146 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 October 1931.
ook voor den Raad, om een meer rustige overweging
van de zaak mogelijk te maken en de heele portée van
de zaak te kunnen overzien.
De Voorzitter: Ik zou thans eerst zelf ook wel iets
hierover willen zeggen. Natuurlijk hebben Burgemeester
en Wethouders ook wel eens over deze kwestie gedacht,
maar waar het aan het college niet bekend was, dat dit
voorstel hier zou komen, kan ik er namens het college
niet over spreken. Persoonlijk heb ik, toen ik het voor
stel van den heer Botke hier straks kreeg, tegen den
Secretaris gezegd: het lijkt mij het beste, dat dit naar
Burgemeester en Wethouders gaat om praeadvies. Ik
geef toe, misschien kan dan de Raad de volgende ver
gadering tot het benoemen van een commissie overgaan,
maar misschien ook niet.
Oorspronkelijk, toen ik het voorstel-Botke eerst las,
dacht ik, dat het zijn bedoeling was, dat een commissie
uit den Raad werd benoemd, maar als ik hem nu goed
heb begrepen, dan is het zijn bedoeling te benoemen
een commissie van deskundigen, buiten den Raad om;
misschien dat er dan wel een enkel Raadslid, die des
kundig is, bij kan zijn, maar deze zit er dan niet in als
Raadslid maar als deskundige. De bedoeling is dus een
commissie van deskundigen en de zaak komt nu eigen
lijk hier op neer, dat men wenscht, dat het advies, dat
tot nog toe werd uitgebracht door één persoon, in het
vervolg zal worden uitgebracht door meerdere perso
nen, dus door een commissie.
Ik wil er hier direct bij zeggen en ik ben blij, dat
de heer Botke daarop ook heeft gewezen, terwijl de heer
Terpstra het ook heeft gezegd dat het wel waar is,
dat onze deskundige eventueel vervangen kan worden
door een commissie, maar dat wij en ik wil den Raad
daar op wijzen zeer vele malen van den heer Schui
ling uitstekende adviezen hebben gehad, waarom dan
ook geen oogenblik deze gedachte zou zijn geopperd,
als de tijden niet minder waren geworden. Men kan nu
een commissie van 3 menschen nemen en men kan één
persoon nemen, maar ook die 3 menschen zullen in deze
tijden niet kunnen voorzien, hoe de huren precies moeten
worden geregeld. Ik zeg niet, dat ik tegen een dergelijke
commissie ben, maar wanneer de tijden nog meer terug
loopen, zal bij de taxaties van de commissie precies
hetzelfde gebeuren als nu gebeurt met de taxaties van
den heer Schuiling; dan zal het ook kunnen gebeuren
dat als gevolg van de taxaties van de commissie ver
schillende huurders een of twee jaren een te hooge huur
betalen. Dat is een gevolg van de toestanden en het is
op het oogenblik ook niet te voorzien of de huren, die
de heer Schuiling nu taxeert, over eenige jaren wel juist
zullen blijken te zijn, ook al is hij nu zeer pessimistisch
geweest.
Ik zou er dus sterk voor zijn om het voorstel-Botke
naar Burgemeester en Wethouders te zenden om prae
advies, ook in verband met wat de heer Hofstra heeft
gezegd, n.l. om in de commissie vertegenwoordigers van
de huurders te doen zitting nemen.
Ik geloof overigens dat het op het oogenblik een ge
makkelijk oogenblik zal zijn, om eventueel tot instelling
van een commissie over te gaan. Het was mij bekend,
reeds voor ik van dit voorstel iets wist, dat de heer
Schuiling wegens zijn hoogen leeftijd ik meen dat
hij al 74 jaar is van plan is om binnenkort deze
zaak neer te leggen. Wanneer dat precies zal zijn, over
een of twee maanden, weet ik niet meer; ik heb daar
toen niet zooveel attentie aan geschonken, hoewel hij
mij wel een datum heeft genoemd, maar wel weet ik,
dat hij heeft gezegd ik word langzamerhand oud, ik
wou eigenlijk de zaak maar neerleggen. In zooverre is
verandering op dit oogenblik dus gemakkelijk. Ik geloof
ook dat het voorstel van den heer Botke niet gaat "tegen
den heer Schuiling
De heer Botke: Neen.
