26 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel acht het niet juist dat er niet een Katho
liek op deze aanbeveling staat. Ook in verband met de
plannen tot opheffing van de H. B. S. voor meisjes,
waarbij ook wel een beroep op de Katholieke Raads
leden zal worden gedaan, zou het van belang zijn dat
er een Katholiek in de Commissie was vertegenwoor
digd. Bij het vorige punt betrof het een herbenoeming,
maar hier moet een nieuw lid worden benoemd, dus
hier had met hetgeen spr. wenscht wel rekening kunnen
worden gehouden en hij hoopt dat dit nu in de toekomst
eindelijk eens zal gebeuren.
De beraadslagingen worden gesloten.
Benoemd wordt Dr. P. C. Römer, voornoemd, met
27 stemmen. Op J. H. Hellema wordt 1 stem uitgebracht.
Punt 9. De aanbeveling van Curatoren luidt als volgt:
1. Dr. Z. Regelink, te Doorn:
2. Mej. Dr. E. Schelts van Kloosterhuis, te
Amsterdam.
Benoemd wordt Dr. Regelink, voornoemd, met alge-
meene stemmen.
Punt 10. (bijlage no. 8). Overeenkomstig de aanbe
veling van Burgemeester en Wethouders
wordt met 25 stemmen benoemd T. Hoog
slag, assuradeur, alhier.
3 biljetten worden blanco ingeleverd, terwijl 1 biljet
van onwaarde is.
Punten 11 19. (bijlagen nos. 11, 17, 13, 10, 15, 22,
9, 19 en 14).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet
houders.
Punt 20. (bijlage no. 18). De beraadslagingen wor
den geopend.
De heer Weima is na een ingesteld onderzoek tot
de conclusie gekomen, dat het zeer zeker het beste
zal zijn dat daar een boerderij wordt gebouwd, om
daarmee de zaak intact te houden. Hij heeft echter
bezwaar tegen de hooge kosten van 24.000. vooral
in verband met de lage huur, die er wordt ontvangen.
Het is hem gebleken dat boerderijen als stelphuizinge
voor 12.000.a 15.000.kunnen worden gebouwd.
Vooral in dezen tijd moet er op de voordeeligste wijze
worden gebouwd en Bergsma, die bekend staat als een
goed huurder, krijgt dan zeker nog wel een goed woon
huis en een degelijke, soliede boerderij. Spr. heeft uit
de stukken den indruk gekregen, dat men hier een
model-boerderij wil bouwen, maar die tijd, om dat te
doen, is nu toch achter den rug. Spr. zou in elk geval
willen dat de kosten de 15.000.niet te boven gingen
en kan er zich dan wel mee vereenigen om de zaak
intact te houden.
De heer Hoogland kan zich na ernstige overweging
toch niet met het plan vereenigen. Aannemende dat er
voor rente en afschrijving 7 noodig is, zullen de
kosten 1680.per jaar of 16.80 per pondemaat
bedragen en dan wordt dit een financieele onderneming,
die heel moeilijk is te rechtvaardigen.
Spr. gelooft dat de deskundigè van de gemeente al te
zeer den nadruk legt op het achteruitgaan in kwaliteit
van de landerijen, wanneer deze los worden verhuurd.
Hij acht het in de eerste plaats onwaarschijnlijk dat er
onder den klokslag van Leeuwarden geen losse huurders
zijn te vinden, gezien de koemelkers, die op het oogen-
blik in praampjes en schouwen hun gras van ver weg
moeten aanvoeren; verder is hij er een tegenstander van
om dergelijke losse landen om de 5 jaar te verhuren,
maar hij gelooft dat, wanneer aan die menschen, als zij
redelijk op het land passen, na 5 jaren weer de gelegen
heid wordt gegeven om het land wederom in te huren,
het dan met die achteruitgang in kwaliteit wel wat zal
meevallen.
Met al die punten voor oogen, acht spr. het op het
oogenblik niet gewettigd een boerderij te bouwen, maar
subsidiair wil hij daaraan toevoegen dat, indien de
Raad mocht besluiten deze boerderij wèl te bouwen,
het hem met den heer Weima voorkomt dat de kosten
extra hoog zijn geraamd. Hij heeft echter niet als de
heer Weima den indruk gekregen, dat hier een model
boerderij zal worden gebouwd, maar een heel eenvou
dige en gewone boerderij. En hij zou zeggen, als er
wordt gebouwd, laat men dan niet dat verschrikkelijk
stijve woonhuis bouwen, want dat vindt hij nog al
leelijk.
De heer Turksma kan zich met het bouwen van deze
boerderij volkomen vereenigen. Ter rechtvaardiging
van een bericht, dat in de pers is verschenen, wil hij
opmerken, dat hij indertijd in de Commissie voor O. W.
in de veronderstelling verkeerde, dat alle losse lande
rijen bij deze boerderij gevoegd zouden worden en dat
hem dit niet wenschelijk voorkwam. In de Commissie
heeft spr. tegengesproken dat, zooals in het rapport van
den Dir. staat, Van der Woude er geen prijs meer op
zou stellen het bij hem in gebruik zijnde land weder in
te huren en spr. wil dat hier in den Raad ook doen,
omdat hem bekend is, dat Van der Woude daar wel
degelijk prijs op stelt.
