168 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 16 September 1930.
met algemeene stemmen benoemd W. Wiersma, litt.
hum. docts. te Britswerd.
10. Benoeming van twee leeraressen aan de school
van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes.
Overeenkomstig de aanbevelingen van Burgemeester
en Wethouders worden met algemeene stemmen be
noemd
I. tot leerares in de Duitsche taal en letterkunde
mej. J. Kloppenborg;
11. tot leerares in de Staatswetenschappen
mej. R. F. de Vries;
thans beiden tijdelijk als zoodanig werkzaam.
II. Benoeming van tijdelijk onderwijzend personeel
aan de Gemeentelijke lloogere Burgerschool met 3-ja-
rigen cursus en daarop aansluitende Hoogere Handels
school met 2-jarigen cursus.
Overeenkomstig de aanbevelingen van Burgemeester
en Wethouders worden met algemeene stemmen be
noemd
a. tot tijdelijk ieeraar in de aardrijkskunde
J. Jansma;
b. tot tijdelijk Ieeraar in de natuurlijke historie
J. Jensma;
c. tot tijdelijk Ieeraar in de geschiedenis
P. van der Meulen;
d. tot tijdelijk leerares in Engelsch
mej. A. J. Erdman Schmidt,
allen thans reeds als zoodanig werkzaam.
12. Benoeming van tijdelijk onderwijzend personeel
aan de Middelbare Avondhandelsschool.
Overeenkomstig de aanbevelingen van Burgemeester
en Wethouders worden met algemeene stemmen be
noemd
a. tot directeur
A. Deinema, hoofd van gemeenteschool no. 146;
b. tot Ieeraar in Duitsch en Nederlandsche cor
respondentie
C. Andriesse, hoofd van gemeenteschool no. 4;
c. tot Ieeraar in Aardrijkskunde, Lezen en Neder
landsche correspondentie
G. Steegstra, hoofd van gemeenteschool no. 136;
d. tot Ieeraar in Boekhouden, Handelsrekenen en
Nederlandsche correspondentie
E. Ploegh, onderwijzer te Huizum;
e. tot Ieeraar in stenografie en machineschrijven
W. Röben,
allen thans reeds als zoodanig werkzaam;
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan den Weg
Achter de Hoven aan M. Spandaw.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres, ingekomen 11 Augustus j.l., heeft M. Span
daw, bouwondernemer, alhier, aanvraag gedaan om
hem voor den bouw van 4 burgerwoningen een terrein
aan de Zuidoostzijde van den Weg Achter de Hoven
in erfpacht af te staan. Op de hierbij overgelegde
situatieteekening is het terrein, dat bij eene lengte van
24 Meter langs den weg gemeten eene grootte heeft
van ongeveer 488 M2., in roode kleur aangeduid. Van
onze zijde bestaan tegen de uitgifte in erfpacht geen
bedenkingen. De grondwaarde van het terrein kan wor
den gesteld op 8.50 per MA, welke prijs ook voor de
aangrenzende terreinen langs den Weg Achter de Hoven
is bedongen en die voldoende is te achten.
Met genoemden prijs en de gebruikelijke voorwaarden
heeft de belanghebbende blijkens ontvangen mededee-
ling genoegen genomen.
Wij geven derhalve in overweging te besluiten:
aan M. Spandaw, alhier, tot 31 December 1990 in
erfpacht af te staan een perceel bouwterrein aan de
Zuidoostzijde van den Weg Achter de Hoven, ter lengte
van 24 Meter langs den weg gemeten, gelijk op de bij-
behoorende situatieteekening in roode kleur is aange
geven, ter grootte van ongeveer 488 M2., de juiste
grootte nader door een landmeter van het kadaster uit
te meten, zulks onder de volgende voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 8.50 per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren,
nadat hij van het Raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht
kennis heeft bekomen, een bedrag van 207.ten
kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waar
borg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag
hem, na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden
teruggegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den
dienst der Gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be
bouwing door derden niet plaats hebben;
5. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen
tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo-
rende aan de gemeente Leeuwarden.
14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van een strook grond aan de Doelestraat
van G. Jensma.
