248 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 September 1933. als lid en voorzitter der Commissie van toezicht op de gemeentelijke arbeidsbeurs; b. den heer P. F. J. Westra tot lid en voorzitter der sub a genoemde commissie te benoemen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub a. Benoemd wordt sub b de heer P. F. J. Westra, met 12 stemmen. Er worden 15 biljetten blanco ingeleverd. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein op den hoek van de Beethovenstraat en de Mozartstraat aan P. van der Vliet en W. A. Tiemersma. Dit voorstel luidt als volgt P. van der Vliet te Leeuwarden en W. A. Tiemersma te Huizum hebben bij adres, ingekomen 2 Augustus 1933, in erfpacht gevraagd het nog niet uitgegeven gedeelte van bouwblok XXII der gemeentelijke terreinen ten Noordwesten van de Leeuwrikstraat. Het betreffende terrein is gelegen op den hoek van de Beethovenstraat en de Mozartstraat, gelijk op de hierbij overgelegde situatieteekening in roode arceering is aangegeven en heeft een grootte van ongeveer 300 M2. De grond waarde kan op 7.— per M2. worden gesteld, welke prijs voldoende is te achten. Blijkens de bij de stukken aanwezige verklaring gaan adressanten met genoemden grondprijs, evenals met de te stellen gebruikelijke voor waarden, accoord. Van onze zijde bestaan tegen de gevraagde uitgifte geen bedenkingen. Wij geven LI mitsdien in overweging te besluiten aan P. van der Vliet te Leeuwarden en W. A. Tie mersma te Huizum, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan het nog niet uitgegeven gedeelte van bouw blok XXII der gemeentelijke terreinen ten Noordwesten van de Leeuwrikstraat, gelegen op den hoek van de Beethovenstraat en de Mozartstraat, gelijk op de bij- behoorende situatieteekening met een roode arceering is aangegeven, ter grootte van ongeveer 300 M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit tc meten, zulks onder de volgende voorwaarden 1de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 7.-— per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. het door de belanghebbenden ten kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad 105. vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet houders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug gegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 5. de op het terrein te stichten bebouwing moet aan redelijke eischen van welstand voldoen en aesthetisch bij de bestaande bebouwing aansluiten ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 6. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 7 voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe- hoorende aan de gemeente Leeuwarden. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein op den hoek van de Leeuwrikstraat en de Schubertstraat aan P. de Jong en A. Mensing. Dit voorstel luidt als volgt Bij adres van 12 Augustus 1933 verzoeken de bouw ondernemers P. de Jong te Huins en A. Mensing te Deinum, hun in erfpacht af te staan een gedeelte van bouwblok V van de bouwterreinen ten Noordwesten van de Leeuwrikstraat, gelegen op den hoek van die straat en de Schubertstraat. Op de ter visie gelegde situatieteekening is het aangevraagde terrein, dat, langs de Leeuwrikstraat gemeten, een lengte heeft van 20.50 Meter en ongeveer 550 M2. groot is, met een roode omlijning aangeduid. De grondwaarde van dit terrein kan worden gesteld op 10.per M2., welke prijs voldoende is te achten. Blijkens de bij de stukken aan wezige verklaring gaan adressanten met genoemden grondprijs, evenals met de te stellen gebruikelijke voor waarden, accoord. Tegen de gevraagde uitgifte bestaan van onze zijde geen bedenkingen. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten: aan P. de Jong te Huins en A. Mensing te Deinum, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een ge deelte van bouwblok V der gemeentelijke terreinen ten Noordwesten van de Leeuwrikstraat, gelegen op den hoek van die straat en de Schubertstraat, ter lengte van 20.50 Meter langs de eerstgenoemde straat gemeten, gelijk op de bijbehoorende situatieteekening met een roode omlijning is aangegeven, ter grootte van ongeveer 550 M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voor waarden 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 10.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. het door de belanghebbenden ten kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad 275. - vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet houders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug gegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 5. de op het terrein te stichten bebouwing moet aan redelijke eischen van welstand voldoen en aesthetisch bij de bestaande bebouwing aansluiten ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 6. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 7. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe- hoorende aan de gemeente Leeuwarden. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van een strookje grond tusschen de Schuit- makerssteeg en de Pijpbakkerssteeg aan C. Koopal. Dit voorstel luidt als volgt C. Koopal, bewoner van het perceel Pijpbakkerssteeg no. 1 alhier, heeft ons verzocht te bevorderen dat hem Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 September 1933. 249 in huur worde afgestaan een plek gemeentegrond, ge legen tusschen die steeg en de Schuitmakerssteeg en achter zijn woning, ter grootte van zt 20 M2. Tegen die verhuring bestaan bij ons geen bezwaren; de grond is thans niet voor den gemeentedienst noodig, doch mocht dit het geval worden, dan zal de gemeente daarover met één maand moeten kunnen beschikken. De verhuring kan daarom van jaar tot jaar geschieden onder het vorengenoemde beding. Een huurprijs van 10.