58 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Maart 1934. dan zou het misschien niet noodig zijn den gasprijs met 1 cent te verhoogen, maar zou men misschien kunnen volstaan met x/2 cent. of men zou dan misschien als straatbelasting niet 2 behoeven te heffen van de belastbare opbrengst der grondbelasting, maar mogelijk met 1 kunnen volstaan. Dus pas na vaststelling van het totaal der uitgaven op de Gemeentebegrooting kan men zien hoe hoog men de ontvangsten moet opvoeren. Het lijkt spr. dan ook het beste om na vaststelling van de uitgaven te stemmen over gasprijsverhooging of straatbelasting. Spr.'s bedoeling: af te zien van re- en dupliek houdt in, dat natuurlijk de voorstellen, wanneer zij in behan deling komen, nog wel, zij het in het kort, besproken kunnen worden, maar hij verzoekt wel zich daarbij te bepalen tot de voorstellen van B. en W. en de voor stellen, zooals die hier in de vergadering neergelegd zijn. Verder zullen zij, die met voorstellen tot verhoo ging der uitgaven komen, ook den tegenpost moeten noemen om aan den anderen kant de inkomsten te verhoogen. Bij de begrooting van de Reiniging zal gestemd moeten worden over de Faun-wagens. Mocht het voorstel tot aankoop daarvan eventueel worden afgestemd, dan is er nog een voorstel van B. en W. te wachten tot ver hooging van de uitgaven voor de Reiniging, wat ook weer van invloed zal zijn op de uitgaven der Gemeente begrooting. Spr. vraagt of de Raad zich met deze werkwijze kan vereenigen. De heer Terpstra zal, gedachtig aan het woord: „wie zichzelf beheerscht, is sterker dan wie een stad inneemt", hoewel het hem veel zelfbeheersching kost om, vooral na hetgeen hij uit den mond van den heer IJtsma heeft gehoord, te zwijgen, dat in het algemeen belang toch ditmaal doen. De heer Buiel kan, als de Voorzitter een enkele uit zondering wil maken en spr. voor een persoonlijk feit, in verband met wat hier gister is gezegd, het woord verleent, ook wel van verdere repliek afzien. De Voorzitter verleent den heer Buiel het woord voor een persoonlijk feit. De heer Buiel zegt, dat het speciaal gaat over de hier gister gesignaleerde kwestie, die spr. met den heer Muller heeft gehad. Deze is van meening dat spr. niet voldoende zijn verontschuldiging heeft aangeboden over een verklaring, welke hij in verband met de fabriek van Sloot hier indertijd heeft gedaan. Spr. wil niet ont kennen, dat hij zich toen, zooals wel meer gebeurt, iets te sterk heeft uitgedrukt, maar het is wel gebleken dat de schuld niet geheel bij hem lag maar ook aan den verkiezingstijd. Spr. wil hier thans verklaren dat hij tegenover den heer Muller die zaak volkomen in het reine acht en dat hij geen verdachtmaking tegenover den heer Muller heeft willen bezigen. De Raad vereenigt zich hierna met de door den Voorzitter voorgestelde werkwijze. De algemeene beschouwingen worden gesloten. Aan de orde is het voorstel van de heeren Wiersma, j Terpstra en Balk inzake het toekennen van een kinder toeslag. De heer Balk verzoekt, ook namens de andere onder teekenaars, het voorstel in handen van B. en W. te stellen om praeadvies en het te laten ingaan met ingang van 1 Januari 1935. De heer Ritmeester (wethouder) merkt op, dat het laatste deel van het voorstel dus vervalt en het alleen gaat over de principieele vraag, kindertoeslag of niet voor het volgend jaar. De Voorzitter stelt het gewijzigde voorstel aan de orde. luidende als volgt „Ondergeteekenden stellen voor dat Burgemeester en Wethouders zullen onderzoeken of aan de ambte naren en werklieden in dienst van de gemeente Leeu warden ware uit te keeren een toeslag op het loon of salaris van 50 centen per week per kind tot den leeftijd van 16 jaren, beginnende bij het derde kind en zulks met ingang van 1935." Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. De Voorzitter stelt aan de orde het voorstel van de heeren Wiersma en Terpstra betreffende de korting op de salarissen en loonen. Aan de rechts-protestantsche Raadsfractie wordt op verzoek van den heer Terpstra gelegenheid gegeven tot onderlinge beraadslagingen, waartoe te 12 uur middags de vergadering wordt geschorst. De heer Vromen komt ter vergadering. Te 12.10 uur nam. wordt de vergadering voortgezet. De heer Wiersma is dankbaar voor de gelegenheid hun fractie geboden voor onderlinge beraadslaging. Wat het voorstel betreft, is besloten dit te handhaven. