ra c
224 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 Augustus 1933.
waar de andere alinea's altijd gelijkluidend zijn, zou ik
toch willen vragen waarom maakt men voor de
meestal onder 5 voorkomende alinea een uitzondering
en kiest men daarvoor ik zal niet zeggen een wille
keurige, maar dan toch steeds een andere redactie
Bestaat daar een reden voor Kunt U mij daarover
ook inlichten
De heer De Boer (wethouder): Mijnheer de Voor
zitter. De zaak is geloof ik deze. De heer Terpstra
merkt op, dat deze redactie wel eens anders is, maar
het komt voor dat er aansluiting plaats heeft aan een
bepaalde bebouwing en het komt ook voor dat het
eerste blok woningen wordt gebouwd aan een bepaalde
straat, zooals dat ook bij punt 8 het geval is. Het gaat
hier over de eerste bouw aan deze straat en het ligt
dus voor de hand, dat hier staat
,,de op het terrein te stichten bebouwing moet aan
redelijke eischen van welstand voldoen",
terwijl, wanneer men op een andere plaats een voort
zetting krijgt van de bebouwing met een bepaald blok,
een andere redactie wordt gekozen en er dan wordt
gezegd dat de te bouwen woningen bij de andere moe
ten aansluiten. Ik geloof dat dit de hoofdzaak is,
waarom er zoo nu en dan een andere redactie wordt
gekozen. De heer Terpstra geeft trouwens zelf al te
kennen dat hetgeen in die alinea wordt gezegd, telkens
toch eigenlijk op hetzelfde neerkomt. De redactie van
deze alinea hier is zoo genomen, omdat deze gebouwen
als eerste bebouwing aan deze straat komen; nu komt
daar later een park of plantsoen het woord park is
wat weidsch, maar er komt in ieder geval een plant
soen en nu ligt het in de bedoeling, dat hier althans
redelijke eischen worden gesteld aan den welstand.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van een strook bouwterrein aan den
Groningerstraatweg aan K. Sloot.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij adres van 29 Juni j.l. heeft K. Sloot, alhier, ons
verzocht te bevorderen, dat hem een strook grond aan
den Groningerstraatweg, ter breedte van 2 Meter langs
den weg gemeten en over de volle diepte van het bouw
blok, in erfpacht wordt afgestaan. Het perceeltje grenst
ten Noordoosten aan het bij Uw besluit van 2 Mei j.l.
no. 155R/62 aan den adressant in erfpacht afgestane
terrein op den hoek van den Groningerstraatweg en de
van Leeuwenhoekstraat. Op de hierbij overgelegde
situatieteekening is het terreintje, dat eene grootte heeft
van ongeveer 54 M2., met een roode omlijning aange
geven. Tegen de uitgifte bestaan van onze zijde geen
bedenkingen. De grondwaarde lean worden gesteld op
10.—per M2., welke prijs ook voor het aanliggende
terrein is bedongen en die voldoende is te achten. De
belanghebbende heeft verklaard met genoemden prijs
en de te stellen gebruikelijke voorwaarden genoegen te
nemen.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
aan K. Sloot, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht
af te staan een strook grond aan den Groningerstraat
weg, ter breedte van 2 Meter langs den weg gemeten,
gelegen ten Noordoosten van en grenzende aan het hem
bij Raadsbesluit van 2 Mei 1933, no. 155r/62 in erfpacht
afgestane terrein, gelijk op de bijbehoorende situatie
teekening met een roode omlijning is aangegeven, ter
grootte van ongeveer 54 M2., de juiste grootte uit te
meten door een landmeter van het kadaster, zulks onder
de volgende voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van ƒ10.per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. het door den belanghebbende ten kantore van
het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de
nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad 27.—
vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor
waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet
houders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling,
niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de
waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor
waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug
gegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst
der Gemeentewerken worden aangegeven;
4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats hebben;
5. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver
leden binnen een door Burgemeester en Wethouders
le stellen termijn;
6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen
tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo-
rende aan de gemeente Leeuwarden.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van een strookje grond aan het St. Jobsleen
van J. Woudstra.
