Vergadering vao Dinsdag 3 Derate 1929.
190 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 November 1929.
welke demping ook voor het gemeentelijk terrein aldaar
een betere toestand is verkregen. Volgens berekening
van den Directeur der Gemeentewerken bedragen laatst
genoemde kosten 1152.825, waarvan dan de helft ad
576.41 ten laste der gemeente kan worden gebracht.
Voorts zullen nog aan den concessionaris dienen te
worden vergoed de kosten van het door hem voor de
gemeente gelegde trottoir langs de Noordzijde van de
Eksterstraat, benevens de halve kosten van den aanleg
van 14.70 Meter van de Kwartelstraat en van 12.10
Meter van de Ibisstraat, op de overgelegde situatietee-
kening rood gearceerd. Volgens het door den Directeur
der Gemeentewerken samengestelde overzicht, komen
ten laste van de, gemeente de volgende kosten van de
door den heer Dijkstra uitgevoerde werken voor het
dempen van de slooten ten Westen van de Nachtegaal
straat 4272.475voor aanleg van gedeelten van de
Eksterstraat, de Kwartelstraat en de Ibisstraat, onder
scheidenlijk 4880.675, 516.20 en 572.555 voor
aanleg van de Roekstraat over 40 Meter halve breedte
van het Westelijkste gedeelte, met inbegrip van de
halve kosten van slootdemping, 1426.28, te zamen
11.668.185. Bij Uw besluit van 25 Januari 1927, no.
43R/28, werd aan bijdragen gevoteerd 8369.70, zoodat
nog een bedrag van 3298.485 beschikbaar dient te
worden gesteld.
Voor een regelmatige verkaveling van een der bouw
blokken aan de Roekstraat heeft de concessionaris noo-
dig een aan de gemeente behoorend terreintje, ter
grootte van ongeveer 30 M2., op de hierbij gaande tee-
kening in roode kleur aangeduid. Deze grond, welke
voor de gemeente van weinig belang is, kan aan den
belanghebbende voor 1.worden overgedragen.
Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij naar de
ter visie liggende stukken.
Wij geven U in overweging te besluiten
I. aan den adressant te berichten, dat geen termen
aanwezig zijn om hem eene bijdrage te verleenen in de
kosten van verbreeding van het gedeelte Roekstraat,
gelegen ten Oosten van de Zuid-Noord loopende straat
ten Westen van de Landbuurt, doch dat hem op billijk-
heidsgronden een bedrag van 576.41 zal worden ver
goed in de kosten van demping van de sloot ten Westen
van de laatstgenoemde straat;
II. a. aan G. Dijkstra R.Hzoon, alhier, boven en
behalve de onder Vla van het Raadsbesluit van 25 Ja
nuari 1927, no. 43r/28 verleende bijdragen, in de kosten
van slootdemping en straataanleg, met inbegrip van het
onder 1 genoemde bedrag ad 576.41, alsnog een bij
drage van 3298.485 uit de gemeentekas toe te kennen,
b. voor het uitkeeren van de sub a genoemde bij
drage eene som van 3298.485 beschikbaar te stellen;
III. tot verkoop aan G. Dijkstra R.Hzoon, alhier,
tegen den prijs van 1.van een perceeltje grond,
deel uitmakende van het kadastrale perceel, gemeente
Leeuwarden, Sectie D no. 1581, ter grootte van onge
veer 30 M2., gelijk op de bijbehoorende situatieteekening
in roode kleur is aangegeven, onder bepaling, dat de op
de eigendomsoverdracht vallende kosten voor rekening
van den kooper komen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Feddema: Ik ga met dit voorstel accoord,
maar wat betreft de kwestie, dat Burgemeester en Wet
houders 30 M2. voor 1.verkoopen, zou ik willen
zeggen: zij hebben wel eens duurder terrein verkocht.
Anders heb ik geen opmerkingen.
De Voorzitter: Het is heel juist, dat wij wel eens
duurder grond hebben verkocht dan 30 M2. voor 1.
maar het blijkt, dat wij hier hebben een stukje grond,
waar de gemeente niets mee doen kan en nu meenden
Burgemeester en Wethouders, dat dit gevoeglijk kan
worden overgedragen voor den gewonen prijs van 1.
zooals ook de gemeente grond zonder waarde van par
ticulieren overneemt. Waar zich zulks voordoet, wordt
ook door de gemeente een dergelijk bedrag betaald,
omdat grond, die geen waarde heeft, niet voor niets kan
worden overgedragen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer Feddema vraagt het woord voor een per
soonlijk feit.
