518
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 December 1932.
Voortzetting der vergadering op Vrijdag 30 December 1932.
Volgno. 553. Subsidie aan de gemeentelijke com
missie voor lichamelijke opvoeding 750.'—.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter. Er wordt hier
voorgesteld dezen post met 150.— te verhoogen, maar
ik heb heelemaal geen stukken bij de begrootings-
stukken gezien, waardoor wij op de eene of andere
wijze worden ingelicht, waarom dat is.
De heer De Boer (wethouder): Mijnheer de Voor
zitter, in den loop van dit jaar en ook het vorig jaar
is gebleken, dat een bedrag van 600.— te laag was
voor de commissie voor lichamelijke opvoeding en
daarom is indertijd besloten dien post iets te verhoogen,
om daardoor de commissie in de gelegenheid te stellen,
de taak, die haar is opgelegd, beter te kunnen vervullen.
Het bedrag was inderdaad laag en met het oog daarop
is het verhoogd.
De heer Buiel: Ik wilde dan nog vragen, waar ik
hierover nu wel iets heb gehoord, maar waar ik op
enkele vragen bij vorige volgnos. ook geen antwoord
heb gekregen, waarom men dan geen stukken neerlegt,
die aangeven, waarom een bepaalde post is verhoogd
of verlaagd. Bij dit volgno. heb ik ten minste niets ge
vonden.
De heer De Boer (wethouder): Onder volgno. 553
is er bij geschreven, waarom de post met 150.— is
verhoogd.
De heer Buiel: Er kan wel meer bij geschreven wor
den, maar ik heb er geen stukken van gezien, die dit
aantoonen.
De heer De Boer (wethouder): De begrooting van
de commissie zal er toch wel bij gelegen hebben
De heer Buiel: Neen, niets.
De Voorzitter: U zegt, dat er geen antwoord is ge
komen op eenige vragen, die U hebt gesteld. Ik wil wel
zeggen, dat ik persoonlijk heb gedacht bij Uw vraag
omtrent dit punt: moet het college daarop antwoorden?
Wij kunnen toch op alle opmerkingen niet antwoorden
of op bepaalde vragen, die men ons hier stelt? Mag ik
dan nog even van U weten op welke vragen, die U hebt
gedaan, U geen antwoord hebt gekregen
De heer Buiel: B.v. over het aantal leerlingen aan de
Stedelijke Muziekschool. Daarop heb ik geen antwoord
gekregen. Ik heb daarbij gevraagd of dat 263 personen
waren, of verschillende leerlingen ook verschillende
lessen volgden of dat zij ieder maar één les volgden.
Ik heb gevraagd of die 263 leerlingen ook 263 personen
waren of dat dit laatste een ander getal was. Mij dunkt
dat dit een heel verschil maakt. Ik wil dit wel zeggen,
dat ik tusschen de bedrijven door tot de conclusie ben
gekomen, dat het eigenlijke aantal personen, dat van
de Stedelijke Muziekschool gebruik maakt, maar 150
is, maar ik zal daar verder niet op ingaan.
De Voorzitter: Ik wil daarop alleen dit zeggen: Bur
gemeester en Wethouders weten véél, dat wil ik niet
ontkennen, maar om op dergelijke gedetailleerde vra
gen, die hier zoo in den Raad worden gesteld, een pre
cies antwoord te geven, is voor Burgemeester en Wet
houders, waar wij per slot van rekening ook niet over
alle stukken beschikken, eenvoudig onmogelijk en dat
zal ook onmogelijk blijven. Wanneer U dergelijke vra
gen in de begrootingsvergadering blijft stellen, geef ik
U de verzekering, dat U daarop vaak geen antwoord
zult krijgen, maar ik zou zeggen, wanneer U Uw weet
gierigheid op dat punt wilt bevredigen, dan is het veel
eenvoudiger, die vragen niet te stellen in de begroo
tingsvergadering, maar even op de secretarie aan te
loopen, dan weet U het precies.
De heer Buiel: Dan herhaal ik, dat het toch van groot
belang is, dat wij tijdig de stukken krijgen, want als wij
hier dat dossier moeten bestudeeren en wij moeten dan
nog daar en daar heen loopen, om b.v. te weten te
komen, hoeveel leerlingen er precies gaan op de Ste
delijke Muziekschool, dan mogen wij daarvoor wel 2
maanden tijd hebben.