Spr. heeft een persoonlijk onderzoek ingesteld op de
boerderij, die z. i. in een schandaligen toestand verkeert:
het is noodzakelijk dat er iets anders komt, want er zijn
gedeelten in de boerderij, waar men in levensgevaar
verkeert. Spr. zou echter in overweging willen geven
of men niet een eenvoudiger bouwtrant kan toepassen,
hoewel hij het niet met den heer Weima eens is dat
dit een model-boerderij zou worden; hij gelooft wel dat
de inrichting zich meer bepaalt tot wat de hygiënische
indeeling betreft.
De verhuring van groote complexen om de stad als
losse landen acht spr. in tegenstelling met den heer
Hoogland in dezen tijd niet geheel mogelijk, maar bo
vendien zou er bij een dergelijke verhuring ook even
goed een groot verlies blijven bestaan. De boekwaarde
van de landerijen is 971.per pondemaat en zij zou
den dus bij een rentetype van 5 50.per ponde
maat moeten opbrengen. Dat is in de gegeven omstan
digheden niet mogelijk; een huur van 30.a 35.
voor een gedeelte echter wel en een berekening van
26.per pondemaat lijkt spr. dan ook werkelijk wel
wat laag, als hij ziet hoe de boerderijen in de omlig
gende gemeenten worden verhuurd. Maar het verlies
mag dus niet alleen worden geschoven op de boerderij,
ook omdat, wanneer er niet werd gebouwd, een gron
dige herstelling van de oude boerderij zou moeten plaats
vinden. Bovendien is Bergsma een soliede huurder, die
al jaren daar woont; de gemeente heeft dus ook wel
eenige verplichting tegenover hem.
De heer Buiel vraagt naar aanleiding van een opmer
king van het z. i. bijzonder korte rapport van den des
kundige of het niet een bezwaar is, dat deze boerderij,
die men toch wel een leeftijd zal moeten geven van 100,
althans wel van 50 jaar, binnen de bebouwde kom van
de gemeente zal komen te liggen. In de tweede plaats
acht spr. de opbrengst, vormende een rente van 1%
van het geïnvesteerde kapitaal, veel te weinig.
De heer Hettinga vraagt, of er bij dit plan overleg is
gepleegd met de bouwcommissie van de Friesche Maat
schappij van Landbouw.
Heeft men er voorts bij stilgestaan dat, wanneer
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. 27
een practische stelphuizinge wordt gebouwd, men een
6000.— goedkooper komt Spr. zou dit prefereeren,
gezien het financieele voordeel.
Voorts acht spr. het geen gezonde practijk dat in de
jaren die achter ons liggen met hooge pachten, noch is
gereserveerd voor een eventueelen nieuwbouw, noch is
afgeschreven. Was daarvoor indertijd een deel van die
winsten besteed, dan had men nu gemakkelijk in de be
hoeften van een nieuwe boerderij kunnen voorzien.
De heer De Boer (wethouder) merkt op, dat de heer
Weima zijn aanvankelijke meening om dit complex als
los land te verhuren heeft laten varen, maar nu de kos
ten te hoog vindt. Het college heeft de kosten verge
leken met die van de in den laatsten tijd elders ge
bouwde boerderijen. Het maakt echter groot verschil
of men bouwt op goeden grond, waardoor de fundee
ring veel goedkooper is, of dat, zooals hier het geval
is, de grond los, zelfs drassig is, zoodat een stevige hei-
of betonfundeering aangebracht moet worden; dit in
aanmerking genomen zijn de kosten niet te hoog. Bij
den opzet heeft als maatstaf gegolden goed, degelijk
en doelmatig.
Spr. antwoordt den heer Hoogland, dat de Schoon- j
heidscommissie volkomen met de plannen accoord gaat.
Voor de gemeente is het van het grootste belang, dat
deze landerijen bij een boerderij worden geëxploiteerd.
Het bezwaar van den heer Buiel, dat de boerderij te
dicht in de bebouwde kom staat, acht spr. een beetje
overdreven. De boerderij komt te staan aan den Greuns-
weg, ongeveer op de plaats waar thans de noodwoningen
staan, die binnenkort zullen verdwijnen. Er is wel dege
lijk rekening gehouden met de verdere stadsontwikkeling.
Ook spr. is van meening dat de rente van dit kapitaal
laag is; dit komt echter tegenwoordig bij landerijen
meer voor.
De heer Weima heeft zooeven niet bedoeld te zeggen
dat het een ,,model"-boerderij zal worden, maar gezien
de cijfers krijgt hij den indruk dat het toch eigenlijk
wel een modelboerderij moet worden. Wat zijn eigen
lijke vraag betreft, stelphuizinge of boerderij met voor
huis, deze is door den wethouder niet beantwoord.
Spreker meent dat tot dit laatste moet worden over
gegaan als dit eenigszins voordeel van beteekenis
oplevert.
