344 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1930. Voortzetting der vergadering op Woensdag 24 December 1930. maak ik den wethouder een grief van met de zeer gunstige stijging van de cijfers voor Leeuwarden. Die zijn angstvallig geheim gehouden voor den Raad. Ik weet niet, of dat ook zoo is voor Burgemeester en Wet houders De heer Dijkstra: Waarom De heer Vromen: Misschien kan ik een verklaring geven, maar ik zal dit niet doen. Nu blijkt, dat bovendien 1932 in dat opzicht van 1931 zal verschillen, dat 1931 begon met een batig saldo van 261.000.terwijl gis teravond uit den mond van den wethouder van Finan ciën is gehoord dat, wat het batig saldo van 1930 be treft, minstens op een saldo van 3J/2 ton kon worden gerekend of op 370.000.Bij dergelijke vooruit zichten en een dergelijke fout in de becijfering, dat men in 1932 niet 35.000.- tekort komt, maar 2 X 35.000.- heeft tegen een gemis aan inkomsten van 60.000. mogen wij in 1931 en Burgemeester en Wethouders breken hun eigen begrooting in zekeren zin af niet meer belasting heffen dan noodig is, terwijl bovendien met geen enkel argument is aangetoond, dat het straten- fonds inderdaad noodlijdend is. De heer Botke: Mijnheer de Voorzitter! Ik was niet van plan over deze zaak te spreken, maar naar aanlei ding van wat de heer Vromen in laatste instantie heeft gezegd, meen ik een paar opmerkingen te moeten maken. De heer Vromen heeft zelf de argumenten aangevoerd waarom het geld in kas moet worden gehouden en het niet wenschelijk is het bedrag in de belasting te verdis- conteereii. Hij heeft immers gezegd dat de malaise zich pas na een paar jaar demonstreert en dat, wanneer dit gebeurt, de opcenten zullen moeten worden verhoogd. Ik meen dat het daarom beter is het geld, zooals Bur gemeester en Wethouders voorstellen, in het straten- fonds te storten, omdat het de gemeentefinanciën ver sterkt. De belastingdruk is verminderd en zooals de be lastingen nu zijn, zijn ze voor de ingezetenen van Leeu warden niet zoo bezwaarlijk. Wanneer wij de financiën uitputten, kan het zijn dat in de komende jaren, als de malaise begint door te werken, de belasting moet wor den verhoogd, wat dan voor velen misschien wel be zwaarlijk is. Het is daarom beter het geld in het straten- fonds te reserveeren, wat de gemeentefinanciën ten goede komt. De heer Van der Veen: Mijnheer de Voorzitter! Ik zal buiten de theorie over de malaise en over de gevolgen van de malaise blijven, die wij misschien over cenige jaren sterker zullen bemerken. Indien de bewering van den heer Vromen juist is, ben ik het eens met de genen, die redeneeren, dat het minder stuitend zal zijn eenzelfde bedrag aan belasting te moeten blijven heffen, dan de belasting te verhoogen. Daarbij komt een practische overweging, die maakt, dat ik het meeste gevoel voor het voorstel van Burge meester en Wethouders, omdat ik meen verstaan te heb ben uit den mond van den wethouder van Financiën, dat, bij de uitvoering van het programma van stratenverbe- tering blijkt, afgezien van het feit, dat de werken, die nu uitgevoerd zijn, misschien al reeds duurder zijn dan geraamd was, meer straten moeten worden opgenomen dan oorspronkelijk genoemd werden. Dat alles maakt, dat ik het een practische politiek vind, als wij die 35.000.— die wij niet verwacht had den over te hebben, reserveeren voor het stratenfonds. De heer IJ. de Vries: Mijnheer de Voorzitter! Het is mijn bedoeling een verklaring af te leggen n.l. daar het ons voorkomt, dat op dit oogenblik de positie van Leeuwarden van dien aard is en ook het inkomen van dien aard is. dat de belastingbetaler nu nog 60 opcenten betaalt, heffen wij liever thans misschien 5 of 8 opcenten op de gemeentefondsbelasting te veel, opdat wij in vol gende jaren daardoor een klein batig saldo kunnen vor men, waaruit wij hopen, dat de verlaging van den prijs voor electrischen stroom zal kunnen worden gedekt Door dat kleine