22 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 31 Januari 1933.
Dit voorstel luidt als volgt
B. van der Kolk, bouwondernemer, alhier, heeft bij
adres van 22 December j.l. verzocht te bevorderen dat
hem voor den bouw van drie woningen in erfpacht
wordt afgestaan een bouwterrein aan de Beethoven-
straat, uitmakende een gedeelte van bouwblok XXII
der gemeentelijke terreinen ten Noordwesten van de
Leeuwrikstraat. Het aangevraagde perceeltje grond
grenst ten Noordwesten aan het terrein dat bij Uw
besluit van 10 Januari j.l. aan den adressant in erfpacht
is uitgegeven. Op de hierbij overgelegde situatieteeke-
ning is het betreffende terrein, dat langs de straat ge
meten eene breedte heeft van 15.50 Meter, met roode
arceering aangegeven. Van onze zijde bestaan tegen
deze erfpachtsuitgifte geen bedenkingen. Als grond
waarde kan worden aangehouden op 7.— per M2.,
welke prijs ook voor het naastgelegen terrein is be
dongen en die voldoende is te achten. De belang
hebbende heeft verklaard met genoemden prijs accoord
te gaan, evenals met de te stellen gebruikelijke voor
waarden. Aan de ingezonden gevelteekening van de te
bouwen woningen hebben wij, na ingewonnen advies
van de Schoonheidscommissie, in beginsel onze goed
keuring gehecht.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten
aan B. van der Kolk, alhier, tot 31 December 1990
in erfpacht af te staan een gedeelte van bouwblok XXII
der gemeentelijke terreinen ten Noordwesten van de
Leeuwrikstraat. gelegen aan de Beethovenstraat, ter
breedte van 15.50 Meter langs de straat gemeten, gelijk
op de bijbehoorende situatieteekening met roode arcee
ring is aangegeven, ter grootte van ongeveer 419 M2.,
de juiste grootte door een landmeter van het kadaster
uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van ƒ7.— per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. het door den belanghebbende ten kantore van
het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de
nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad 147.—
vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor
waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet
houders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling,
niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de
waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor
waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug
gegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst
der Gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats hebben;
5. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver
leden binnen een door Burgemeester en Wethouders
te stellen termijn;
6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen
tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe-
hoorende aan de gemeente Leeuwarden.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Kwartel-
straat aan D. IJ. Miedema te Wommels.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres van 16 December j.l. heeft D. IJ. Miedema,
te Wommels, gevraagd hem ten behoeve van den bouw
van een inrichting voor het bereiden van roomijs, met
twee bovenwoningen, in erfpacht af te staan het nog
niet uitgegeven gedeelte van het gemeentelijk bouw
terrein gelegen aan de Noordwestzijde van de Kwartel
straat, ter breedte van ongeveer 12.50 Meter langs de
straat gemeten. Op de hierbij overgelegde situatietee
kening is het betreffende perceeltje grond, dat eene
grootte heeft van ongeveer 350 M2., met een roode
omlijning aangeduid. Van onze zijde bestaan tegen de
gevraagde erfpachtsuitgifte voor het beoogde doel geen
bedenkingen. De grondwaarde van het terrein kan
worden gesteld op 8.per M2., welke prijs ook voor
de aangrenzende gemeentegronden is bedongen en die
voldoende is te achten. Blijkens de bij de stukken aan
wezige verklaring gaat de belanghebbende met ge
noemden prijs accoord, zoomede met de te stellen ge
bruikelijke voorwaarden. Tegen het ingezonden gevel
ontwerp van de op het terrein te stichten bebouwing
hebben wij, na ingewonnen advies van de Schoonheids
commissie, in beginsel geen bezwaar.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
aan D. IJ. Miedema, te Wommels, tot 31 December
1990 in erfpacht af te staan een bouwterrein aan de
Noordwestzijde van de Kwartelstraat, ter breedte van
ongeveer 12.50 Meter langs de straat gemeten, gelijk
op de bijbehoorende situatieteekening met roode ar
ceering is aangegeven, ter grootte van ongeveer 350
M2., de juiste grootte door een landmeter van het
kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voor
waarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 8.— per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. het door den belanghebbende ten kantore van
het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de
nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad 140.—
vervalt aan de gemeente indien niet aan de voorwaar
den wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wethouders
in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, niette
min tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de
waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor
waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug
gegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst
der Gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats hebben:
5. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver
leden binnen een door Burgemeester en Wethouders
te stellen termijn;
6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen
tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe-
hoorende aan de gemeente Leeuwarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet
houders sub 4 en 5.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van een terrein aan de van Bever wijckstraat
aan D. Arends.
