Vergadering van Maandag 31 December 1934.
208 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 December 1934.
Punt 8. De heer Terpstra rapporteert namens de
commissie, belast geweest met het onder
zoek der gemeenterekening en bestaande uit de heeren
Buiel, IJtsma en Terpstra, als volgt
Bij Uw besluit van 18 September 1934 werden
ondergeteekenden benoemd tot leden der commissie
voor het nazien der gemeente-rekening over het jaar
1933.
Op 7 December j.l. hebben zij zich van deze taak
gekweten en deze rekening, alsmede de daarbij over
gelegde bescheiden onderzocht. Dit onderzoek heeft
hun geen aanleiding gegeven tot het maken van op
en aanmerkingen.
Zij stellen U daarom voor te besluiten
a. de ontvangsten en uitgaven van de vorenver-
melde rekening voorloopig vast te stellen
de uitgaven van den gewonen dienst op 5.138.227.92
de ontvangsten van den gewonen dienst
op5.066.046.76
en alzoo het nadeelig slot van den ge
wonen dienst op72.181.16
de uitgaven van den kapitaaldienst op 6.394.108.62
de ontvangsten van den kapitaaldienst
op4.730.142.35
en alzoo het nadeelig slot van den ka
pitaaldienst op1.663.966.27
6. Burgemeester en Wethouders 's Raads dank te
betuigen voor het nauwkeurig beheer.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel der commissie.
De wethouders onthouden zich hierbij van mede
stemmen.
Punt 9 (bijlage no. 170). De beraadslagingen worden
geopend.
De heer Van Kollem stelt zijn stem, wat de keuze
van het terrein aan de Boerhaavestraat betreft, afhan
kelijk van het antwoord op de vraag, welke hij het
college wenscht te stellen. Omdat hij het uit welstands
oogpunt eens is met den Dir. van Gemeentewerken,
dat het niet aanbevelenswaardig is, dat het hiervoor
uit te geven terrein over de geheele lengte komt aan
de openbare straat, vraagt spr., of B. en W. dit terrein
willen verhuren onder voorwaarde, dat over de geheele
lengte langs de straat een strook van 10 M„ of zooveel
meer of minder als Gemeentewerken daarvoor noodig
acht, aan de verhuring zal worden onttrokken en dat
deze strook met heesters zal worden beplant om de
noodige camouflage te krijgen.
De heer De Boer (wethouder) zegt, dat het bezwaar
van een minder goed uitzicht langs de straat inderdaad
zou kunnen ontstaan en dat z. i. aan de voorwaarde,
om een strook van ongeveer 10 M. te beplanten om het
uitzicht te maskeeren, wel kan worden tegemoet ge
komen.
De heer Hettinga meent, als de menschen hun volks
tuintjes goed onderhouden, dat deze het uitzicht heele-
maal niet minder aangenaam maken en dat een ruim
uitzicht, dat niet door struiken en heesters verhinderd
wordt, veel mooier is. Hij begrijpt het voorstel-Van
Kollem niet.
De heer De Boer (wethouder) zegt, dat in plaats van
heesters te pianten ook perkjes zouden kunnen worden
aangelegd, zoodat men het vrije uitzicht houdt. Maar
een feit is, dat de volkstuintjes, vooral in het najaar,
wel eens een minder goede aanblik geven en dan komt
een groene strook daarvóór ten goede aan het aanzien
van het terrein.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Punt 10 (bijlagen nos. 169 en 169a). De beraadsla
gingen worden geopend.
De heer Van der Schoot vraagt, of deze rechten zijn
gebaseerd op tarieven in andere plaatsen en of men
weet dat deze tarieven daar tot tevredenheid werken
en dat de menschen ze kunnen betalen.