De Voorzitter verleent den heer Feddema het woord.
De heer Feddema: Ik heb de vorige vergadering
ik weet haast niet, hoe ik het zal noemen een be
straffing gehad van den Burgemeester en ik zou daar
graag op willen antwoorden als de Burgemeester weer
aanwezig is. Wil de Raad echter hebben, dat ik het nu
doe, dan zal ik het nu wel doen, maar ik acht het beter,
het te doen, als de Burgemeester hier zelf is.
De VoorzitterIk zou dit willen opmerken, dat de
Burgemeester tot U heeft gezegd: de heer Feddema kan
aan Gemeentewerken alles omtrent de hierbedoelde zaak
onderzoeken en als hij dan heeft ontdekt, dat hij ongelijk
heeft gehad, dan verzoek ik hem, dat in de eerstvolgende
Raadsvergadering mede te deelen. De heer Feddema is
die mededeeling dus niet aan den Burgemeester, maar
aan den Raad als zoodanig schuldig.
De heer Feddema: Wil de Raad dat ik het nu doe,
dan zal ik het doen, maar die uitval van den Burge
meester was eigenlijk persoonlijk en daarom wensch ik
het liever tegenover den Burgemeester zelf te doen. Ik
wensch tegen dergelijke uitvallen te protesteeren en
daarom wensch ik dat graag tegenover den Burgemeester
zelf te doen.
De Voorzitter: Als U meent, dat U het den volgenden
keer moet doen, zal ik mij daartegen niet meer verzetten.
Ik mag dus aannemen, dat U thans verder van het woord
afziet
De heer Feddema: Ja.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 December 1929. 191
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergaderingen
van 22 en 25 October en van 12 November 1929.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming krachtens artikel 57 der Nijverheids
onderwijswet van twee gedelegeerden der gemeente in
liet bestuur der Vereeniging voor Middelbaar Technisch-
en Anrbachtsonderwijs voor het jaar 1930, wegens aftre
ding van de heeren H. de Boer en W. Fransen.
4. Benoeming van twee gedelegeerden der gemeente
in het bestuur der Industrie- en Huishoudschool, voor
het jaar 1930, wegens aftreding van mevrouw H. C.
BuismanBlok Wijbrandi en den heer H. de Boer.
5. Benoeming van twee commissarissen der ge
meente bij de „Friesche Orkest Vereeniging", voor het
jaar 1930, wegens periodieke aftreding van de heeren
J. Muller en IJ. de Vries.
6. Benoeming van een voogdes en een voogd van
het Nieuwe Stads-Weeshuis, wegens periodieke aftre
ding van mevrouw J. Binnerts—Ris en van den heer
J. M. Kingma.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan dr. H. F. Huisken
als tijdelijk leeraar in de wis- en natuurkundige aard
rijkskunde aan het Gymnasium.
8. Alsvoren tot wijziging van de erfpachtsovereen
komst met de Coöp. Vereeniging „Amsterdamsche
Huidenclub G.A." betreffende een perceeltje grond op
het terrein van het Openbaar Slachthuis aan den Snee-
kertrekweg en tot verhuring van grond aldaar aan de
N.V. Nederlandsche Darmindustrie „Neda".
9. Alsvoren tot overneming van J. en M. Lerk van
een strook grond langs den Weg Achter de Hoven.
10. Alsvoren tot verkoop aan de „Texas Company"
van een strook grond aan den Sneekertrekweg ten
Oosten van het Openbaar Slachthuis.
11. Alsvoren tot het aangaan van een overeenkomst
met de gemeente Harlingen tot scheiding en deeling van
den eigendom van den Harlingertrekweg c.a., voor
zoover die aan de gemeenten Leeuwarden en Harlingen
toebehoort;
tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1929
en tot intrekking van het Raadsbesluit d.d. 13 Mei 1924
tot het voeren van een rechtsgeding tegen de gemeente
Harlingen.
12. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van de
balansen op 31 December 1928 en de winst- en ver
liesrekening over 1928 van
1. het bedrijf der Gemeentewerken;
2. het Gemeentelijk Grondbedrijf;
3. het Gemeentelijk Woningbedrijf;
4. de Gemeentelijke Gasfabriek;
5. het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf;
6 het bedrijf der Gemeentereiniging;
7. de Stads Bank van Leening;
8. het Openbaar Slachthuis;
en tot goedkeuring van de rekening over 1928 van
a. de Stads Armenkamer;
b. het Stads Ziekenhuis;
c. het Nieuwe Stads Weeshuis;
d. den Armenraad.