— per jaar achten wij met den Directeur der Ge meentewerken, wiens rapport hierbij wordt overgelegd, voldoende. Adressant kan zich blijkens de verklaring d.d. 27 Augustus 1.1. met deze huursom en met de hem medegedeelde voorwaarden vereenigen. Wij geven U daarom, onder overlegging van stukken, in overweging te besluiten aan C. Koopal, wonende Pijpbakkerssteeg no. 1 alhier, in huur af te staan een strookje grond, ter grootte van 20 M2., gelegen tusschen de Schuitmakerssteeg en de Pijpbakkerssteeg ten Zuiden van zijne woning, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie B no. 2830, tegen den prijs van tien gulden per jaar, onder de volgende voorwaarden 1. de huur wordt aangegaan voor den tijd van één jaar, gerekend te zijn ingegaan 4 Juli 1933 en eindigende 3 Juli 1934, met stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar, wanneer niet ten minste een maand voor het ver strijken van het loopende huurjaar door een der par tijen is te kennen gegeven, dat geen verlenging van de huurovereenkomst wordt gewenscht; 2. de gemeente heeft het recht de huur te allen tijde tc doen eindigen met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste een maand; en voorts op de overeengekomen voorwaarden. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een regeling met de gemeente Franekeradeel in zake de toelating van leerlingen uit die gemeente tot de school voor Uitgebreid Lager Onder wijs, alhier. Dit voorstel luidt als volgt De gemeente Franekeradeel wenscht met onze ge meente een gemeenschappelijke regeling aan te gaan omtrent de toelating van leerlingen uit die gemeente op de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs alhier. Vermits er naar onze meening tegen het aan gaan van een zoodanige regeling geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging met de gemeente Franeke radeel op de voorwaarden, neergelegd in de verorde ning van 27 November 1923 (gemeenteblad no. 27). een gemeenschappelijke regeling aan te gaan omtrent de toelating van leerlingen uit die gemeente op de open bare school voor uitgebreid lager onderwijs in deze ge meente en te bepalen dat die regeling wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 September 1933. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 19—22. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een vertoogschrift in zake het beroep, door de Vereeniging voor Christelijk Nijverheidsonder wijs ingesteld tegen het Raadsbesluit d.d. 11 Juli 1933, waarbij afwijzend is beschikt op een verzoek van het bestuur dier vereeniging om de oprichting en instand houding van een christelijke industrie- en huishoud school in deze gemeente noodig te oordeelen. Dit voorstel luidt als volgt Blijkens een op 19 Augustus j.l. ingekomen bericht van de Gedeputeerde Staten dezer provincie is de Ver eeniging voor Christelijk Nijverheidsonderwijs, alhier, bij H. M. de Koningin in beroep gekomen van Uw be sluit d.d. 11 Juli 1933, no. 242R/132, waarbij afwijzend is beschikt op een verzoek van het Bestuur dier veree niging om dc oprichting en instandhouding van eene christelijke industrie- en huishoudschool voor meisjes in cleze gemeente noodig te oordeelen. Overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 25 der Nijver heidsonderwijswet stellen Gedeputeerde Staten bij haar opgemeld schrijven Uwen Raad in de gelegenheid vóór 1 October zijn oordeel omtrent het beroepschrift ken baar te maken. Wij hebben gemeend goed te doen ter voorbereiding van deze aangelegenheid een vertoogschrift of memorie te ontwerpen, waarin het door U genomen besluit nader wordt toegelicht en verdedigd en waarin derhalve de beschouwingen en beweringen van het beroepschrift, waar noodig, worden bestreden. Wij leggen die ont- werp-memorie hier bij over en stellen U voor om, wanneer Uwe Vergadering zich daarmede kan veree nigen, te besluiten den inhoud daarvan als 's Raads oordeel aan de Gedeputeerde Staten kenbaar te maken. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders brengen nog een kleine wijziging in het verweerschrift aan, n.l. op bladz. 4, waar staat ,,3e. dat bij de beschikking op het verzoek van appellante aan den Raad zoowel het in het beroep schrift genoemde lid, de heer J. A. Feitsma, als de andere leden der rechts-Protestantsche Raadsfractie vóór de afwijzende beschikking hebben gestemd, daar het desbetreffende besluit zonder hoofdelijke stemming, dat wil dus zeggen met algemeene stem men, is genomen. Er moet enzgeacht.'' Wij hadden, toen het verweerschrift is opgesteld, de officieele Raadsnotulen nog niet en konden die dus niet nazien, maar wij stellen nu voor dit gedeelte van het verweerschrift als volgt te lezen ,,3e. dat de door dit lid van den Raad namens de Christelijk Protestantsche Raadsfractie afgelegde verklaring, na de in het beroepschrift geciteerde woorden, bovendien nog vervolgt met de woorden ..Gezien echter de ongunstige tijdsomstandighe den, die Rijk en Gemeente dwingen tot drastische bezuinigingen, hebben wij thans geen vrijheid, tegen het voorstel van Burgemeester en Wethou ders te stemmen." De met algemeene stemmen aangenomen beschik king van den Raad op het adres kan dan ook niet anders opgevat worden, dan dat ook bedoeld Raads lid en zijn fractie de oprichting en instandhouding van de nieuwe school niet. althans nu niet, noodza kelijk hebben geacht." De beraadslagingen worden geopend. De heer Feitsma: Mijnheer de Voorzitter. De leden van de Rechts-Protestantsche Raadsfractie hebben geen tijd gehad de omvangrijke stukken betreffende dit punt te bestudeeren. Om deze reden verzoeken zij dit punt van de agenda af te voeren en in een vervroegde vergadering, die ge houden zal kunnen worden op Dinsdag 26 September, in behandeling te nemen. Tevens achten zij het gewenscht dat aan de leden van den Raad een afschrift van de verdediging en toe lichting door Burgemeester en Wethouders wordt ter hand gesteld, opdat zij in de gelegenheid zullen zijn hiervan rustig en zonder overhaasting kennis te nemen. De Voorzitter: De heer Feitsma doet dus een voor stel tot uitstel van behandeling van dit punt en de heer Feitsma, aan wien het waarschijnlijk ook bekend is dat vóór 1 October de beslissing van den Raad bij Gede puteerde Staten moet zijn ingekomen, stelt daarom voor een extra vergadering te houden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1933 | | pagina 3