222 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Juli 1932. ander niet door de wereld kan komen, omdat hij geen werk heeft. In verband met wat ik in eerste instantie heb ge noemd, het vraagstuk van de verkorting van den arbeidsdag, zou ik willen voorstellen dit adres in handen van het college te stellen om advies, met de bedoeling dat deze kwestie een onderwerp van be spreking zal uitmaken in de Commissie voor Georgani seerd Overleg. De heer Botke: Mijnheer de Voorzitter. De kwestie van de 40-urige werkweek, welke in dit adres wordt naar voren gebracht, heeft thans de aandacht van breede kringen der arbeidersbeweging. Op onze con gressen is die zaak reeds behandeld, de Voorzitter van het Nederlandsch Vakverbond, onze partijgenoot Kupers, heeft haar reeds in de Tweede Kamer ter sprake gebracht en ook in Genève is zij reeds aan de orde gesteld. Algemeen wordt er gevoeld in de ar beidersbeweging, dat het noodzakelijk moet gaan in de richting van verkorting van den arbeidstijd, willen wij voorkomen dat in de toekomst telkens de wereld wordt geteisterd door den geesel van de werkloosheid met als het ellendige gevolg een cultureele en geestelijke en moreele inzinking. Het is ieder duidelijk, die weet dat de bedrijven steeds volmaakter worden, de productie middelen steeds worden verbeterd, dat, als alle ar beidskrachten met den tegenwoordigen werktijd in het productieproces worden opgenomen, er in een minimum van tijd een enorme productie zal ontstaan, met als gevolg overproductie en als nasleep daarvan de ellende, die wij in den tegenwoordigen tijd kennen. Zeer zeker zal in de toekomst de kwestie van den arbeidstijd in verband met de productievoortbrenging moeten worden geregeld en het is de vraag, of dan verkorting van den arbeidstijd alléén wel voldoende is; zeer zeker zal er dan ook gedacht moeten worden aan verhooging van de grens van den leerplichtigen leeftijd en aan verlaging van den pensioengerechtigden leeftijd. Maar al die dingen verkeeren thans nog in een stadium van voorbereiding en onderzoek en naar onze meening is het dan ook niet de taak van de gemeente om thans in dezen reeds stappen te doen, gezien de algemeene omstandigheden en de verhoudingen, waarin wij ver keeren. De heer Dijkstra heeft naar voren gebracht om deze kwestie naar het Georganiseerd Overleg te brengen, maar ik geloof dat dit op het oogenblik niet veel raison zou hebben, gezien de omstandigheden, waarin wij verkeeren. Onze fractie kan dan ook mee gaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders om dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Het voorstel van den heer Dijkstra wordt niet ondersteund en maakt alzoo geen onderwerp van be raadslaging uit. De beraadslagingen worden gesloten. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen besloten het adres voor kennisgeving aan te nemen. g. adres van J. A. Collet en anderen om een ver ordening vast te stellen op het uitzenden van radio- muziek aan de openbare straat. Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge meester en Wethouders te stellen om praeadvies. De beraadslagingen worden geopend. De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou willen vragen, is het wel noodig om, in verband met wat zich thans bij het „buitengewoon departement van Vreemdelingenverkeer" heeft voorgedaan, nu direct een verordening op dit punt te gaan maken Ik vind het toch te gek, als zich een geval heeft voorgedaan, dat enkele buren last hebben ondervonden, dat direct heel Leeuwarden zal worden geringeloord op dit gebied door een verordening. Ik geloof dat wij dit niet moeten doen, te meer, omdat zich daarbij zeer moeilijke kwes ties zouden blijken voor te doen en daarom meen ik dat wij dit request voor kennisgeving moeten aannemen. De Voorzitter; Ik zou daarop in de eerste plaats dit willen antwoorden: hoe precies het advies van Burge meester en Wethouders zal luiden Wenscht de heer Terpstra alsnog het woord De heer Terpstra: Mijnheer de Voorzitter. In tegen stelling met den heer Buiel zou ik graag willen ver klaren, dat ik het zeer noodzakelijk acht dat een der gelijke verordening in het leven wordt geroepen. Het is misschien ons allen bekend, dat nu in de laatste dagen het geval dat hier is genoemd, de aanleiding