94 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 Maart 1934. De heer Vromen stelt voorop dat het college het hem gemakkelijk heeft gemaakt, omdat de eenige plaats waar cijfers zijn genoemd behalve in de begrooting als raming is de Aanbiedingsbrief, waar in dit ver band staat „Aan het hierboven vermelde bedrag van 484.000.ontbreekt na het treffen van de ge noemde maatregelen nog rond 50.000.—" Bovendien heeft hij uit den mond van een van de leden van het college bij de behandeling van deze zaak ge hoord, dat de gasprijsverhooging waarschijnlijk niet 50.000.maar 60.000.en misschien meer zou op brengen. Dan durft hij het aan om, zonder dekking aan te wijzen voorloopig kan altijd Onvoorzien daarvoor worden aangesproken de verhooging op 1 Maart te doen ingaan. Het heele resultaat daarvan zal slechts zijn, dat de dienst 1934 met 10.000.of 12.000. minder overschot of grooter tekort zal sluiten. Spreker ontkent dat voor hem de verplichting bestaat om dek king aan te wijzen. De heer Ritmeester (wethouder) constateert alleen, dat door het voorstel-Vromen de op de gemeentebe- grooting uitgetrokken winst van 178.000.zal wor den verlaagd met een bedrag, dat spr. taxeert op 12.000.Spr. gelooft er niets van dat de Gasfabriek meer winst zal opbrengen; de cijfers wijzen op het oogenblik anders uit en spr. heeft er juist bij de begroo ting met ernst op gewezen dat dit niet het geval zal zijn. Dat eene lid is zich hier misschien niet van zijn verant woordelijkheid bewust om die 12.000.aan te wijzen, maar de Raad dient dat wèl te zijn. wanneer in plaats van 178.000.166.000.zal worden ontvangen. Wan neer men het geld uit Onvoorzien wil halen, welke post op het oogenblik nog 15.000.— is, zal die met 3000- een heel mager figuur maken, waarom spr. ernstig tegen het voorstel-Vromen waarschuwt, omdat dan per slot de begrooting misschien niet zal worden goedgekeurd. De heer Vromen vraagt nog welke maatregelen B. en W. denken te nemen, indien hun voorstel wordt aangenomen, om de onbillijkheid te voorkomen dat zij, die zich hier na 1 Maart hebben gevestigd, ook extra moeten betalen. De Voorzitter zegt, dat de bedoeling van B. en W. niet is dat iemand, die b.v. op 12 Mei in de gemeente komt wonen, over November en December 9 cent zal moeten betalen. Het besluit zou daartoe eigenlijk gea mendeerd moeten worden, maar het is hier nu gezegd wat de bedoeling is. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 16 tegen 11 stemmen, die van mevrouw Van Dijk Smit, de heeren Van der Meulen, Van Kollem, Vromen, B. Molenaar. Koopal, M. Molenaar, IJtsma, Bos, Muller en Hooiring, aangenomen. Het voorstel van den heer Vromen is hierdoor vervallen. Punt 16 (bijlage no. 26). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punt 17 (bijlage no. 30). De beraadslagingen worden geopend. De heer Vromen geeft in overweging om art. 4, tweede lid, van Ontwerp A (tijdstip van ingang van verhooging der jaarwedde bij de politie) ter wille van de uniformiteit in overeenstemming te brengen met de overeenkomstige bepalingen, die onder punt 20 der agenda (bijlage no. 29) voor het onderwijzend perso neel aan Gymnasium, Midd. Meisjesschool en Gem. H. B. S. worden voorgesteld. De Voorzitter zegt, dat de hier voorgestelde bepaling is overgenomen uit de bestaande verordening. De po litie dient zich te richten naar de bepalingen, zooals die voor het geheele gemeentepersoneel zijn gesteld. De heer Vromen bedoelt misschien dat de bepalingen, die in dezen voor het onderwijzend personeel zijn gemaakt, dan ook maar in het Ambtenarenreglement moeten wor den overgenomen, maar het is de vraag of B. en W. dit ook moeten volgen voor het onderwijs. Is het niet het beste, waar de hier voorgestelde bepaling in de be staande verordening staat en waar zal worden voor gesteld die ook zoo in het nieuwe Ambtenarenreglement te laten staan, om het nu maar zoo te laten Mocht de Raad dan bij de behandeling van het nieuwe Ambte narenreglement een ander idee hebben, dan is het beter het dan te veranderen. De heer Vromen kan daarmee accoord gaan en vraagt of het Ambtenarenreglement betrekkelijk spoe dig in den Raad komt. De Voorzitter: Misschien de volgende maand al. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punt 18 (bijlage no. 24). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punt 19 (bijlage no. 25). De beraadslagingen worden geopend. De heer Vromen wil van deze gelegenheid gebruik maken om te verklaren dat de wijze, waarop hier des tijds het onderwijs is ingericht ten opzichte van de aan sluiting bij het middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs, z. i. niet gelukkig is. Hij vindt het thans niet het juiste oogenblik om het onderwijs aan te snijden, maar heeft het altijd betreurd dat in Leeuwarden de aansluiting bij het middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs is samengevat met het eindonderwijs en dat het voorbereidend onderwijs eerst begint na het 6e leerjaar. Hij hoopt dat de wethouder van Onderwijs tijd zal vinden om t. z. t. die zaak nog eens te bekijken en dat deze dan eens zal kijken naar het Haagsche systeem, dat het stichten van neutrale bijzondere scho len niet noodig en wenschelijk maakt. Als dat systeem hier was gevolgd, hadden wij die scholen hier ook niet gekregen. Spr. wil thans met deze verklaring volstaan. De heer Botke (wethouder) meent, dat de aan sluiting van het lager bij het middelbaar onderwijs hier goed is. Ook die bij het onderwijs aan de kweekschool en de cursus voor bewaarschoolonderwijzeressen is z. i. altijd goed geweest. De aansluiting heeft steeds de goedkeuring van de deskundigen op onderwijsgebied kunnen wegdragen. De heer Vromen spreekt van op leidingsscholen, maar spr. meent dat de aansluiting hier via de bestaande opleidingsscholen buitengewoon goed is. Dit neemt niet weg, dat B. en W. deze materie nog wel eens onder de oogen kunnen zien. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punt 20 (bijlage no. 29). De beraadslagingen worden geopend. De heer Vromen heeft in het schrijven van het col Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 Maart 1934. 95 lege van Curatoren tusschen de regels door gelezen, dat dit college niet erg gesticht is over het feit, dat het niet te voren om advies is gevraagd over de verlaging van de toelage. Z. i. is die gevoeligheid terecht geweest. Spr. maakt vervolgens aanmerking op het eerste lid van Art. I van Ontwerp D (te wijzigen art. 28), waar uit valt te lezen, dat ieder van de Curatoren het daarin gestelde bedrag zal ontvangen. Dat is natuurlijk de be doeling niet. In het ontwerp voor de Comm. van toe zicht op het M. O. staat ook dat de commissie het krijgt, waarom spr. voorstelt om hier voor „Curatoren ont vangen" te lezen „Het college van Curatoren ontvangt". De Voorzitter merkt op, dat de eerste kwestie al in de Mem. van Antw. op het Sectieverslag is beantwoord. Spr. ziet de noodzakelijkheid van de door den heer Vromen voorgestelde wijziging niet in. Wanneer ieder der 5 Curatoren een som zou opeischen, deelt men de totaalsom maar door 5, dan blijft het nog gelijk. Ook op andere plaatsen in de verordening wordt gesproken van „Curatoren" en dit zou dan ook moeten worden „het college van Curatoren". En spreekt de Hooger Onderwijswet werkelijk van „het college van Cura toren" De heer Vromen: Een artikel van de verordening luidt: „Het college van Curatoren bestaat uit Spr. stelt voor om overal, waar in de verordening staat „Curatoren", dit te veranderen in „het college van Curatoren". De heer Van der Meulen kan den heer Vromen ambtshalve mededeelen, dat Curatoren een wijziging van de verordening overwegen; als er technische fouten in voorkomen, kunnen die dan meteen onder de oogen worden gezien, zoodat het nu geen nut heeft om inci denteel een bepaald artikel te wijzigen. De heer Vromen kan zich dan, waar de zaak in zoo goede handen is, hierbij neerleggen. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga dering door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1934 | | pagina 6