260 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 September 1933.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb ook
kennis genomen van dit schrijven en ik weet dat men
hier algemeen op het standpunt staat, dat de Raad aan
het geven van dergelijke adhaesiebetuigingen niet moet
meedoen. Ik geloof ook dat dit standpunt juist is, maar
ik zou hier in de eerste plaats willen opmerken, dat ook
thans reeds is gebleken, dat de Regeering aan verschil
lende wenschen van deze organisaties reeds heeft vol
daan, althans bezig is om daaraan te voldoen en verder
zou ik alleen het college van Burgemeester en Wethou
ders in overweging willen geven om dit adres ook eens
te bekijken bij de begrooting, die zoo onder de hand,
waar het al September is geweest, toch wel in den Raad
zal komen en eens na te gaan wat de Raad in dezen
voor den middenstand zal kunnen doen.
De heer Hettinga: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb
daar weinig aan toe te voegen. Het is ook mijn idee
dat, waar dit adres komt uit verschillende standen en
dus uit een heele breede stand van de maatschappij, het
nog al iets buitengewoons is; het is nog al iets belang
rijks in verband met de economische omstandigheden,
waarin wij bij de tegenwoordige maatschappelijke om
standigheden verkeeren.
Als bijgeval de Raad zich zou kunnen vereenigen met
de strekking van dit program, zou ik dat warm kunnen
aanbevelen, maar als dat niet het geval is, meen ik dat
het hier de plaats niet is om over de verschillende on
derdeden van dat program te disputeeren.
De heer IJtsma: Mijnheer de Voorzitter. Nu het niet
de bedoeling is van de Roomsch-Katholieke fractie om
tegen het voorstel van Burgemeester en V/ethouders te
stemmen, ben ik dat natuurlijk volkomen met hen eens.
Als het de bedoeling was om alleen te constateeren, dat
de Regeering reeds verschillende dingen, die in het
adres staan, heeft uitgevoerd, dan zou ik zeggen dat
dit adres voor een groot deel daardoor uit zichzelf al
zou wegvallen, maar dat zal dan wel voor het gedeelte
zijn, dat zeer zeker ook voorkomt op al de politieke
programs van de 40 of 50 partijen, die aan de verkie
zingen hebben deelgenomen.
Ik ben dus blij dat men hier meegaat met het voorstel
van Burgemeester en Wethouders, maar ik geloof dat
het wat eigenaardig aandoet, wanneer een van de par
tijen, die in het college zijn vertegenwoordigd, meent
te moeten opmerken dat deze zaak in het college dient
ter sprake te worden gebracht. Wanneer toch een
partij het noodig oordeelt om een bepaalde zaak in het
college ter sprake te brengen, heb ik het vertrouwen,
dat ieder van de wethouders er zelf wel voor zal zorgen
dat dit altijd gebeurt.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het schrijven sub h wordt voor kennisgeving aan
genomen.
2. Benoeming van een tijdelijk leeraar in het Duitsch
aan de Middelbare Avondhandelsschool, vacature C.
Andriesse.
De voordracht van Burgemeester en Wethouders
luidt als volgt
1. C. A. Reinberger te Hardegarijp;
2. Leffertstra, onderwijzer aan de bijzondere
school voor U. L. O. in de Margaretha de Heer
straat no. 1;
3. C. van den Berg, onderwijzer aan de bijzon
dere school voor U. L.O. aan de Tweebaksmarkt.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi: Mijnheer de
Voorzitter. Mag ik vragen naar aanleiding van dit
punt een besloten zitting te houden
Het voorstel wordt ondersteund de Raad maakt
daartegen geen bezwaar.
De Voorzitter doet de deuren sluiten, waarna in
besloten vergadering wordt overgegaan.
Na hervatting der openbare vergadering worden de
beraadslagingen voortgezet.
De heer Turksma: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou
nog iets willen zeggen naar aanleiding van deze voor
dracht. Het heeft mijn verwondering gewekt dat hier
een buitenlander, die nog geen Nederlander is, als no.
1 op de lijst staat. Het is echter niet onze schuld dat
die hier is geplaatst, omdat uit de kennisgeving, die
wij hebben gekregen, is gebleken, dat er niet voldoende
sollicitanten waren, die de bekwaamheid hadden om op
deze lijst geplaatst te worden. Ik meende deze ver
klaring te moeten afleggen, opdat degenen, die in cle
stad wonen en die bekwaamheden wél hebben, daaruit
hun conclusies kunnen trekken.
