498 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 December 1932. Voortzetting der vergadering op Donderdag 29 December 1932. morgen een nieuwe wagen in de gemeente, die eenige gelijkenis vertoonde met den Faun-roltrommelwagen. Ik heb later van den Directeur van het bedrijf verno men, dat hij getracht had mij te bereiken, omdat het hem niet bekend was, dat ik niet in de stad was. Hij heeft mij later medegedeeld, dat de auto, die dien dag in de stad is geweest, niet gereed was en op dienzelfden dag weer uit de stad moest verdwijnen. De Directeur heeft dezen wagen gezien en er werd hem medegedeeld, dat deze wagen speciaal dien dag in Leeuwarden moest zijn. Hij had dit gehoord. Waarom die wagen hier dien dag in de stad moest wezen, is niet bekend. De wagen is hier geweest en is ook weer verdwenen. Misschien dat een gemeente in de buurt een dergelijken wagen wil hebben. De Directeur achtte zich niet geroepen omtrent den wagen van deze firma inlichtingen te geven. Hij heeft alleen den wagen gezien en is toen naar huis gegaan. Op 23 December heeft de Directeur zich opnieuw bij mij vervoegd en deelde mij mede, dat den dag te voren hij opnieuw was opgebeld, dat de wagen thans meer beschilderd en meer gereed wederom in de stad aanwezig was en of deze wagen op het ter rein mocht worden gedemonstreerd. Hij heeft gezegd, stuur den wagen maar even naar het terrein, dan zullen wij hem eens bekijken. Ik wil er graag nota van nemen. De Directeur heeft den wagen gezien en deze wagen is aan diverse proeven onderworpen. De prijs van den wagen is niet genoemd en is ook niet gevraagd. In elk geval, die wagen is daar op verschillende wijzen be proefd en de Directeur heeft zijn bevindingen omtrent dezen wagen neergelegd in een rapport, dat ik hier op het oogenblik voor mij heb. Op 23 December, des mid dags 12 uur, is bij mij een offerte binnengekomen, waarbij de wagen werd aangeboden voor 6800. Op het oogenblik dat het rapport samengesteld werd, was de prijs niet bekend. Op 24 December heeft de heer Rosier mij opgebeld en gevraagd, of hij een onderhoud met mij mocht hebben. Ik heb hem medegedeeld, dat ik een onderhoud heel gaarne toestond. Hij is bij mij ge komen en heeft mij één a anderhalf uur bezig gehouden en getracht uiteen te zetten, dat de wagen, dien hij had laten zien, dezelfde eigenschappen had als de Faun wagens, en dat deze belangrijk goedkooper was. Ik heb aan de firma Rosier medegedeeld, dat, waar de offerte laat binnenkwam, het Burgemeester en Wethouders niet mogelijk was geweest met dit nieuwe voorwerp, dat eensklaps op de automarkt was verschenen, bij hun voorstel rekening te houden. Ten slotte is het in het belang van Leeuwarden als koopster, om zich voldoende op de hoogte te stellen. De firma Rosier heeft mij niet uitgenoodigd den wagen te zien, maar ik zou zeggen, het interesseert mij feitelijk ook niet, omdat ik ten slotte moet afgaan op de rapporten van den Directeur van de Reiniging. Ik kan den wagen evenals de heer Dijkstra heeft gezegd ook niet beoordeelen. De Di recteur heeft mij medegedeeld, dat hij meende, dat de wagen al weer uit de stad was, maar ik heb hier gis teren in de Raadsvergadering vernomen, dat de wagen nog wel in de stad was en dat hij door enkele leden was gezien. Ik heb onmiddellijk den Directeur van de Reiniging opgebeld, en ben tusschen 6 en 8 uur bij de garage Rosier geweest om den wagen te zien, omdat ik meende, dat, waar verschillende leden van den Raad den wagen hadden gezien, het beter was, dat de wet houder van de Bedrijven hem ook had gezien. Ik heb den wagen gezien en ik wil wel zeggen, dat de wagen op mij als leek een goeden indruk heeft gemaakt. Ik ben een leek op dit gebied en ik kan werkelijk het verschil niet zien tusschen een Ford en een Lincoln. Ik kan wel zien dat op de eene ,,Ford" staat en op de andere „Lincoln", maar waar het verschil nu precies