362 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 November 1932. verstreken zijn, waarvoor J. P. Reitsma naar aanleiding van een openbare inschrijving de zathe en landen ,,de Magere Weide" nabij den Mr. P. J. Troelstraweg heeft gehuurd tegen den prijs van 3000.per jaar. Nadat hij ons verzocht had opnieuw een huurovereenkomst met hem te willen sluiten, is de deskundige voor de gemeentelijke landerijen, met inachtneming van Uw besluit van 18 October j.l. in zake de wijze van ver huring, met hem tot overeenstemming gekomen omtrent den huurprijs, die op 1400.—- per jaar zou kunnen worden gesteld, d. i. circa 22.50 per 36% arede plaats heeft n.l. een oppervlakte van 22.76.31 H.A. of circa 62 X 36% are. Met eene verhuring op dezen voet en voor een tijd vak van drie jaren, waarmede Reitsma eveneens ge noegen neemt, kunnen wij ons vereenigen, weshalve wij U in overweging geven aan J. P. Reitsma, alhier, voor den tijd van drie jaren, aanvangende 5 Maart/12 Mei 1933 en eindigende op gelijke data in het jaar 1936, te verhuren de zathe en landen ,,de Magere Weide" aan en nabij den Mr. P. J. Troelstraweg, groot 22.76.31 H.A. (circa 62 X 36% are), voor den prijs van Een duizend vier honderd gulden 1400. per jaar en voorts op de overeen gekomen voorwaarden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van landerijen nabij den Greunsweg en den Kanaalweg aan P. Bergsma. Dit voorstel luidt als volgt Bij ons is ingekomen een verzoekschrift van P. Bergsma, den huurder van de gemeentelijke zathe en landen aan de Potmarge, om hem voor den tijd van twee jaren in huur af te staan het perceel bouwland nabij den Greunsweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G no. 3645, tot dusver in huur bij K. Hoogland, die daarvoor niet weer in aanmerking wenscht te komen. Eveneens verzoekt Bergsma, blijkens het overgelegd advies van den deskundige voor de gemeentelijke landerijen, wederom voor een jaar en op dezelfde voorwaarden als ten vorigen jare, inhuring van de perceelen weiland aan den Kanaalweg, kadas traal bekend alsvoren nos. 10852 en 5913. De deskundige geeft ons bij zijne overgelegde ad viezen in overweging, aan de verzoeken van Bergsma te voldoen; de huurwaarde van het bouwland schat hij op circa 25.— per 36% are, in totaal op 75.— voor de ruim 3 X 36% are; een huurprijs van 100.acht hij ook thans voldoende voor het weiland, groot 1.89.39 H.A. Blijkens zijne mede hierbij overgelegde verklaring neemt Bergsma genoegen met deze huurprijzen en met de overeengekomen voorwaarden, die in hoofdzaak gelijk zijn aan de bestaande. Met een verhuring op dezen voet kunnen ook wij ons vereenigen, waarom wij U in overweging geven te besluiten aan P. Bergsma te verhuren a. voor den tijd van twee jaren, gerekend te zijn ingegaan 1 November 1932 en eindigende 1 November 1934, het perceel bouwland nabij den Greunsweg, ka dastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G no. 3645, groot 1.15.80 H.A., voor den prijs van vijf en zeventig gulden per jaar; b. voor den tijd van een jaar, van 5 Maart 1933 tot 5 Maart 1934, de perceelen weiland aan den Ka naalweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G nos. 10852 en 5913, samen groot 1.89.39 H.A., voor den prijs van honderd gulden, in beide gevallen op de bestaande, zoo noodig eenigszins te wijzigen, voorwaarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Turksma; Mijnheer de Voorzitter. Dit voor stel heeft ook het vorig jaar op den Raadsbrief gestaan, toen is het stuk land, bedoeld onder b, óók voor een jaar verhuurd geworden. Ik zou nu willen vragen of men van de zijde van Burgemeester en Wethouders kan zeggen of men voor dit land ook een andere be stemming heeft. Of is het de bedoeling om dit land steeds van jaar tot jaar te verhuren? Ik meen juist dat de huurprijs van dit stuk land, van dit gegadigde stuk land tegen de stad aan, wat bijzonder laag is gesteld. Ik zal mij niet tegen die verhuring verklaren ik zou zeggen, het strekt ten voordeele van Burgemeester en Wethouders dat zij zich zoo tolerant betoonen tegen over den huurder, vooral ook als men beschouwt de huur van het stuk bouwland, dat hij er bij krijgt. Maar als men weet dat over het algemeen losse landen duur der worden verhuurd dan die, welke bij de boerderijen hooren, dan meen ik toch dat hier het tegenovergestelde het geval is. Van ,,de Magere Weide" is de huur 22.50 per pondemaat en nu zal ik niet zeggen dat die huur te hoog is, maar naarnaast wordt dit stuk land verhuurd voor ongeveer 18.terwijl de huur van het bouwland 25.