54
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Februari 1933.
Met algemeene stemmen wordt besloten tot benoe
ming van leden en plaatsvervangende leden overeen
komstig de aanbeveling van Burgemeester en Wet
houders.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan tnej. S. Tigler
Wijbrandi als leerares in den zang aan de school van
Middelbaar Onderwijs voor Meisjes.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Obrecht-
straat aan H. Molenaar te Huizum.
Dit voorstel luidt als volgt
H. Molenaar, te Huizum, heeft bij adres van 25 Oc
tober j.l. gevraagd hem voor den bouw van een winkel
huis met showroom en bovenwoning in erfpacht af te
staan het op den hoek van de Leeuwrikstraat en de
Obrechtstraat gelegen gedeelte van bouwblok XI der
gemeentelijke terreinen ten Noordwesten van eerstge
noemde straat. Op de hierbij overgelegde situatietee-
kening is het betreffende terreingedeelte, dat langs de
Leeuwrikstraat een lengte heeft van dz 16.20 Meter
en langs de Obrechtstraat van dz 12.80 Meter, met
gele arceering aangeduid. Ten einde te bereiken
dat het te stichten perceel met de in de toekomst tot
stand te komen nevenbebouwing een harmonisch geheel
zal vormen, hebben wij den Directeur der Gemeente
werken opdracht gegeven een gevelschema van het te
stichten hoekgebouw met de onmiddellijke omgeving te
ontwerpen. De twee door dien ambtenaar vervaardigde
en eenigszins van elkander verschillende schema's
A en B welke wij hiernevens overleggen, kunnen,
ook naar de meening van de Schoonheidscommissie,
beide voor uitvoering in aanmerking komen. De adres
sant heeft zich verbonden om bij den bouw van zijn
pand een van deze schema's te volgen, terwijl hij zich
voorts bereid heeft verklaard de ten Noordoosten en
ten Noordwesten van het in erfpacht uit te geven ter
rein gelegen plekken gemeentegrond, ter gezamenlijke
oppervlakte van ongeveer 157 M2. op de situatie-
teekening met groene arceering aangegeven tot
wederopzeggens toe in huur te aanvaarden, onder ver
plichting dezen grond als voortuin te onderhouden en
van de straat af te scheiden door middel van een door
ons goed te keuren eenvoudige lage afkeering. Hier
door wordt voorkomen dat deze plekken grond voor
allerlei ongewenschte doeleinden worden gebezigd.
Wij hebben, nu een behoorlijke hoekbebouwing ver
zekerd is, tegen de gevraagde erfpachtsuitgifte geen
bedenkingen. De grondwaarde van het terrein kan
worden gesteld op 9.— per M2., welken prijs wij vol
doende achten, in aanmerking genomen de mindere
gegadigdheid van het perceeltje grond. Met genoemden
prijs en de overige te stellen gebruikelijke voorwaarden
gaat de adressant accoord.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
aan H. Molenaar, te Huizum, tot 31 December 1990
in erfpacht af te staan een rechthoekig gedeelte van
bouwblok XI der gemeentelijke terreinen ten Noord
westen van de Leeuwrikstraat, ter lengte van ongeveer
16.20 Meter langs genoemde straat en van ongeveer
12.80 Meter langs de Obrechtstraat gemeten, gelijk op
de bij dit besluit behoorende situatieteekening met gele
arceering is aangeduid, ter grootte van ongeveer 207
M2., de juiste grootte door een landmeter van het
kadaster op te meten, zulks onder de volgende voor
waarden
I. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van ƒ9.— per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. het door den belanghebbende ten kantore van
het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de
nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad 93.
vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor
waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet
houders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling,
niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de
waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor
waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug
gegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst
der Gemeentewerken worden aangegeven;
4. de op het terrein te stichten bebouwing moet
worden uitgevoerd in overeenstemming met één van de
deswege door den Directeur der Gemeentewerken ont
worpen gevelschema's;
5. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats hebben;
6. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver
leden binnen een door Burgemeester en Wethouders
te stellen termijn;
7. de erfpachter moet de ten Noordoosten en ten
Noordwesten van het bij dit besluit in erfpacht uitge
geven terrein gelegen plekken grond, gelijk die op de
bijbehoorende situatieteekening met groene arceering
zijn aangeduid, ter gezamenlijke grootte van ongeveer
157 M2., tot het tijdstip waarop de huur van wege de
gemeente wordt opgezegd, in huur aanvaarden tegen
een prijs, berekend naar 15.per jaar, onder
verplichting dezen grond als voortuin te onderhouden
en van de straat af te scheiden door middel van een
door Burgemeester en Wethouders goed te keuren een
voudige lage afkeering;
8. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen
tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe-
hoorende aan de gemeente Leeuwarden.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van de woning Poppebuurt no. 22.
Dit voorstel luidt als volgt
In openbare veiling is door ons, behoudens Uwe
goedkeuring, aangekocht voor den prijs van 280.—
de woning Poppebuurt no. 22, met erf, kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 78C1, groot
45 centiare. Het bezit van genoemde woning, welke op
de hierbij overgelegde teekening met een roode kleur
is aangeduid, is, met het oog op de verbetering van
het stadsgedeelte ter plaatse, voor de gemeente van
belang. Vele van de aldaar aanwezige perceelen zijn
reeds eigendom van de gemeente.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
tot aankoop van de woning Poppebuurt no. 22, met
erf, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G
no. 7801, groot 45 centiare, tegen den prijs van 280.
vermeerderd met de op den aankoop vallende kosten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet
houders sub 4—6.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van de zathe en landen aan het Kalverdijkje
aan W. Kooistra.
Dit voorstel luidt als volgt
De huurder van de zathe en landen nabij het Kalver
dijkje, W. Kooistra, heeft verzocht die eigendommen
na afloop van de loopende overeenkomst op 5 Maart/
12 Mei a.s. wederom te mogen inhuren op nader over
een te komen voorwaarden. Deze zathe, vroeger een
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Februari 1933. 55
oppervlakte beslaande van ruim 92 X 36% are> is na
onttrekking daaraan van gedeelten voor onderschei
dene doeleinden nog groot ongeveer 82 X 36% are.
Met inachtneming van Uw besluit van 18 October
1.1. omtrent de wijze van verhuring is de deskundige
der gemeentelijke landerijen met hem tot overeenstem
ming gekomen omtrent den huurprijs, die kan worden
gesteld op 2250.— per jaar, neerkomende op circa
27.— per 36% are, terwijl de huurtijd, als bij de zathe
,,de Magere Weide", worde bepaald op drie jaren.
Bij ons bestaan tegen een verhuring op dezen voet
geen bezwaren, waarom wij U in overweging geven
aan Willem Kooistra voor den tijd van drie jaren,
van 5 Maart/12 Mei 1933 tot gelijke data in het jaar
1936, te verhuren de zathe, plaatselijk bekend Kalver
dijkje no. 76, met de bijbehoorende landerijen, samen
groot 82 X 36% are, tegen den prijs van twee
duizend twee honderd vijftig gulden 2250.— per
jaar en voorts op de overeengekomen voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van Kollem: Mijnheer de Voorzitter, ik
wilde alleen even iets vragen. Ik lees in het rapport
van den deskundige, dat reeds het vorig jaar door den
deskundige aan Burgemeester en Wethouders in over
weging is gegeven, om in de voorwaarden bij een even-
tueele wederinhuring van deze boerderij vast te leggen,
dat de huurder van de boerderij geen mesthoop meer
op zijn erf mag hebben en ook geen ingekuild gras en
geen varkenshok. Ik wilde nu vragen of Burgemeester
en Wethouders deze voorwaarde ook in het contract
hebben vastgelegd.
De Voorzitter: Wij kunnen natuurlijk pas het huur
contract opmaken, als de Raad deze verhuring heeft
goedgekeurd, maar ik kan wel toezeggen, dat die voor
waarde daarin ook zal worden opgenomen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van de zathe en landen nabij den Poppeweg
aan J. Jongma.
Dit voorstel luidt als volgt
Nadat eenigen tijd geleden de huurder van de ge
meentelijke zathe en landen aan den Poppeweg, R.
