236 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juli 1932.
Torenstraat, voor het perceel Torenstraat no. 13, ka
dastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie C no.
964, zulks onder de volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden;
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van
den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de
gemeente vervoerd;
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg
werkzaamheden aan den gevel van bovenvermeld
gebouw noodig zijn, geschieden deze door en voor
rekening der gemeente;
en overigens op de gebruikelijke en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
III. de onder II bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet
houders sub 10 en 11.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
doortrekking van de Valkstraat en aansluiting daarvan
aan de Lijsterstraat.
Dit voorstel luidt als volgt
Na de ruiling van grond aan de Valkstraat met de
stichting St. Bonifacius-Hospitaal, alhier, en den aan
koop van een tweetal terreinen ter plaatse van IJ. Jelsma
te 's Gravenhage, een en ander ingevolge Uw besluit
van 3 November 1931, no. 349R/223, hebben wij den
Directeur der Gemeentewerken opdracht gegeven tot
het maken van een plan met begrooting van kosten
voor de doortrekking van de Valkstraat over de door
de ruiling en den aankoop verkregen terreinen en van
de aansluiting van die straat aan de Lijsterstraat. Het
door dien Directeur ingediende plan met begrooting en
bijbehoorende teekening leggen wij hierbij aan U over.
Volgens de raming zullen de kosten van het uit te
voeren werk bedragen rond 12.500. daaronder be
grepen die van honorarium, toezicht, administratie
kosten en renteverlies. Wij kunnen ons met het plan
geheel vereenigen, evenals de Commissie voor de Open
bare Werken, gelijk zij ons bij schrijven van 23 Juni
j.l. heeft bericht.
Bij de totstandkoming van het stratenplan, op de wijze
zooals het op de teekening is aangegeven, is het nood
zakelijk de bij Uw besluit van 15 Juli 1930, no. 239R/125,
vastgestelde rooilijnen ter plaatse eenigszins te wijzigen,
aangezien de door te trekken Valkstraat iets naar het
Zuidoosten is verschoven. Een voorstel tot die wijziging
zullen wij spoedig bij U aanhangig maken.
Wij geven U thans in overweging te besluiten
tot doortrekking van de Valkstraat en aansluiting
daarvan aan de Lijsterstraat, gelijk op de bij dit besluit
behoorende teekening no. 2519, gemerkt ,,bij 2295 van
'32", is aangeduid en voor de uitvoering van dat werk
een bedrag van 12.500.— beschikbaar te stellen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hofstra: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb
tegen deze zaak geen bezwaar, maar ik zou toch naar
aanleiding hiervan aan Burgemeester en Wethouders
willen verzoeken dat de Raad er nu eens mee in kennis
wordt gesteld hoe inderdaad het uitbreidingsplan zal
wezen. Wij krijgen telkens partiëele voorstellen van
Burgemeester en Wethouders en men heeft een zekere
uitbreiding van de stad, maar ik zou het op prijs stellen
wanneer Burgemeester en Wethouders den Raad nu
eens in de gelegenheid gingen stellen om zich uit te
spreken over het uitbreidingsplan, want dit is nog nooit
vastgesteld. Dat wordt wel telkens door Burgemeester
en Wethouders in uitzicht gesteld, maar ik acht het
1 noodig dat dit nu ook gebeurt.
De Voorzitter: Ik kan daarop antwoorden, dat wij
j daarover in het college ook juist nog hebben gesproken;
men kan er wel op rekenen dat het uitbreidingsplan
binnen afzienbaren tijd bij den Raad aan de orde zal
worden gesteld. Maar het is een ontzettend werk; alles,
kaarten, teekeningen, enz. moet daarvoor eerst in orde
worden gemaakt.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in
zake de verbetering van de Nieuwestad en den Wir-
dumerdijk met bijkomende werken.
Dit voorstel luidt als volgt
Naar aanleiding van de op de gemeentebegrooting
voor 1932 aangebrachte posten voor verbetering van de
Nieuwestad (volgno. 858) en van den Wirdumerdijk
(volgno. 862), tot bedragen van onderscheidenlijk
99.000.— en 30.000.— en in verband met onze bij
de aanbieding van die begrooting gedane mededeeling
(bijlage no. 17 van 1931), dat het eenige jaren geleden
door Uwen Raad aanvaarde werkplan medebrengt dat
in 1932 de verbetering van de beide genoemde straten
ter hand wordt genomen, hebben wij de plannen tot
uitvoering daarvan nader laten uitwerken en gespecifi
ceerde begrootingen van de onderscheidene onderdeelen
doen opmaken. In het hierbij overgelegde rapport van
den Directeur der Gemeentewerken d.d. 1 Juni j.l. no.
1311, aangevuld bij schrijven van 29 Juni j.l. no. 1561
met bijbehoorende teekeningen en begrootingen, waar
naar wij U, voor zooveel noodig, verwijzen zijn de
tot stand te brengen werken uitvoerig omschreven.
