252 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 September 1933.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 September 1933. 253
verwerkt worden door den steller van het stuk en dat
deze er zich vooraf rekenschap van kan geven hoe
eventueel, wanneer die amendementen mochten worden
aangenomen, dat stuk zou moeten luiden. Het gaat hier
niet alleen om de kleine stukjes, waarop men amende
menten meent te moeten indienen, maar het is zeer goed
mogelijk dat, wanneer deze worden aangenomen, de
aanloop van bepaalde gedeelten van het verweerschrift
óók moet veranderen en dat is hier in de vergadering
van den Raad zelf niet vast te stellen. M. a. w., de Raad
zal toch het verweerschrift als zoodanig moeten vast
stellen, dus wanneer dit wordt vastgesteld, moet ook
vast staan hoe het luidt en dan kan men daarin geen
verandering meer aanbrengen. Nu voel ik er niets voor
dat er een niet goed loopend stuk de deur uit gaat en
die kans heeft men, als er amendementen worden inge
bracht, die de samensteller van het stuk vooraf niet te
zien krijgt. Dat is het groote bezwaar als men met
amendementen komt op een dergelijk stuk. Ik ontzeg
den heeren het recht niet om daarmee te komen, maar
de moeilijkheid is, dat het bij een dergelijk verweer
schrift vooral aankomt op de zinswendingen.
De heer Feitsma: Is dan misschien ook een andere
oplossing mogelijk, n.l. dat wij de gelegenheid krijgen
om hier een bepaalden avond te vergaderen Dan be
hoeven er geen afschriften gemaakt te worden.
De Voorzitten Daar is geen bezwaar tegen, maar
ik kom alleen hierop, dat wij ten slotte de amendementen
wel eenigszins vooruit moeten hebben. Laten wij er dan
desnoods, wat de tijd van indiening betreft, een paar
dagen bij doen, maar nu dit voorstel tot uitstel is aan
genomen, zal ook automatisch moeten worden aan
genomen, althans als men wil dat het verweerschrift
goed zal blijven, dat straks alles in één geheel zal moe
ten worden opgevat en behandeld en dat zal dan moe
ten gebeuren, voordat de Raad den volgenden keer
uiteengaat.
De heer Feitsma: Wij zullen er voor zorgen, dat
vandaag over een week de amendementen in het bezit
zijn van Burgemeester en Wethouders.
De beraadslagingen worden gesloten.
24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het instellen van een rechtsvordening tegen de Handels
vennootschap onder de firma Beton- en Bouwmaterialen
Handelsbedrijf firma Kolk en Co., alhier.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij Uw besluit van 4 October 1932 no. 3350/189
werd aan de firma Kolk en Co.. alhier, vergunning
verleend tot demping van de sloot gelegen tusschen den
Lekkumerweg en haar perceel kadastraal bekend ge
meente Jelsum. Sectie D no. 1530, onder meer onder de
voorwaarden, dat de strook grond welke overblijft tus
schen de voor de te stichten woningen te plaatsen
hekken en den Lekkumerweg aan de gemeente Leeu
warden moet worden overgedragen en voorts dat eene
op genoemd perceel geprojecteerde dwarsstraat ten
Noordoosten van de in aanbouw zijnde acht woningen
door de adressante (de firma Kolk en Co.) op hare
kosten over de diepte van de bouwperceelen zoo
spoedig mogelijk moet worden aangelegd en vol
tooid zijn opgeleverd vóór 12 Mei 1933, waarna
de straat in eigendom aan de gemeente Leeuwarden
moet worden overgedragen. Deze voorwaarden zijn,
blijkens de hierbij overgelegde verklaring, door de
firma Kolk en Co. geaccepteerd. De nakoming er van
is echter niet alleen achterwege gebleven, doch zelfs
heeft de firma daarmede in flagranten strijd gehandeld
door, na daarvoor bouwvergunning te hebben gevraagd,
te beginnen met den bouw van woningen ter plaatse
waar de straat is geprojecteerd. Het spreekt wel van
zelf, dat een dergelijke eigenmachtige en met de aan
gegane overeenkomst strijdige handelwijze niet kan
worden geduld en de gemeente zich daartegen dient te
verzetten.
Na ingewonnen advies van den rechtskundigen;
raadsman der gemeente, welk advies wij voor LI ter
inzage hebben gelegd, geven wij U derhalve in over
weging te besluiten, om tegen de Handelsvennootschap;
onder de firma Beton- en Bouwmaterialen Handels-!
bedrijf firma Kolk en Co., gevestigd te Leeuwarden zoo
in eersten aanleg als beroep en cassatie eene rechtsvor
dering in te stellen, strekkende tot nakoming van del
voorwaarden waaraan zij niet heeft voldaan, met ver
zoek aan den Rechter om het vonnis uitvoerbaar te ver
klaren bij lijfsdwang en/of te bepalen dat genoemd?
firma een dwangsom zal hebben te betalen, zoolang zij
aan de veroordeeling niet voldoet, subsidiair om haar
in het laatste geval tot schadevergoeding te veroor-j
deelen: en zeer subsidiair strekkende tot ontbinding met
schadevergoeding; renten en kosten rechtens.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders willen
in de laatste alinea van dit voorstel nog iets invoegen
Het is niet zoo belangrijk. Voorgesteld wordt om in de
zesde regel van de tweede alinea van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders achter de woorden ..ge
vestigd te Leeuwarden" in te lasschen de woorden „en1
voor zoover noodig tegen hare individueele vennooten".