Jurna, in staat van faillissement was verklaard, hebben
wij gemeend, na overleg met den rechtsgeleerden raads
man der gemeente en den deskundige voor de landerijen
en gebruik makende van de desbetreffende bepaling der
Faillissementswet, hem in het belang der gemeente de
huur tegen 5 Maart/12 Mei e.k. te moeten opzeggen.
De plaats zal derhalve thans opnieuw moeten worden
verhuurd. Blijkens het overgelegde adres heeft Jurna
verzocht de plaats weder voor twee jaren aan hem te
verhuren, doch gezien de met hem opgedane ervaringen
bestaan hiertegen bij ons ernstige bezwaren, welke
gedeeld worden door den deskundige der gemeentelijke
landerijen, wiens advies wij hierbij overleggen.
Te voren was reeds een verzoek om de plaats te
mogen inhuren ingekomen van J. Jongma, alhier, die
door den deskundige daarvoor alleszins geschikt wordt
geacht. Overeenstemming is met hem verkregen omtrent
de huursom, welke op 700.— per jaar ware te stellen,
dat is circa 26.per 36% Are, met een huurtijd van
drie jaren. Hiertegen bestaat bij ons geen bezwaar,
zoodat wij U in overweging geven
aan J. Jongma, alhier, voor den tijd van drie jaren,
van 5 Maart/12 Mei 1933 tot gelijke data in 1936, te
verhuren de zathe en landen aan den Poppeweg, samen
groot ongeveer 27 X 36% Are, voor den prijs van
zeven honderd gulden 700.en voorts onder de
overeengekomen voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hettinga: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou het
verzoek willen doen om, voordat dit voorstel in open
bare vergadering in behandeling komt, de gelegenheid
te geven om het in besloten vergadering te behandelen.
De Voorzitter: Wordt dat voorstel ondersteund?
De heer Van der Schoot: Ja.
De heer Vromen: Kunnen wij dat dan niet aan het
slot van de agenda doen
De Voorzitter: Vindt de vergadering het goed, om
aan het eind van de agenda een besloten vergadering
te houden en dus dit voorstel tot zoo lang aan te
houden
De Raad maakt daartegen geen bezwaar.
De beraadslagingen worden geschorst.
Het voorstel wordt aangehouden tot de overige
punten der agenda zijn behandeld.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van twee perceelen weiland aan den Greuns-
weg aan P. Bergsma.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij het hierbij overgelegde schrijven verzoekt de
Directeur der Gemeentereiniging het perceel weiland
aan den Greunsweg, vroeger kadastraal bekend Sectie
G no. 3652, hetwelk thans ingevolge het Raadsbesluit
van 25 Mei 1926 bij dat bedrijf in gebruik is, indien
mogelijk op andere wijze te verhuren, aangezien de
Gemeentereiniging in verband met de vermindering van
het aantal paarden, bij dien dienst in gebruik, daaraan
geen behoefte meer heeft.
Bij ons bestaat hiertegen geen bezwaar, daar het land
kan worden verhuurd aan P. Bergsma, den huurder van
de zathe en landen aan de Potmarge, die blijkens het
mede overgelegd advies van den deskundige der ge
meentelijke landerijen bereid is daarvoor een huurprijs
van 100.— per jaar te betalen, overeenkomende met
ongeveer 25.— per 36% are.
Evenmin als bij den deskundige bestaan bij ons be
denkingen tegen deze verhuring, zoodat wij U voor
stellen
I. in te trekken het besluit van 25 Mei 1926 no.
160R/93
II. aan P. Bergsma, alhier, voor het tijdvak van
5 Maart 1933 tot 5 Maart 1935 te verhuren de per
ceelen weiland aan den Greunsweg, thans kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden Sectie G nos. 12315 en
12316, samen groot 1.54.50 H.A. of ruim 4 X 36% are.
voor den prijs van honderd gulden 100. per jaar
en voorts op de voor de verhuring van weiland gebrui
kelijke voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hofstra: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb tegen
deze verhuring als zoodanig geen bezwaar, maar deze
zaak komt mij wel een beetje eigenaardig voor. De
Raad herinnert zich wel dat wij bij de begrooting
hebben behandeld het voorstel van Burgemeester en
Wethouders om autowagens aan te schaffen voor den