Gelijk U uit de stukken zal blijken ligt het in de be
doeling de Nieuwestad Zuidzijde, tusschen den Wir-
merdijk en de Duco-Martenapijp, te voorzien van een
rijweg met eene breedte varieerende, zooals de teeke
ning aangeeft, tusschen 7.20 en 10 Meter, aan de zijde
van de huizen begrensd door een trottoir van 4.50 a
5 Meter breedte, welk trottoir met het oog op een
gunstige aansluiting aan de Peperstraat, bij den Wir
dumerdijk tot ongeveer 10 Meter verbreed wordt. De
scheiding tusschen den rijweg en het parkeerterrein bij
de Oude Waag zal worden gevormd door een enkele
centimeters boven het wegdek uitstekende band. (Bij
de parkeerplaatsen op het Stationsplein is een dergelijke
geringe verhooging aangebracht). De loswal tusschen
de Langepijp en de Duco-Martenapijp wordt van een I
nieuwe klinkerbestrating voorzien.
Tusschen de Duco-Martena- en de Westerpijp is aan I
de Noordzijde van de Nieuwestad een rijweg ont
worpen van 6 Meter breedte met aan den huizenkant
een trottoir van 2.30 Meter. Aan de grachtzijde komt
een niet verhoogde walkant.
Het gedeelte Nieuwestad gelegen tusschen de Wester- I
pijp en de Westerplantage wordt voorzien van een I
rijweg met een breedte van 7.40 tot 11.90 Meter. De I
trottoirs ter weerszijden krijgen elk een breedte van I
2.60 Meter.
Aan de Zuidzijde van de Nieuwestad tusschen de I
bovengemelde Duco-Martena- en Westerpijpen zal de I
rijweg eene breedte verkrijgen van slechts 5 Meter. I
Hoewel deze breedte ongetwijfeld als een minimum I
moet worden aangemerkt voor een rijweg, ook wan-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juli 1932. 237
neer eventueel het éénrichtingverkeer wordt toegepast,
is het niet mogelijk hier de breedte te vergrooten, tenzij
tot versmalling van het trottoir wordt overgegaan.
Dit laatste zal echter bij de aanwezige wegbreedte
aan den walkant dient naast den rijweg een ruimte van
ten minste 1.50 Meter aanwezig te zijn voor wielrijders,
karren en dergelijke ter plaatse van de Westerpijp
slechts 1 Meter breed zijn om naar de zijde van de Duco-
Martenapijp geleidelijk eene breedte te verkrijgen van
4 Meter, Versmalling van het trottoir kan derhalve, niet
plaats hebben, althans bij de Westerpijp niet. Het hier-
bedoelde weggedeelte kan echter aanmerkelijk worden
verbeterd indien de walmuur iets naar de grachtzijde
verplaatst wordt. Bij de Westerpijp zou deze ver
plaatsing ongeveer 1.50 Meter kunnen bedragen, waar
door aan het trottoir aldaar eene breedte van 2.50
Meter kan worden gegeven, hetgeen als een groote
verbetering moet worden aangemerkt. Tegen de, bij de
Duco-Martenapijp eindigende, versmalling van het
vaarwater, op de wijze zooals de teekening aangeeft
zijn geen bedenkingen en waar de walmuur in een
zoodanigen toestand verkeert, dat binnenkort grondige
herstelling noodig is, meenen wij dat de gelegenheid
thans gunstig is om in plaats van de noodige her
stellingen aan te brengen, een geheel nieuwen walmuur
op te trekken en dezen tegelijkertijd eenigszins naar de
grachtzijde te verplaatsen.
De Wirdumerdijk wordt verbeterd van de Tontje-
pijp tot aan den Nieuweweg. Het gedeelte tusschen dien
weg en de Wirdumerpoortsbrug is voorloopig niet in
het plan opgenomen, zulks in verband met een mogelijke
vernieuwing van genoemde brug. Tusschen de Tontje-
pijp en de Peperstraat zijn naast den rijweg ter weers
zijden verhoogde trottoirs geprojecteerd. De thans
bestaande breedte van den rijweg langs den Wirdumer
dijk kan behouden blijven indien de eigenaren van
enkele particuliere stoepen deze aan de gemeente willen
afstaan waartoe wij pogingen in het werk zullen stellen.
Gelukt het niet deze stoepen in eigendom te verkrijgen
dan moet noodgedwongen tot eenige versmalling van
den rijweg worden overgegaan, daar het anders niet
mogelijk is om alle leidingen en kabels in de trottoirs
aan te brengen.
Met betrekking tot de Duco-Martenapijp en de
Westerpijp hebben wij ons de vraag gesteld of het
noodzakelijk is om deze pijpen af te breken en te ver
vangen door nieuwe van een grootere breedte en een
zwaardere constructie. Ten aanzien van de Duco-
Martenapijp zijn wij daarbij eenstemmig tot de conclusie
gekomen dat deze in haar tegenwoordigen vorm be
houden moet blijven, zoowel uit een aesthetisch en his
torisch oogpunt als om het feit dat zij blijkens onderzoek
nog zeer goed bestand is tegen zware belastingen, terwijl
het verkeer geen verbreeding of vernieuwing nood
zakelijk maakt. Weggenomen dient echter te worden
de tegen de Oostzijde van de pijp aangebrachte buis
leiding van de waterleiding, waartoe zich een goede
gelegenheid voordoet, nu tengevolge van de straat
verbetering de leidingen toch verlegd moeten worden
en waarmede het uiterlijk van de pijp gebaat is.
