152
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Mei 1933.
De heer Buiel: Daarna komt het.
De Voorzitter: „Als datum van infunctietreding werd
bepaald 8 October 1932 (Raadsbesluit 3 November
1932)."
De heer Buiel: Dat is verkeerd, dat is geen besluit
van den Raad geweest, maar van Burgemeester en
Wethouders.
De heer Van Kollem: Dat is een secure Pieter hoor
De Voorzitter: De opmerking is juist; de herstelling
heeft plaats.
De beraadslagingen worden gesloten.
adres van het Algemeen comité van Verweer
tegen Terreur en Vervolging in Duitschland, om een
besluit te nemen, strekkende om te trachten, zoolang de
verwildering der politieke en maatschappelijke zeden in
Duitschland heerscht, de behoeften der gemeente buiten
Duitschland te dekken.
Burgemeester en Wethouders stellen voor dit adres
voor kennisgeving aan te nemen, onder mededeeling,
dat, onafhankelijk van welke politieke of maatschappe
lijke constellatie, in welk deel van het buitenland ook,
Burgemeester en Wethouders steeds er de voorkeur aan
geven, indien dit met het oeconomisch, technisch of
aesthetisch gemeentebelang overeen te brengen is,
Nederlandsch fabrikaat te gebruiken.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer M. Molenaar: Mijnheer de Voorzitter. Onze
fractie acht het gewenscht in verband met dit adres een
korte verklaring af te leggen.
De hoofdgedachte van het adres is ons sympathiek.
Door wie het adres is ingezonden is voor ons bijzaak.
Wij meenen evenwel dat om verschillende redenen een
besluit niet moet worden genomen, hetgeen ook niet
noodig is. Hoofdzaak is, dat gehandeld wordt in de
richting, zooals door het adres wordt aangegeven. Onze
fractie heeft bij een vorige gelegenheid getoond daartoe
te willen medewerken en blijft van meening, dat in de
tegenwoordige omstandigheden zooveel mogelijk het
koopen van Duitsche goederen moet worden nagelaten.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten het adres
voor kennisgeving aan te nemen.
g. adres van Engelsma en andere bewoners van
panden op Kleijenburg betreffende verbetering van het
pad van den Kanaalweg tot aan het Vliet.
Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge
meester en Wethouders te stellen ter afdoening.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hofstra: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou
hierover wel iets willen zeggen, hoewel ik kan meegaan
met het voorstel van Burgemeester en Wethouders om
dit adres in hunne handen te stellen ter afdoening. Ik
meen dat daarbij deze toezegging door het college moet
worden gedaan en ik zou daartoe een zachten aan
drang willen uitoefenen dat daar ter plaatse spoedig
verbetering zal worden aangebracht. Wie daar bekend
is in die omgeving zal voornamelijk wat het pad naar
Kleijenburg betreft tot de conclusie komen, dat die toe
stand daar niet bestendigd mag blijven. Daarom zou ik
willen vragen zoo spoedig mogelijk maatregelen te
nemen, omdat het althans in de nattige tijden van het
jaar in den zomer is het nog niet zóó erg hoogst
gevaarlijk is om daar te passeeren. Ik verzoek dan ook
het college om daar dezen zomer verbetering aan te
brengen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het adres wordt in handen van Burgemeester en
Wethouders gesteld ter afdoening.
h. schrijven van Burgemeester en Wethouders,
waarbij, ter voldoening aan het desbetreffende, uit het
midden van den Raad aan hun college gerichte verzoek,
wordt overgelegd een overzicht van de nevenbetrek
kingen of -werkzaamheden van het personeel der ge
meente, waaruit bijverdiensten voortvloeien.
Wordt voorgesteld deze mededeeling van Burge
meester en Wethouders voor kennisgeving aan te nemen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Wiersma: Mijnheer de Voorzitter. Dit staat
in verband met een kwestie die ik indertijd ter sprake
heb gebracht en ik zou over die zaak nog wel een enkel
woord willen zeggen. Hoewel het lang heeft geduurd
voor dit onderzoek is ingesteld, kan de Raad toch dank
baar zijn dat nu eindelijk tot op zekere hoogte aan het
verzoek van den Raad is voldaan. Ik zou daar echter
direct aan willen toevoegen, dat naar mijn meening bij
de uitvoering van dat verzoek van den Raad een mis
verstand of een vergissing in het spel moet zijn, want
als ik de lijst raadpleeg, zie ik alleen de namen van de
functionnarissen aangegeven en de kwaliteiten, waarin
zij werkzaam zijn, maar daarnaast zijn geen bedragen
genoemd, welke zij als bijverdiensten genieten.