De heer Botke (wethouder): Mijnheer de Voorzitter.
De heer Turksma heeft het al gezegd, wij hebben twee
maal een oproep in de bladen gedaan voor sollicitanten
naar deze betrekking aan de Middelbare Avondhandels
school en het resultaat is geweest dat ten slotte alleen
de heer Reinberger met middelbare bevoegdheid onder
de sollicitanten was.
Volgens den Directeur, den Inspecteur en de Com
missie van Toezicht is hij hiervoor de aangewezen
persoon. De heer Reinberger heeft in Rotterdam les
in Duitsch gegeven aan een onderwijsinrichting en hij
heeft ook les gegeven in Duitsche handelscorrespon
dentie. Wij meenen dan ook dat de heer Reinberger,
niettegenstaande het feit dat, hoewel hij al lange jaren
in ons land is, hij toch nog Duitscher is, de aangewezen
persoon is om in deze betrekking benoemd te worden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Benoemd wordt C. A. Reinberger, voornoemd, met
21 stemmen. Op J. Leffertstra worden 4 stemmen uit
gebracht; 1 biljet is van onwaarde en 1 biljet wordt
blanco ingeleverd.
3Benoeming van een tijdelijk leeraar in het Duitsch
aan de Lagere Avondhandelsschool, vacature-J. Krips.
De aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
luidt als volgt
1. J. Leffertstra, onderwijzer aan een bijzondere
school voor U. L. O., alhier;
2. F. H. Litmaath, onderwijzer aan een bijzondere
school voor gewoon lager onderwijs, alhier;
3. mej. A. A. G. ten Kate te Franeker.
Benoemd wordt J. Leffertstra, voornoemd, met 25
stemmen. Op mej. A. A. G. ten Kate worden 2 sten-
men uitgebracht.
4. Benoeming van een onderwijzer aan gemeente
school no. 4 (school voor U.L.O.), vacature-A. Aardema.
Overeenkomstig de voordracht van Burgemeester en
Wethouders wordt met 25 stemmen benoemd W. J.
Schaap, op wachtgeld gesteld hoofd der school voor
U. L. O. te Nieuweschans.
Er worden 2 biljetten blanco ingeleverd.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan H. van der Harst
als onderwijzer aan gemeenteschool no. 3.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan K. de Jong als
onderwijzer aan gemeenteschool no. 13a.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 September 1933. 261
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein aan den Groninger
straatweg aan de Wed. L. de Vries en J. A. Hamersma
(firma L. de Vries en Zn.)
Dit voorstel luidt als volgt
Bij schrijven van 1 September 1933 verzoekt A. J.
Feddema Hzn., als gemachtigde van de firma L. de
Vries en Zoon, gevestigd alhier, in erfpacht af te staan
een bouwterrein aan den Groningerstraatweg, gelegen
ten Noordoosten van en grenzende aan het aan K. Sloot
in erfpacht uitgegeven terrein. Op de ter visie gelegde
situatieteekening is het aangevraagde terrein, dat langs
den weg gemeten een breedte heeft van 28 Meter en
ongeveer 784 M-. groot is, met een roode omlijning
aangeduid. De grondwaarde kan op 10.— per M2.
v/orden gesteld, welke prijs ook voor het naastgelegen
terrein is bedongen en die voldoende is te achten.
Blijkens de bij de stukken aanwezige verklaring gaan
de gegadigden met genoemden grondprijs, evenals met
de te stellen gebruikelijke voorwaarden, accoord. Van
enze zijde bestaan tegen de gevraagde uitgifte geen
bedenkingen.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten
aan de weduwe L. de Vries en A. Hamersma, beiden
alhier (firma L. de Vries en Zoon), tot 31 December
1990 in erfpacht af te staan een bouwterrein aan den
Groningerstraatweg, gelegen ten Noordoosten van en
grenzende aan het aan K. Sloot in erfpacht uitgegeven
terrein, ter breedte van 28 Meter langs den weg ge
meten, gelijk op de bijbehoorende situatieteekening met
een roode omlijning is aangegeven, ter grootte van
ongeveer 784 M2., de juiste grootte door een landmeter
van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende
voorwaarden
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een
grondwaarde van 10.— per M2. en een rentevoet van
6 per jaar;
2. het door de gegadigden ten kantore van het ge
meentelijk Grondbedrijf gestorte bedrag van 378.
