198 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 November 1930.
14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van strookjes grond aan de Voorstreek,
gelegen tusschen de Tuinen en het Hoeksterpad.
Dit voorstel luidt als volgt
In 1926 heeft de gemeente in eigendom overge
nomen de stoepen voor de perceelen aan de Voorstreek,
gelegen tusschen de Tuinen en het Hoeksterpad. Hierin
waren echter niet begrepen de uitgangen van de afzon
derlijke kadastrale perceelen uitmakende stegen. Aange
zien het echter gewenscht is dat de gemeente ook den
eigendom verkrijgt van deze, voor de gevellijn gelegen
en deel van het trottoir uitmakende, steeggedeelten,
hebben wij ons met de betrokken eigenaren in verbin
ding gesteld, met het resultaat, dat allen zich tot over
dracht bereid hebben verklaard.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten
A. voor den prijs van 1.per steeggedeelte in
eigendom over te nemen van
1. de Roomsch-Katholieke Kerk van den Heiligen
Bonifacius en Gezellen, alhier, het gedeelte van de
Hilleinasteeg kadastraal bekend Gemeente Leeuwar
den, Sectie B no. 3655 dat gelegen is vóór de lijn,
waarin de voorgevels van de aangrenzende perceelen
zijn gelegen;
2. de Roomsch-Katholieke Kerk voornoemd en
T. Bekema, het gedeelte van de steeg, kadastraal be
kend alsvoren, Sectie B no. 2202, dat gelegen is voor
het verlengde van de voorgevellijn van het naastgelegen
perceel Voorstreek no. 70;
3. de Roomsch-Katholieke Kerk voornoemd en
A. Koopal en A. H. Jansen, het gedeelte van de College-
steeg, kadastraal bekend alsvoren, Sectie B no. 2813,
gelegen voor de verlengde voorgevellijn van het naast
gelegen perceel Voorstreek no. 74;
4. L. G. Kronabel, J. H. Kronabel, mejuffrouw C. M.
Kronabel en mejuffrouw M. E. T. Kronabel, allen alhier,
het gedeelte van de steeg tusschen de perceelen Voor
streek nos. 92 en 96, kadastraal bekend alsvoren, Sectie
B no. 3597, voor zoover dat gedeelte is gelegen vóór
de lijn, waarin de voorgevels van die panden zijn ge
legen;
5. J. L. Tak en J. F. Tak, alhier, het gedeelte van
de steeg, kadastraal bekend alsvoren, Sectie B no. 2498,
naast het perceel Voorstreek no. 112, voor zoover dat
gedeelte gelegen is vóór de afsluiting van de steeg aan
de zijde van de Voorstreek;
onder bepaling, dat uit de overdracht voor de tegen
woordige eigenaren geen kosten voortvloeien;
B. de onder A bedoelde steeggedeelten te bestem
men voor den publieken dienst.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van den grond der stoep voor het perceel
Nieuwestad no. 81 van H. Bottema.
Dit voorstel luidt als volgt
Van H. Bottema, alhier, ontvingen wij de mededeeling
dat hij genegen is den grond van de stoep, gelegen voor
zijn perceel Nieuwestad no. 81, in eigendom aan de
gemeente over te dragen. Vermits wij het bezit van den
grond dezer stoep voor de gemeente gewenscht achten,
geven wij U in overweging te besluiten
A. in eigendom over te nemen van H. Bottema,
alhier, den grond van de stoep, gelegen voor het perceel
Nieuwestad no. 81, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden, Sectie C no. 1438, zulks onder de volgende
voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1.
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden;
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van
den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de
gemeente vervoerd;
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg
werkzaamheden aan den gevel van bovenvermeld
gebouw noodig zijn, geschieden deze door en voor
rekening der gemeente;
en overigens op de gebruikelijke en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
B. de onder A bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van den grond der stoep voor het perceel
Kleine Kerkstraat no. 23 van U. C. Pruis.
Dit voorstel luidt als volgt
Van U. C. Pruis, alhier, ontvingen wij de mededeeling
dat hij genegen is den grond van de stoep, gelegen voor
zijn perceel Kleine Kerkstraat no. 23, in eigendom aan
de gemeente over te dragen. Vermits wij het bezit van
den grond dezer stoep voor de gemeente gewenscht
achten, geven wij U in overweging te besluiten
A. in eigendom over te nemen van U. C. Pruis,
alhier, den grond van de stoep, gelegen voor het perceel
Kleine Kerkstraat no. 23, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie C no. 686, zulks onder de volgende
voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1.