Dit voorstel luidt als volgt
Van G. Jensma, alhier, ontvingen wij een verklaring,
dat hij bereid is aan de gemeente op de in soortgelijke
gevallen gebruikelijke voorwaarden in eigendom af te
staan een strook grond, uitmakende een Noordelijk ge
deelte van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden,
Sectie C no. 226, gelegen aan de Doelestraat. Op de
bijgaande teekening is het betreffende perceeltje grond,
dat eene grootte heeft van ongeveer 7 M2., met roode
kleur aangeduid. Waar bedoelde strook bij de openbare
straat kan worden getrokken, is overneming door de
gemeente wenschelijk.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
A. in eigendom over te nemen van G. Jensma, alhier,
tegen den prijs van 1.in totaal, een strook grond,
uitmakende een Noordelijk gedeelte ter grootte van on
geveer 7 M2. van het perceel kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden, Sectie C no. 226, onder bepaling
dat de op de eigendomsoverdracht vallende kosten voor
rekening van de gemeente komen;
B. de onder .4 bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verkoop van een strook grond, kadastraal bekend ge
meente Huizum Sectie B no. 892, aan de gemeente
Leeuwar der adeel.
Dit voorstel luidt als volgt
De gemeente Leeuwarderadeel is in 1927 overgegaan
tot het dempen van een haar in eigendom toebehoo-
rende sloot, gelegen achter de perceelen aan de Oost
zijde van de Schrans naast het aan onze gemeente toe-
behoorende kadastrale perceel gemeente Huizum, Sectie
B no. 892, dat als proeftuin in gebruik is bij de Friesche
Tuinbouwvereeniging. Na de demping is op de erf-
scheiding, die in onderling overleg tusschen de tech
nische diensten der beide gemeenten werd bepaald, een
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 16 September 1930. 169
houten schutting geplaatst. Thans is uit een kadastrale
meting gebleken, dat die schutting niet overal precies
op de eigendomsgrens staat, doch tegenover de kadas-
tiale perceelen gemeente Huizum, Sectie B nos. 2391,
824, 825, 826, 827, 2471 en 829 is gezet op het boven
vermelde perceel Sectie B no. 892. Als gevolg daarvan
is een strook grond, op de hierbij overgelegde situatie
teekening met roode arceering aangegeven, ter opper
vlakte van ongeveer 30 M2., van den eigendom dezer
«emeente door de gemeente Leeuwarderadeel in beslag
genomen. Het Bestuur van laatstgemelde gemeente is
op ons verzoek bereid gevonden aan den Raad een
voorstel te doen om bedoelde strook grond van Leeu
warden in eigendom over te nemen. Wij zijn van mee-
ning, dat hiertoe dezerzijds medewerking kan worden
verleend, opdat aan den onregelmatigen toestand ter
plaatse langs den eenvoudigsten weg een einde kome.
De koopprijs kan worden bepaald op 10.in totaal,
waarmede het gemeentebestuur van Leeuwarderadeel
heeft verklaard accoord te gaan, terwijl de kosten van
overdracht voor rekening van beide partijen komen,
ieder voor een gelijk gedeelte.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten:
tot verkoop aan de gemeente Leeuwarderadeel tegen
den prijs van 10.in totaal, van een strook grond ter
grootte van ongeveer 30 M2., deel uitmakende van het
kadastrale perceel, gemeente Huizum, Sectie B no. 892,
gelegen tegenover de Oostzijde van de kadastrale
perceelen gemeente Huizum, Sectie B nos. 2391, 824,
825, 826, 827, 2471 en 829, gelijk op de bijbehoorende
situatieteekening met roode arceering is aangegeven,
onder bepaling, dat de op de eigendomsoverdracht
vallende kosten voor rekening komen van beide partijen,
ieder voor de helft.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verpachting van de buffetten in het Beurslokaal en in
den Prinsentuin enz. aan T. Bekema.
Dit voorstel luidt als volgt
De pachter der buffetten in het Beurs- en Waag
gebouw en in den Prinsentuin, T. Bekema, heeft tot
ons het verzoek gericht hem die buffetten opnieuw,
thans voor den tijd van 6 jaren, te verpachten op de
bestaande voorwaarden.
De Commissie voor de Beurs en de Waag, wier
advies wij omtrent verpachting der Beursbuffetten in
wonnen, geeft in overweging overeenkomstig het ver
zoek van Bekema te handelen. Wij kunnen ons daarbij
geheel aansluiten, omdat de exploitatie tot tevredenheid
geschiedt en ons nimmer klachten dienaangaande
hebben bereikt. Aangezien niet te verwachten is, dat
bij openbare verpachting een hoogere opbrengst voor
de gemeente zal worden verkregen en, al ware dit het
geval, dan nog zou moeten worden afgewacht of de
bediening van de buffetten zou voldoen aan de eischen,
welke dezerzijds daaraan worden gesteld, geven wij
aan verlenging van de overeenkomst met den heer
Bekema de voorkeur, zulks ook wat den Prinsentuin
betreft. Wij achten evenwel een verpachting voor
een zoo langen termijn niet wenschelijk, doch zouden
dien willen stellen op 4 jaren voor alle buffetten.
