staande boonien voor 1291.—; i. dat de ontwerp-begrootingen der gemeente en hare bedrijven voor het jaar 1930 den 15en November e.k. in druk zullen verschijnen en bij de leden worden rondgezonden, in verband waarmede wordt bepaald, dat het onderzoek in de secties 28 November e.k. moet zijn afgeloopen en dat, na overleg met de Voorzitters der secties, de bijeenkomsten daarvan zullen worden ge houden le sectie 27 November; 2e 25 3e 26 Het sectierapport zien Burgemeester en Wethouders uiterlijk 2 December tegemoet. Het ligt in de bedoeling de Raadsvergadering ter be handeling van de begrootingen te houden op 17 en, zoo noodig, 18 December, en de daarop volgende vergade ring niet tegen 24 December a.s., doch tegen 7 Januari 1930 uit te schrijven. De mededeelingen sub h en i worden voor kennis geving aangenomen. De heer Vromen komt ter vergadering. 3. Benoeming van twee voogden der Stads Armen- kamer, wegens periodieke aftreding van de heeren S. Attema en G. Grondsma. De aanbevelingen van Voogden der Stads Armen- kamer luiden als volgt a. vacature-S. Attema 1. S. Attema; 2. B. J. van der Meulen; 3. J. A. Collet. b. vacature-G. Grondsma 1. G. Grondsma; 2. Mr. J. B. Heijmeijer. 3. M. de Jong. Benoemd worden in de vacature sub a S. Attema; b G. Grondsma, beiden met algemeene (26) stemmen. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Zuidzijde van den Harlingerstraatweg aan M. Boetes. Dit voorstel luidt als volgt Bij adres van 9 October 1929 vraagt M. Boetes, alhier, hem voor den bouw van een enkel en van een dubbel heerenhuis in erfpacht af te staan het nog beschikbare gedeelte van bouwblok I der gemeentelijke terreinen aan de Zuidzijde van den Harlingerstraatweg. Op de hierbij overgelegde situatieteekening is het betreffende perceel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1929 | | pagina 1