Ik wil er op wijzen, dat ik bij de aanbieding van de
begrooting voor 1932 deze zaak in de secties ter sprake
heb gebracht en dat uit de Memorie van Antwoord op
het Sectieverslag blijkt, dat Burgemeester en Wethou
ders toen reeds hebben toegezegd dat een desbetreffend
onderzoek zou worden ingesteld. Dat was na verloop
van een jaar nog niet geschied in het Sectieverslag
omtrent de begrooting voor 1933 is toen de zaak op
nieuw aan de orde gesteld en ik lees in de Memorie
van Antwoord daarop
„Het opmaken van een lijst van eventueele bii
verdiensten der gemeente-ambtenaren heeft nog niet
plaats gehad."
Uit die zinsnede zou men, dunkt mij, mogen lezen en
afleiden dat blijkens hun antwoord Burgemeester en
Wethouders de zaak zoo hebben opgevat, dat niet alleen
de namen van de personen en hun kwaliteiten of func
ties zouden worden vermeld, maar ook de bedragen der
bijverdiensten. Ik zou ook kunnen teruggrijpen op de
notulen van de vergadering van de behandeling der be
grooting voor 1933, waarbij van Uwe zijde, mijnheer de
Voorzitter, ook is gesproken over de bedragen van de
bijverdiensten; ik meen dat dit niet noodig is, maar dat
uit de aangehaalde stukken al blijkt, dat er telkens
sprake is van de bedragen van de bijverdiensten.
Wij meenen dus dat hier een vergissing of een mis
verstand in het spel is geweest en wij zouden alsnog
gaarne de lijst, zooals die daar ligt. aangevuld willen
zien met de verschillende bedragen, die in den vorm
van bijverdiensten worden genoten, hoewel wij daarbij
erkennen, dat dit voor sommige functionnarissen niet
mogelijk zal zijn. Ieder die de lijst raadpleegt, ziet toch.
dat daar namen van functinnarissen op staan, waarvan
door Burgemeester en Wethouders niet is na te gaan.
hoeveel hun bijverdienste is. Maar van de meeste func
tionnarissen is dat wel bekend en daarom willen wij
alsnog het verzoek doen om ten opzichte van die ambte
naren, waarvan dat wel en wel zeer gemakkelijk
kan worden nagegaan, die bedragen er nog bij te
plaatsen, opdat geheel zal worden voldaan aan de be
doeling van het verzoek, dat door den Raad tot Burge
meester en Wethouders is gericht.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Mei 1933.
153
De Voorzitter: De heer Wiersma heeft zelf al op
gemerkt dat de lijst nooit volledig zal kunnen worden,
omdat wij er ten slotte alleen de cijfers achter kunnen
zetten die gelden voor de menschen, die een bijbetrek
king hebben in gemeentedienst. Voor de anderen gaat
dit niet. Ik noem b.v. maar den geneesheer-directeur
van het Stads-ziekenhuis; deze oefent ook particuliere
practijk uit en nu kunnen wij daarvoor wel een cijfer
achter zijn naam zetten, maar ik vrees, dat dit dan toch
verkeerd is en dan doen wij dat liever niet. Hetzelfde
geldt ook voor dokter Lïffelie en dokter Maas, terwijl
men weer anderen heeft die particuliere lessen geven
en waarvan de bijverdienste ook niet is na te gaan. De
mogelijkheid bestaat echter om in den staat de bedragen
op te nemen, welke de gemeente uitkeert aan ambte
naren anders dan uit hoofde van hun hoofdbetrekking.
De beraadslagingen worden gesloten.
De mededeeling van Burgemeester en Wethouders
wordt voor kennisgeving aangenomen.
i. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare
aanbesteding hebben gegund de verbouwing van Ge
meenteschool no. 7 aan den Arendstuin met bijkomende
werken aan de firma B. G. Bijlstra en Zoon te Wartena
voor 16.400.'
dat op Maandag 24 Juli e.k. des namiddags te
S]/2 uur ten Stadhuize zullen worden ontvangen de
deelnemers aan de jaarvergadering van den Chemischen
Kring.
