50 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 11 Februari 1935.
Voortzetting der vergadering op Woensdag 13 Februari 1935.
hoopt, dat B. en W. zich hierover ernstig zullen be
raden en t.z.t. een gunstig praeadvies hierover zullen
uitbrengen.
De heer Weima verzoekt nog antwoord op de vragen,
die hij in algemeenen zin heeft gesteld bij de algemeene
beschouwingen over den teruggang van het gasverbruik
en het verbruik van electrischen stroom, welke terug
gang z.i. ernstiger zal wezen dan het college zich voor
stelt. Ook vraagt hij nadere inlichtingen over den
rechtsgrond voor de verhooging van de huur van de
piekmeters.
't Is spreker bekend, dat t.o.v. het stroomverbruik de
gemeente een van haar beste klanten heeft verloren en
wanneer als gevolg daarvan andere groote bedrijven
zeker zullen komen met een verzoek om lagere tarieven,
zal men voorzichtig moeten wezen met een weigering
om die te geven. Want het moge vreemd klinken om
op het oogenblik met lagere tarieven te komen, omdat
wij onze winst niet kunnen missen, met het handhaven
er van moet men toch uiterst voorzichtig wezen, omdat
de gemeente dan zelf de dupe kan worden. Spr. vraagt
daaromtrent de meening van den wethouder.
De heer Buiel vraagt wat bij speciale tarief voor be
drijven eigenlijk onder bedrijven'" wordt verstaan. Hij
zou verder gaarne willen weten hoe het staat met het
onderzoek omtrent het vastrechttarief, waarover hij het
vorige jaar heeft gesproken. Waarom duurt dit onder
zoek zoo lang Ook in verband met het toenemend ge
bruik van petroleumtoestellen is het z.i. zaak zoo spoedig
mogelijk de tarieven te herzien.
De heer Ritmeester (weth.) zegt dat het college,
wanneer het de gegevens van den heer Balk krijgt, deze
zaak nader wil bestudeeren en nader zal overwegen
wat het op dit punt kan doen. Mocht de omzetbelasting
voor de bedrijven worden verlaagd waartoe de Re
geering voornemens schijnt te zijn dan kan ook hierin
gereede aanleiding zijn aan de bezwaren van den heer
Balk tegemoet te komen. De teruggang van de afname
van gas en ook van electriciteit is op dit oogen
blik tot stilstand gekomen, zoodat spr. goede hoop heeft,
dat de winsten van de Gasfabriek en het Electriciteit-
bedrijf juist geraamd zijn.
Spr. deelt absoluut de bezwaren van den heer Weima
op het punt van de speciale tarieven. Dit is inderdaad
een buitengewoon moeilijke kwestie, waarvan B. en W.
reeds lang studie hebben gemaakt om te trachten tot
een beter resultaat te komen en B. en W. zijn op dit
punt nog lang niet uitgestudeerd. Men moet echter zeer
voorzichtig zijn om zonder meer met een herziening van
de tarieven van de Gasfabriek in zee te gaan.
Bij het Electriciteitbedrijf heeft men op het oogenblik
de groote moeilijkheid, dat groote afnemers voornemens
zijn zelf hun benoodigde stroom op te wekken.
Hiervoor zijn echter machines noodig, die een hard
onaangenaam geluid veroorzaken, waardoor de kans
bestaat dat deze machines hier geweerd kunnen worden
Echter niet ter wille van de winstEr is op alle moge
lijke manieren getracht met deze afnemers tot een goed
resultaat te komen, maar hun eischen zijn dikwijls zóó,
dat er geen sprake meer is van eenige winst, maar dat
de gemeente een sterk verlies zou moeten lijden om die
menschen tot afnemer te hebben. En dat kan de ge
meente natuurlijk niet doen.
Spr. erkent dat het goed zou zijn, als wij tot lagere
tarieven zouden kunnen komen, maar wij moeten trach
ten de winsten, die op de lichtbedrijven worden ge
maakt, te behouden. Men zegt dat de tarieven hier zoo
hoog zijn, maar spr. wijst er op, dat deze in vergelijking
met andere gemeenten hier niet zoo hoog zijn. De gas-
prijs is zelfs na de groote tariefdaling bij andere ge
meenten nog een der laagsten van ons land.