De Voorzitter: Dergelijke dingen kan men als lid van
den Raad toch ook niet vlak voor de begrooting maar
in den loop van het jaar wel bestudeeren. U hebt toch
ook het verslag over 1931 gekregen en als U dan in
den loop van het jaar het Gemeenteverslag bestudeert,
hebt U het niet zoo druk in de begrootingsdagen. Zelfs
al zou U langer tijd hebben gehad, dan zou het mis
schien nog niet goed zijn, want dan had U misschien
nog meer van dergelijke punten gevonden; dat is dus
misschien haast een reden om te zeggen, dat de tijd nog
maar korter moet zijn, maar afgescheiden daarvan, al
vindt U nog meer van die vragen, er zal ook van de
tafel van Burgemeester en Wethouders op die meerdere
vragen tóch vaak geen antwoord kunnen worden ge
geven, omdat wij dat hier niet kunnen uitzoeken.
Daarom acht ik het veel beter dergelijke zaken niet
bij de begrooting te behandelen, maar even op de
secretarie aan te loopen of te doen, zooals ook zeer
dikwijls gebeurt, n.l. dat de Raadsleden, die iets willen
weten, even bij mij of bij den Secretaris binnenloopen
en vragen zijn daar ook stukken van of hoe zit dat,
want ik heb dit en dat gevonden. En dan verder be-
hooren dergelijke zaken in elk geval vooraf in de
sectievergadering te worden besproken.
De heer Buiel: Dan zeg ik nog eens wat de heer
Vromen ook al heeft gezegd, dat er veel dingen in de
sectie zijn aangeroerd, waarvan niets in het Sectie-
verslag staat.
De Voorzitter: Wij krijgen daar nu een ambtenaar,
die alles opneemt.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 553 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 554579 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 580. Werkverschaffing aan werkloozen
f 170.000.-.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter, het is naar
aanleiding van volgno. 580 dat ik het woord vraag. Die
post moet m. i. worden verhoogd. Ik heb uit de stuk
ken nagegaan, n.l. uit het praeadvies en de behandeling
aangaande het sportterrein, dat die post van 83.000.'-
toen veranderd is en de totale post voor arbeidsloonen
en verzekering met 13.000.is verhoogd. Daar is
toen uitdrukkelijk over gesproken. Ik heb toen gezegd,
dat de kosten van invaliditeits- en ziekteverzekering
geen 9000.— maar 24.000.— waren en wethouder
De Vries heeft dat destijds bevestigd, zoodat hier een
bedrag van 3250.— bij moet, omdat wethouder De
Vries toen heeft erkend, dat er in totaal 13.000.-
bij moest, waarvan hier nu deel moet worden ge
raamd. Het bedrag van 83.000.— zou dus moeten
worden 86.250.—. Daarmee stemt ook volgno. 139
van de Inkomsten niet overeen; die post dient ook met
een bedrag van ongeveer 1750.te worden ver-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 December 1932. 519
Voortzetting der vergadering op Vrijdag 30 December 1932.
loogd. Maar ik zal nu niet sterk op inlichtingen aan
dringen, omdat de heeren mij toch geen antwoord kun
nen geven.
De Voorzitter: Wij hebben hier al veel in den Raad
meegemaakt, mijnheer Buiel, maar wij kunnen hier een
voudig geen antwoord op geven. Wij zijn op véél voor
bereid. maar ik kan hier, eerlijk gezegd, ook niet op
antwoorden. Ik wil best aannemen, dat U gelijk hebt,
[iet is best mogelijk, dat hier een vergissing in dezen
post zit, maar dat is zoo niet te beoordeelen. als men die
cijfers zoo voor zich langs hoort vliegen. Ik kan het
niet beoordeelen; misschien dat de wethouder van Fi
nanciën het kan
De heer Ritmeester (wethouder): Als ik maar wist,
waarover het ging.
De VoorzitterAls Lï het dan nog eens langzaam
wilt herhalen, mijnheer Buiel?
De heer Buiel: In het praeadvies over het sportterrein
is gezegd, dat er een loonsopgaaf was van 332.000.
Ik heb toen opgemerkt, dat de post voor invaliditeits-
cn ziekteverzekering in plaats van 9000.— tot
24.000.— moest worden verhoogd en daar is wet
houder De Vries toen ook mee accoord gegaan in zoo
verre. dat er bij de totale kosten van 332.000.— nog
kwam een bedrag van 13.000. zoodat dus die post
345.000.— moest worden. Dat bedrag wordt nu ge
deeld door 4 en dat wordt dan 86.250.nietwaar?