Dit voorstel luidt als volgt
Aan J. Woudstra, alhier, hebben wij vergunning ver
leend tot het bouwen van een pakhuis aan het St. Jobs-
leen, onder voorwaarde dat de voorgevel op 2.50 M.
uit de as van de voorliggende straat moet worden ge
plaatst. Blijkens een van hem ontvangen schrijven is
hij genegen zijn vóór dien gevel gelegen grond aan de
gemeente in eigendom over te dragen.
Vermits het bezit van dit strookje grond voor de
gemeente gewenscht is, geven wij U in overweging te
besluiten
A. in eigendom over te nemen van J. Woudstra,
alhier, den grond, gelegen voor den op 2.50 M. uit de
as van de straat geplaatsten voorgevel van het pakhuis,
te bouwen aan het St. Jobsleen, op een gedeelte van het
perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
Sectie C no. 1845, zulks onder de volgende voor
waarden
1. de koopprijs bedraagt 1.
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening van de gemeente Leeuwarden;
B. de onder A bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van een strookje grond aan het St. Jobsleen
van K. J. Visser.
Dit voorstel luidt als volgt
Van K. J. Visser, alhier, ontvingen wij de mede-
deeling dat hij bereid is aan de gemeente in eigendom
af te staan voor den prijs van 1.— in totaal en op
voorwaarde dat uit deze overdracht voor hem geen
kosten voortvloeien, een strookje grond aan het St.
Jobsleen, gedeelte van het achtererf van het perceel
Doelestraat no. 13, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden, Sectie C no. 1845.
Bedoeld strookje grond is gelegen voor de verlengde
voorgevellijn van het door J. Woudstra op een gedeelte
van hetzelfde kadastrale perceel nieuw gestichte pak
huis, bedoeld in ons voorstel van 13 Juli j.l. Overneming
van dezen grond zal den toestand ter plaatse ten goede
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 Augustus 1933.
225
komen, aangezien alsdan de straat over de volle breedte
van het achtererf van het bovenbedoelde perceel kan
worden verbreed.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten
A. in eigendom over te nemen van K. J. Visser,
alhier, den grond, gelegen aan het St. Jobsleen achter
het perceel Doelestraat no. 13, gedeelte van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie C no.
1845 en wel het gedeelte dat gelegen is voor het ver
lengde van de lijn, waarin de voorgevel is geplaatst
van het door J. Woudstra op een gedeelte van hetzelfde
perceel gebouwde pakhuis aan het St. Jobsleen, zulks
onder de volgende voorwaarden
1 de koopprijs bedraagt 1.
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening van de gemeente Leeuwarden;
B. de onder A bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van den grond van stoepen voor panden
aan de Nieuwestad.
Dit voorstel luidt als volgt
Opnieuw hebben zich onderscheidene eigenaren van
panden aan de Nieuwestad, zoowel aan de Noord- als
aan de Zuidzijde, bereid verklaard den grond van de
voor hunne eigendommen gelegen stoepen, in een enkel
geval met een gedeelte van een steeg, aan de gemeente
af te staan op de gewone, voor stoepenoverdracht ge
bruikelijke, voorwaarden.
Aangezien de eigendom van de hierbedoelde strooken
grond voor de gemeente van belang is, geven wij U,
onder overlegging van de stukken, in overweging te
besluiten
A. voor den prijs van ƒ1.— voor elke strook grond,
in eigendom over te nemen den grond van de stoepen
en een gedeelte steeg, gelegen voor perceelen aan de
Nieuwestad, als in onderstaanden staat is vermeld
Kadastrale
aanduiding
Kadastrale tenaamstelling
s
Sectie] n°.
1
C 1636
S.
Jongma en c.s., te Leeuwarden
3
1640
S.
Hamstra, te
5
1639
P.