batige saldo te vormen, behoeven wij in terugloopenden tijd niet in verhooging te vervallen, als het den menschen minder past om omhoog te gaan. Het is dus verstandige politiek, om het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van de heeren Oosterhoff en Vromen wordt met 17 tegen 5 stemmen verworpen. Voor stemmen: de heeren Oosterhoff, Terpstra, mevr. Van DijkSmit, de heeren Vromen en Westra. Tegen stemmen: de heeren H. de Boer. Van der Veen, B. Molenaar, Lautenbach, Tanimiiiga, J. de Boer, Hooi- ring, Hofstra, Feitsma, Ritmeester, O. F. de Vries, mevr. BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Dijkstra, AL Mo lenaar, Botke, IJ. de Vries en Muller. Burgemeester en Wethouders doen thans het onder de niededeelingen sub aangekondigde voorstel om de als gevolg van het Koninklijk besluit d.d. 13 December 1930, no. 12, vrijkomende gelden op de ontwerp-Ge- ineentebegrooting voor 1931 te bestemmen voor het z.g. stratenfonds. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig dit voorstel van Burgemeester en Wethouders. Volgno. 152 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 153176 worden onveranderd vastgesteld. Aan de orde is wederom Volgno. 678. Onvoorziene uitgaven f 39.013.24. welke post in overeenstemming wordt gebracht met de in de begrooting aangebrachte wijzigingen, en dien overeenkomstig wordt vastgesteld. Kapitaaldienst. De verschillende volgnos. der Inkomsten worden onveranderd vastgesteld. Aan de orde zijn de Uitgaven. Volgnos. 828858 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 859. Verbetering van den Mr. P. J. Troelstra- weg (Stienserweg)memorie De beraadslagingen worden geopend. De heer B. Molenaar: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou een enkele vraag willen stellen. In de Memorie van Ant woord is gevraagd, om de werkgelegenheid te bespoe digen. Burgemeester en Wethouders hebben naar aan leiding daarvan geantwoord, dat tegen bespoediging van de zeer gewenschte verbetering van den Stienserweg bij het college geen bezwaar bestaat. Kan daaruit opge maakt worden, dat het de bedoeling is. dat liet werk in het najaar kan worden uitgevoerd en zoo ja, moet in verband daarmee de memoriepost op den Kapitaaldienst dan niet veranderd worden in een bedrag De heer O. F. de Vries (wethouder)De bedoeling van Burgemeester en Wethouders is deze geweest, dat zij dezen zomer met plannen tot verbetering van den Stienserweg bij den Raad zullen komen, die in het na jaar kunnen worden uitgevoerd. Het lijkt mij toe, dat Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1930. Voortzetting der vergadering op Woensdag 24 December 1930. 345 het een zeer belangrijk project voor werkverruiming betreft. Maar daarnaast hebben Burgemeester en Wet houders ingezien, dat de verbetering van den Stien serweg niet meer kan wachten tot 1932. De toestand is zoo slecht, dat spoed hoogst gewenscht is. |)e beraadslagingen worden gesloten. Volgno. 859 wordt onveranderd vastgesteld. Volgnos. 860982 worden onveranderd vastgesteld. De geheele begrooting wordt met algemeene stemmen vastgesteld. ders, genoemd in bijlage 16 sub a, bc, d (Ontwerp A) en e (Ontwerp B). De Voorzitter: Dan vraag ik machtiging voor het col lege van Burgemeester en Wethouders om verschillende wijzigingen, die noodig zijn geworden, aan te brengen. Ik wil nog even memoreeren, dat nu besloten is 35.000.in het stratenfonds te storten, alle posten van de begrooting moeten worden gewijzigd. Burge meester en Wethouders vragen ook hiervoor machti ging, hoewel zij met Gedeputeerde Staten overleg zullen plegen of de begrooting misschien eerst zoo niet kan worden goedgekeurd. De gevraagde machtiging wordt verleend. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen- Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering komstig cle voorstellen van Burgemeester en Wethou- door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1930 | | pagina 64