Den heer Buiel antwoordt spr., dat men met bedrijven
bedoelt fabrieken, werkplaatsen; het kan ook een kerk
zijn. In het algemeen gezegd: groote afnemers.
De beraadslagingen worden gesloten.
De ontwerp-begrooting van de Gasfabriek wordt, na
vaststelling van de verschillende volgnos. van Baten
en Lasten, met algemeene stemmen onveranderd vast
gesteld.
Aan de orde is de ontwerp-begrooting van het Elec
triciteitbedrijf.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Turksma wil evenals het vorige jaar nog
maals de wenschelijkheid bepleiten om het speciale tarief
voor electrischen stroom van 3000 tot 2000 K.W.U.
terug te brengen. Is wethouder Ritmeester bereid dit
ernstig in overweging te nemen, opdat de kleine win
keliers en andere bedrijven goedkoopen stroom zullen
kunnen betrekken
Wat de kwestie van de piekmeters betreft, betoogt
spreker dat de inzender van het desbetreffende
ingezonden stuk in de courant, die had berekend dat
B. en W. met deze piekmeterhuur feitelijk een woeker
rente n.l. 10 maakten, z.i. de fout heeft begaan
door in zijn berekening niet op te nemen de aanschaf-
fingskosten van de piekmeters, die op ruim 50.— ge
steld moeten worden. Wanneer men hiermede rekening
houdt en de afschrijving van de meters op 9 a 10 jaar
stelt, dan komt spr. in zijn berekening tot de conclusie,
dat deze verhoogde meterhuur van 7.50 alleszins recht
vaardig is en dat de renteberekening van B. en W.
4 zou zijn. Spr. wil graag weten hoe die berekening
precies is.
De heer Hofstra wijst er op dat van hun zijde reeds
jaren achtereen is aangedrongen op verlaging van het
enkel tarief en dat hij en de zijnen gemeend hebben dif
in verband met de tijdsomstandigheden voor dit jaar
achterwege te moeten laten.
Bij bestudeering van volgno. 1 van deze begrooting is
spr. tot de conclusie gekomen, dat een geweldige schom
meling in de stroomafname plaats vindt. B. en W. heb
ben altijd getoond bepaaldelijk rekening te houden met
de bedrijven, maar het Electriciteitbedrijf moet het toch
ook van de afname over andere tarieven hebben. Spr.
zou B. en W. in overweging willen geven niet nog
meer verbrokkeling te geven in de kwestie van de ta
rieven. Vele burgers kunnen niet anders dan zich be
palen tot afname over het enkel tarief en naar spr.'s
meening moet er ook voor deze menschen gelegenheid
zijn om meer stroom af te nemen. Spr. ziet in de toe
passing van het piektarief wel eenige onbillijkheden, die
echter z.i. niet in het publiek bespreekbaar zijn. Laten
B. en W. echter met het piektarief niet te ver gaan.
Spr. heeft altijd van de zijde van B. en W. gehoord
dat men toch vooral rekening moet houden met de af
name van de bedrijven en men deed het voorkomen
alsof die afname zoo geweldig, ja een tegemoetkoming
aan het Electriciteitbedrijf was, maar nu is gebleken,
dat men niet altijd de volle medewerking heeft van
degenen, die al jaren in de gelegenheid zijn geweest
stroom tegen een geweldig gereduceerden prijs af te
nemen. Hieruit blijkt ook weer, dat, wanneer B. en W.
een vinger geven, men de geheele hand neemt. Als B.
en W. nog verder gaan met het piektarief dan zullen
zij nog meer moeilijkheden krijgen.
Voorts zou spr. gaarne willen weten, of B. en W
met de afnemers voor het piektarief een jaarcontract
hebben gesloten. Is dit afgeloopen of kan men binnen-
tijds tot verhooging van de meterhuur overgaan
De heer Buiel heeft de tarieven van het Electriciteit-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 11 Februari 1935. 51
Voortzetting der vergadering op Woensdag 13 Februari 1935.
bedrijf in vergelijking met den kostprijs altijd erg hoog
gevonden, maar nu heeft het hem inderdaad erg ge
troffen, dat men nu ook nog de piekmetertarieven gaat
verhoogen. Verleden jaar heeft men den gasprijs met 1
cent verhoogd en nu krijgt men weer de verhooging van
de piekmeterhuur. Het is spr, eigenlijk een raadsel,
waarom de gebruikers van die meters daarvoor huur
moeten betalen. De kosten van de meters behooren z.i.
tot de exploitatiekosten van het bedrijf.