als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, ver
valt aan de gemeente, indien niet aan de voorwaarden
wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wethouders in
bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, niettemin
tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de waarborg
som besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt
op aanvrage de waarborgsom teruggegeven;
3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst
der Gemeentewerken worden aangegeven;
4. de bebouwing moet geschieden in overeenstem
ming met het voor het betreffende terrein ontworpen
gevelschema; van de te bezigen materialen moeten mon
sters ter goedkeuring worden ingezonden aan den Di
recteur der Gemeentewerken, benevens een geveltee-
kening op schaal 1 a 20;
5. zoolang de erfpacht niet met toestemming van
Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag
bebouwing door derden niet plaats hebben;
6. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver
leden binnen een door Burgemeester en Wethouders
te stellen termijn;
7. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht
van toepassing voor zoover mogelijk en met het
bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende
de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tus-
schen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo-
rende aan de gemeente Leeuwarden.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van den grond der stoep voor het perceel
Groot Schavernek no. 13.
Dit voorstel luidt als volgt
Van J. Ettema, alhier, ontvingen wij de mededeeling,
dat hij genegen is om de voor zijn perceel Groot Scha
vernek no. 13 gelegen stoep aan de gemeente in eigen
dom over te dragen op de voor stoepenoverdracht ge
bruikelijke voorwaarden, indien tevens van gemeente
wege zonder kosten zijnerzijds eenige werkzaamheden
met betrekking tot den ter plaatse aanwezigen kelder
v/orden verricht.
Aangezien hiertegen geen bezwaren bestaan en het
bezit van deze stoep voor de gemeente in verband met
trottoiraanleg gewenscht is, geven wij U in overweging
te besluiten
I. in eigendom over te nemen van J. D. Ettema,
alhier, den grond van de stoep, gelegen voor het per
ceel Groot Schavernek no. 13, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden, Sectie B no. 2905, zulks op de
volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1.
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening van de gemeente Leeuwarden;
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het uit
komende materiaal desverlangd het eigendom van den
verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de ge
meente vervoerd;
4. wanneer tengevolge van den trottoiraanleg
werkzaamheden aan den gevel van bovenvermeld ge
bouw noodig zijn, geschieden deze door en voor reke
ning der gemeente;
5. de toegang tot den kelder wordt in het trottoir
door en voor rekening der gemeente door een dubbel
luik afgedekt;
6. in den kelder wordt voor rekening der gemeente
eene ventilatieopening, waarin raampje met gaas, aan
gebracht, terwijl het in den kelder aanwezige glas voor
gemeenterekening zal worden beveiligd,
en overigens op de gebruikelijke en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
II. de onder I bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het aangaan van een dading met W. Hoekstra in cake
het eigendomsrecht op een strook grond aan de Wester
plantage.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij den trottoiraanleg door de gemeente aan de
Westerplantage is met W. Hoekstra, eigenaar van het
perceel Nieuwestad no. 8, hoek Westerplantage, ver
schil van meening gerezen omtrent den eigendom van
een strook grond aldaar. In het te Uwer inzage lig
gende rapport van den Directeur der Gemeentewerken
d.d. 26 Juli j.l. zijn de wederzijdsche opvattingen dien
aangaande omschrevenkortheidshalve mogen wij U
daarnaar verwijzen.
Ten einde een rechtsgeding over deze zaak, waaraan
wellicht niet onbelangrijke kosten zouden zijn verbon
den, te vermijden, verdient het aanbeveling haar bij
minnelijke schikking te regelen. De heer Hoekstra gaat
daarmede accoord en heeft een schikking voorgesteld,
waarbij de gemeente erkent het eigendomsrecht van
Hoekstra op den grond, gelegen achter de grens, die
ontstaat wanneer de lijn van de voorgevels der per-
ceelen, kadastraal bekend Sectie B nos. 2042, 2041 en
2040 in de richting Nieuwestad wordt doorgetrokken,
welke strook grond dan aan de Nieuwestad over een
lengte van 1.10 M. wordt afgeschuind. Daartegenover
erkent dan Hoekstra het eigendomsrecht van de ge
meente op den grond ter plaatse, welke buiten deze lijn
valt. Op de overgelegde situatieteekening is de hem toe
te kennen grond in arceering aangegeven. De kosten
voor de tenaamstelling en van de verplaatsing van een