Dit voorstel luidt als volgt
Aan de Noordwestzijde der van Bever wij ckstraat
bevindt zich een gemeentelijk terrein (deel van het
kadastrale perceel sectie F no. 4551), dat door zijn
vorm niet geschikt is om in erfpacht te worden uit
gegeven. Thans heeft D. Arends, wiens eigendom aan
den Groningerstraatweg daaraan belendt, het verzoek
gedaan hem dien grond, op de hierbij overgelegde
situatieteekening in rood aangegeven, in huur af te
staan voor den tijd van drie jaren tegen een vergoeding
van 100.Bij doortrekking van de van Bever-
wijckstraat, eerst mogelijk nadat de eigendom van
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 31 Januari 1933.
23
aangrenzend terrein zal zijn verkregen, moet de huur
kunnen worden beëindigd. De gemeente dient daarom
de bevoegdheid te hebben tot opzegging der overeen
komst met inachtneming van een termijn van twee
maanden. Met den Directeur der Gemeentewerken,
wiens advies hierbij wordt overgelegd, zijn wij van
gevoelen dat tegen een verhuring op dezen voet geen
bezwaar bestaat en ook Arends kan zich daarmede
vereenigen.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten
met ingang van een door ons te bepalen datum voor
den tijd van drie jaren aan D. Arends, alhier, te ver
huren het gedeelte van het kadastrale perceel gemeente
Leeuwarden, sectie F no. 4551, nabij de van Bever-
wijckstraat, op de bijbehoorende teekening met roode
lijnen aangeduid, voor den prijs van honderd gulden
100.— en voorts op de voorwaarden voor de ver
huring van dergelijke gemeentelijke eigendommen ge
bruikelijk.
De Voorzitter; Burgemeester en Wethouders willen
nog aan het voorstel toevoegen achter het woord ge
bruikelijk" in den laatsten zin: ,,in het bijzonder echter
onder voorwaarde, dat geen schuttingen, afscheidingen,
getimmerten of voorwerpen op den verhuurden grond
mogen worden geplaatst, voor de vastgestelde rooilijn,
tenzij met schriftelijke vergunning van Burgemeester en
Wethouders."
De beraadslagingen worden geopend.
De heer B. Molenaar; Mijnheer de Voorzitter, ik had
al reeds naar aanleiding van dit schrijven een vraag
willen stellen en daar ik de aanvulling niet duidelijk
genoeg heb gehoord, wil ik dit nog even navragen.
Als ik het goed heb begrepen van de situatieteeke
ning, dan ligt het te verhuren terrein naast het bouw
terrein, dat een dezer dagen aan den bouwondernemer
Andringa is uitgegeven. Zonder nadere verklaring is
het voor mij niet duidelijk wat met de rooilijn, de gevel
rooilijn, wordt bedoeld. Is het de bedoeling, dat op het
te verhuren terrein de gevelrooilijn aan den voorkant
wordt aangehouden, of is het de bedoeling, dat het te
verhuren terrein aan Arends zich zoover uitstrekt, dat
daarin het toekomstige trottoir wordt opgenomen? Als
dit laatste het geval is, dan zou het practisch voor de
bouwers, die daar vlak tegenaan bouwen, beteekenen,
dat zij het naastgelegen huis beter kunnen laten liggen,
omdat het vrijwel onverhuurbaar en onverkoopbaar zal
blijken te zijn. De practijk is momenteel reeds van dien
aard, dat de a.s. huurder Arends zijn materialen opge
stapeld heeft tot een behoorlijke hoogte en als de af
scheiding in dezelfde richting gaat, dan is het voor den
betrokken bouwondernemer vrij schadelijk en waar ik
meen dat het om een gering bedrag gaat, over 100.
en de betrokken bouwondernemer ten slotte vrij gere
geld medewerkt om ons van verschillende bouwter
reinen af te helpen, heeft het wel eenig recht van be
staan te bevorderen, dat den bouwers niet onnoodig
moeilijkheden in den weg worden gelegd, door het ver
huren of verkoopen van een huis om een klein bedrag
van 100.onmogelijk te maken.