De Voorzitter: maar dat het zijn bedoeling is
om aan de huurders een waarborg te geven, dat de
huren beter worden vastgesteld. Ik voor mij geef daar,
eerlijk gezegd, niet veel voor. Na wat de heer Hofstra
heeft gezegd ben ik echter toch sterk voor praeadvies.
Ik heb persoonlijk gedurende zeer vele jaren door de
administratie van verschillende plaatsen iets meer van
dergelijke verhuringen gezien en ben daarvan iets meer
te weten gekomen dan de meeste leden van den Raad
daarvan weten. Ik wil hier niet in het openbaar ver
tellen van mijn ervaringen ten aanzien van het vast
stellen van huurprijzen en het doen van verhuringen
door dergelijke commissies, maar ik wil daarover nog
wel graag eenige nadere mededeelingen doen in de ver
gadering van Burgemeester en Wethouders, dus tus-
schen vier muren, terwijl hier een van de muren ont
breekt of daar een gat in is, waardoor, wat ik zou zeg
gen, naar de straat zou gaan. Ik zou dus graag omtrent
dergelijke pachtcommissies en hunne taxaties, enz. in
het college nog iets naar voren willen brengen en
daarom zou ik den Raad ernstig in overweging willen
geven, om het voorstel-Botke in handen van Burge
meester en Wethouders te stellen om praeadvies, juist
ook in verband met het feit, dat de heer Schuiling mij
heeft meegedeeld, dat hij deze betrekking wil opgeven.
De heer Botke: Ik kan er mee accoord gaan, mijnheer
de Voorzitter, om mijn voorstel in handen van Burge
meester en Wethouders te stellen om praeadvies.
De heer HettingaAls dat eventueel wordt aange
nomen, zou ik daarnaast ook aan Burgemeester en Wet
houders de vraag in overweging willen geven of men
de zaak ook niet nog gezonder kan maken, door te be
palen dat, wanneer men eventueel als huurder niet
accoord gaat met den vastgestelden huurprijs, men dan
het recht heeft om bemiddeling te vragen. Het is, zooals
het spreekwoord zegtals twee hetzelfde doen, dan
doen zij daarom nog niet hetzelfde. Het gebeurt vaak in
Friesland en elders ook dat bij een verhuring de
deskundige, die de zaak onder handen heeft, de waarde
van de pacht taxeert en dat men dan over de zaak is
uitgepraat; de eventueele huurder heeft dan de voor
gestelde pacht maar te accepteeren of het gaat over.
Als het nu goed is en de huurder daarmee accoord gaat,
loopt de zaak op rolletjes, maar als hij er niet mee
accoord gaat zooals mij van talrijke gevallen bekend
is dan krijgt men een zekere dwingelandij en dan
moet hij van de boerderij afstappen of hij heeft de pacht
te accepteeren. In zulke gevallen nu, als de huurder niet
accoord kan gaan met de voorstellen van den deskun
dige, zou hij een beroep moeten kunnen doen op her
taxatie of, wat heel gemakkelijk en eenvoudig is want
de beste taxateur kan zich vergissen de deskundige
zou dan overleg kunnen plegen met den heer Tamminga,
den directeur van het boekhoudbureau, die een breed
overzicht heeft van meer dan duizend boerenbedrijven.
Als dus de huurder niet met de taxatie van den des
kundige accoord kan gaan, zou het een eenvoudige zaak
zijn, wanneer de deskundige met den heer Tamminga
in contact zou treden, om zoo noodig den prijs te her
zien. Dat is een heel eenvoudige zaak.
Ik wil deze kwestie wel met een geval demonstreeren.