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter, is dit mis
schien een kwestie voor een besloten vergadering
De heer Vromen: Wij weten niet wat U gaat zeggen.
De Voorzitter: Dus de heer Buiel stelt voor om hier
over in besloten vergadering over te gaan
De heer Turksma: Aan het eind van de vergadering
dan.
De heer Vromen: Mijnheer de Voorzitter, is het dan
niet beter eerst de punten 25 en 26 af te handelen?
De Voorzitter: Ik wilde eerst vragen of de Raad er
voor is om dit punt in besloten vergadering te behan
delen.
De Raad gaat daarmee accoord.
De Voorzitter: Dan stel ik voor punt 24 aan te hou
den tot na afhandeling van de andere punten van dc
agenda.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De beraadslagingen worden geschorst.
25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van een verordening, houdende wijziging
van het Reglement op het bestuur van de Stads-Armen-
kamer te Leeuwarden (bijlage no. 13).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
26. Voorstel van de Commissie voor de Strafver
ordeningen tot vaststelling van een verordening, hou
dende wijziging van de Algemeene Politieverordening
voor de gemeente Leeuwarden (bijlage no. 12).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Weima: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb dit
huk gelezen en kan daar overigens wel accoord mee
gaan: alleen heb ik het betreurd dat er ten opzichte van
het derde punt
,,3e. slaan op de gong door venters, in het bij-
zonder verkoopers van roomijs vanuit wagens"
geen maatregelen worden genomen. Ik meen dat daar-
bver in de Leeuwarden heel veel geklaagd wordt. Zelf
heb ik in dat verband al eens een klacht ingediend bij
tien Commissaris van Politie en deze was toen zeer
Welwillend en heeft mij gezegd dat daar aandacht aan
jou worden geschonken. Dit was in den zomer van
&932 en inderdaad kwam er verbetering. Thans komen
hr klachten binnen en niet het minst klachten over
hinder op Zondag; er zijn kerkgenootschappen, die kla-
jen dat de godsdienstoefeningen worden bemoeilijkt.
Nu zal het misschien uiterst moeilijk zijn om die zaak
Dp dezelfde wijze te behandelen; ik denk ook niet dat
Cr voldoende politie zal zijn om des Zondags bij al die
kerken te staan. Toch zou ik het op prijs stellen dat
Wen hier ernstig nota van nam, omdat die toestand niet
bestendigd mag blijven. Ik zou het dan ook op prijs
Wellen, als men deze verordening in dat verband alsnog
wilde herzien.
De heer Van Kollem: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb
met genoegen dit voorstel gelezen, d. w. z. dat ik inder
tijd sympathiek stond tegenover het adres, dat is inge
diend door den heer Collet en anderen. Het wil mij
echter voorkomen, dat het voorstel, dat door Burge
meester en Wethouders is gedaan op voorstel van de
Commissie voor de Strafverordeningen, iets te ver gaat.
Als daar wordt voorgesteld een verbod ten opzichte
van de kwestie van radiohinder en ik lees de omschrij
ving daarvan, dan kan ik met het voorstel accoord
gaan, maar als de commissie voorstelt en dat is door
Burgemeester en Wethouders overgenomen dat het
verbod dient te worden uitgebreid tot het houden van
gewone korte toespraken, dan meen ik dat dit niet de
bedoeling is, noch ook de bedoeling is geweest van het
ingediende adres. Want de indieners van het adres
hebben het oog gehad op den radiohinder, die inder
daad op sommige plaatsen van de stad zeer groot is,
maar zij hebben zelfs niet de gedachte gehad om een
verzoek te doen om de eene of andere toespraak te ver
bieden. Dat is dus niet bedoeling geweest. De Commis
saris van Politie heeft nu reeds het recht op grond van
de Politieverordening om, wanneer uit het houden van
een bepaalde toespraak zou kunnen ontstaan gevaar
voor onregelmatigheden, het houden van die toespraak
te verbieden, maar tot nog toe is mij niet ter oore ge
komen dat men ooit hinder heeft gehad, bij welke gele
genheid ook, van het houden van korte toespraken.
Nu staat hier, dat het is verboden
.,op, aan of boven de straat of op, aan of boven
een openbaar water muziek te maken, toespraken te
houden, of muziek of toespraken door middel van
eenig toestel of instrument ten gehoore te brengen."
