180 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 16 September 1930. deren voor den aftrek mee. Wij hebben hier dus een zeer gunstige aftrek. Maar wil men een regeling, zooals de heer Vromen wil, waarbij, als van 3 kinderen uit één gezin, waarvan de een het lager, de tweede het middel baar en de derde het hooger onderwijs bezoekt, men voor het eerste kind 100 voor het tweede 80 en voor het derde 60 moet betalen, dan krijgt men een rege ling, die in de practijk aan allerlei wisseling onderhevig is en die moeilijk of niet is uit te voeren. Op het oogen- blik bereikt men daar zelfs ook heel weinig mee, omdat de Lager Onderwijswet vordert dat kinderen, die op de lagere school gaan, worden beschouwd als de eerste kinderen. Daarom is een dergelijke regeling niet uit te voeren. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 23. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het verzoek van het bestuur der Roomsch-Katho lieke Schoolvereeniging om gelden beschikbaar te stellen voor het aanschaffen van acht nieuwe kachels ten be hoeve van zijne scholen aan de Tweebaksmarkt no. 44. Dit praeadvies luidt als volgt Het Bestuur der Roomsch-Katholieke Schoolvereeni ging, alhier, verzoekt bij het hiernevens overgelegd schrijven d.d. 15 Augustus j.L, dat door Uwe Vergade ring om praeadvies in onze handen werd gesteld, gelden uit de gemeentekas beschikbaar te stellen voor het aan schaffen van acht nieuwe kachels ten behoeve van zijne scholen voor gewoon lager en uitgebreid lager onder wijs aan de Tweebaksmarkt no. 44, zulks overeenkom stig art. 72 der Lager Onderwijswet 1920. Uit een ingesteld onderzoek is ons gebleken, dat met deze voorziening de normale eischen, welke aan het geven van lager onderwijs gesteld mogen worden, niet worden overschreden. Voorts blijkt uit het adres ge noegzaam, dat is voldaan aan de bepalingen der boven aangehaalde wet, zoodat de gemeente krachtens het aangehaalde artikel 72 de benoodigde gelden beschik baar behoort te stellen. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten aan het Bestuur der Roomsch-Katholieke Schoolver eeniging. alhier, uit de gemeentekas gelden te verstrek ken voor het aanschaffen van acht nieuwe kachels ten behoeve van zijne scholen aan de Tweebaksmarkt no. 44. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 24 aan de agenda toegevoegd). Voorstel van Bur gemeester en Wethouders om tegen C. C. F. van Nim- wegen, Lijsterstraat no. 61, alhier, een rechtsvordering in te stellen, zoo noodig ook in hooger beroep en in cassatie, tot betaling van een bedrag van 20.10. De Voorzitter: Thans is aan de orde het punt dat ik straks heb aangebracht. De kwestie is, dat C. C. F. van Nimwegen, die indertijd de Gemeentereiniging heeft verzocht den beerput bij de perceelen Lijsterstraat nos. 61 en 63 te doen ledigen, weigert de daarvoor verschul digde kosten ad 20.10 te betalen, hoewel hij daartoe herhaaldelijk is aangemaand en in staat wordt geacht dit bedrag te betalen. De rechtskundige raadsman der gemeente, wiens oordeel Burgemeester en Wethouders hieromtrent heb ben ingewonnen, geeft in overweging tegen den nalatige een rechtsvordering in te stellen, zoodat Burgemeester en Wethouders den Raad voorstellen het volgende be sluit te nemen i De Raad der gemeente Leeuwarden; overwegende, dat blijkens mededeeling van Burge meester en Wethouders C. C. F. van Nimwegen, niet tegenstaande herhaalde aanmaning, in gebreke is ge bleven tot betaling van een bedrag van 20.10, ver schuldigd voor het ledigen van een beerput bij de per ceelen Lijsterstraat nos. 61 en 63; dat van Nimwegen, die den Directeur der Gemeente reiniging heeft verzocht den beerput, dienende voor de beide genoemde perceelen, te doen ledigen, geacht moet worden in staat te zijn dit bedrag te betalen, zoodat bij den gebleken onwil tegen hem een rechtsvordering tot betaling van het achterstallige dient te worden ingesteld; gehoord het voorstel van Burgemeester en Wethou ders; gelet op het rechtskundig advies en op de bepalingen der Gemeentewet; besluit tegen C. C. F. van Nimwegen, Lijsterstraat no. 61, alhier, een rechtsvordering in te stellen, zoo noodig ook in hooger beroep en in cassatie, tot betaling van het bedrag ad 20.10. De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries: Ik zou deze vraag willen stellen: waaróm wil die man niet betalen? De Voorzitter: Dat is absoluut onbekend. Het eenige, wat bekend is, is, dat blijkt dat er 2 perceelen zijn, die van dezen beerput gebruik maken en dat zijn buurman al de helft van de kosten aan Van Nimwegen heeft be taald, maar dat de betrokkene ook zelfs die helft niet aan de gemeente heeft afgedragen. Het is dus niet be kend, waarom hij weigert te betalen; hij heeft zelf be steld om den beerput voor beide perceelen te ledigen, maar omdat het een gemeenschappelijke beerput is en men niet begreep waarom hij niet betaalde, is men ten slotte naar zijn buurman gegaan om de 20.10 en toen kreeg men daar te hooren: ik heb al aan hem betaald. De heer IJ. de Vries: Het lijkt toch eigenaardig dat iemand, die; gebruik maakt van een openbaren