Spr. kan met deze verhooging niet accoord gaan en
al weet hij wel dat B. en W. dit besluit hebben genomen
en dat het op de verordening berust, toch gelooft hij.
dat de Raad dit besluit ongedaan moet maken. Hij kan
niet goed begrijpen en zou daarover gaarne worden in
gelicht, waarom in dezen tijd, waarin reeds alles wordt
verhoogd, bij een bedrijf als dit, dat reeds zooveel winst
maakt, de huur van de piekmeters verhoogd moet
worden.
Mochten de inlichtingen die hij hieromtrent krijgt niet
bevredigend zijn, dan is van zijn zijde een voorstel te
wachten om B. en W. voor te stellen het besluit onge
daan te maken.
De heer Muller herinnert er aan, dat men indertijd
heeft besloten tot invoering van het piektarief om de
menschen zooveel mogelijk te laten profiteeren van den
stroom, dien het Electriciteitbedrijf buiten den spertijd
aanwezig heeft en bijna voor niets kon distribueeren.
Ook werd echter, nadat men meer stroom afnam van het
P. E. B. buiten den spertijd, de prijs van den stroom
dien men gedurende den spertijd afnam, goedkooper.
Bovendien was het instellen van het piektarief een
sociale maatregel, en het is naar spr.'s meening van het
grootste belang, dat de gewone huisvrouw meer van
den electrischen stroom en de verschillende gemakken
daarvan kan genieten. Thans, nu de menschen van deze
gelegenheid gebruik maken en meer stroom gebruiken
dan vroeger, gaat men echter de huur van den piek-
meter verhoogen, opdat men meer stroom over het enkel
tarief zal afnemen. Het gevolg hiervan zal naar spr.'s
meening ongetwijfeld zijn, dat zoo weinig mogelijk
stroom wordt afgenomen en de piekmeter wordt afge
schaft, waardoor de goedkoope stroom niet meer zal
worden benut; dus eenerzijds een nadeel voor het be
drijf, anderzijds zeker niet in het belang van de gemeen
schap. Dat er op het oogenblik nog slechts weinig meters
opgezegd zijn, is z.i. een gevolg hiervan, dat men heeft
willen wachten op de behandeling van de begrooting.
Tevens lijkt het spr. onjuist, dat de meters in 10 jaar
geheel worden afgeschreven. Al heeft men misschien
het vermoeden, dat ze in korten tijd moeten worden
afgeschreven, spr. meent toch, dat er hier meters zijn,
die reeds ongeveer tien jaren oud zijn.
Voorts heeft het piektarief niet geprofiteerd van de
verlaging van 4 ct. per K.W.U. van het enkel tarief,
zoodat dus feitelijk het vastrecht van het piektarief met
4.had moeten worden verlaagd en de huur van den
piekmeter na deze verlaging eigenlijk geen ƒ3.maar
7.was. Spr. neemt het B. en W. inderdaad hoogst
kwalijk, dat zij feitelijk het vastrecht voor het piek
tarief thans met 4x/i ct- Per K.W.U. hebben verhoogd
(de eerste 100 K.W.U. kosten 25.7.50 meter
huur 4]/2 ct. per K.W.U. 36J/2 ct. per K.W.U.),
zonder dat de Raad daarin is gekend en wanneer er
een voorstel van den heer Buiel komt om B. en W. uit
te noodigen om deze verhooging terug te nemen zal
spr. dit van harte steunen.
De heer Van Kollem zegt, dat de kwestie van de ver
hooging van de huur der piekmeters ook de leden van
van de comm. voor de Gem. Lichtbedrijven heeft ver
rast. Naar aanleiding van een rapport van den Dir.
der Lichtbedrijven maakte deze kwestie in de commissie
een onderwerp van bespreking uit. De commissie was
echter over deze kwestie nog niet uitgepraat en de ver
hooging is dus van B. en W. uitgegaan, zonder dat in
de commissie een beslissing daaromtrent was genomen.