Ik zou gaarne positief willen weten of het te verhuren
terrein aan de van Beverwijckstraat verder gaat dan
de gevelrooilijn der te bouwen huizen.
De heer De Boer (wethouder): Mijnheer de Voor
zitter, de zaak is deze, dat aan den huurder de ver
plichting wordt opgelegd de schutting niet door te trek
ken tot aan het trottoir, maar tot aan de rooilijn, wat
hier is de voorgevellijn. Vanaf de voorgevel tot aan het
trottoir moet het een lage afscheiding zijn, ter hoogte
van een tuinhekje of zoo iets, maar het mag geen hooge
schutting zijn, alleen maar een lage afrastering in den
geest van een tuinhekje. Als het op deze wijze wordt
uitgevoerd, zal de naastleger er geen hinder van onder
vinden. Onder deze voorwaarde zal de vergunning
worden verstrekt.
De heer B. Molenaar: Mijnheer de Voorzitter, het
antwoord van den wethouder heeft mij ten deele tevre
den gesteld, in zooverre, dat geen schutting wordt door
getrokken tot aan de gevelrooilijn en dat voor afschei
ding van het terrein moet worden genomen een lage
afrastering of een laag hekje. Wat is echter een laag
hekje? Als men daaronder gaat verstaan een hek van
V/2 Meter, dan vind ik dit nog bezwaarlijk. Zou het
geen aanbeveling verdienen, dat een stukje uit de te
verhuren grond wordt genomen, zoodat deze niet ver
der gaat dan tot de gevelrooilijn, die is vastgesteld voor
de van Beverwijckstraat? Het is zoo n betrekkelijk klein
bedrag, dat de gemeente daarvan jaarlijks beurt, dat de
diensten, die ten slotte hiermee den bouwondernemer
worden bewezen, daartegen wel opwegen.
De Voorzitter: Ik heb zoo juist voorgelezen een voor
waarde, die op het laatste oogenblik aan het voorstel
is toegevoegd. Naar aanleiding van de opmerking van
den heer Molenaar, zal ik het nog even voorlezen
,,voor de rooilijn van het perceel mag hij geen schut
tingen, afscheidingen, getimmerten of voorwerpen op
den verhuurden grond plaatsen, zonder schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethouders."
U ziet dus, de geheele zaak is in orde.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
zooals dat bij monde van den Voorzitter nader is aan
gevuld.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het instellen van een rechtsvordering tegen G. Soldaat
tot ontruiming van een bergplaats nabij de Torenstraat
en tot betaling van achterstallige huurpenningen.
Dit voorstel luidt als volgt
G. Soldaat, huurder van de bergplaats, gelegen
achter de bewaarruimte van brandbluschmiddelen aan
de Torenstraat, is in gebreke gebleven de achterstallige
huurpenningen te voldoen, weshalve hem de huur bij
deurwaardersexploit van 31 December 1932 met ingang
van 31 Januari 1933 is opgezegd.
Aan deze sommatie is tot nog toe geen gevolg ge
geven, zoodat een rechtsvordering tot ontruiming van
de bewaarplaats en betaling van de achterstallige huur
schuld tegen den nalatigen huurder zal moeten worden
ingesteld.
Onder overlegging van het advies van den rechts
geleerden raadsman der gemeente geven wij U mitsdien
in overweging te besluiten tegen G. Soldaat zoo noodig
een rechtsvordering in te stellen, eventueel ook in
hooger beroep en cassatie, tot ontruiming en betaling
van de achterstallige huur van het bergplaatsje, gelegen
achter de bewaarruimte van brandbluschmiddelen aan
de Torenstraat, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden Sectie C no. 1031.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag
willen weten bij welk Raadsbesluit deze bergplaats is
verhuurd. Ik heb het niet bij de stukken gevonden.
De Voorzitter: Zooals U bij de stukken had kunnen
zien, was het in 1930 bij Raadsbesluit verhuurd aan
Postma en de huur is later overgegaan op Soldaat, die
30.— per jaar betaalt, en dit is niet speciaal in den
Raad geweest. Met toestemming van Burgemeester en