De heer IJtsma gelooft dat de meerderheid in den
Raad het er thans wel over eens is dat bij zoo n groot
complex land, afgezien van de ongunstige exploitatie
rekening in dezen tijd, een boerderij gebouwd moet
worden.
Het gaat nu over den prijs en of het een stelphuizinge
moet worden of een boerderij met los voorhuis. Boven
dien moet men rekening houden met het feit waar de
boerderij komt te staan, of er geheid moet worden ja
of neen. Waar hier eigenlijk in de stad wordt gebouwd
moet men rekening houden met de meerdere hygiëne en
met een eventueele wijziging van de omstandigheden,
waardoor het bedrijf zou moeten verdwijnen. In dat
geval zou een stelphuizinge geheel moeten worden ver
wijderd, terwijl bij een boerderij met afzonderlijke
woning er rekening mee ware te houden het woonhuis
over te houden.
De Voorzitter antwoordt, dat hij, hoewel de prijs hem
oorspronkelijk ook hoog voorkwam, de ervaring heeft
opgedaan dat voor een prijs, dien de heer Weima heeft
genoemd, wel boerderijen worden gebouwd, echter
grootendeels in het Oosten der provincie, waar men
practisch gesproken van halfsteen zóó op den zandgrond
bouwt en dan geen kapitale boerderij, maar een stelp
huizinge. Ofschoon beide types in het Friesche land
schap passen, geeft spreker de voorkeur aan een boer
derij met voorhuis, hetgeen spreker nader uiteenzet.
Voorts heeft spreker, die met de practijk van boerde-
rijenbouw bekend is, dezen prijs vergeleken met den
prijs van een andere boerderij, die hiermede goed ver
gelijkbaar is, en het is hem gebleken dat deze wel te
rechtvaardigen is, te meer waar er een groote gierkolk
bij inbegrepen is. Natuurlijk zal de bouw worden aan
besteed en de mogelijkheid bestaat dus dat de kosten
mee zullen vallen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Punt 21. Met algemeene stemmen wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
Punt 22. (bijlagen nos. 3 en 16). De algemeene
beschouwingen worden geopend.
De heer Balk heeft met gemengde gevoelens deze be
grooting bestudeerd. Biedt eenerzijds de overweging dat
B, en W. deze begrooting sluitend aanbieden gelegen
heid vreugde daarover uit te spreken, anderzijds mag
een woord van critiek niet achterwege blijven. Spreker
wijst op de ernstige gevolgen van de economische crisis,
ook in deze gemeente, waardoor het gemeentebestuur
met vele moeilijkheden te kampen heeft. Gelukkig be
hoeft men intusschen Leeuwarden niet onder de nood
lijdende gemeenten te rangschikken. Men heeft echter
zorg te dragen dat men, door een onvoorzichtige finan
cieele politiek, niet tot de groep der gem. paupers gaat
behooren.
Met belangstelling hebben spreker en de zijnen uit
den aanbiedingsbrief van de gemeente- en de bedrijfs-
begrootingen voor 1934 dan ook gelezen, dat het college
niet heeft verzuimd den druk der tijden onder de oogen
te zien en aan den financieelen toestand der gemeente
bijzondere aandacht heeft besteed.
Verschil van meening over voorstellen tot vermin
dering van uitgaven en versterking van inkomsten is
echter niet te vermijden, maar onredelijk is het, het
college er een verwijt van te maken dat het met voor
stellen tot herstel van het financieel evenwicht komt
die den Raad minder sympathiek zijn of het er van te
beschuldigen dat het door een verkeerd of zorgeloos
financieel beheer oorzaak is van de moeilijkheden.
De verstoring van het financieel evenwicht voor onze
gemeente is geen gevolg van eigen schuld of van gemis
aan goed beleid.
Wïj mogen van B. en W. niet het onmogelijke ver
langen; hun werkkring is al reeds zwaar en verant
woordelijk genoeg. De tijd dat vooral de taak van den
Burgemeester als een eere-baantje werd beschouwd, is
allang voorbij.
De financieele toestand maakt vele harde maatregelen
noodzakelijk. Crisis-uitgaven zijn gewone uitgaven ge
worden. De werkloosheid en armenzorg vorderen ieder
jaar opnieuw groote sommen en zullen dit de eerste
tijden blijven vragen en mét deze uitgaven zal men toch
moeten zorgdragen dat de financieele toestand van de
gemeente in orde is.
Gemeentebelang en beginsel te dienen is onze taak;
door aan onze beginselen trouw te blijven dient men het
gemeentebelang. Een der eerste beginselpunten van
spr.'s fractie is de Overheid steun te verleenen in de
uitoefening van hare taak en van hieruit gezien is de
Kath. fractie bereid hare medewerking te verleenen tot
het sluitend maken van deze begrooting. Deze mede
werking sluit echter critiek niet uit.
Moreel zijn spreker en de zijnen niet verbonden met
het college, daar een gezamenlijk program hun niet aan
elkander bindt, maar zij zijn met het daarin zitting
nemen van een der hunnen verplicht het college mede
werking te verleenen in het sluitend maken van de
begrooting. Daartegenover hebben zij het recht van het
college medewerking te verwachten voor zaken, die al