24 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934.
der Gemeentewerken d.d. 20 Februari 1934, dit adres
voor kennisgeving aan te nemen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Turksma zou in verband met het antwoord
van B. en VV. in de Mem. van Antw. en het rapport
van den Dir. der Gemeentewerken, dat over deze zaak
is uitgebracht en waarvan spr. de motiveering eenigs-
zins zwak voorkomt, dit adres niet zoo voor kennisge
ving willen aannemen. De verbouw van het Politie
bureau acht spr. nog al van importantie en als daar
geen bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, die aan
besteding noodzakelijk maken, dan gelooft hij dat er
geen sprake van is om het in andere gevallen wèl te
doen.
De vorige maal is door B. en W. toegezegd dat zij
aanbesteding zooveel mogelijk zouden bevorderen, maar
bij het lezen van het rapport van den Dir. is sprekers
hoop wel wat den bodem ingeslagen. De Dir. zegt o. a.
dat de mededeeling van weth. De Boer, dat de bijko
mende werken moeilijk zijn te omschrijven, juist is en
dat dit zeker veel tijd zou vergen, de uitvoering vertra
gen en renteverlies opleveren. Spr. is dankbaar voor die
zuinigheid, maar die omschrijving zal toch ook bij eigen
beheer moeten plaats hebben. Dat er bij aanbesteding
van bijkomende werken moeilijkheden worden gevreesd
tusschen de aannemers onderling, lijkt spr. een uiter
mate zwak motief.
De Dir. zegt dat de tegenslagen bij de begraafplaats
indertijd geen verband hielden met het eigen beheer.
Spr. heeft echter wel hooren mompelen, dat toen de
controle op de zandschippers en den aanleg van de
drainage niet voldoende was, en meent dus dat hier
wel eenige aanmerking kan worden gemaakt op het
eigen beheer.
De Dir. zegt, dat het aanbesteden van nieuwe werken
verschillende voordeelen biedt, maar dat de systemen
of werkwijzen, welke de beste oplossing geven, nog
moeten worden uitgevonden. In wezen is dit dus een
opsomming van de nadeelen van eigen beheer, omdat
wordt toegegeven dat dit ook niet alleszins préfèrabel
is.
Het schijnt, dat er bij deze zaak een soort strijd wordt
gevoerd tusschen het particulier initiatief en het ge
meentebedrijf. Spr. meent dat de Raad in dit opzicht
als controleerend lichaam moet optreden, opdat het par
ticulier initiatief niet geheel verdrongen wordt.
Waarschijnlijk zal hierover bij de algemeene be
schouwingen wel verder worden gesproken, maar spr.
meende dit hier over het rapport van den Dir. te moeten
zeggen.
Den heer Hettinga is het uit een overgelegde staat
van werken, die in eigen beheer zijn uitgevoerd, opge
vallen, dat onderscheidene van die werken z. i. heel
goed hadden kunnen worden aanbesteed. Hij dringt er
op aan om het eigen beheer zooveel mogelijk te beper
ken en zoo eenigszins mogelijk de particuliere nijver
heid te steunen.
De Voorzitter acht het, waar de heer Turksma zelf
heeft gezegd dat hierover bij de algemeene beschou
wingen waarschijnlijk nog wel zal worden gesproken,
het beste, om op dit oogenblik hierover de discussies
te sluiten.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen.
h. adres van de afdeeling Leeuwarden van den
Alg. Ned. Typografenbond e. a. betreffende het cyclos
tyleeren van drukwerken van het gemeentebestuur;
i. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Bond
van Ned. Onderwijzers, betreffende toepassing der be
zuinigingen bij het Lager Onderwijs
j. adres van het comité ter behartiging van de al
gemeene belangen van Overheidspersoneel (A.C.O.P.
om, in afwijking van de betrekkelijke voorstellen van
Burgemeester en Wethouders, te besluiten tot
1heffing eener pensioenpremie van 3 voor het
j eigen en 5voor het weduwen- en weezenpen-
sioen
2. invoering eener tijdelijke korting van 7 onder
vrijstelling van 500.van ieder salaris en met de
bepaling, dat deze vrijstelling niet zal gelden voor de
genen. die in dienst der gemeente Leeuwarden een
nevenbetrekking vervullen.
De adressen sub hj zullen worden behandeld bij de
gemeentebegrooting.
k. adres van J. H. Drontman en Zn. e. a. betref
fende afbraak van de voormalige Muziekschool en de
voormalige bureaux der Gemeentewerken aan het Gou
verneursplein en de Sint Jacobsstraat, met adhaesie-
betuiging van de Algemeene Winkeliers-, Handels- en
Industrievereeniging, de Roomsch-Kath. Middenstands-
vereeniging en de Vereeniging tot bevordering van
Vreemdelingenverkeer, alle te Leeuwarden.