Kort geleden is mij ter oore gekomen, dat een deskun
dige een boerderij taxeerde op 42.De boer ging
daarmee niet accoord en kwam met zijn argumenten bij
zijn landheer, waarbij hij te kennen gaf: de huur moet
niet hooger zijn dan 32.dus die is royaal 10.
te hoog. De landheer was toen zoo royaal, dat hij beider
argumenten heeft gehoord, die van den deskundige en
die van den huurder en dat hij den huurder vierkant in
het gelijk heeft gesteld, dat de huur 32.moest
wezen. In zoo'n geval zit echter zoo'n huurder, zonder
beroep, 10.te hoog en die gevallen zijn meer voor
gekomen. Een paar maanden geleden vertelde mij een
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 October 1931. 147
boer uit de voorste gelederen, een beste veefokker en
iemand, die best op zijn boerderij past, dat hij in de
gelegenheid gesteld was op 12 Mei j.l. zijn boerderij
voor eveneens getaxeerden prijs in te huren, dat hij
daarmede echter niet accoord ging en bezwaar tegen
den zijns inziens te hoog gestelden prijs gemaakt had.
In plaats van hieraan nu tegemoet te komen, werd
het hem euvel, zelfs geweldig kwalijk, genomen, nog
wel door een kapitaalkrachtige stichting. Als zoo iemand
nu het recht van beroep had en van zijn kant een des
kundige kon benoemen, dan kon zoo'n zaak in even
wicht worden gebracht. Nu ontbreekt dat vaak en dat
heeft tot gevolg in dit geval, dat ik hier aanbracht, dat
die prima boer, die prima op zijn plaats past, doodge
woon zijn boerderij 10.te hoog heeft aangenomen.
Dat kan natuurlijk leelijke gevolgen hebben voor den
pachter, maar ook werkt zooiets de werkloosheid ge
weldig in de hand. Als men op het oogenblik bij de
greidboeren de zaak onderzoekt, dan zou men overal
constateeren, dat zij te weinig arbeiders gebruiken. Het
gebeurde mij in Wijmbritseradeel, dat ik zei: kijk eens,
wat loopen die schoolkinderen daar hard door de wei
De Voorzitter: Mijnheer Hettinga, ik geloof, dat Bur
gemeester en Wethouders deze zaak wel in ernstige
overweging willen nemen.
De heer Hettinga: Ja, mijnheer de Voorzitter, maar
ik mag dit toch wel even zeggen, om te demonstreeren
van hoe grooten invloed het is op de werkverschaffing,
als de boer zijn pacht 10.-- te hoog krijgt. Het geval
daar was zoo, dat drie schoolgaande kinderen des mor
gens reeds vóór 4 uur werden gewekt en dat twee van
hen dan mee moesten melken en 's avonds weer. Zoo
doende was dan een arbeider niet meer noodig of liever,
die was nog wel noodig, maar zoo ondervangt men dan
de moeilijkheden. Als echter een eventueele huurder
vindt, dat de deskundige te hoog heeft getaxeerd, dan
is de moeilijkheid met een recht van beroep ook te
ondervangen. Dat is een eenvoudige zaak. Misschien
dat het op de 20 gevallen maar één keer voorkomt, dat
een boer niet met de taxatie van den deskundige ac
coord gaat. Ik ben zelf 33 jaar lang pachter geweest
en wat de deskundige heeft voorgesteld, heb ik altijd
vlot kunnen accepteeren. In dergelijke gevallen komt er
natuurlijk heelemaal geen beroep bij te pas, maar als
het beroep mogelijk wordt gemaakt, dan is de zaak
gezonder.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van den heer Botke, dat mede is onder
teekend door den heer Muller en dat luidt als volgt
„Ondergeteekenden stellen voor in de volgende
vergadering een zoogenaamde pachtcommissie te be
noemen, die bij verpachtingen van landerijen door de
gemeente Burgemeester en Wethouders en den Raad
van advies dient."
wordt met algemeene stemmen in handen van Burge
meester en Wethouders gesteld om praeadvies.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
sub 8.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van de zathe en landen op Wijlaarderburen
aan J. L. en M. L. Hotsma.