in zit, dat weet ik niet. Ik kan ook niet het verschil zien tusschen een Cadillac en een Chevroletik weet wel, dat de eerste er veel mooier uitziet, maar waarom deze zooveel meer moet kosten, is mij niet bekend. De deskundige inlichtingen die ik ontvang, moet ik voor lief nemen en omtrent dezen Fordwagen heb ik een rapport van den Directeur van de Reiniging ont vangen. waarbij hij mededeelt, dat de wagen wordt aangeboden in de eerste plaats als te hebben een zelfden inhoud als de Faunwagen, n.l. 9 M3. (interruptie: Neen, neen Het staat in het rapport, en ik moet mij daaraan houden. Ik moet mij houden aan de officiëele stukken, die door den Directeur van de Reiniging worden over gelegd. In het rapport staat „Medegedeeld werd dat de bovenbouw van dezen gedemonstreerden wagen eenzelfden inhoud bezat als de Faunwagen, n.l. 9 M3. Bij vulling van den Ford wagen bleek de bovenbouw pl.m. 40 minder vuil te kunnen bergen dan de Faunwagen. Gedeeltelijk was de geringere berging een gevolg van de verschil lende hoeken, die in den bovenbouw voorkwamen en het geheel vullen van den wagen zeer belemmerden." In de officiëele offerte, die een dag na dit rapport bin nenkwam, wordt de inhoud medegedeeld als te zijn 8 a 8J^ M3. In ieder geval is gebleken, dat de inhoud van den wagen, die hier eenige dagen in de stad geloopen heeft en die opgenomen is, ongeveer 40 minder was dan die van den Faunwagen. Ik zal uit dit rapport enkele dingen voorlezener staat o. a. dit in „De eerste indruk, dien men krijgt, is, dat met ver schillende hulpmiddelen is getracht op een licht chas sis een bovenbouw te maken, die eenigszins den in druk geeft van het model van den Faunwagen. Even wel is terstond te zien, dat men absoluut nog geen ervaring heeft op dit gebied en ook geen idee, welke eischen aan een bedrijfswagen voor een reinigings dienst moeten worden gesteld. Deze eischen verschil len zeer veel van die in de meeste particuliere be drijven. Het Ford-chassis is normaal berekend voor een nuttig draagvermogen van misschien 2 a 2y2 ton. Door verzwaring van het chassis met strooken ijzer, welke met beugels aan het chassis zijn bevestigd en door het bijplaatsen van nog een achteras, is het voor een grooter draagvermogen geschikt gemaakt. Het blijft evenwel naar mijne meening hierdoor nog veel te licht en te slap voor het constant vervoeren van een last van 5 a 6 ton. Vooral als ik hierbij nog in aanmerking neem de bevestiging op een punt van voorveer op vooras, lichte constructie der bedienings organen, lichte fuséepennen, enz. Een groot bezwaar naar mijne meening is ook, dat het chassis te smal is voor den veel breederen boven bouw. Tijdens de demonstratie stond bij het omhoog- draaien van den bovenbouw het geheel heen en weer te schommelen. Door de verlenging van het chassis en de bevestiging hiervan met spanbeugels om de chassisbalken, waardoor spoedig ruimte komt tus schen de verbindingen, zal het geheel nog veel slap per worden. Bij den Faunwagen geeft het chassis een veel mas siever en solieder indruk. Aan het chassis hiervan zal dan ook practisch nimmer iets behoeven te worden hersteld. De berging voor het grof-vuil is bij den Ford wagen op zeer primitieve wijze opgelost. Hierop was eerst bij den bouw van den wagen niet gerekend: later heeft men hiervoor een soort imperiaal gebouwd boven op de cabine van den wagen, waarin de groote stukken vuil, zooals stroozakken, manden, kisten, enz. kunnen worden geborgen. Deze ruimte is zeer moeilijk te bereiken, bovendien blijft dit vuil in een open ruimte op den wagen liggen, terwijl het zeer spoedig aanleiding geeft tot vervuiling van de cabine: goed schoonmaken van deze ruimte is zeer moeilijk. Bij den Faunwagen is hiervoor een geheel afge sloten ruimte aangebracht, welke gemakkelijk door de werklieden is te vullen en te ledigen, terwijl deze Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 December 1932. 