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden;
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van
den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de
gemeente vervoerd;
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg
werkzaamheden aan den gevel van bovenvermeld
gebouw noodig zijn, geschieden deze door en voor
rekening der gemeente;
en overigens op de gebruikelijke en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
B. de onder .4 bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 1216.
17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van het perceel Droevendal no. 1 aan Dr. S.
Wartena.
Dit voorstel luidt als volgt
Het indertijd aangekochte perceel Droevendal no. 1,
sedert bewoond geweest door den rector van het Ge
meentelijk Gymnasium, prof. dr. P. J. Enk, staat door
het vertrek van dezen thans ledig. De nieuw benoemde
rector, dr. S. Wartena, heeft ons thans verzocht het
pand in te mogen huren en wel tegen een huurprijs van
800.'s jaars. Vergeleken bij den prijs, dien dr. Enk
voor het pand betaalde, n.l. 1096.70 per jaar, is dit
een vrij belangrijke verlaging van de opbrengst van het
perceel. Intusschen zijn wij met den Administrateur van
het Gemeentelijk Woningbedrijf, wiens advies wij hierbij
overleggen, van meening, dat in de gegeven omstandig
heden met een huursom van 800.voor deze woning
genoegen kan worden genomen en het dus aanbeveling
verdient op het verzoek van dr. Wartena in te gaan.
Bij openbare verhuring zou, naar het ons voorkomt, geen
hoogere huur voor deze woning zijn te bedingen. Ver
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 18 November 1930. 199
koop of inrichting van het pand voor andere doeleinden,
mogelijkheden die de Administrateur in zijn advies ook
aanhaalt, achten wij, nu zich de gelegenheid voordoet
het huis tegen een op zichzelf redelijken prijs te ver
huren, niet raadzaam.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten
aan dr. S. Wartena, benoemd rector van het Gemeen
telijk Gymnasium alhier, met ingang van 1 Januari 1931
tot wederopzeggens, uiterlijk tot 12 Mei 1936, te ver
huren het perceel Droevendal no. 1, tegen den prijs van
Acht honderd gulden 800.per jaar en verder op
de overeengekomen voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Terpstra Mijnheer de Voorzitter. Ik kan
omtrent dit punt niet voetstoots meegaan met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders. Wanneer ik de
stukken goed gelezen heb en ik mag er op mijn
leeftijd wel bij zeggen goed onthouden heb, dan
meen ik mij te herinneren, dat indertijd dit perceel in
het Droevendal met inbegrip van de latere restauratie
heeft gekost ongeveer 20.000.Ik meen dat het daar
iets beneden kwam, maar om een rond getal te noemen
zeg ik maar 20.000.—. Toen heeft men deze ziens
wijze gevolgd, dat men zei: als wij 5'/2 rente daar
van krijgen, zal dat ongeveer moeten worden 1100.
en men heeft toen de huur vastgesteld op 1096.en
zooveel centen. Ik stel mij voor, dat men toen op het
standpunt heeft gestaan, dat die rente voor een huis
wel niet hoog was, maar op dat moment waarschijnlijk
toch voldoende. Nu is dat feit nog maar 5 of 6 jaar
geleden, als ik mij niet vergis en nu zal men heengaan,
dat zelfde pand te verhuren voor ongeveer 300.
minder of tegen een bedrag van 800.
Ik weet niet, welke motieven daarvoor hebben ge
golden, maar dit is mij uit de stukken wel gebleken, dat
de betrokken persoon zelf zeer waarschijnlijk begonnen
is, met een bod van 800.— te doen. Daarover heeft
nien toen den administrateur van het Woningbedrijf om
advies gevraagd en deze is, dunkt mij, niet heel positief
in zijn advies, want hij geeft ook nog in overweging,
om clit huis te verkoopen, ofschoon hij niet wil zeggen
dat hij van oordeel is, dat het daarvoor op het oogen-
blik de juiste tijd is.
In alle geval, het een zoowel als het ander geeft mij
aanleiding om, als het mogelijk is, hierover nog enkele
inlichtingen te vragen. Ik vind een verschil van 300.
op een huur van nog geen 1100.— wel wat heel hoog
en tevens vrees ik dat, wanneer wij dit pand op deze
wijze verhuren aan dezen betrokken persoon, er straks
ook andere aanvragen zouden kunnen komen, m. a. w.
dat wij daarmee een precedent zouden scheppen, waar
van wij later spijt zouden kunnen hebben. Het zal mij
dan ook aangenaam zijn om, als het mogelijk is, hier
omtrent enkele nadere inlichtingen van Burgemeester
en Wethouders te mogen ontvangen.
