i
Vergadering van Dinsdag 22 April 1930.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 April 1930. 67
Tegenwoordig 26 leden, te weten de heeren Tie-
mersma, Dijkstra, Taniminga, O. F. de Vries, M. Mole
naar, Hooiring, Feitsma, Visser, Lautenbaeh, Flofstra,
mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren H. de
Boer, Van der Veen, Oosterhoff, J. de Boer, Ritmeester,
Peletier, Botke, B. Molenaar, mevrouw Van DijkSmit,
de heeren Westerhuis, Muller, Feddema, Vromen, IJ. de
Vries en Westra.
Afwezig de heer Fransen.
Voorzitter de heer jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
Dinsdag 11 Maart 1930.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van een stadsarts voor het tijdvak van
1 Mei 1930 tot 1 Mei 1933.
4. Alsvoren van twee herschatters van het vergun
ningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het
klein.
5. Alsvoren van een onderwijzer aan gemeenteschool
no. 15 (vacature R. W. Steenhuizen, voortdurende door
het bedanken van j. E. W. van Neck).
6. Alsvoren van onderwijzend personeel voor een
proeftijd van een jaar aan de school voor Buitengewoon
Lager Onderwijs (Zwakzinnigen).
7. Alsvoren van een bestuurslid der woningvereeni-
ging Leeuwarden", wegens periodieke aftreding van
den heer J. Muller.
8. Alsvoren van een bestuurslid der Vereeniging
voor Volkshuisvesting, wegens periodieke aftreding van
den heer O. F. de Vries.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan E. S. Levison,
leeraar in de wis-, natuur- en scheikunde aan de School
van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes.
10. Alsvoren tot vaststelling van het verslag betref
fende de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting
voor 1929 toegestane bedrag voor het in artikel 36 der
Leerplichtwet omschreven doel is besteed.
11. Alsvoren tot herziening van de pensioensgrond
slagen van Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Mr. E. Schotman
en W. A. van Sloterdijck, onderscheidenlijk burge
meester, secretaris en ontvanger dezer gemeente en tot
wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1930.
12. Alsvoren tot afstand in erfpacht van een perceel
bouwterrein aan de Zuidzijde van de Ibisstraat aan A.
Andringa.
13. Alsvoren tot overneming van den grond Van
stoepen, liggende voor perceelen aan de Keizersgracht
en de Klokstraat.
14. Alsvoren tot verhuring van de bovenwoning
Prins Hendrikstraat no. 13 aan D. Bosman.
15. Alsvoren tot verhuring van weiland aan en nabij
den Harlingertrekweg aan Th. van der Meer.
16. Alsvoren tot verhuring van weiland aan den
Groningerstraatweg aan P. Brandsma.
17. Alsvoren tot verhuring van een gedeelte van den
Ouden Lekkumerdijk aan S. J. Mellema.
18. Alsvoren tot verhuring van de gemeentelijke
schietbaan aan het Rijk.
19. Alsvoren om het maken van een asfaltwegbe
dekking in de Sophialaan, het Stationsplein en den Sta
tionsweg ondershands op te dragen aan de N. V. Maat
schappij Wegenbouw te Utrecht.
20. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden
voor de verbetering van het terrein der gemeentereini
ging aan den Overijsselschenstraatweg en tot verhuring
van een terrein aldaar aan de Coöp. Veiling- en Inkoop
commissie der Friesche Tuinbouwvereeniging.
21. Alsvoren tot het garandeeren van een geldlee-
ning ten behoeve van de N. V. Intercommunale Water
leiding Gebied Leeuwarden.
22. Alsvoren tot vaststelling van het heffingspercen
tage voor de plaatselijke belasting naar het inkomen,
belastingjaar 1930/'31.
23. Alsvoren tot het aangaan van een onderhandsche
geldleening, groot 1.000.000.met de Pensioen
fondsen van de Koloniale Landsdienaren en Locale
Ambtenaren te 's Gravenhage (bijlage no. 8).
De notulen der vergadering van 11 Maart 1930
worden onveranderd vastgesteld.
2. Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten d.d. 11 Maart 1930, onderdeel II, wat
betreft de vaststelling van een rooilijn voor de bebou
wing langs de Westzijde van de Bote van Bolswert-
straat;
verhuring van bouwland aan het Schapendijkje; van
weiland aan de Tijnje en aan het Vliet; tot aankoop van
een strook grond ten Zuiden van den Stationsweg, en
tot wijziging der erfpachtsovereenkomst betreffende een
terrein aan de Auke Stellingwerfstraat en verkoop van
een perceeltje grond aldaar;
b. proces-verbaal van de opneming van kas en boe
ken van den gemeente-ontvanger.
De stukken sub a en h worden voor kennisgeving aan
genomen.
c. verslag van de Stads-Armenkamer over 1929.
Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter inzage.
d. adres van het bestuur van het Waterschap „Jel-
surn" om het Oostelijk deel van den Tjessingaweg, van
den Stienserweg tot de Zwette, voor de gemeente in
eigendom, onderhoud en beheer te willen overnemen.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om praeadvies.
e. schrijven van D. Turksma, waarbij hij verzoekt
hem ontheffing te verleenen van de huur van het be
nedenhuis Waeze no. 8, met ingang van 15 Juni 1930,
het bovenhuis van dat perceel hem tot 12 November e.k.
(den opzeggingstermijn) in huur te laten behouden en
daarvoor den huurprijs te berekenen naar 450.per
jaar.
Wordt voorgesteld dit verzoekschrift als ongezegeld
ter zijde te leggen.
De Voorzitter: Ik wil hier nog dit aan toevoegen, dat,
ook al was dit niet het geval, al was dit verzoekschrift
wèl gezegeld en al zou de Raad dus wèl een beslissing
hierop kunnen nemen, Burgemeester en Wethouders dan
toch zouden hebben geadviseerd om daar niet op in te
gaan. Wij meenen n.l. voor alle bewoners van de Pe
perstraat, die daar een pand van de gemeente hebben
gehuurd, een zeer billijke opzegregeling te hebben ge
maakt. Volgens het contract kan opzegging alleen plaats
hebben met een half jaar en dat geldt van weerskanten,
wij moeten dat doen tegenover de bewoners en zij tegen
over ons. Wij hebben echter dit gezegd: wij zeggen U
allen tegen 12 November 1930 op en toen dat ge
beurde was het nog een klein jaar voor dien datum
en daarna zijn wij bereid de huur van maand tot maand
te continueeren, uiterlijk tot 12 Mei 1931. Willen dus
de bewoners eerder opzeggen dan 12 Mei 1931, dan
hebben zij het recht daartoe, maar anders kunnen zij
de huur tot dien datum continueeren. Wij meenden, dat
dit voor de bewoners een zeer billijke regeling was en
daarom meenen wij dat, ook al was dit verzoek op ge
zegeld papier gesteld, de Raad dit toch zou moeten af
wijzen.
Met algetneene stemmen wordt besloten het verzoek
schrift als ongezegeld ter zijde te leggen.