234 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juli 1932. zoo, dat het een kwestie is van concurrentie, van het hebben of het niet hebben van een automaat. Men wacht uit den aard der zaak op de beslissing, die de Raad in dezen zal nemen en ik zou het daarom op prijs stellen dat, zoo mogelijk, in de eerstvolgende Raadsvergadering praeadvies wordt uitgebracht. De heer Muller: Mijnheer de Voorzitter. Naar aan leiding hiervan zou ik ook wel een opmerking willen maken. Tot nog toe hebben wij gemeend dat bijvulling van automaten gedurende den Zondag niet mocht plaats vinden, maar als wij dit adres mogen gelooven, dan mag dat wèl geschieden. Is dat juist, ja of neen Ik wil dit wel zeggen, ik zou het betreuren als dat met zooveel woorden in de verordening staat of wan neer dat oogluikend wordt toegelaten, want ik meen dat de Raad op het standpunt staat dat het niet moet gebeuren. De Voorzitter: Het is niet bepaald toegelaten, mijn heer Muller De heer Vromen: Op grond waarvan De Voorzitter maar het mag wel. Naar aanleiding van de vraag van den heer Weima kan ik dit ant woorden. Inderdaad konden wij ook nu direct deze zaak wel aan de orde stellen, maar wij dachten dat de Raad het op prijs zou stellen hierover praeadvies te krijgen en daarom stellen Burgemeester en Wethouders voor hierover praeadvies uit te brengen. Als de leden deze zaak nu ineens willen behandelen, ons is het wel, maar het leek ons beter dat wij een lijn zouden aan geven in een praeadvies. Ik stel dus voor, laten wij deze zaak op het oogenblik niet verder behandelen, maar ik wil wel toezeggen dat het praeadvies in de volgende vergadering aan de orde zal worden gesteld. De beraadslagingen worden gesloten. De adressen sub g en h worden in handen van Bur gemeester en Wethouders gesteld om praeadvies. i. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare aanbesteding hebben gegund aan S. H. Groenhof te Dantumawoude de verbouwing van gemeenteschool no. 5 voor 11.380.—. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Benoeming van een schoolartsvacature-P. de Vries. Het eerste voorstel van Burgemeester en Wet houders is opgenomen op bladzijde 223 van het verslag der Raadsvergadering van 5 Juli 1932. Een nader voorstel van Burgemeester en Wet houders luidt als volgt Nadat in Uwe vergadering van 5 Juli j.l. de be noeming van een schoolarts was aangehouden, hebben wij, rekening houdend met hetgeen dienaangaande uit Uw midden ter sprake is gebracht, ter zake een nader onderzoek ingesteld. Op grond van de daarbij ver kregen, volledige, inlichtingen is ons College tot de overtuiging gekomen, dat in de aanbeveling, welke wij U op 30 Juni j.l. hebben aangeboden, geenerlei ver andering moet worden gebracht, zoodat wij haar on veranderd handhaven. Onder mededeeling, dat wij uiteraard bereid zijn omtrent deze aangelegenheid mondeling nadere mede- deelingen aan Uwe Vergadering te doen, geven wij U mitsdien in overweging om, aan de hand van ons voor stel van 23/30 Juni j.l., alsnu tot eene benoeming over te gaan. De aanbeveling van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt 1. mej. A. M. G. Matveld, arts, werkzaam aan het Binnengasthuis te Amsterdam; 2. mej. W. J. de Bouvé, arts te Katwijk aan Zee; 3. I. Th. Bangma, arts te Meppen (gemeente Zweeloo De VoorzitterEr is hedenmorgen ingekomen een telegram van mej. Matveld dat zij hare sollicitatie intrekt en daarin hebben Burgemeester en Wethouders aanleiding gevonden om thans hun aanbeveling terug te nemen, teneinde met een nieuwe aanbeveling bij den Raad te kunnen komen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Vromen: Mijnheer de Voorzitter. Naar aan leiding van deze mededeeling heb ik toch reden om aan Burgemeester en Wethouders te vragen ons nu reeds in deze vergadering kennis te doen nemen van de mondelinge nadere mededeelingen, waarover in den Raadsbrief wordt gesproken, opdat dan de Raad mis schien een meening kan krijgen omtrent