Dit voorstel luidt als volgt
Nu op 5 Maart/12 Mei 1932 de huur van de gemeen
telijke zathe en landen op Wijlaarderburen eindigt,
hebben J. L. en M. L. Hotsma, die met onze goedkeuring
de huur gedurende het verloopen vijfjarig tijdvak van
hun vader hebben overgenomen, ons verzocht deze
eigendommen met ingang van genoemde data opnieuw
te mogen inhuren.
Was de huurprijs voor de bijna afgeloopen vijf jaren
gesteld op 58.per 36% are, de deskundige voor de
gemeentelijke landerijen geeft thans bij zijn overgelegd
advies in overweging de zathe te verhuren voor 37.50
per 36% are, met welken prijs ook naar onze meening
in de gegeven omstandigheden genoegen kan worden
genomen. In plaats van voor vijf jaren, ware de nieuwe
huur dan echter voor een driejarig tijdvak aan te gaan.
De huurprijs zal dan in totaal per jaar bedragen 73.1 X
37.50 rond 2740.De gebroeders Hotsma
kunnen zich blijkens hunne overgelegde verklaring met
een verhuring op dezen voet vereenigen.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten
de zathe en landen op Wijlaarderburen, in het geheel
groot 26.87.85 H.A. (731/10 X 36% are), voor den tijd
van 3 achtereenvolgende jaren, in te gaan voor de
landen 5 Maart 1932 en voor de huizinge met erf en
schuur 12 Mei d.a.v., ondershands te verhuren aan J. L.
en M. L. Hotsma, alhier, voor 2740.per jaar en
voorts op de bestaande, zoo noodig eenigszins te
wijzigen, voorwaarden en bepalingen.
De Voorzitter deelt mede dat dit voorstel door Bur
gemeester en Wethouders van de agenda wordt afge
voerd.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van een gedeelte van het weiland „de Lange
Negen" aan R. de Vries oor den bouw van een
schiphuis.
Dit voorstel luidt als volgt
Van R. de Vries, alhier, ontvingen wij het verzoek
te bevorderen dat aan hem in huur wordt afgestaan een
perceel grond aan het Vliet voor den bouw van een
schiphuis. Bedoeld is een gedeelte van het weiland, de
z.g. „Lange Negen", waarvan reeds met Uwe goed
keuring onderscheidene gedeelten zijn verhuurd voor
schiphuisbouw, laatstelijk bij Uw besluit van 10 Februari
1931 aan D. Arends en J. Dantuma. Het terrein is op
de overgelegde teekening door een arceering aangeduid.
Ook in dit geval bestaat bij ons geen bezwaar aan
het verzoek te voldoen de huurprijs dient op 40.
per jaar te worden gesteld, welk bedrag in juiste ver
houding staat tot de aan de gemeente verschuldigde
gelden voor het hebben van andere schiphuizen aan het
Vliet. De huurtijd kan, evenals in vorige gevallen, be
paald worden op tien jaren, waarmede adressant, die
ook met de overige hem gestelde voorwaarden genoegen
neemt, accoord gaat.
Onder overlegging van de stukken geven wij U der
halve in overweging te besluiten
aan R. de Vries, alhier, in huur af te staan voor den
bouw van een schiphuis aan het Vliet een gedeelte van
de z.g. „Lange Negen", ter breedte langs het Vliet ge
meten van 8 M. en diep ten hoogste 17 M., deel uit
makende van het perceel, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie G no. 10008, ten Westen onmid
dellijk grenzende aan het aan J. Dantuma verhuurde
gedeelte, onder voorwaarde
1. de huur wordt aangegaan voor den tijd van 10
jaren, in te gaan 1 November 1931 en eindigende 31
October 1941; de gemeente heeft het recht de overeen
komst te allen tijde op te zeggen, met inachtneming
van een opzegtermijn van drie maanden; alsdan is de
huur naar evenredigheid van den tijd van gebruik ver
schuldigd;
2. de huursotn bedraagt 40.per jaar, te betalen
vóór 1 Mei van elk jaar,
en verder op de overeengekomen voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen-
komtsig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.