De mededeelingen sub i en j worden voor kennis
geving aangenomen.
3. Voorstel van Burgemeester en W>ethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan mej. M. C. Melis
als onderwijzeres aan de school voor Buitengewoon
Lager Onderwijs.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4. Benoeming van een lid der Commissie van toe
zicht op het Lager Onderwijs, vacature mevrouw G.
RingnaldaPostma.
De aanbeveling der Commissie luidt als volgt
1. Mevr. W. BruinsmaZwart. Auke Stellingwerf
straat 14a;
2. J. A. Polman—Berghuis, Groningerstraat
weg 74;
3. S. Bakker—Brouwer, Veulenstraat 6.
De heeren Van der Schoot en Van Kollem vormen
het stembureau.
Benoemd wordt mevrouw W. BruinsmaZwart,
voornoemd, met 24 stemmen. Op mevr. J. A. Polman-
Berghuis worden 3 stemmen uitgebracht.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Valkstraat
aan J. A. Jonker.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres van 22 Maart 1933 heeft J. A. Jonker,
bouwondernemer, alhier, voor den bouw van een dubbel
I woonhuis in erfpacht aangevraagd een terrein, gelegen
aan de Zuidoostzijde van de Valkstraat. Het betref
fende perceel grond heeft een oppervlakte van 236
M2. en is op de hierbij overgelegde situatieteekening
in roode kleur en met de letters A, B, C, D en G aan
geduid. Van onze zijde bestaan tegen de gevraagde
erfpachtsuitgifte geen bedenkingen. De grondwaarde
van het terrein kan worden gesteld op 10.— per M2.,
welke prijs ook voor het naastgelegen terrein is bedon
gen en die voldoende is te achten. Belanghebbende gaat
met genoemden prijs en de te stellen gebruikelijke voor
waarden accoord. De ingezonden gevelteekening van
het op het betreffende terrein te stichten woonhuis vol
doet, ook naar de meening van de Schoonheidscom
missie, aan de gestelde eischen.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten
aan J. A. Jonker, bouwondernemer, alhier, tot 31 De
cember 1990 in erfpacht af te staan een bouwterrein
gelegen aan de Zuidoostzijde van de Valkstraat, ter
breedte van 13.50 Meter langs de straat gemeten, gelijk
op de bij dit besluit behoorende teekening in roode
kleur en met de letters A, B, C, D en G is aangegeven,
ter grootte van ongeveer 236 M2., de juiste grootte door
een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks
onder de volgende voorwaarden
1de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 10.— per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. het door den belanghebbende ten kantore van
het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de
nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad 118.
vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor
waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet
houders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling,
niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de
waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor
waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug
gegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst
der Gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats hebben;
5. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver
leden binnen een door Burgemeester en Wethouders
te stellen termijn;
6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen
tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe-
hoorende aan de gemeente Leeuwarden.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Nicolaas
Tulpstraat aan B. van der Kolk.
Dit voorstel luide als volgt
Bij adres van 27 Februari 1933 heeft B. van der Kolk,
alhier, gevraagd hem voor den bouw van woningen in
erfpacht af te staan een gedeelte van bouwblok XVII
der gemeentelijke terreinen ten Zuidoosten van den
Groningerstraatweg, gelegen aan de Nicolaas Tulp
straat. Op de hierbij overgelegde situatieteekening is
het betreffende perceel grond, dat eene grootte heeft
van ongeveer 336 M2., met roode arceering aangeduid.
Van onze zijde bestaan tegen de gevraagde erfpachts
uitgifte geen bedenkingen. De grondwaarde van het
terrein kan worden gesteld op 7.— per M2., welke
prijs ook voor de aangrenzende terreinen is bedongen
en die voldoende is te achten. Blijkens de bij de stukken
aanwezige verklaring gaat de belanghebbende met ge
noemden prijs, zoomede met de te stellen gebruikelijke
voorwaarden, accoord. Tegen het ingezonden gevel
schema van de op het terrein te stichten woningen heb
ben wij, na ingewonnen advies van de Schoonheids
commissie, in beginsel geen bezwaar.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
aan B. van der Kolk, alhier, tot 31 December 1990
in erfpacht af te staan een gedeelte van bouwblok XVII
der gemeentelijke terreinen ten Zuidoosten van den