De Voorzitter: Ik kan U wel inlichtingen geven, maar
niet veel anders dan wat U zelf reeds heeft beweerd.
Het is volkomen juist wat U hebt gezegd, alleen is U
een beetje mis ten opzichte van den tijd; dit pand in
het Droevendal is in 1922 in het Woningbedrijf gebracht
voor een som van 17.036.31 en het bleek met de on
kosten ten slotte te komen op 19.936.Dat is dus,
oin zoo te zeggen, bij de 20.000.Er is toen een
huurprijs voor gemaakt zooals vooraf met den toen-
maligen rector was afgesproken van 5'/2 van de
totale kosten, dat was een bedrag van ongeveer
1100.voor dien tijd een zeer behoorlijke huur voor
dat huis.
Nu zijn echter de omstandigheden gewijzigd en Bur
gemeester en Wethouders zien op het oogenblik geen
kans om een huurprijs van 1100.te maken, noch
een koopprijs te bedingen van 20.000.—. Wat moeten
wij nu op het oogenblik doen? Die strop hebben wij
nu eenmaal. Wij krijgen nu die strop niet, als wij dit
pand weer gaan verhuren, maar die hebben wij vroeger
eigenlijk reeds gehad, toen de waarde daalde na aan
koop. De heer Wartena heeft 800.huur geboden
en het is mij bekend, dat hij er niets meer voor over
heeft; dan gaat hij liever elders een pand huren. Dat
was ons reeds vooruit bekend, toen wij de zaak hebben
besproken en daarna heeft de heer Wartena het schrif
telijk aangevraagd. Ook de administrateur van het
Woningbedrijf heeft de overtuiging, dat wij niet meer
dan 800.huur voor dit pand zullen kunnen maken
en nu kan men wel zeggen: die huur moet 1100.
wezen, maar het is nu eenmaal niet anders in de wereld;
je kunt niet alles krijgen, wat je hebben wilt. Naar ons
oordeel kunnen wij niet meer krijgen dan 800.huur
en als wij het pand verkoopen, wordt de strop misschien
nog grooter. Het is dan ook verreweg de beste manier
om dit bod van 800.maar aan te nemen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van een terrein nabij den Poppeweg aan de
tennisvereeniging „Volley", alhier.
Dit voorstel luidt als volgt
De tennisvereeniging „Volley", alhier, heeft tot ons
het verzoek gericht om verlenging van de huur van het
terrein, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie
G no. 10003 (nabij den Poppeweg), waarop hare ten
nisbaan is aangelegd. Deze baan, met toegangspad,
heeft een oppervlakte van ongeveer 14.8 Are. Tegen
herverhuring op den bestaanden voet bestaat bij ons
College geen bezwaar. Evenals in 1926 achten wij ook
thans een vergoeding van 50.per jaar voldoende.
Gelijk bij verhuring van andere gemeente-eigendommen
pleegt te geschieden, zal in het contract weder de be
paling moeten worden opgenomen, dat de huur te allen
tijde met een kennisgeving van een maand te voren kan
worden opgezegd en dat het onderhoud van het voetpad
met afrastering ten laste der vereeniging is.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten
aan de tennisvereeniging „Volley", alhier, voor den
tijd van vijf jaren, ingaande 1 Januari 1931 en eindi
gende 1 Januari 1936, in huur af te staan het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G no.
10003, waarop een tennisbaan is aangelegd, met voet
pad, gedeelte van het perceel alsvoren Sectie G no.
10004, samen ter grootte van 14.8 Are, voor den
prijs van Vijftig gulden 50.per jaar en verder
onder de bestaande, zoo noodig eenigszins te wijzigen,
voorwaarden.
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van vergunning aan K. R. Heida te Rijs
wijk (Z.-H.) tot straataanleg op een perceel nabij den
Stienserweg.
Dit voorstel luidt als volgt
Krachtens Uw besluit van 13 Mei 1930, no. 154r/84
is met K. R. Heida te Rijswijk (Z.-H.) en H. Kruize,
alhier, een overeenkomst aangegaan betreffende de
demping van slootgedeelten langs den Stienserweg en
het Schapendijkje, den aanleg van straten op de ka
dastrale perceelen gemeente Leeuwarden, Sectie D nos.
2649 en 154 en de daarmede in verband staande over
drachten van grond, als anderszins. In die overeenkomst
heeft de heer Heida, voornoemd, zich o. a. verbonden
om vóór 1 Juli 1930 vergunning te vragen tot straat
aanleg op de bovengemelde kadastrale perceelen, geheel
overeenkomstig de bij het contract behoorende