Onder mededeeling, dat, zoodra over de plannen tot
verbouwing van het tegenwoordige politiebureau en het
stadhuis een beslissing is genomen ook deze zaak onder
de oogen zal worden gezien, stellen Burgemeester en
Wethouders voor het adres voor kennisgeving aan te
nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
adres van de Friesche Orkest Vereeniging om
het door haar gevraagde subsidie ook over 1934 te
willen verleenen, met adhaesiebetuigingen van W. Hut-
schenruyter te Wassenaar, oud-dirigent van het
Utrechtsch stedelijk Orkest te Utrecht, H. Bruggeman.
pastoor te Zwartemeer (Dr.), het Departement Meppel
van de Mij tot Nut van 't Algemeen, de Arbeiderszang-
vereeniging „De Dageraad", H. K. Schippers, directeur
van „Frisia Cantat" te Drachten, de Directie der Ver
eeniging ,,De Harmonie" te Leeuwarden, de Vereeni
ging tot bevordering van V reemdelingenverkeer
„Drachten en Omstreken", de Christelijke Oratorium-
vereeniging te Leeuwarden, de Christelijke Oratorium-
vereeniging te Sneek, het Instituut voor Arbeidersont
wikkeling te Leeuwarden, de afdeeling Leeuwarden en
Omstreken der Maatschappij tot bevordering der Toon
kunst, de Koninklijke Nederlandsche Toonkunstenaars-
vereeniging
m. nader adres van de Friesche Orkest Vereeniging
betreffende het verleenen over 1934 van een subsidie
ad 12.000.eventueel een lager bedrag.
De adressen sub l en m zullen worden behandeld bij
de gemeentebegrooting (volgno. 536).
n. adres van H. Piersma te Oldeboorn om hem vrij
stelling te verleenen van de betaling van schoolgeld
voor zijn dochter, leerlinge van den cursus voor be
waarschoolonderwijzeressen alhier.
Onder mededeeling, dat het beslissen op bezwaar
schriften tegen den aanslag, waarvan in het adres
sprake is, ingevolge artikel 10 der heffingsverordening
(Gemeenteblad 1926, no. 34), juncto artikel 299 der
Gemeentewet, niet tot 's Raads bevoegdheid behoort,
geven Burgemeester en Wethouders in overweging
adressant te berichten, dat zijn verzoek niet voor inwil
liging vatbaar is.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer M. Molenaar zegt, dat inderdaad volgens
deze verordening de Raad niet bevoegd schijnt te zijn;
blijkbaar heeft hier indertijd een overdracht van be
voegdheid plaats gehad. Volgens art. 7 der verordening
kan echter ontheffing worden verleend o. a. wegens
vertrek naar elders. Kan nu aan Piersma, die in Olde
boorn woont, niet op grond van dit artikel ontheffing
worden verleend?
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. 25
De Voorzitter antwoordt, dat vast staat dat er op
het oogenblik geen beslissing kan worden genomen
door den Raad, waarom wordt voorgesteld adressant
te berichten dat zijn verzoek aan den Raad niet voor
inwilliging vatbaar is.
De heer Ritmeester (wethouder) merkt op, dat vol
gens de betreffende verordening op de invordering van
het schoolgeld op grond van de betreffende artikelen
van de Gemeentewet bij reclame of verzoeken om ont
heffing in de plaats van den Raad of van B. en W.
treedt de controleur van de gemeentebelastingen. Deze
dient dus eventueel een beslissing te nemen, terwijl er
dan verder beroep open staat bij de andere instanties.
Piersma moet zich dus eerst wenden tot den controleur.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
o. adres van de firma Gebr. Hettema en Spaan te
Leeuwarden, om vergunning voor het aanleggen van
een stratencomplex, enz. op hare perceelen nabij de
Willem Sprengerstraat, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie F nos. 1278 en 2954, volgens het
overgelegde plan.
Wordt voorgesteld dit adres in handen van B. en W.
te stellen om praeadvies.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Terpstra acht het uitbrengen van praeadvies
hierop een zoo belangrijke afwijking van de normale
handelwijze, dat daarvoor toch wel een bijzondere re
den zal moeten zijn. Dit adres is reeds op 24 October
1933 ingezonden, maar de betrokken persoon heeft
daarop tot nog toe geen antwoord ontvangen, waarom
hij thans met een adres bij den Raad komt. Wat is de
reden, dat déze persoon zes maanden heeft moeten
wachten, zonder antwoord te ontvangen op een simpele
vraag om daar te mogen bouwen en straten aan te
leggen Spr. meent dat er tot het doen van deze vraag
en tot het geven van een antwoord daarop alleszins
reden is, omdat een dergelijke handelwijze, het niet
geven van antwoord op een eenvoudige vraag aan B.