dienst, daarvoor niet zou willen betalen. Zoo iemand weet toch dat hij moet betalen. De Voorzitter: Misschien is er een andere reden, mogelijk is hij wat kort bij kas. De heer Vromen: Ik sta hier van verbazing te kijken, dat deze zaak op deze wijze hier wordt aangebracht. Is daar zoo'n vreeselijke haast bij en kan deze kwestie niet in de volgende Raadsvergadering op normale wijze worden aangebracht De Voorzitter: Als U er bezwaar tegen hebt om de zaak heden te behandelen, kan dat wel, maar het college meende dat het vandaag ook wel kon; anders moeten we weer 3 weken wachten. Ik weet niet hoe lang het al geleden is, maar deze vordering loopt al maanden. Ik heb hier een brief van den directeur der Gemeente- reiniging aan Van Nimwegen, waarbij de directeur hem er aan herinnert dat hij reeds op 7 en 17 Juni tot be taling van het verschuldigde bedrag is aangeschreven en dat Van Nimwegen daarna telefonisch heeft beloofd het bedrag te zullen voldoen. (Spreker doet lecture van den brief). Dit schrijven is reeds van 3 Juli. De zaak heeft daarna zoo lang geloopen, omdat zij toen in handen is gesteld van den deurwaarder, aan wien Van Nimwegen op 10 September heeft beloofd het bedrag te zijnen kantore te zullen komen afbetalen. Tot heden is hij daar echter nog niet geweest en zoo gaat het nu weer door. Ten slotte is de zaak nu in handen gesteld van den heer Beekhuis en deze adviseert Van Nim wegen in gebreke te stellen en, omdat hij in gebreke Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 16 September 1930. 181 is, hem aan te spreken. Burgemeester en Wethouders stellen dat nu voor, opdat er niet weer 3 maanden zullen verloopen, want als men de rente meerekent moet het bedrag thans al minstens 23.zijn. Daarom meenden Burgemeester en Wethouders vandaag nog deze zaak te moeten aanbrengen, maar mocht de Raad daar alsnog uitdrukkelijk bezwaar tegen maken, dan kan het natuurlijk over 3 weken ook wel. De heer Vromen: Ik zou toch graag willen, dat de Raad in de gelegenheid werd gesteld om deze zaak te bestudeeren. Ik twijfel er geen oogenblik aan dat de zaak is, zooals U hebt voorgelezen, maar ik vind het ten opzichte van dergelijke besluiten onjuist, althans for meel niet juist, vooral omdat er geen enkele reden kan worden genoemd, waarom er wél haast bij zou zijn en vooral ook omdat de zaak al een paar maanden heeft geloopen het kan dan ook nog wel 3 weken langer duren wanneer de Raad vooraf niet rustig van de stukken kennis kan nemen. Ik stel er dan ook prijs op, dit voorstel aan te houden en ik zou Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven het tot de volgende vergadering terug te nemen. De Voorzitter: Daar is niets geen bezwaar tegen, maar de algemeene klacht is altijd niet alleen hier maar bij elk gemeentebestuur dat de zaken over zooveel schijven loopen en dat men er zoo verbazend lang mee traineert. Die klacht is niet geheel ten on rechte, maar het kan dikwijls niet anders. Een gewoon particulier zou hier absoluut niet van Juli tot September hebben gewacht, tenminste niet, wanneer hij geen leverancier van iets was, want als hij dat was, zou hij misschien zeggen: er komt mogelijk later toch nog wel iets achteraan, maar als men aan een particulier vraagt om een beerput schoon te maken, zal deze heusch niet zoo lang wachten op z'n geld. Bij de gemeente duren dergelijke dingen echter over het algemeen zeer lang; dat blijkt ook bij de aanvragen om bouwvergunning, ieder klaagt dat dit zoo lang duurt. En toch, het gaat zoo snel mogelijk, maar het moet over zooveel schijven loopen. In ieder geval, om de zaak niet onnoodig nog 3 weken te traineeren, brengen Burgemeester en Wethouders ze nu aan, maar kan behandeling nog niet plaats hebben om den Raad, dan willen Burgemeester en Wethouders ook nog wel 3 weken wachten. Men kan de zaak des noods ook nog wel 6 maanden laten liggen, misschien dat Van Nimwegen over 6 maanden wel net zoo goed voor 't geld zal zijn als nu of net zoo slecht. De heer IJ. de Vries: Ik vind het een beetje extra vreemd dat Van Nimwegen geen reden opgeeft, waarom hij niet betaalt. En dat, terwijl hij eerst 2 of 3 keer op geeft dat hij wel zal betalen en het dan toch niet doet. Ik ben anders wel bereid om een Raadslid, dat uitstel van een voorstel verzoekt, tegemoet te komen, maar in dit geval zou ik zeggen: hier mag geen uur conside ratie worden gebruikt, deze man moet betalen, als hij dat beloofd heeft en het dan nóg niet doet. Als hij niet wil moet hij aangepakt worden en kan hij niet, dan moet hij maar naar de Armenkamer gaan. De beraadslagingen worden gesloten. De heer Vromen doet een voorstel tot uitstel, welk voorstel met 19 tegen 4 stemmen wordt verworpen. Voor stemmen: de heeren Terpstra, Vromen, Ooster- hoff en mevrouw Van DijkSmit. Tegen stemmen: de heeren IJ. de Vries, Hofstra, Balk, O. F. de Vries, Tiemersma, Tamminga, Hooiring, Feitsma, Lautenbach, Visser, Ritmeester, Van der Veen, Botke, Muller, J. de Boer, Westerhuis, Dijkstra, Westra en B. Molenaar. Met algemeene stemmen wordt vervolgens besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1930 | | pagina 9