Vergadering van Dinsdag 11 Juli 1933.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juli 1933.
189
Tegenwoordig 27 leden, te weten de heeren
Turksma, Koopal, mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi,
mevrouw Van Dijk—Smit, de heeren Hooiring, Het-
tinga, Botke, De Boer, Feitsma, Wiersma, Hofstra,
Muller, Buiel, Van der Schoot, Van Kollem, Ritmeester,
Stobbe, M. Molenaar, Westra, Weima, Oosterhoff,
Van der Meulen, Hoogland, Balk, Vromen, B. Mole
naar en Terpstra.
Afwezig, met kennisgeving, de heeren Dijkstra en
IJtsma.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
30 Mei 1933.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van eene tijdelijke leerares in de
Duitsche taal en letterkunde aan de School van Mid
delbaar Onderwijs voor Meisjes.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Camper
straat aan H. Hettema.
5 Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Willem Loréstraat aan G. Hiemstra.
6. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Boerhaavestraat, hoek Swammerdamstraat, aan
J. J. Visser.
7. Alsvoren tot wijziging van de erfpachtsovereen
komst met de firma H. J. Visser en H. de Boer betref
fende een terrein aan de van Leeuwenhoekstraat en de
Ramstraat, tot ruiling van grond aldaar met G. Faber
en tot afstand in erfpacht van een strook grond aan
genoemde firma.
8. Alsvoren tot ruiling van grond aan de Roekstraat,
de Roodborststraat en de Zwaluwstraat met G. Dijkstra
R.Hzn.
9. Alsvoren tot verhuring van grond aan de Schuit-
makerssteeg aan P. Stienstra.
10. Alsvoren in zake de toepassing van de aanvul
lende stroomleveringsovereenkomst tusschen de pro
vincie Friesland en de gemeente Leeuwarden en tot
wijziging van de gemeentebegrooting en de begrooting
van het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf, beide dienst
1933.
11. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op de adressen van D. Landeweer e. a. betreffende uit
dieping van het vaarwater het Vliet.
12. Alsvoren op het adres van het Bestuur der Ver-
eeniging voor Christelijk Nijverheidsonderwijs betref
fende het nemen van een besluit ingevolge art. 25 der
Nijverheidsonderwijswet.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van onderscheidene verordeningen ter zake
van de verstrekking in bruikleen van boeken en leer
middelen (bijlage no. 10).
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
30 Mei 1933.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer TerpstraMijnheer de Voorzitter, ik wil
ditmaal beginnen met een pluimpje te steken op den
hoed van onzen geachten verslaggever, die zoo buiten
gewoon juist heeft weergegeven wat door mij gezegd is
en ook bedoeld is in die vergadering. Natuurlijk voert
mij dit tot een andere hypothese, n.l. deze, dat ditzelfde
ook wel gezegd kan worden van de andere sprekers en
indien deze hypothese juist is, dan wil ik even herin
neren aan een woord van U, mijnheer de Voorzitter,
dat mij op die bekende vergadering is ontgaan, want
wanneer mij dat niet was ontgaan, zou ik er zeker op
gereageerd hebben, n.l. deze uitdrukking
„voorloopig toch staan wij in dezen nog verkeerd
aangeschreven."
Zóó, mijnheer de Voorzitter, hebt U het gezegd, maar
zóó is het door mij niet bedoeld geworden. Ik heb de
vrijheid genomen, genietende van de vriendelijkheid van
den toenmaligen loco-Secretaris, om de stukken nog
eens van voren af aan naarstig te onderzoeken en daar
bij is gebleken dat de lijst, waarop ik indertijd gezin
speeld heb, in werkelijkheid niet heeft bestaan, maar
dat het die lijst was, die bij de stukken lag en dat er
dus géén tweede lijst was. Ik heb toen mijn onderzoek
nog verder uitgebreid en dit is het juist wat ik hier
moet zeggen en dus ook wil zeggen na dat onderzoek
is mij gebleken, dat ik toen, weliswaar onwetende, bij
het overschrijven van die aanteekening uit die lijst géén
fout heb begaan, maar dat de zaak, waarom het ging,
in mijn hersencentrum zoodanig is vastgezet geworden,
dat ik de beide cijfers heb omgekeerd en dat de heer
Muller heeft daar toen reeds op gewezen de datum,
die door mij werd bedoeld, niet sloeg op de woningen
aan de Marssumerstraat maar op de woningen van
,,Ons Belang".
Om het wederzijdsch vertrouwen te versterken en om
mij tegelijkertijd te ontlasten van een plicht, die op mij
rustte, meende ik dit te moeten zeggen. Ik dank U.
De Voorzitter: Nog een van de leden het woord over
de notulen Dan hoop ik dat het wederzijdsch ver
trouwen hierdoor versterkt is.
De beraadslagingen worden gesloten.
De notulen der vergadering van 30 Mei 1933 worden
onveranderd vastgesteld.
2. Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten d.d. 30 Mei 1.1. tot afstand in erfpacht
van bouwterrein aan de Veestraat, de Nicolaas Tulp
straat, de Mozartstraat, den Wissesdwinger, de Valk
straat en de Beethovenstraat, tot ruiling van grond met
de Leeuwarder Schoolvereeniging en tot het instellen
van een rechtsvordering tegen M. Visser te Leens;
b. proces-verbaal van de opneming van kas en
boeken van den Gemeente-ontvanger;
c. rapport omtrent de opneming der kas van het
bedrijf der Gemeentereiniging;
d. bericht van den heer S. Attema, dat hij de be
noeming tot lid der Commissie van Administratie der
Stads Bank van Leening aanneemt.
De stukken sub a—d worden voor kennisgeving aan
genomen.
e. schrijven van M. Bekkema omtrent de door Bur
gemeester en Wethouders ingetrokken vergunning tot
verkoop van sterken drank in het klein in het perceel
Waeze no. 38, indertijd verleend aan K. Bijlsma.
Burgemeester en Wethouders stellen voor dit schrij
ven voor kennisgeving aan te nemen, aangezien deze
zaak ingevolge de Drankwet tot de competentie van
Burgemeester en Wethouders en van Gedeputeerde
Staten behoort.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb van
dit schrijven kennis genomen en ook van de aantee
kening, die er onder staat, maar ik geloof dat dit niet
verhindert om een vraag aan Burgemeester en Wet
houders te stellen. Waar bij mij de indruk is gewekt
dat niet geheel recht is gedaan aan Bekkema, zou ik
het op prijs stellen als het college van Burgemeester en