en W„ in Amsterdam aanleiding is geweest tot een
proces, omdat degene, die daar op eenzelfde vraag geen
antwoord ontving, meende dat daarmee jegens hem een
min of meer onrechtmatige daad was begaan. Spr. wil
dat woord ten aanzien van deze zaak niet voor zijn
rekening nemen, maar vraagt toch waarom dit zoo ver
bazend lang moet duren. Moet hij dat in verband bren
gen met de hier indertijd gedane mededeeling. dat er
hier wel iets voor werd gevoeld om zoo langzamerhand
een rem aan te leggen aan het particulier initiatief ten
opzichte van den huizenbouw Spr. zou daar, ofschoon
hij alle omstandigheden niet kent, iets voor kunnen
voelen, maar als dat de redenen zijn, is daarmee in strijd
wat B. en W. nu weer voorstellen, n.l. om aan verschil
lende personen terreinen in erfpacht af te staan met het
doel, daarop particuliere woningen te zetten. Spr. dringt
aan op een voldoende antwoord.
De heer De Boer (wethouder) zegt, dat adressanten
zich op den bewusten datum tot B. en W. hebben ge
wend, niet met een aanvraag voor den bouw van hui
zen, maar alleen voor straataanleg. Er waren toen
echter bij B. en W. meerdere van dergelijke aanvragen
ingekomen en daardoor heeft deze zaak eenigen tijd
getraineerd. De oorzaak is dat deze aanvragen tot
straataanleg heel wat onderzoek eischten, waardoor
de zaak op het oogenblik nóg in onderzoek is. De be
langrijkste reden, waarom nog geen antwoord is ge
geven, is dus dat er tegelijk éénige stratenplannen
kwamen, die nauwkeurig moesten worden onderzocht,
omdat er nog al wat haken en oogen aan zaten. Er zal
echter zeer binnenkort hierop een beslissing worden
genomen.
De heer Terpstra is door dit antwoord niet bevre
digd. Hij kan zich voorstellen dat na het adres van
Hettema en Spaan ook andere aanvragen zijn inge
komen, maar wie eerst komt, wie eerst maalt. Waarom
dan het antwoord aan hen te laten liggen Spr. zou
verder nog gaarne worden ingelicht over de bijzondere
redenen, waarover de wethouder heeft gesproken.
De heer De Boer (wethouder) antwoordt, dat de
bijzondere redenen hierin bestonden, dat hier en daar
moest worden gesproken over een te dempen sloot en
de voorwaarden, die daarbij moesten worden gesteld,
enz. en dat er ook bij een bepaald plan geen verbinding
was te krijgen met de hoofdwegen, zoodat er in dat
geval door den betrokkene eerst nog weer grond moest
worden aangekocht.
Bij het Amsterdamsche geval, dat ook hier wel be
kend is, ging het om geheel wat anders. Spr. geeft nog
maals de verzekering, dat het antwoord van B. en W.
op deze aanvraag binnenkort zal afkomen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het adres wordt in handen van Burgemeester en
Wethouders gesteld om praeadvies.
De heer Van Kollem informeert, of er niet een adres
is ingekomen van de Huurdersvereeniging aan den
Hollanderdijk omtrent het maken van bergplaatsen bij
die woningen.
De Voorzitter antwoordt, dat dit adres niet nü is
ingekomen, maar dat het bij de begrootingsstukken
heeft gelegen.
Punt 3. Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
Punt 4. (bijlage no. 21). De heeren Hettinga en B.
Molenaar vormen het stembureau.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
sub a.
Benoemd wordt sub b de heer Hooiring met 26 stem
men. Op ieder der heeren Buiel en Van der Schoot
wordt 1 stem uitgebracht.
Punt 5. Benoemd wordt de heer Muller met 25 stem
men. Op ieder der heeren Terpstra en Uffelie
wordt 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet
blanco wordt ingeleverd.
Punt 6, (bijlage no. 20). Overeenkomstig de aanbe
veling van Burgemeester en Wethouders
wordt met 25 stemmen benoemd W. F.
Uffelie, arts, alhier. Op T. Bakker worden 3
stemmen uitgebracht.
Punt 7. De aanbeveling der Commissie luidt als volgt:
1. T. Bakker, hoofdcommies-redacteur ter
gemeentesecretarie;
2. J. Feitsma, lid van den Gemeenteraad en
koopman;
3. C. van Raaij, directeur der Geldersche
Credietvereeniging,
allen alhier.
Benoemd wordt T. Bakker, voornoemd, met alge
meene stemmen.
Punt 8. De aanbeveling der Commissie luidt als volgt:
1. Dr. P. C. Romer, arts;
2. Ds. F. H. Bruins, Ned. Herv. Predikant;
3. H. Hellema, Inspecteur der directe be
lastingen,
allen alhier.