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi vraagt of dit voorstel nu niet eerst naar het G. O. moet. De Voorzitter stelt voor eerst te stemmen of pro gressieve korting zal moeten worden toegepast en als dit besluit wordt genomen het dan naar het G. O. te zenden. De heer Vromen gelooft niet dat dit in overeenstem ming is met de verordening op het G. O., omdat daarin alleen staat dat de Raad geen verandering mag brengen in de arbeidsverhoudingen van het personeel zonder dat het in het G. O. een onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt, maar nu het principe van korting op de loonen en salarissen een onderwerp van bespreking in het G. O. heeft uitgemaakt, is de Raad vrij dit voorstel te amendeeren naar eigen wil. Wanneer dit hier nu besloten wordt is dit niet in strijd met de verordening. De Voorzitter trekt hetgeen hij gezegd heeft in. Het voorstel van de heeren Wiersma en Terpstra wordt met 22 tegen 7 stemmen, die van de heeren Terpstra, Wiersma, Stobbe, Feitsma, Hofstra, Van der Schoot en Weima, verworpen. Aan de orde is de ontwerp-begrooting van Gemeente werken. De beraadslagingen worden geopend. De heer Buiel vraagt bij welk punt het bewaarschool- onderwijs in behandeling komt. De Voorzitter antwoordt dat wanneer het bewaar- schoolonderwijs zou vervallen, de posten op deze be grooting natuurlijk ook vervallen. De heer Terpstra wil naar aanleiding hiervan mede- deelen, dat het resultaat van hun onderlinge beraad slaging ook is geweest, dat zij het voorstel tot afschaf fing van het bewaarschoolonderwijs voorloopig inhou den. Men begrijpe het echter goed in de hoop dat het praeadvies hierover zoo spoedig mogelijk wordt uitge bracht. In dit verband zou spr. het betreuren, dat er nog 2000.— werd uitgegeven voor de bewaarschool aan het Tournooiveld en geeft hij in overweging dezen post te schrappen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. 59 Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Maart 1934. De Voorzitter zegt toe, dat deze 2000.niet zullen worden uitgegeven voor beslist is over het bewaar schoolonderwijs. De beraadslagingen worden gesloten. Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling. Gewone dienst. Aan de orde zijn de Uitgaven. Volgnos. 98 124 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 125. Onderhoud van de sportterreinen 722.-. De heer Muller zou met klem willen aandringen op de verbetering van den toegangsweg bij het nieuwe sportterrein aan den Poppeweg, omdat het op het oogenblik voor de vereenigingen, die daar reeds toe gang hebben, daardoor absoluut onmogelijk is van het terrein gebruik te maken. De heer De Boer (wethouder) kan mededeelen, dat dit sportterrein eigenlijk niet eens als zoodanig mag worden gebruikt. Het is nu dit jaar nog in gebruik, maar dat zal April-Mei worden stopgezet in verband met het aanbengen van de draineering en dan moet het een tijd tot rust komen voor den groei van het gras. De heer Buiel meent, dat, toen het voorstel betref fende het sportterrein in den Raad was, er is gezegd dat het werk 4 jaren zou duren en nu schijnt het al heelemaal klaar te zijn. Is dit niet een verzwaring van uitgaven De heer De Boer (wethouder) geeft toe, dat het oor spronkelijk de bedoeling was het werk in 4 winterhalf jaren uit te voeren en dat de werklieden gedurende den zomer ander werk zouden kunnen krijgen. Het is ge bleken dat dit niet ging en daardoor hebben de werk zaamheden eigenlijk onafgebroken plaats gehad en is het werk spoediger klaar gekomen. Dit is een groote tegenvaller, omdat men nu naar nieuwe werkobjecten moet omzien. De geheele aanleg heeft echter minder gekost dan aanvankelijk gevraagd is, doordat de kosten van aankoop van zand en grond zooveel minder zijn geworden en ook het vervoer daarvan is meegevallen. Volgnos. 125—127 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 128. Onderhoud van straten en pleinen 65.000.