In art. 1 van Ontwerp D leest spr. dat, wat thans bi]
verpachting geschiedt, voortaan bij gaardering zal
plaats hebben, zoodat de verpachting geheel aan kant
wordt gezet. Wat is de reden daarvan; meent men, dat
gaardering voordeeliger is dan verpachting
De heer Ritmeester (wethouder) antwoordt dat, voor
zoover B. en W. bekend is, het staangeld, dat in andere
plaatsen wordt geheven, over het algemeen veel hooger
is dan wat hier thans zal worden geheven. Onze ta
rieven zijn buitengewoon bescheiden de kosten van
onze pleinen bij de Oldehove en achter de zwem- en
badinrichting zullen er ternauwernood of niet door kun
nen worden gedekt. Vergeleken met Groningen
Utrecht, enz. zitten wij ver onder den normalen prijs
Men moet niet vergeten dat gelijk spr. aantoont
aan deze wijze van combineeren van staanplaatsen ook
voor de vrachtrijders groote voordeelen zijn verbonden
Spr. meent, dat elk bezwaar tegen deze tarieven op het
oogenblik ongemotiveerd is. Mochten er inderdaad ern
stige bezwaren komen, dan zullen B. en W. in de eerste
plaats zorgen dat die worden opgeheven.
Wat de andere vraag betreft, nu het de bedoeling is.
de geheele marktkwestie markt- en havengeld, enz
onder één hoofd te vereenigen, meenden B. en W
met uitzondering van de Zaterdagavondmarkt op de
Nieuweburen. tot gaardering te moeten overgaan, om
dat zij het van groot algemeen belang achten dat alles
onder eigen beheer te houden. Voorstellen tot wijziging
van de Marktpolitie zullen binnen afzienbaren tijd ver
schijnen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
zooals dit in bijl. no. 169a is aangevuld.
Punt 11 (bijlage no 168). Met algemeene stemmen
wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van de Commissie.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga
dering door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 31 December 1934. 209
Tegenwoordig 28 leden.
Afwezig de heer Oosterhoff, zoomede de Burge
meester.
Voorzitter de heer G. Ritmeester, wethouder.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
30 October 1934.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van twee voogden der Stads-Armen-
kamer, wegens periodieke aftreding van de heeren G.
Dijkstra en F. J. A. Fritzlin.
4. Alsvoren van een voogdes en een voogd van het
Nieuwe Stads Weeshuis, wegens periodieke aftreding
van mevr. W. C. KoopmansHubenet en den heer J.
M. Kingma.
5. Alsvoren van een curator van het Stedelijk Gym
nasium, wegens periodieke aftreding van den heer dr.
R. Vorenkamp, die niet voor een herbenoeming in aan
merking wenscht te komen.
6. Alsvoren van twee leden der commisise van toe
zicht op het lager onderwijs, wegens tusschentijdsche
aftreding van mevr. M. Hendriks—Buikstra en den
heer H. van der Harst.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan J. Frank als on
derwijzer aan gemeenteschool no. 86.
8. Alsvoren tot overplaatsing van mej. J. Kniphorst
als onderwijzeres van de gemeentelijke schippersschooi
naar gemeenteschool no. 86.
9. Alsvoren tot overneming in eigendom van de
stoep, gelegen voor het perceel Noordvliet no. 305. van
L. de Roos (bijlage no. 178).
10. Alsvoren tot toekenning van een tegemoetko
ming in de huur over 1934 aan onderscheidene huurders
van gemeentelijke landerijen (bijlage no. 177).
11Alsvoren tot machtiging van Burgemeester en
Wethouders tot het aangaan van tijdelijke geldleenin-
gen ter voorziening in de eventueele behoefte aan kas
geld gedurende het dienstjaar 1935.
12. Alsvoren tot verlenging van den ontruimings
termijn van 42 onbewoonbaar verklaarde woningen
(bijlage no. 174).
13. Alsvoren om te bepalen dat de invordering van
het markt- en staangeld, met uitzondering voor wat be
treft de Zaterdagavondmarkt, met ingang van 1 Januari
1935 bij gaardering zal geschieden (bijlage no. 179).
14. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op het verzoek van het Centraal Bestuur van de Neder-
landsche Centrale Reddingsbrigade te Rotterdam, om
maatregelen te nemen ter bestrijding van de gevaren,
verbonden aan de roei- en zeilsport (bijlage no. 176).