Deze handelwijze heeft spr. bevreemd, afgezien van het
feit of de meterhuur moet worden verhoogd of niet. De
kwestie is z. i. echter niet zoo eenvoudig als de heer
Muller het voorstelt, want aan het piektarief, dat toch
is ingesteld om het verbruik van electrischen stroom
voor huishoudelijke doeleinden buiten spertijd ook door
den kleinen man te bevorderen, kleven op het oogen
blik hierin was de commissie eenstemmig in haar
oordeel groote uitwassen. De voordeelen van het
gebruik van een piekmeter worden n.l. veel uitgebuit
door hen, voor wie niet in de eerste plaats dit tarief is
ingesteld, doordat zij eenvoudig hun werkzaamheden
zoo verplaatsen, dat ze goedkoopen stroom buiten den
spertijd afnemen, waardoor de normale afname in de
speruren enorm terugloopt. Over de kwestie als zoo
danig is men in de commissie nog niet uitgesproken
er is ook reeds gedacht aan een geheele herziening,
omdat de commissie, zooals uit haar rapport van 22
Oct. 1.1. blijkt, onder de gegeven omstandigheden ver
hooging van den meterhuur zeer ongewenscht acht
en waar deze nu dus voor behandeling in den Raad
eigenlijk nog niet rijp is, ware het beter geweest dat
eerst de commissie advies aan B. en W. had uitge
bracht en B. en W. daarna met een voorstel bij den
Raad waren gekomen dan hadden de Raadsleden een
beteren kijk op de zaak gehad.
Wat betreft de afschrijving, men heeft daaromtrent
geen vermoedens, maar zekerheid. De meters, die op
het oogenblik uit Zwitserland komen, waar de eenige
fabriek is, die piekmeters fabriceert, alleen voor Leeu
warden, welke stad, naar spr. meent, de eenige ter we
reld is waar men piekmeters heeft, zijn weliswaar veel
beter dan die men vroeger uit Duitschland kreeg, maar
toch is een afschrijving in 10 jaren noodzakelijk.
Spr. zou heel graag, nu in de commissie de vraag is
gerezen of de meterhuur moet worden verhoogd en
tevens of men moet overgaan tot verlenging van den
spertijd met 1 uur, deze kwestie nog eerst in de com
missie willen bespreken.
De heer Ritmeester (weth.) merkt op, dat, nu wij het
piektarief eenmaal hebben, wij moeten zorgen dat dit
aan de gemeente niet bepaald geld zal kosten. Spr.
dankt den heer Van Kollem voor diens juiste uiteen
zetting van de zaak als lid van de Lichtcommissie. Met
de afschrijving van de piekmeters in 10 jaar volgen
B. en W. slechts het bevel op, gegeven in art. 25 van
de verordening van 1927 en zoo staat het ook met de
meterhuur, waar in dezelfde verordening staat; „Vol
gens aanwijzing van een piekmeter op voorwaarden en
tegen den prijs, door Burgemeester en Wethouders vast
te stellen". Daar kan men dus geen bezwaar tegen
hebben.
Spr. memoreert, dat indertijd het piektarief is vast
gesteld op 4 ct. plus een meterhuur van 3.zulks
in strijd met de voorstellen van den Directeur, die
meende dat de prijs 6 cent moest zijn. De meters, die
wij toen kregen van een firma uit Berlijn blijken
thans niet aan alle kanten te voldoen; er moeten nu
nieuwe komen, die aanmerkelijk duurder zijn. Op 't
oogenblik zijn er 1600 meters in gebruik, die een kapi
taal vertegenwoordigen van 90.000.en daarop
wordt een zeer aanmerkelijk verlies geleden. Wanneer
vrij nu bij het zeer goedkoope piektarief er ook nog
verlies op de meterhuur bij leggen, bestaat er groot
gevaar, dat ieder reclame maakt voor dit tarief en dat
ieder, die er ook maar 1.per jaar mee kan ver
dienen, daarop overgaat. Daarin moet, ook al schrijft
men ingezonden stukken en al reageeren ook de Raads
leden daarop, op de eene of andere manier verandering
komen.
Spr. wijst er op, dat een eventueel voorstel om B. en
W. te verzoeken hun besluit niet uit te voeren, eigenlijk