499 Voortzetting der vergadering op Donderdag 29 December 1932. ruimte geregeld kan worden schoongemaakt." Dan de kwestie van den bovenbouw, die 40 minder inhoud heeft. ,Bij de Faunwagens komen in het geheel geen uit springende hoeken voor, zoodat de geheele ruimte bijna benut kan worden voor berging van vuil. Bo vendien is het schoonmaken van den laadbak bij den Faunwagen hierdoor veel gemakkelijker. Bij het ledigen van den Fordwagen wordt de ge heele achterwand opgetrokken door één staaldraad, wat niet zonder gevaar is, daar bij het breken hiervan of van een der verbindingen de achterwand plotse ling neervalt. Bij den Faunwagen zijn hiervoor aan gebracht twee stalen banden van pl.m. 5 centimeter breedte en is breken hiervan in de practijk niet voor gekomen. Daar het vuil zeer spoedig ijzer aantast, is het noodzakelijk, dat de bak van binnen zoodanig ge maakt is, dat deze niet spoedig door roest wordt aan getast. De vuilnistrommel van den Faunwagen is hiervoor van binnen geheel verzinkt; de gedemon streerde Fordwagen evenwel niet." Ten slotte ,Door de pl.m. 40 geringere inhoud van den Fordwagen, dienen in plaats van 4 wagens, minstens 7 wagens te worden aangeschaft. Hiervoor zijn ook een drietal chauffeurs meer noodig voor bediening." Dan staat er nog iets over het aanbrengen van een achteras en het verwisselen van de banden, die minder geschikt zijn. Ten slotte staat er nog dit, dat de slijtage van een dergelijken lichten wagen, van een dergelijk licht chassis van dien aard is, gezien de ondervinding die daarmee is opgedaan niet met dezen bovenbouw, raaar met een anderen dat deze wagens in 5 of 6 jaar afgeschreven moeten worden, wat o. a. ook gebleken is met de Chevrolet, die bij het bedrijf in dienst is. Wij hebben de zaak gisteren besproken en het resul taat is geweest, dat wij van de 7 wagens, die noodig zouden zijn, 6 gemaakt hebben, omdat de firma Rosier had medegedeeld, dat ten aanzien van den inhoud nog wel enkele kleine wijzigingen konden worden aange bracht, waardoor de inhoud iets zou toenemen. Ver schillende hoeken en punten zijn oorzaak, dat de wagen niet geheel kan worden gevuld en het nuttig effect niet tot de volle 100 kan worden opgevoerd. Daarom zal deze wagen altijd een belangrijk minderen inhoud heb ben dan de Faunwagen. Ik kom tot de berekening, dat 6 Fordwagens a 6800.zouden kosten 40.800.-—. De afschrijving op de Fordwagens heeft de Directeur van de Reiniging meenen te moeten stellen op 20 wat mij eenigszins overdreven voorkomt. Volgens de berekening van den Directeur komt men dus voor rente en afschrijving van de Fordwagens per jaar op 8160.—, terwijl de rente en aflossing voor de Faun wagens zal bedragen 7560.Verder zijn dan noodig 5 chauffeurs en 10 aschophalers, dus 6 man personeel méér op de 9 man, die anders noodig zouden zijn. Daarom komen de kosten van het personeel in plaats van 19.000.— op 31.650.—. De pensioensbijdragen komen ook iets hooger en daarbij komt, dat de Direc teur heeft medegedeeld, dat de Fordwagens meer ben zine zullen gebruiken. Ook de kosten van verzekering zullen iets hooger zijn, omdat het aantal wagens grooter is. Ik kom dan tot een bedrag van rond 51.000.aan jaarlijksche onkosten voor de Fordwagens, terwijl de jaarlijksche onkosten van de Faunwagens volgens be rekening van den Directeur zullen komen op rond 37.000.— en dus zullen de Fordwagens een hooger onkostencijfer opleveren van 51.000.— 37.000.— 14.000.— per jaar. Het wordt dus niet een be sparing. maar men zal nog duurder uitkomen. Nu is bet natuurlijk mogelijk men kan niet alles vooruit zien dat de Fordwagens in de practijk wel goed zijn, maar wij hebben er geen bewijzen voor. Indien zou blijken, dat men bij de berekening te pessimistisch was geweest en het die 14.000.