15 aan de agenda toegevoegd). Voorstel van Bur
gemeester en Wethouders tot wijziging van het Raads
besluit van 20 November 1934 tot het garandeeren van
een conversieleening, aan te gaan door de N.V. Inter
communale Waterleiding Gebied Leeuwarden.
Na opening van de vergadering doet de Voorzitter
de deuren sluiten voor het houden van een besloten
zitting.
Na eenigen tijd worden de deuren heropend en wordt
de openbare vergadering hervat.
Aan de orde is
Punt 1. De notulen der vergadering van 30 October
1934 worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2. Wordt medegedeeld
a. dat Ged. Staten de ontvangst hebben bericht van
het Raadsbesluit van 11 December 1934 tot wijziging
van de verordening, regelende de politie op de open
bare vermakelijkheden en hebben medegedeeld dat bij
Kon. besluit tot 1 Januari 1938 is goedgekeurd het
Raadsbesluit van 9 October 1934 tot het opnieuw vast
stellen van de verordening tot heffing van rechten, als
bedoeld in art. 21 der Besmettelijke-Ziektenwet
6. rapporten omtrent de opneming der kassen van
de Gemeentelijke Gasfabriek, het Gemeentelijk Electri-
citeitbedrijf. de Gemeentewerken en het Gemeentelijk
Grondbedrijf;
c. schrijven van den heer A. IJtsma, houdende mede-
deeling dat hij de benoeming als lid der Commissie van
Toezicht op het lager onderwijs aanneemt.
De stukken sub a c worden voor kennisgeving aan
genomen.
d. verzoek van de firma Gebrs. Hettema en Spaan
om vergunning tot stratenaanleg op het perceel, kadas
traal bekend gemeente Leeuwarden Sectie F no. 4707
e. bezwaarschrift van D. J. Koopmans. tegen zijn
aanslag in de bijzondere belasting krachtens art. 242c/
der Gemeentewet.
De stukken sub den e worden in handen van Bur
gemeester en Wethouders gesteld om praeadvies.
f. besluit van den Centralen Raad van Beroep, hou
dende vernietiging van het Raadsbesluit van 28 Augus
tus 1934 tot regeling van het wachtgeld van W. Zon
derland.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Op voorstel van den Voorzitter wordt thans eerst
aan de orde gesteld
Punt 11. De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel vraagt hoe de grootte van het te leenen
bedrag wordt bepaald. Dit is \/2 millioen grooter dan
verleden jaar.
De Voorzitter zegt, dat de grootte wordt bepaald
door het maximum-bedrag, dat men denkt noodig te
hebben. Het bedrag wordt zoo groot o. a. doordat de
leeningen over elkaar heen loopen. Spr. geeft nog een
nadere verklaring in verband met het feit, dat verschil
lende bedrijven ook bij het Centraal Kasbeheer zijn aan
gesloten, waarom een machtiging voor 3]/^ millioen
noodig is.
De heer Buiel zegt, dat zijn vraag samenhangt met
het meermalen door hem gewraakte systeem, dat ver
schillende werken, waarvoor moet worden geleend
maar gewoon uit kasgeld worden betaald. Door nu
weer 1J^ millioen méér te leenen, wordt aan dat systeem
geen rem aangelegd, maar de mogelijkheid tot uit
breiding vergroot.
De Voorzitter meent, dat de heer Buiel die zaak niet
juist ziet, omdat men op hetzelfde oogenblik, dat men
tot iets besluit, geld noodig heeft om dat te betalen en
die betaling voorloopig altijd geschiedt uit kasgeld, ten
zij men direct een leening sluit, 't Systeem om eerst het
geld op tafel te leggen en dan te koopen is heel mooi,
maar meestal niet doorvoerbaar, wegens de hooge
rente, die men dan dikwijls moet betalen. Aan het stel
sel om uit kasgeld te betalen welk stelsel ook door
andere overheidslichamen wordt gevolgd ontkomt
men alzoo niet, al kan men over de grootte van het
bedrag van opinie verschillen.
De heer Buiel meende, dat door den Minister een
bepaalde limiet was aangegeven voor kasgeldleeningen:
een bepaald percentage van de inkomsten en uitgaven.
Hij komt hier echter nog wel nader op terug.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.