Vergadering van Dinsdag 29 December 1931.
314 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 14 December 1931
Voortzetting der vergadering op Woensdag 16 December 1931.
Volgnos. 859976 worden onveranderd vastgesteld.
De geheele begrooting wordt met algemeene stemmen
vastgesteld.
Met algemeene stemmen wordt vervolgens besloten
overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester en
Wethouders, genoemd in bijlage 17 van 1931, sub a, b,
c. d (Ontwerp A), e (Ontwerpen B en C) en f.
De Voorzitter: De Raad zal zeker geen bezwaar
hebben, dat de door de behandeling noodig geworden
wijzigingen in de begrooting door Burgemeester en
Wethouders worden aangebracht. Burgemeester en
Wethouders vragen daartoe machtiging aan den Raad.
De gevraagde machtiging wordt verleend.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga
dering door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 December 1931. 315
Tegenwoordig zijn 28 leden.
Er is één vacature.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma.
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
24 November 1931.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
benoeming van Ir. J. A. C. Tillema tot Gemeentelijk
Inspecteur voor het Woningtoezicht.
4. Alsvoren tot overneming van den grond van
stoepen voor onderscheidene perceelen aan weerszijden
van het Naauw.
5 Alsvoren tot aankoop van de woningen Noorder
plantage nos. 7 en 9 van van der Linden.
6. Alsvoren tot verhuring van twee perceelen wei
land nabij den Harlingertrekweg aan Th. van der Meer.
7. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden voor
verbouwing van de school voor uitgebreid lager onder
wijs (gemeenteschool no. 4).
8. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op
een adres van de Nieuwe Leeuwarder Slagersvereeni-
ging in zake de aanduiding van buitenlandsch vleesch
in slagerswinkels.
9. Voorloopige vaststelling van de gemeentereke
ning, dienst 1930 (bijlage no. 23 van 1931), met de
verantwoording van Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter: Ik meen uit naam van U allen te
spreken, indien ik eerst een enkel woord wijd aan het
overleden lid Uwer vergadering, dr. Westerhuis en ik
wil beginnen met namens den Raad van deze plaats af
onze deelneming te betuigen aan mevrouw Westerhuis 1
en kinderen.
Het zal U waarschijnlijk gaan, zooals het mij gaat,
dat wij onwillekeurig terugdenken aan de laatste ver
gadering, die wij hier met elkaar hebben gehad, de be-
grootingsvergadering van dit jaar. De heer Westerhuis
was ook in die vergadering en hij is de geheele ver
gadering prompt aanwezig geweest, ondanks zijn
drukken werkkring. Het was mij bekend, dat de zaken
van de gemeente Leeuwarden hem altijd zeer ter harte
gingen, het was mij ook bekend, dat hij altijd volkomen
op de hoogte was van de zaken, die hier behandeld
werden. Het was zijn gewoonte niet, veel te spreken,
maar als hij een zaak, die hem speciaal ter harte ging,
verdedigde, dan was hij gewoon dat altijd te doen met
zeer goede argumenten.
Ik geloof te kunnen zeggen, dat wij den heer Wes
terhuis zullen blijven gedenken als een van die Raads
leden, die ook den goeden toon in den Raad op hoogen
prijs stelde.
Ik dank den heer Westerhuis voor wat hij voor de
gemeente heeft gedaan, ook in de commissie voor
Openbare Werken, waar hij ondanks zijn drukken
werkkring ook altijd present is geweest. Ik geloof, dat
Hij een voorbeeld kan zijn voor vele Raadsleden, om
ook dienzelfden weg te gaan.
De Raad hoort staande deze woorden van den Voor
zitter aan.
De heer Van der Meulen komt ter vergadering.
1. De notulen der vergadering van 24 November
1931 worden onveranderd vastgesteld.
2. Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten
hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten d.d.
24 November 1931 in zake uitvoering van de arti
kelen 252 en 265 der Gemeentewet:
14 December 1931 tot verkoop van het pand Groote
Hoogstraat no. 24 met bergplaats in de Poststraat en
tot machtiging aan Burgemeester en Wethouders tot het
zoo noodig aangaan van een kasgeldleening;
de gemeenterekening, dienst 1928;
hebben verdaagd hunne beslissing betreffende de in
de Bouwverordening voorkomende regelen omtrent het
instellen van beroep tegen beslissingen van Burge
meester en Wethouders in zake bouwvergunningen,
welke goedkeuring ingevolge eene wijziging der Wo
ningwet alsnog wordt vereischt;
b. proces-verbaal van de opneming van kas en boe
ken van den gemeente-ontvanger;
C. rapporten der opneming van de kassen van het
Gemeentelijk Woningbedrijf, der Gemeentelijke Gas
fabriek en het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf;
d. bericht van mevrouw J. de Vries—Mossel, dat zij
de benoeming tot voogdes van het Nieuwe Stads Wees
huis aanneemt.
De mededeelingen sub a—d worden voor kennis
geving aangenomen.
e. adres van de Friesche Maatschappij van Land
bouw betreffende vaststelling van een verordening,
waarbij aanduiding van de herkomst van buitenlandsch
vleesch verplicht wordt gesteld.
Zal worden behandeld bij punt 8 der agenda.
De Voorzitter: Verder is na sluiting van de
agenda nog een brief ingekomen van de Kamer van
Koophandel, handelende over dezelfde kwestie. Ik
meen, dat alle leden daarvan een afschrift hebben ge
kregen, zoodat er waarschijnlijk geen lecture van dezen
brief zal worden gevraagd.
Het schrijven sub zal mede bij punt 8 aan de orde
worden gesteld.
g. dat van het bestuur der Vereeniging ,,de Leeu
warder Industrie- en Huishoudschool" bericht is inge
komen, dat het zijn adres d.d. 16 September 1931 be
treffende de uitbreiding van het leerplan dier school
met het vak gymnastiek welk adres in de Raadsver
gadering van 13 October j.l. om praeadvies in handen
van Burgemeester en Wethouders is gesteld voor-
loopig terugneemt.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter: Ik stel voor, dat de commissie, belast
geweest met het onderzoek der gemeenterekening,
dienst 1930, haar rapport bij punt 9 zal uitbrengen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
benoeming van Ir. J. A. C. Tillema tot Gemeentelijk
Inspecteur voor het Woningtoezicht.
Dit voorstel luidt als volgt
Op 1 Februari 1932 zal het jaar zijn verstreken,
waarvoor Ir. A. C. Tillema, krachtens Uw besluit
van 22 December 1930, voorloopig werd benoemd tot
Gemeentelijk Inspecteur voor het Woningtoezicht.
Vermits hij in dien tijd ten volle heeft voldaan aan de
eischen, welke aan de vervulling van dit ambt mogen
worden gesteld, is er alle reden zijne voorloopige aan
stelling thans door een vaste benoeming te vervangen.
Mitsdien geven wij U in overweging Ir. J. A. C.
Tillema met ingang van 1 Februari 1932 te benoemen
tot Gemeentelijk Inspecteur voor het Woningtoezicht.
Benoemd wordt Ir. J. A. C. Tillema, voornoemd, met
25 stemmen, terwijl 3 biljetten blanco worden ingele
verd.