Met het oog op mogelijke wijziging van de inrich
ting van den Prinsentuin dient de bepaling te worden
opgenomen, dat de overeenkomst wederzijds opzegbaar
is. Tevens zijn wij voornemens bij eventueele vernieu
wing der overeenkomst uit het contract voor de daar
aanwezige buffetten te lichten de bepaling omtrent het
aantal van gemeentewege verplicht te geven concerten,
ten einde het gemeentebestuur op dit punt vrij te laten.
Voorts zouden wij in het contract nog enkele wijzi
gingen van ondergeschikt belang willen aanbrengen.
De bestaande pachtsommen, voor de buffetten in de
Beurs en de Waag 1725.en voor die in den Prinsen
tuin 700.per jaar bedragende, achten wij voor een
volgend vierjarig tijdvak nog voldoende.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in over
weging te besluiten
de met T. Bekema gesloten overeenkomsten betref
fende de exploitatie van na te noemen buffetten te ver
lengen onder de bestaande, in enkele onderdeden door
Burgemeester en Wethouders eenigszins te wijzigen,
voorwaarden, te weten
de buffetten in het Beurslokaal en in het afreken-
lokaal van de Waag voor den tijd van vier jaren, in
gaande 1 Januari 1931 en eindigende 1 Januari 1935,
voor de bestaande pachtsom van 1725.— per jaar;
de buffetten en het gebruik van een beneden
gedeelte van het koffiehuis c.a. in den Stads- of Prinsen
tuin voor den tijd van vier jaren, ingaande 1 Maart
1931 en eindigende 1 Maart 1935, doch wat het woon
huis betreft 12 Mei d.a.v., voor de bestaande pachtsom
van 700.per jaar.
17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in
zake den aanleg van beplanting en toegangswegen in
de omgeving van het voormalige Militair Hospitaal
aan den Wissesdwinger.
Dit voorstel luidt als volgt
Nu over enkele maanden het voormalige Militaire
Hospitaal zijn nieuwe bestemming tot bureaux van
Gemeentewerken, Bouw- en Woningtoezicht, Woning
bedrijf en Geneeskundigen Dienst zal hebben verkregen,
is het wenschelijk dat een plan wordt vastgesteld tot
verandering van de beplanting in de naaste omgeving
van dat gebouw. Het is n.l. noodzakelijk, door het op
ruimen van een aantal boomen aan de Oost- en de
Westzijde daarvan, voor een voldoende toetreding van
licht en lucht te zorgen. Tevens blijkt het alsnog ge-
wenscht, dat enkele nieuwe toegangswegen naar het
gebouw worden aangelegd.
Wij hebben van het een en ander door den Directeur
der Gemeentewerken een plan laten opmaken, hetwelk
wij hierbij overleggen en waarmede de Commissie voor
de Openbare Werken zich blijkens haar desbetreffend
rapport van 27 Augustus j.l. geheel kan vereenigen.
Uit dit plan zal U onder meer blijken, dat er bij de
nieuwe indeeling van de omgeving ter plaatse ook
rekening mede is gehouden, dat tegenover gemeente
school no. 4 een speelruimte ontstaat, die aan de
Noord-, Oost- en Westzijde is beplant.
Na opruiming van de op de hierbijgaande teekening
met een kruis gemerkte boomen zal het mogelijk zijn
om, evenals dit indertijd bij de Reindersbuurt en rond
het Gymnasium is geschied, gazons aan te brengen met
hier en daar lage beplanting. Het vernieuwde gebouw
zal daarna behoorlijk van alle kanten zichtbaar zijn en
toch voldoende door groen zijn omringd. Het komt ons
voor, dat uitvoering van het ontwerp den toestand ter
plaatse aanmerkelijk zal verbeteren en verfraaien.
Voorts dient ook de binnenplaats van het voormalige
Militaire Hospitaal op eenvoudige wijze te worden
aangelegd.
Het is onzes erachtens niet noodig dat voor de boven
aangegeven doeleinden nu reeds een afzonderlijk crediet
door Uwe Vergadering wordt verleend, vermits gevoe
gelijk kan worden afgewacht in hoeverre de óp onder
scheidene begrootingsposten voor dergelijke werken
uitgetrokken bedragen daarvoor toereikend zullen zijn.
Met verwijzing naar de ter visie gelegde stukken
geven wij U mitsdien in overweging te besluiten
de verandering van de beplanting in de omgeving
van-, zoomede den aanleg van toegangswegen naar- en
van de binnenplaats van het voormalige Militaire Hos
pitaal aan den Wissesdwinger te doen geschieden
overeenkomstig de hierbij behoorende teekening, ge
merkt „bij 2353 van '30", en Burgemeester en Wet
houders te machtigen ter zake het noodige te verrichten.