— zou meevallen, zoodat men weer kwam op een onkostencijfer van 37.000. dan nog zou het groote bezwaar van den Directeur der Reiniging zijn, dat omtrent de Faunwagens een vrij lange ervaring bestaat in verschillende plaatsen, zooals Den Haag en andere plaatsen, terwijl wij omtrent de Fordwagens alleen gegevens hebben, verstrekt van de zijde van belanghebbenden. Wij hebben onze inlich tingen omtrent de Faunwagens niet gekregen van be langhebbende zijde, maar wij hebben onze inlichtingen ingewonnen bij de verschillende bedrijven, waar deze wagens in dienst zijn. De Directeur meent, op grond van de ervaring, die in andere gemeenten is opgedaan, dat wij tot aanschaffing van de Faunwagens moeten overgaan. Een plaats als Leeuwarden, waar het een klein bedrijf geldt en waar slechts 4 wagens noodig zijn. kan zich werkelijk niet veroorloven een experiment met een nieuw product, dat pas enkele dagen op de markt is, te doen, omdat op dit gebied absoluut geen onder vinding bestaat of dit systeem werkelijk goed zal vol doen. Afgezien van de kwestie of werkelijk de Ford wagens per jaar zooveel duurder komen, wat de Direc teur op grond van zijn beoordeeling meent te moeten zeggen, staat de kwestie, dat, wanneer wij tot de Ford wagens zouden overgaan, dit een vrij roekeloos expe riment zou zijn, terwijl ten opzichte van de Faunwagens een goede ervaring in verschillende groote plaatsen bestaat, zoodat wij dit dus beter kunnen wagen. Zoo staat de zaak eigenlijk. Mijnheer de Voorzitter, nu zijn er enkele opmerkin gen gemaakt over de mechanisatie van het bedrijf en is de vraag gesteld, of die wel op het oogenblik ter hand moest worden genomen en of het daarvoor nu wel het juiste oogenblik was. Mevrouw Van Dijk in het bijzonder heeft er op gewezen, dat er nu menschen op straat komen, die wij misschien anders op eenigerlei wijze aan werk zouden kunnen helpen. Maar zoo zit de zaak niet. De kwestie is deze dat, doordat deze zaak zoo buitengewoon lang in behandeling is geweest, men tijdelijk het bedrijf zoo goed mogelijk aan den gang heeft gehouden, maar er natuurlijk in dien tijd geen nieuw materiaal is aangeschaft. Ook bij den veegdienst heeft men gewacht met menschen aan te stellen. Reeds in October 1931 heeft de Directeur een voorstel gedaan tot het aanstellen van nieuw personeel, maar wij hebben met dat alles gewacht, omdat wij meenden dat moest worden gewacht tot wij wisten hoe het hiermee zou komen, opdat wij dan de menschen in het bedrijf zouden kunnen houden, als tot verdere mechanisatie zou wor den overgegaan en opdat dan die menschen niet op straat zouden komen, maar naar een ander deel van den dienst zouden kunnen overgaan, dat thans niet naar behooren wordt vervuld. Ook de huisvuilophaaldienst zelf wordt thans niet behoorlijk vervuld, omdat het materiaal niet tijdig is aangevuld; men kan alle dagen zien dat die dienst gedeeltelijk wordt vervuld met open auto's en wagens, omdat het materiaal niet is aange vuld. En nu zal het niet op een dag aankomen, maar er is toch werkelijk haast bij; de zaak moet noodzakelijk in orde komen. De Directeur heeft mij gister nog ver zekerd dat, als de Raad niet tot verdere mechanisatie wil overgaan, men noodzakelijk tot aanschaffing van eenige wagens en paarden zal moeten overgaan en dat er althans een meerdere uitbreiding van personeel zal moeten komen dan er op het oogenblik in dienst is. Ook die noodzakelijkheid zal men hier moeten overwegen en dan zal dus een en ander werkelijk van invloed worden op de gemeentebegrooting, die toch werkelijk al niet zoo heel veel kan lijden. Want dan zal de be grooting van het Reinigingsbedrijf niet op deze wijze kunnen worden vastgesteld, maar zal er rekening mee moeten worden gehouden, dat het Reinigingsbedrijf een belangrijk hooger bedrag als verliessaldo uit de ge meentebegrooting zal vragen. Mijnheer de Voorzitter, ik meen met een en ander

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1932 | | pagina 59