Dan worden dus niet alleen toespraken via de radio
verboden. Deze zullen zeer zeker ook moeten worden
bestreden, omdat er anders geen scheidingslijn is te
trekken, maar het is toch zeker niet de bedoeling om
gewone korte toespraken waarmee ik niet in de
eerste plaats bedoel politieke toespraken, maar alle toe
spraken te verbieden en toch zouden die volgens dit
artikel ook zijn verboden.
Daarom stel ik voor
„Ondergeteekende stelt voor, in het art. 34bis te
laten vervallen de woorden: „toespraken te houden",
voorkomende in den 5en regel van boven af."
De heer Van der Meulen: Mijnheer de Voorzitter.
Ik heb mij in de vergadering van de Commissie voor
de Strafverordeningen bij de voorgestelde redactie kun
nen neerleggen. Bij nadere overweging echter van de
bezwaren, welke de heer Van Kollem heeft naar voren
gebracht, meen ik ook dat een verbod van het enkel
houden van toespraken op en aan den openbaren weg
iets te ver gaat. Voor zoover mij bekend is, zijn uit het
enkel houden van mondelinge toespraken niet die na-
deelen en hinder ontstaan, die op het oogenblik een
wijziging van deze verordening noodig maken en waar
tegen door het maken van een strafbepaling moet kun
nen worden opgetreden. Ik van mijn kant zal daarom
gaarne accoord gaan met het amendement van den heer
Van Kollem.
De heer Vromen: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou aan
de heeren, die zoo n bezwaar hebben tegen dit kleine
stukje redactie, n.l. tegen het verbod van het houden
van toespraken, een vraag willen stellen. Ik zou zeggen,
komt het zoo vaak voor dat aan de openbare straat of
aan een openbaar vaarwater toespraken worden ge
houden behalve politieke toespraken Ik loop ook al
eenige weken op dit ondermaansche rond, maar ik weet
niet welke toespraken de heeren bedoelen.
De heer Van Kollem: Dezelfde die U wilt verbieden
De heer Vromen: Ja, antwoordt li daar nu maar eens
op. Ik wil graag dat de heeren zeggen welke toespraken
zij dan bedoelen, want ik hoor ze nooit.
De heer Wiersma: Mijnheer de Voorzitter. Als ik
het voorgestelde artikel goed lees, dan lees ik daar toch
niet uit dat het absoluut verboden wordt. De aanhef
van het artikel luidt immers aldus
„Het is verboden, tenzij met vergunning van den
Burgemeester en met opvolging van de door hem aan
de vergunning verbonden voorwaarden enz.
Ik meen daaruit te mogen afleiden, dat het niet absoluut
afgeloopen zal zijn met de toespraken, die de heer Van
Kollem misschien bedoelde, doch dat door den Burge
meester dispensatie verleend kan worden.
De heer Hettinga: Mijnheer de Voorzitter. Ik begrijp
de vrees van den heer Van Kollem ook niet. Zoo op
pervlakkig zie ik nooit vrees bij hem en nu is het alle
maal vrees. Het is toch zoo, zooals ik bij de behande
ling van deze zaak in de commissie vernomen heb, dat
ieder, die hier b.v. bij een boottocht of bij aankomst
of vertrek van gezelschappen in het openbaar wat
zeggen wil, daarvoor permissie moet hebben. Nu ge
beurt dat veel vaker dan het houden van toespraken
en dan is het toch dunkt mij een kleinigheid om even
voor het houden van dergelijke toespraken aan den
openbaren weg of aan openbaar vaarwater toestem
ming te vragen.
Mevrouw Buisman—Blok WijbrandiMijnheer de
Voorzitter. Ik meen dat de bedoeling van dit artikel is
om mogelijken hinder voor de omwonenden en derge
lijke te voorkomen. Maar wanneer men daar nu ook
toespraken bij neemt, is dat dan ook met het oog op
mogelijke verkeersopstoppingen, enz., die het gevolg
kunnen zijn van het houden van dergelijke toespraken
Dat zou een reden kunnen zijn. Dan is het wel niet
gebeurd yoor de omwonenden, maar is daarom het
houden van toespraken hier bij gezet?
De heer Van Kollem Mijnheer de Voorzitter. Ik
behoef er weinig meer over te zeggen, ik meen dat ik
duidelijk genoeg geweest ben. Ik herhaal dat ik geen
bepaalde toespraken op het oog heb, maar ik bedoel
dat men hier strafbaar stelt het houden van alle toe
spraken, zelfs van de meest onschuldige, die kunnen
voorkomen. Ik wil als voorbeeld noemen de jaarlijksche
tocht van ouden van dagen; wanneer de auto's weer
terug komen op het Zaailand, zal de voorzitter van het
comité de menschen zelfs met geen woord meer mogen