de wijze, waarop Burgemeester en Wethouders, nadat in de vorige vergadering deze zaak, zij het ook op verzoek van den Raad. is teruggenomen, verder hebben gehan deld. De Voorzitter: Wij hebben natuurlijk geen bezwaar om na afloop van deze vergadering in besloten zitting die mededeelingen te doen, maar ik wil er wel op wijzen dat dit eigenlijk eenigszins een vooruitloopen is op het nieuwe praeadvies. Wij hebben echter geen bezwaar om den Raad mede te deelen waarom wij meenden dit voorstel te moeten handhaven en welke opinie wij over de sollicitanten hebben. Heeft de Raad daar geen bezwaar tegen De heer Dijkstra: Mijnheer de Voorzitter, ik vraag het woord. Ik zou den heer Vromen willen verzoeken zijn voorstel in te trekken, want wat heeft dat thans voor beteekenis Deze voordracht is vervallen en als er een nieuwe voordracht komt, kunnen wij de toe lichting, waarom dit of dat naar de meening van Bur gemeester en Wethouders moet gebeuren, ook wel krijgen. Wat de heer Vromen voorstelt heeft geen practisch nut, want dit is een zaak die thans van de agenda is afgevoerd. De heer Muller: Mijnheer de Voorzitter. Ik ben het niet met den heer Dijkstra eens maar ik ben het wel met den heer Vromen eens. De toestand is toch zoo, als wij aanstonds inlichtingen krijgen wat Burgemeester en Wethouders ten opzichte van deze voordracht heeft genoopt om die weer in te dienen, dat wij dan óók de gelegenheid hebben om ónze zienswijze daartegenover te plaatsen en dat Burgemeester en Wethouders dan bij de volgende voordracht rekening zullen kunnen houden met wat des Raads is. Daarom ben ik er voor dat Burgemeester en Wethouders de gelegenheid krijgen om vóórdat zij met een nieuwe voordracht komen eerst den Raad eens te polsen hoe de Raad denkt over die nieuwe voordracht. De Voorzitter: Ik kan daarop antwoorden dat wij natuurlijk wel bereid zijn om deze besloten vergadering te houden, maar dat, hoewel de opinie van den Raad ons natuurlijk altijd tot richtsnoer zal strekken, wij toch bij onze aanbevelingen altijd onze eigen opinie naar voren zullen brengen. Men moet dit vooropstellen, dat al zegt de Raad dat wij die en die personen op de voordracht moeten brengen, Burgemeester en Wet houders zich toch absoluut vrij gevoelen om die per sonen er op te brengen, die zij willen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juli 1932. 235 De heer Muller: Dat bedoel ik ook niet. De Voorzitter: Neen, maar dat wilde ik toch maar even zeggen. De beraadslagingen worden gesloten. De aanbeveling wordt door Burgemeester en Wet houders teruggenomen, in verband waarmede de be noeming wordt aangehouden. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan K. E. Meinardy, als onderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onderwijs. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overplaatsing van den onderwijzer P. van der Meulen van gemeenteschool no. 7b naar gemeenteschool no. 3. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet houders sub 4 en 5. 6. Benoeming van een onderwijzer aan gemeente school no. 7b. De voordracht van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt 1. A. van Huissteden, onderwijzer te Rotterdam; 2. A. Roodvoets, onderwijzer te Opende. Benoemd wordt A. van Huissteden, voornoemd, met 23 stemmen. Op A. Roodvoets wordt 1 stem uitge bracht; 1 biljet is van onwaarde. 7. Benoeming van twee onderwijzeressen aan ge meenteschool no. 14a. De voordrachten van Burgemeester en Wethouders luiden als volgt A. 1. mej. W. de Jong, reserve-onderwijzeres, alhier; 2. A. Bosma, 3. A. Tolsma, B. 1. mej. A. Bosma, reserve-onderwijzeres, alhier; 2. A. Tolsma, 3. A. L. Gorter, Benoemd worden: sub A, mej. W. de Jong, voor noemd, met 24 stemmen; op mej. A. Bosma wordt 1 stem uitgebracht; sub B, mej. A Bosma, voornoemd, met 24 stemmen; op mej. A. Tolsma wordt 1 stem uitgebracht. 