is geweest tot het verzoek, dat in dit adres is gedaan, maar er wordt toch voortdurend sterk over geklaagd. Bovendien is dat niet alleen hier het geval, maar ik weet dat er in verschillende gemeenten reeds een der gelijke verordening bestaat. Ik herinner mij op het oogenblik, dat de Gemeenteraad van Medemblik nog voor korten tijd een dergelijke verordening heeft ge maakt, hetgeen bewijst, dat niet alleen in Leeuwarden maar ook in andere gemeenten de behoefte daaraan wordt gevoeld. Ik ondersteun dan ook van ganscher harte het voorstel van, Burgemeester en Wethouders om over dit adres praeadvies uit te brengen. De Voorzitter; De heer Terpstra kan dus volkomen meegaan met het voorstel van Burgemeester en Wet houders, maar ik zou den heer Buiel willen ant woorden, dat het in handen van Burgemeester en Wethouders stellen om praeadvies beteekent, dat het noodige onderzoek kan gedaan worden en inlichtingen ingewonnen bij den Commissaris van Politie of wer kelijk algemeen hinder wordt ondervonden van de radiotoestellen of liever van de loudspeakers van anderen en naar gelang die inlichtingen zijn, zullen Burgemeester en Wethouders al of niet komen met een voorstel om een verordening samen te stellen. Het zenden om praeadvies beteekent dus nog niet dat er een verordening zal komen. Wil de Raad van een verordening niets weten, dan is het natuurlijk een voudiger om dit adres maar voor kennisgeving aan te nemen; dan behoeven Burgemeester en Wethouders dat onderzoek ook niet in te stellen. De bedoeling van praeadvies is echter een nader onderzoek in te stellen naar den hinder, die wordt ondervonden en we weten allen wel, dat het op het oogenblik wel de tijd is om dat in elk geval te doen. Ieder voor zich heeft wel eens een naburigen loudspeaker verwenscht. De be doeling is nu om na te gaan of die verwenschingen zóó ver gaan, dat het noodig is dat er een verordening zal komen. Ik geloof wel, dat de meerderheid van den Raad er zich mee kan vereenigen dat Burgemeester en Wethouders daarover praeadvies uitbrengen. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. h. dat Burgemeester en Wethouders aan nieuw aangelegde straten ten Noordwesten van de Leeuwrikstraat en ten Zuiden van den Mr. P. J. Troelstraweg de volgende namen hebben toegekend A. aan de ten Zuidwesten van den Mr. P. J. Troelstraweg eerstvolgende straat, loopende uit de Leeuwrikstraat in Noordwestelijke richting naar de Averkampstraat, den naam van Obr echt straat; Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Juli 1932. 223 B. aan de straat, aanvangende bij gemeenteschool no. 15 en loopende uit de Leeuwrikstraat eerst even wijdig aan de straat sub A en daarna ombuigende naar het Noordwesten tot aan die sub F, den naam van Beethovenstraatv, C. aan de ten Zuidwesten van die sub B eerst volgende straat, aanvangende bij de Leeuwrikstraat en vandaar loopende eerst in Noordwestelijke en daarna ongeveer in Westelijke richting, den naam van Schubertstraat; D. aan de straat, loopende uil die sub A in Zuid westelijke richting onmiddellijk ten Noordwesten van en evenwijdig aan de Leeuwrikstraat, den naam van Mozavtstvaat E. aan de ten Zuidwestenvan den Mr. P. J. Troelstraweg eerstvolgende straat, loopende uit de Averkampstraat in Noordwestelijke richting naar de Valeriusstraat, den naam van Diepenbrockstraat; F. aan de straat, loopende uit cfie sub E in Zuid westelijke richting naar die sub D, den naam van Sweelinckstraat; G. aan de straat, loopende onmiddellijk ten Zuid westen van die sub A uit die sub D in Noordwestelijke richting en snijdende die sub F alsmede de Valerius straat, den naam van Bachstraat; H. aan de straat, loopende onmiddellijk ten Zuid westen van die sub G uit die sub D in Noordwestelijke richting naar die sub F, den naam van Mendelssohnstraat; I. aan de straat, loopende halverwege tusschen die sub B en C uit die sub D naar die sub F, den naam van Handelstraat; aan de straat, loopende halverwege tusschen die sub D en F uit die sub B in Noordoostelijke richting naar die sub G, den naam van Brahmsstraat; K. aan de ten Noordwesten van de straat sub D eerstvolgende straat, loopende uit die sub G in Noord oostelijke richting naar die sub A, den naam van Weberstraat; L. aan de straat, loopende halverwege