13. Alsvoren tot vaststelling van een kohier wegens
rioolbelasting betreffende de Spoorstraat, dienst 1929.
14. Alsvoren tot wijziging van de verordening op het
Openbaar Lager Onderwijs en van de verordening tot
regeling van den gemeentelijken cursus voor opleiding
van bewaarschoolonderwijzeressen (bijlage no. 13).
15. Alsvoren tot wijziging van het Werkliedenregle
ment en van de Salarisverordening (bijlage no. 15).
7. Vaststelling van de notulen der vergaderingen
van 22 en 25 October en van 12 November 1929.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Feddema: Mijnheer de Voorzitter. In de
voorlaatste vergadering vond U het jammer, dat ik een
opmerking maakte over het gewijzigde plan van de
barakken. Ik heb toen gezegd dat het eigenaardig was,
dat deze som zoo hoog werd, dat een som van 500.
voor riolen, slooten en paden veel was en ik vroeg of
de kelder vroeger niet diep genoeg was genomen. Ik
deed slechts vragen, o. a. of er vroeger niet iets was
vergeten of niet juist was berekend. Men doet misschien
wel eens ongelukkig'gestelde vragen, waarop ook wel
eens antwoorden komen, die men, bij nader nadenken,
misschien ook niet zoo gezegd zou hebben. U hebt wel
eens gezegd, dat bij U als Burgemeester de moed wel
eens wegging, het gaat mij wel eens zoo als Raadslid.
In de laatste vergadering sprak de toen fungeerende
Voorzitter, dat ik een ongelijk of vergissing zou moeten
erkennen. Hiervan is geen sprake, omdat ik niets per
tinents beweerde.
En nu de zaak zelf. Bij Uwe inleiding sprak U er over,
dat U zelf niet kon begrijpen dat deze wijziging zooveel
geld zou behoeven te kosten en dat de heer Maas had
gezegd, dat door deze wijziging verschillende andere
kleine wijzigingen moesten worden aangebracht. Bij
Uwe uitlegging sprak U er van dat slechts een centrale
gang van 3y2 M. moest worden ingelascht voor aparten
doktersingang. U dacht dat deze wijziging veel minder
zou behoeven te kosten, maar het bleek dat er allerlei
haken en oogen aan vast zaten, o. a. dat de dokters
kamer moest worden verplaatst. De eigenlijke verbou
wing kostte slechts 2700.
In de vergadering van 1 October j.l. hield de heer
Vromen een betoog over de wenschelijkheid van grootere
barakken. De wethouder van Openbare Werken, en ik
meen U zelf ook, zei dat het maar een kleinigheid zou
kosten om er een stuk bij of op te bouwen. Deze kleinig
heid blijkt een uitgaaf van 7600.te zijn.
Ik ben blij dat ik het plan met de begrooting nog eens
kon nagaan. Mij is gebleken, dat het gebouw 2700.
-f 450.voor dieper kelder 408.winst, dus
3558.moet kosten, terwijl voor stagnatie de aan
nemer nog 500.— krijgt, alzoo 4058.Hiermee
krijgen we dus een heel anderen kijk en de toelichting
was dus niet geheel compleet. Verder een uitbreiding
voor een brancard 450.j- 57.winst 507.—
en voor slooten, rioleering en paden 500.-j- 65.
winst 565.
Waar niet gerekend was op de mogelijkheid voor uit
breiding, toen aan den Directeur opdracht werd gegeven
om een afgerond geheel te maken, moest nu de kelder
worden verdiept.
Verder werd een gedeelte vooruitgeschoven uit archi
tectonisch oogpunt. De kelder werd daardoor ook ver
plaatst en in plaats dat de buizen voor de verwarming,
evenals vroeger, recht konden doorloopen, moeten ze nu
omgelegd worden. Alleen de verandering aan de cen
trale verwarming met verandering aan de andere leidin
gen moet 1095.kosten. De dokterskamer, die eerst
vooraan bij het hek was, is nu in het centrum geplaatst,
waardoor de doktoren verder om moeten loopen en
waardoor het pad verlengd moet worden. Over al de
door mij genoemde sommen komt 530.voor hono
rarium en voor onvoorzien 450.
Mijn conclusie is
Wanneer aan den wensch van sommige Raadsleden
was voldaan, dan was het plan direct uitgebreid opge
zet en waren minstens een paar duizend gulden be
spaard gebleven.