8. Benoeming van een onderwijzeres aan gemeente school no. 15. De voordracht van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt 1. mej. A. Tolsma, reserve-onderwijzeres, alhier; 2. A. L. Gorter, Benoemd wordt mej. A. Tolsma, voornoemd, met 24 stemmen; op mej. A. L. Gorter wordt 1 stem uitgebracht. 9. Benoeming van een onderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onderwijs. De voordracht van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt 1. IJ. de Bruin, onderwijzer aan gemeenteschool no. 8b; 2. T. Ridder, onderwijzer aan gemeenteschool no. 3; 3. H. IJ. de Jong, onderwijzer aan gemeenteschool no. 2. Benoemd wordt IJ. de Bruin, voornoemd, met 24 stemmen; op H. IJ. de Jong wordt 1 stem uitgebracht. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming van een strook grond aan den Groninger straatweg van A. Kamminga. Dit voorstel luidt als volgt Van A. Kamminga, alhier, ontvingen wij een bereid verklaring tot afstand aan de gemeente van de strook grond, gelegen voor den voortuin van de door hem aan den Groningerstraatweg te bouwen woning. Aan gezien hier reeds meer dergelijke strooken grond aan de gemeente in eigendom zijn overgegaan, is het ge- wenscht ook op deze aanbieding in te gaan. Wij geven U daarom in overweging te besluiten in eigendom over te nemen van A. Kamminga, alhier, eene strook grond, gedeelte van het perceel kadastraal be kend gemeente Leeuwarden, Sectie F no. 4489, welke ten Zuidoosten wordt begrensd door den Rijksstraatweg van Leeuwarden naar Groningen en ten Noordwesten door de lijn, getrokken op 7.20 M. afstand voor en evenwijdig aan de rooilijn voor de bebouwing ter plaatse, vastgesteld bij Uw besluit van 21 Juni 1927, no. 215R/125, een en ander op de volgende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt 1. 2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor rekening der gemeente. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming van den grond der stoep voor het perceel Torenstraat no. 13 van J. van der Weide. Dit voorstel luidt als volgt Van J. van der Weide, alhier, ontvingen wij het verzoek hem vergunning te verleenen voor het ver bouwen van het perceel Torenstraat no. 13. Uit de overgelegde bouwteekening blijkt dat adressant voor nemens is het aan de gemeente toebehoorende strookje grond, gelegen ten Westen van en grenzende aan zijn eigendom, geheel te bebouwen. V/ij hebben belangheb bende medegedeeld, dat wij tegen verkoop van bedoeld strookje grond geen bedenkingen hebben. Als koopprijs is door ons een totaal bedrag van 7.'-' genoemd, berekend naar 1.per M2., welke prijs ons, in verband met vroegeren verkoop van terrein aldaar voor hetzelfde doel, voldoende voorkomt, te meer waar ingevolge het Raadsbesluit van 9 Januari 1906 adressant aan de gemeente moet betalen een be drag van 35.— per strekkenden meter lengte van den aan de Westerplantage te plaatsen gevel. Adressant kan zich blijkens zijn hierbij overgelegde verklaring met de gestelde voorwaarden vereenigen tevens is hij genegen om de voor het bedoelde perceel gelegen stoep in de Torenstraat op de gebruikelijke voorwaarden aan de gemeente in eigendom over te dragen. Op de hierbij overgelegde situatieteekening is de betrekkelijke strook grond in roode kleur aangegeven. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten I. tot verkoop aan J. van der Weide, alhier, voor de som van ƒ7.— totaal, van de aan de gemeente toe behoorende strook grond, deel uitmakende van het kadastrale perceel, gemeente Leeuwarden Sectie C no. 2046, gelegen ten Westen van en aansluitende aan het perceel Torenstraat no. 13, kadastraal bekend Sectie C no. 964, zooals op de bijbehoorende situatieteekening in roode kleur is aangegeven en onder voorwaarde dat de kosten van overdracht en de levering van een nota- rieël afschrift van de akte voor het gemeentearchief voor zijne rekening komen; II. in eigendom over te nemen van J. van der Weide, voornoemd, den grond van de stoep, gelegen aan de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1932 | | pagina 2