— is. Als men dan nog daarnaast stelt datgene, wat straks bij het volgend punt zal plaats vinden, moet ik toch zeggen dat het mij zeer frappeert dat er zooveel onderscheid wordt gemaakt, waarbij de een zelfs nog meer betaalt dan de huur, waarvoor hij het land reeds gehad heeft, terwijl in dit geval een zoo lage huur wordt gevraagd. Als het de bedoeling is om dit land telkens van jaar tot jaar te verhuren, zou ik zeggen dat het beter is het dan maar publiek te doen. De Voorzitter: Het gaat bij dit voorstel over de ver huring van twee stukken land. Onder a wordt voorge steld aan Bergsma voor twee jaren een perceel bouw land te verhuren en als ik het goed heb dan is dat een perceel met slatmodder. Bergsma woont daar betrek kelijk vlak in de buurthet is wel los land, maar Bergsma heeft dicht daarbij een boerderij van de ge meente in huur en hoewel dat land daar thans niet offi cieel bij hoort, heeft het er toch vroeger wel bij ge hoord. Dit land zal hij nu voor twee jaar huren. Het andere perceel is dat, waar wij net over hebben gesproken en waar het aan Van Duuren te verkoopen terrein een klein stuk van uitmaakt, het weiland, af komstig van den verkoop-Feitz, zooals dit land hier in den regel wordt genoemd, en liggende tegenover de Centrale aan den Kanaalweg. Dat land had Bergsma vroeger ook reeds in huur van den eigenaar Feitz; die huur was verleden jaar om en toen heeft hij het ook voor 1 jaar van de gemeente gehuurd. Wanneer echter de mogeijlkheid bestaat om dit terrein binnen niet al te langen tijd in exploitatie te brengen en naar mijn overtuiging moet dat gebeuren dan zal zeker daartoe worden overgegaan en daarom wordt voorgesteld ook thans dit terrein voor één jaar te verhuren. Een ver huring voor langeren termijn is m. i. niet mogelijk. De heer Turksma heeft opgemerkt dat de huurprijs van dit terrein niet zoo heel erg hoog is, maar ook de koopprijs van dit land was niet zoo hoog, zoodat ook de huur niet zoo hoog kan zijn. Ik geloof niet dat die huurprijs er zoo uitloopt, dat dit een reden kan zijn om aanmer king op deze verhuring te maken. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van gardeniersland aan de Huizumerlaan aan P. Jongma. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 November 1932. 363 Dit voorstel luidt als volgt Blijkens het hierbij overgelegde schrijven van J. P. jongma stelt deze prijs op wederinhuring van het gar- deniersland aan de Huizumerlaan, kadastraal bekend gemeente Huizum Sectie B no. 893, groot 1.72.90 H.A., waarvan de huurtijd 1 November j.l. is verstreken. Overeenkomstig het advies van den deskundige voor de gemeentelijke landerijen hebben wij Jongma een huursom van 300.voorgesteld, waarmede deze, blijkens zijn overgelegd schrijven d.d. 23 November 1.1., genoegen neemt. Er bestaat derhalve geen bezwaar de huur op deze voorwaarde voor den tijd van 3 jaren te continueeren. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten aan J. P. Jongma, te Huizum, voor het tijdvak van 1 November 1932 tot 1 November 1935 te verhuren het perceel gardeniersland aan de Huizumerlaan, kadas traal bekend gemeente Huizum, Sectie B no. 893, groot 1.72.90 H.A., voor den prijs van 300.per jaar en voorts op de overeengekomen voorwaarden. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verstrekken van gelden aan het Bestuur der Ver- eeniging voor Christelijk Schoolonderwijs voor het aan schaffen van schoolboeken en schoolbanken ten behoeve van de school voor uitgebreid lager onderwijs in de Margaretha de Heerstraat no. 1. Dit voorstel luidt als volgt Bij schrijven van 3 November j.l. vraagt het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs, al hier, U gelden uit de gemeentekas beschikbaar te willen stellen voor het aanschaffen van boeken en banken ten behoeve van het onderwijs aan zijne school voor uit gebreid lager onderwijs in de Margaretha de Heer straat, zulks in verband met het invoeren van een nieuwe taalmethode en met eene uitbreiding van het aantal leerlingen. Uit het adres blijkt genoegzaam, dat is voldaan aan de bepalingen der Lager Onderwijswet 1920; ons is bovendien nog gebleken dat de thans in gebruik zijnde taalmethode verouderd is en niet meer aangevuld kan worden en dat inderdaad het aantal leerlingen van deze school in de laatste jaren zeer is toegenomen, zoo dat met de voorgenomen aanschaffing de normale eischen, welke aan het geven van lager onderwijs ge steld mogen worden, niet worden overschreden. De gemeente behoort derhalve krachtens artikel 72 der aangehaalde wet de benoodigde gelden beschikbaar te stellen. Wij geven U mitsdien, onder overlegging van het verzoek, in overweging te besluiten aan het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier, ten behoeve van het onderwijs aan zijne school voor uitgebreid lager onderwijs in de Margaretha de Heerstraat no. 1uit de gemeentekas gelden te verstrekken voor het aanschaffen van nieuwe boeken (Nederlandsche taal) en van nieuwe school banken. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verstrekken van gelden aan het Bestuur der Leeu warder Schoolvereeniging voor het aanschaffen van schoolboeken ten behoeve van zijne scholen in de St. Anthony straat en aan het Raadhuisplein. Dit voorstel luidt als volgt Het Bestuur der Leeuwarder Schoolvereeniging vraagt bij het hiernevens overgelegd schrijven, d.d. 26 October j.l., gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor het aanschaffen van boeken ten be hoeve van het onderwijs in Vaderlandsche geschiedenis en in Fransch aan de school in de St. Anthonystraat en in schrijven aan de school aan het Raadhuisplein. Uit het adres blijkt genoegzaam, dat is voldaan aan de bepalingen der Lager Onderwijswet 1920; ons is bovendien nog gebleken dat de aanschaffing van boe ken voor geschiedenis en Fransch noodzakelijk is, om dat de tot nog toe gebruikte boeken óf versleten óf door de verschillende drukken niet meer bruikbaar zijn, terwijl het aanschaffen van boekjes voor het schrijven het gevolg is van het invoeren van een nieuwe schrijf methode. Met de voorgenomen aanschaffing worden de normale eischen, welke aan het geven van lager onderwijs gesteld mogen worden, niet overschreden. De gemeente behoort derhalve krachtens artikel 72 der aangehaalde wet de benoodigde gelden beschikbaar te stellen. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten aan het Bestuur der Leeuwarder Schoolvereeniging, alhier, uit de gemeentekas gelden te verstrekken voor zijne school voor gewoon lager onderwijs a. in de St. Anthonystraat voor het aanschaffen van boeken ten behoeve van het onderwijs in Vader landsche geschiedenis en in Fransch; b. aan het Raadhuisplein voor het aanschaffen van boeken ten behoeve van het onderwijs in schrijven. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening, houdende voorwaarden waarop met andere gemeenten regelingen kunnen worden aangegaan omtrent de toelating van leerlingen vandaar op de Lagere Avondhandelschool en den Gemeentelijken Cursus voor opleiding van bewaarschoolonderwijzeressen te Leeuwarden (bijlage no. 20). Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet houders sub 14 17. 18. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het adres van Tj. Fopma e.a., huurders van gemeente woningen aan de Wijnhornsterstraat en omgeving, be treffende het van gemeentewege aanbrengen van berg plaatsen achter die woningen. Dit praeadvies luidt als volgt In Uwe vergadering van den 4den October j.l. werd om praeadvies in onze handen gesteld een adres van Tj. Fopma en anderen, huurders van gemeentewoningen aan de Wijnhornsterstraat en omgeving, waarin zij verzoeken achter hunne woningen bergplaatsen aan te brengen ten behoeve van het stallen van rijwielen en het bergen van waschgereedschap. Met terugzending van het adres hebben wij de eer U te berichten, dat vóór destijds met het reinigen en verbeteren van de daarin bedoelde woningen een aan vang werd gemaakt, alle hokken en getimmerten zijn verwijderd, aangezien deze ongetwijfeld voor een be langrijk deel oorzaak waren van de besmetting der woningen met ongedierte. Nadat de verbeteringen waren aangebracht, hebben wij dan ook, opdat niet weder een toestand als vroeger zou ontstaan, uitdruk kelijk verboden om bij de woningen hokken, bergplaat sen en dergelijke inrichtingen te maken, met welk ver bod de betrokkenen vóór de inhuring der woningen op de hoogte zijn gebracht. Alle contracten bevatten trou wens steeds de bepaling, dat de huurder verplicht is te zorgen, dat op de open ruimten voor of achter de woning geen plaats wordt ingenomen door eenig ge timmerte. Thans vragen adressanten, dat de gemeente berg plaatsen bij hunne woningen zal doen bouwen. Zouden eenerzijds de bezwaren, welke aan het hebben van allerlei houten hokken kleven, daarbij niet behoeven te bestaan, aan den anderen kant stuit inwilliging van het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1932 | | pagina 6