Wat de Westerpijp betreft zijn de meeningen in ons
College verdeeld. De meerderheid acht bij een goede
regeling van het verkeer wijziging van deze pijp niet
I noodzakelijk. Niet alleen om het karakteristieke aanzicht
van het stadsbeeld ter plaatse onaangetast te laten
wenscht de meerderheid aan de pijp geen verandering
aan te brengen, doch ook uit een oogpunt van be
sparing van kosten, een factor waarmede in deze
abnormale tijden ter dege rekening dient te worden ge
houden. De minderheid echter is van meening, dat een
afdoende verbetering van de Nieuwestad niet is te
verkrijgen zonder verbreeding en verlaging van de
Westerpijp; zij is van oordeel, dat daartoe noodzakelijk
moet worden overgegaan. Het wil haar voorkomen
dat het stadsbeeld niet ernstig wordt geschaad indien
de nieuw te bouwen pijp naar hetzelfde type als de
bestaande wordt gemaakt.
Als verhardingsmateriaal van de rijwegen, met uit
zondering van den rijweg aan de Zuidzijde van de
Nieuwestad tusschen de Duco-Martena- en de Wester
pijp, hebben wij asfalt gekozen op een gewalste fun
deering. De wenschelijkheid van het bezigen van deze
wegbedekking is in het bovenaangehaalde rapport van
den Directeur der Gemeentewerken uitvoerig uiteen
gezet. Als voornaamste factoren zijn genoemd het ge-
ruischlooze verkeer en de geringe onderhoudskosten.
Bij toepassing van genoemd materiaal dienen de kabels
en leidingen in de trottoirs te worden aangebracht. De
verharding van den zooeven genoemden rijweg tusschen
de Duco-Martena- en de Westerpijp zal bestaan uit
een niet gefundeerde klinkerbestrating. De bestaande
wegdekken van de Tontjepijp, de Duco-Martenapijp en
de Westerpijp zullen worden vervangen door klein-
plaveisel, gefundeerd op 2 vlijlagen van klinkers, zooals
bij de Amelandspijp is toegepast.
Enkele in den weg staande boomen moeten worden
gerooid; zij zullen door andere worden vervangen.
De uitvoering van de werken zal zoodanig geschieden,
dat daarvan de minst mogelijke hinder door de winkel
zaken wordt ondervonden.
Blijkens mededeeling van den Directeur der Ge
meentewerken zijn de bovenvermelde op de begrooting
uitgetrokken bedragen ad 99.000.— en 30.000.—
gebaseerd op eene raming van enkele jaren geleden,
die uit den aard der zaak thans niet meer als in alle
deelen juist kan worden aangemerkt. Bovendien zijn
in die raming niet opgenomen de kosten van de ver
betering van de Nieuwestad tusschen de Westerpijp
en de Westerplantage en die van vernieuwing van den
Zuidelijken walmuur tusschen de Duco-Martena- en de
Westerpijp. Daarentegen waren in de raming wel be
grepen de verbreeding en verlaging van de beide ge
noemde pijpen. Volgens de bij de stukken overgelegde
nieuwe begrooting en nader ontvangen mededeelingen
zal voor de uitvoering van de onderstaande werken
noodig zijn: voor de eigenlijke wegverbetering, de be
strating van de pijpen inbegrepen, 88.600. voor
vernieuwing van den walmuur 10.800.voor nood
zakelijke verbeteringen aan walmuur en leuningen van
de Duco-Martenapijp 4500. voor herstelling van
de bogen en het metselwerk van de Westerpijp 1000.
te zamen 104.900.In genoemde bedragen zijn de
algemeene kosten, alsmede de kosten van het graven
en dichten van sleuven ten behoeve van de bedrijven
begrepen. Behalve de hiervoren omschreven uitgaven
zullen noodig zijn de volgende bedragen, benoodigd
voor werken die hoewel zij niet alle in direct verband
staan met de straatverbetering toch als noodzakelijk
moeten worden aangemerkt, t. w.
voor werkzaamheden door de N.V. Intercommunale
Waterleiding Gebied Leeuwarden 6.025.
voor ten laste van de lichtbedrijven
komende kosten30.500.
te splitsen als volgt
1. straatverlichting 5.482.23
2. kabelwerk14.361.27
3. transformatorruimte 2.297.69
4. gasleidingen8.378.50
30.519.69
of rond 30.500.—.
Te zamen 36.525.—.
W aar de kosten van de wegverbetering zelve
derhalve 24.100.— lager zijn dan vroeger was
geraamd, kan ter zake van kabels, leidingen, enz. met
beschikbaarstelling van 36.525.— min 24.100. is
12.425.— worden volstaan.
De kosten zullen, naar U bekend is, uit het z.g.
stratenfonds worden bestreden. Wij maken van deze
gelegenheid gebruik er Uwe aandacht op te vestigen,