D. van der Steen, te
zijde van de Torenstraat;
9
C
2010
Algemeene Friesche Levensverzeke
ring Maatschappij, gevestigd te
Leeuwarden
13
780
H. F. Zandstra, te Leeuwarden
17
1080
J. J. Kooistra, te Hilversum
19
1468
firma ,,L. Ket en Zoon", gevestigd te
Leeuwarden
21
1467
firma N. J. Rooswinkel, gevestigd te
Leeuwarden
23
775
P. van Wigcheren, te Leeuwarden
25
1005
S. F. Doodkorte,
27
1304
L. Boorsma,
29
1305
H. Gorter,
31
765
J. Wierda,
33
764
B. Engwirda,
43
840
J. Dijkstra,
67
1732
L. de Vries,
91
551
J. P. Beeling,
93
1756
Aaltje Poelstra Wed. H. Goedemoed
c.s., te Leeuwarden
109
1332
De Groote Sociëteit, te Leeuwarden
113
2070
A. H. B. Berssenbrugge, te
8
B
1285
W. Hoekstra, te
Kadastrale
aanduiding
Sectie
Kadastrale tenaamstelling
10 C 2964 P. Andringa,
lOai 2630 J. van Kuik,
34 1943 C. de Vries,
36 1890 H. van Messel en c.s., te Velp
100 1375 B. Feitsma, te Leeuwarden
met inbegrip van een gedeelte steeg;
160 B 2759 A. M. Sustring, te Leeuwarden
166 2809 T. D. Buwalda,
168 i 2523 S. A. Bakkers, te 's Gravenhage,
en voorts onder de volgende voorwaarden
a. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente;
b. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het uit
komende materiaal desverlangd het eigendom van den
verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de ge
meente vervoerd;
c. wanneer tengevolge van den trottoiraanleg werk
zaamheden aan den gevel van de op bovenvermelde
perceelen staande gebouwen noodig zijn, geschieden
deze door en voor rekening van de gemeente;
d. wanneer tengevolge van den trottoiraanleg werk
zaamheden aan den ringmuur en het hekwerk van het
kadastrale perceel Sectie C no. 2010 noodig zijn, ge
schieden deze door en voor rekening der gemeente, in
overleg met den architect van de verkoopster;
en overigens op de gebruikelijke en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
B. de onder A bedoelde strooken grond te bestem
men voor den publieken dienst.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet
houders sub 9—12.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van de vergoeding ex. art. 101, 8e lid, der
Lager Onderwijswet 1920 aan onderscheidene school
besturen.
Dit voorstel luidt als volgt
Artikel 101, le lid. der Lager Onderwijswet 1920
legt aan de gemeentebesturen de verplichting op, om
over elk dienstjaar aan de besturen der bijzondere
scholen de kosten van instandhouding, met uitzondering
van de jaarwedden en wedden der onderwijzers, te ver
goeden, terwijl het 9e lid van genoemd artikel bepaalt,
dat de gemeente, die ten behoeve van haar openbare
scholen vakonderwijzers heeft aangesteld, bovendien
aan de bijzondere schoolbesturen, die vakonderwijzers
hebben aangesteld, eenzelfde bedrag per lesuur moet
vergoeden, als de gemeente voor haar vakonderwijzers
heeft uitgegeven.
Het 8e lid van vorengenoemd artikel bepaalt voorts,
dat om de drie jaren de vergoeding ex art. 101 moet
worden verminderd tot het bedrag, hetwelk noodig is
tot goedmaking van de over dat tijdvak ten behoeve
van de bijzondere school werkelijk gemaakte kosten,
bedoeld in het 5e lid van vorengenoemd artikel, na
aftrek van de volgens de gemeentelijke verordening
verschuldigde schoolgelden, welke hier echter voor alle
scholen door de gemeente worden geïnd.
Ingevolge vorengenoemd artikel 101, 8e lid, moet
thans een definitieve afrekening plaats hebben
voor de school Groote Kerkstraat 89 (1. o.)uitgaande
van het Sint Lucia Gesticht te Rotterdam over het
tijdvak 1 Januari 1925 t/m. 31 December 1927;