-. De heer Van der Schoot is teleurgesteld dat voor de verbetering van het Wilhelminaplein, waarover het vorige jaar is gesproken, geen gelden uitgetrokken zijn. Spr. zou graag weten of de gaten en kuilen in dit plein, waarop zooveel gebeurt op het gebied van handel en sport, verbeterd zullen worden of dat het blijft zooals het is. De heer Muller gelooft goed te doen eenige woorden te wijden aan het onderhoud van straten en pleinen. In de eerste plaats wijst spr. op den verschrikkelijken toestand nabij de Schapestraat, de Camminghastraat en het Cambuursterpad, mede het gevolg van het stallen van wagens daar ter plaatse, welke dringend verbe tering behoeft. De kosten die men daarvoor moet ma ken, zijn niet groot. Spr. heeft in de sectie de opmerking gemaakt dat het herstellen van kleine reparaties aan straten en pleinen niet voldoende vlug gebeurt en dat geringe verzakkin gen soms maandenlang blijven bestaan. Hij meent dat wanneer dergelijke kleine karweitjes spoediger in orde werden gebracht, de straten en pleinen in zijn geheel een beter aanzien zouden krijgen en het zou bovendien zijn in het belang van het veilig verkeer. Spr. heeft er in de sectie op gewezen, dat het minder vlug repareeren misschien het gevolg is van het stelsel van aanbesteding dat men bij verstratingen toepast. Spr. wijst er, in verband met hetgeen dienaangaande in het Sectieverslag is gezegd, op, dat z. i. de Raads leden er niet zijn om Gemeentewerken te waarschuwen dat er iets aan de bestratingen te herstellen is daar heeft men de ambtenaren voor. Wanneer die niet naar de lucht keken maar naar de straten, zou de toestand op veel plaatsen niet zoo slecht zijn. Verder vestigt spr. de aandacht op de verzakking aan den kant van de kleine steentjes van den Grachtswal, die daar reeds maanden lang is, zonder dat er iets aan gebeurt. De betrokken dienst moest dat toch ook zien en zorgen dat het zoo spoedig mogelijk in orde werd gebracht. Ten slotte merkt spr. nog op dat men zoo vaak ziet, zooals op het oogenblik op de Oosterkade, dat, nadat een straat juist goed in orde is gemaakt, deze even later door het graven van sleuven weer opgebroken moet worden. Kan men dergelijke dingen niet doen, vóór dat een straat in orde wordt gemaakt Het zou ongetwijfeld in het belang van het onderhoud der straten zijn. De heer B. Molenaar vestigt de aandacht op den bijna ontoelaatbaren toestand aan den Groningerstraat weg bij de boerderij van Klamstra. Zullen B. en W. maatregelen nemen om aan dien toestand een einde te maken Tegelijkertijd wordt in bespreking gebracht Volgno. 132. Kolken en riolen 7.250. De heer Bos vraagt, hoe het staat met de kwestie van de rioleering bij Fribourg, Achter de Hoven. De menschen daar hebben al eenige jaren geleden hun aandeel in de verbetering daarvan betaald en het wordt nu tijd dat aan den onhoudbaren toestand daar een einde wordt gemaakt. De heer De Boer (wethouder) zegt, dat dit een kwestie is van kolken en riolen in een particulier straatje, welke zaak reeds eenige keeren bij B. en W. in bespre king is geweest. De riolen zijn verschillende malen door gestoken en bleken erg vervuild te zijn, waardoor het rioolwater niet weg wil. De overdracht van dit straatje aan de gemeente zit echter vast omdat 1 of 2 menschen hiertoe niet willen medewerken. Zoodra dit in orde komt, zullen de noodige maatregelen worden getroffen. De heer Weima heeft deze zaak indertijd ter sprake gebracht en had toen den indruk gekregen dat er maat regelen zouden worden getroffen om aan dien nood toestand daar een einde te maken. Spr. wijst er nog maals op hoe dringend het daar verbetering behoeft. De beide eigenaren die hun straatje niet willen over dragen, hebben er geen belang bij omdat zij vóór in het straatje wonen, maar de menschen die achter wonen hebben er den meesten last van en die worden hierdoor gedupeerd. Te 12.35 nam. wordt de vergadering geschorst. Te 2 uur nam. wordt de vergadering voortgezet. Alsdan zijn aanwezig alle leden, behalve de heeren Buiel, Vromen en Wiersma, die later ter vergadering komen. De heer De Boer (wethouder) antwoordt den heer Van der Schoot, dat de begrooting voor dit jaar niet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1934 | | pagina 19