Het is zoo duidelijk als glas; ik heb de notulen hier
ook van die vergadering.
De Voorzitter: Hebt U dat punt ook in de secties
aangeroerd
De heer Buiel: Ik heb al meermalen gezegd, ik heb
daar zooveel aangeroerd.
De Voorzitter: Dat weet ik wel, maar hebt U daar
over ook in de sectie gesproken
De heer Buiel: Dat weet ik niet.
De heer Muller: Neen, dat heeft hij niet gedaan.
De heer Ritmeester (wethouder): Mijnheer de Voor
zitter, het is een beetje gevaarlijk om cijfers te geven,
omdat daar altijd eenige variatie bij mogelijk is. Wij
hebben b.v., toen wij de begrooting van het werk heb
ben opgezet, het zand gerekend op 15 cent per M3. en
het blijkt nu al dat ons dat maar 2 cent per M3. kost.
In deze begrooting zijn de cijfers geraamd, zooals zij
indertijd hebben gestaan in het voorstel van Burge
meester en Wethouders betreffende den aanleg van het
sportterrein. Wij moeten ons op het oogenblik daaraan
houden. Als de heer Buiel nu weer met andere cijfers
komt. dan is het voor Burgemeester en Wethouders
onmogelijk, hem daaromtrent volledig in te lichten. Hij
heeft deze zaak in de sectie niet aangeroerd
De heer Wiersma: Het is wél aangeroerd.
De heer Ritmeester (wethouder): De heer Buiel heeft
dit punt in de sectie niet aangeroerd; er is daar met
geen woord over gesproken. Nu komt de heer Buiel
hier plotseling met cijfers en moeten wij het raadsel
maar oplossen.
De Voorzitter: Mijnheer Buiel, mag ik U even vra
gen. U hebt gezegd dat U bij de behandeling van het
sportterrein zoudt hebben gewezen op een post, die
verkeerd was, maar ik kan Uw naam daarbij in de
Handelingen niet vinden.
De heer Buiel: Ik zal het U zeggen.
De Voorzitter: Ik heb hier het verslag van de ver
gadering van 26 Juli.
De heer Buiel: Ik bemerk wel, dat mij op mijn vraag
geen antwoord kan worden gegeven en hoewel ik de
wederlegging of de beantwoording van mijn vraag door
den heer Ritmeester wél politiek vind maar niet naar
waarheid, heb ik er geen bezwaar tegen om dezen post
dan maar te beschouwen als een raming. Misschien
raken Burgemeester en Wethouders dan daardoor uit
deze impasse.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 580 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 581. Kosten van ontwikkeling en ontspan
ning van jeugdige werkloozenf 9.300
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Stobbe: Mijnheer de Voorzitter, onder dezen
post komt voor een bedrag van 5400.— voor de be
looning van de leiders van de verschillende cursussen,
zoodat beschikbaar blijft ten behoeve van het werk voor
de jeugdige werkloozen een bedrag van 3900.-.
Mijnheer de Voorzitter, ik zou gaarne willen vernemen,
waar wij het aan te danken hebben, dat een bedrag van
5400.— moet worden uitgetrokken voor de verschil
lende leiders. Ik heb het niet kunnen nazien, maar dit
bedrag komt mij buitengewoon hoog voor op een postje
van 9300.in totaal.
De Voorzitter: Bij de stukken heeft een specificatie
van dezen post gelegen.
De heer Stobbe: Dan heb ik die over het hoofd ge
zien, mijnheer de Voorzitter.
De Voorzitter: Ik zou willen voorstellen het punt
even aan te houden; misschien kan de heer Botke straks
antwoorden.
De heer Botke (wethouder): Ik kan wel even ant
woorden.
De heer Stobbe: Het is niet meer noodig, ik heb
het al.
De Voorzitter: Wenscht de heer Stobbe aanhouding
van volgno. 581
De heer Stobbe: Neen, mijnheer de Voorzitter.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 581 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 582—645 worden onveranderd vastgesteld.
HOOFDSTUK VIII, par. 5, Reiniging sbedr ij f.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw Van Dijk—Smit: Mijnheer de Voorzitter,
het is misschien niet op de rechte plaats, nu over dit
punt te spreken, maar toen ik van middag in de zaal
kwam, is mij door een van de heeren van den Vrijheids
bond medegedeeld, dat aan de tafel van Burgemeester
en Wethouders de meening bestaat, dat de leden van
de Commissie voor de Gemeentereiniging inderdaad
niet gebruik hebben gemaakt van de uitnoodiging van