tusschen die sub B en H uit die sub naar die sub F, den naam van Chopinstraat; bij openbare aanbesteding hebben gegund aan F. K. Sinnema te Warga het maken van een paardenstal met privatenbouw op het terrein voor woonwagens nabij de woonschepenhaven voor de som van 2287. De mededeelingen sub h worden voor kennisgeving aangenomen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan K. Postma, als onderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onder wijs. De beraadslagingen worden geopend. De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter. Ik vind dit verzoek een beetje eigenaardig, ik begrijp dat ten minste niet en ik zou daaromtrent graag inlichtingen willen hebben. De heer Postma vraagt ontslag wegens ziekte, maar mijn vraag is hoe is het met de ziekteregeling en gaat hij met of zonder invaliditeitspensioen? Boven dien wordt er in het ontwerp-besluit geen datum ge noemd, waarop het ontslag eventueel zou moeten in gaan. Uit het hierna volgend punt 4 meen ik te mogen opmaken, dat het de bedoeling is dat het ontslag op 1 Augustus a.s. zal ingaan en dat het met pensioen zal worden verleend, maar ik zou daaromtrent graag nadere inlichtingen willen hebben. De heer De Boer (wethouder): Mijnheer de Voor zitter, het blijkt uit de stukken reeds, dat de onderwijzer Postma van school 4 langen tijd ziek is geweest en niet alleen één keer maar herhaaldelijk. Dit heeft er ten slotte toe geleid, dat hij een keuring heeft aangevraagd bij den Pensioenraad en het gevolg is geweest dat zijn afkeuring heeft plaats gehad. In verband daarmee doen Burgemeester en Wethouders nu het voorstel om aan den heer Postma ontslag te verleenen en dit ontslag zal ingaan op een bepaalden datum, n.l. op den datum, waarop de andere functionaris in functie treedt. Zoo is de gang van zaken; het ontslag is een gevolg van ziekte of invaliditeit, welke ten slotte door afkeuring is gevolgd en de heer Postma krijgt pensioen. De heer Peletier komt ter vergadering. De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter, ik wil nog even opmerken, dat het advies van de Commissie van Toezicht niet bij de stukken lag, zoodat ik uit het heele geval niet wijs kon worden. Dat advies was er niet en verder heb ik ook uit het ontwerp-besluit den datum van het ontslag gemist; zoodoende kon ik geen hoogte krijgen van wat er gaande was. Het is dus de bedoeling dat het ontslag op 1 Augustus ingaat, maar dan zal het getypte besluit, dat bij de stukken ligt, toch nog in dien zin moeten worden aangevuld, dat het ontslag met in gang van 1 Augustus wordt verleend. De Voorzitter: De heer De Boer heeft welwillend den heer Buiel de gevraagde inlichtingen verstrekt, maar eigenlijk gezegd heeft de Raad er niets mee te maken of het ontslag om gezondheidsredenen wordt gevraagd. Bovendien heeft het advies van de Commissie van Toezicht wél bij de stukken gelegen De heer Buiel: Neen De Voorzitter: Het staat op de ontslagaanvrage zelf en als dat stuk er bij heeft gelegen dan heeft dus ook dat advies er bij gelegen. Er staat op dat stuk zelf als advies van de Commissie „Geen bezwaar" en dat is geteekend door de heeren Botke en Mendels. Dat ad vies heeft er dus wél bij gelegen. De kwestie of de betrokkene pensioen krijgt of niet, staat verder absoluut buiten de bevoegdheid van den Raad en bovendien bepalen Burgemeester en Wethouders volgens de ver ordening den datum van ontslag, dus of dit op 1 Au gustus ingaat of op 1 September, heeft de Raad ook niets mee te maken. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overplaatsing van den onderwijzer J. J. Krips van gemeenteschool no. 3 naar de school voor uitgebreid lager onderwijs. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5. Benoeming van een schoolarts, vacature P. de Vries. De aanbeveling van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt In verband met het aan den schoolarts dezer ge meente. den heer P. de Vries Jzn., op zijn verzoek verleend eervol ontslag, hebben wij sollicitanten voor deze betrekking opgeroepen, tengevolge waarvan zich 18 gegadigden hebben aangemeld, wier namen voor komen op de hierbij overgelegde lijst, waarbij tevens de ingezonden stukken zijn gevoegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1932 | | pagina 2