176
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Juli 1936.
directeur. De eigen leeraren hebben het graf gegraven.
Waar het aantal minvermogende leerlingen het laatste
jaar slechts 14 bedroeg, was het niet verantwoord
ten behoeve daarvan de school in leven te houden.
Spr. ontkent, dat de gemeente aan allerlei vereeni-
gingen, welke geen volksbelang beoogen. lokalen be
schikbaar moet stellen.
Den heer Botke vraagt spr., of er vóór dit rapport
nooit een grondig onderzoek is ingesteld, zoodat deze
over de noodige gegevens beschikte?
Met den heer Balk meent spr., dat het moeilijk zal
zijn, dit gebouw van gemeentewege te exploiteeren.
De heer Buiël had het beter gevonden, dat direct een
voorstel omtrent de bestemming van het gebouw was
ingediend.
De heer Terpstra ontkent eveneens dat de Muziek
school heeft geleden door de aanvallen van Rechts
de invloed van Rechts toch in dezen Raad is klein, al
moet men erkennen, dat deze gaandeweg grooter
wordt, nu B. en W. thans dezelfde motieven aanvoeren,
waarop Rechts 6 jaar geleden reeds wees.
Spr. vraagt nog eens naar het woord eventueel" en
of de blokfluitcursussen hoofdzakelijk worden gevormd
door de z.g. A.J.C.-clubs. Hij heeft niet gezegd, dat de
heer Botke opzettelijk de waarheid niet heeft gezegd,
doch alleen, dat de Raad onvolledig, en daardoor on
juist, is ingelicht.
De heer Botke (weth.) herhaalt, dat juist doordat de
heeren Terpstra c.s. 6 jaar geleden reeds opheffing der
school voorstonden, de leeraren zich veilig wilden
stellen.
Daar B. en W. nog nagaan of bedoelde dame wacht
geld krijgt, is „eventueel" gebruikt.
De Voorzitter zegt den heer Buiël, dat, als de be-
grootingswijziging is goedgekeurd, er een voorstel om
trent het gebouw komt.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van B. en W. (sub III, 4).
Te 9.45 uur nam. wordt de vergadering geschorst.
Te 10 uur nam. wordt de vergadering voortgezet.
Volgno. 541. Cursus opleiding bewaarschoolonder
wijzeressen.
De heer Algera zegt, dat, hoewel zijn fractie ook over
opheffing van dezen cursus heeft gesproken, het aantal
leerlingen is vermeerderd. Gelet op de aan den cursus
verbonden kosten (aan de onverplichte bijdragen van
andere gemeenten 1500.kan een einde komen),
ziet spr. de noodzakelijkheid van dezen, overigens wel
nuttigen, cursus niet in. Hij kweekt een overcompleet,
daar er voldoende leerkrachten zijn.
De heer Muller zegt, dat, waar de maatregel van de
kweekeling wel enkele jaren bestendigd zal moeten
worden, men dezen cursus wel in stand moet houden.
Mevr. Buisman-Blok Wijbrandi wijst er op, dat door
dezen cursus de leerlingen hun practische oefening in
de bewaarscholen hebben, hetgeen voor die scholen,
door de groote klassen, van veel nut is. Daarnaast geeft
deze cursus, met weinig kosten voor de gemeente, den
meisjes een goede opleiding voor een specifiek vrou
welijk beroep; hij moet h.i. in stand blijven.
De heer Botke (weth.) vraagt, wat er werkelijk
noodzakelijk is. Spr. sluit zich geheel bij mevr.
Buisman en den heer Muller aan. In ieder geval zullen
toch de leerlingen der 2e klasse moeten afstudeeren,
voor men den cursus stopzet.
De heer Feitsma betoogt, dat de meisjes na het be
halen van het diploma nooit een betrekking zullen krij
gen en het geld voor dezen cursus dus weggegooid is.
Hierom heeft de Raad indertijd besloten geen eerste
klasse meer te vormen.
De Voorzitter doet lecture van het volgende voorstel
van den heer Algera
„Ondergeteekende stelt voor met ingang van den
nieuwen cursus geen eerste klasse meer in te stellen
voor den cursus opleiding bewaarschoolonderwijze
ressen.".
De heer Botke (weth.) zegt, dat er op het oogenblik
alleen maar een tweede klasse is. Indertijd is aangeno
men, dat, waneer er geen 10 leerlingen waren, er geen
eerste klasse zou zijn. Voor den nieuwen cursus hebben
zich reeds 12 leerlingen aangemeld, zoodat z.i. het
voorstel-Algera niet aangenomen moet worden.
Het voorstel-Algera wordt met 21 tegen 5 stemmen,
die van de heeren Terpstra, Feitsma, Praamsma, Al
gera en Wiersma, verworpen.
Volgno. 486. Subsidiën aan vereenigingen in het
belang van de voeding en kleeding aan schoolgaande
kinderen.
De heer Posthuma sluit zich t.a.v. dit subsidie bij de
minderheid van B. en W. aan.
De heer Westra (weth.) zegt, dat de meerderheid
van B. en W. met Ged. St. meegaat, omdat zij er van
overtuigd is, dat daardoor geen enkel schoolkind minder
goed gekleed zal zijn. Er is in Leeuwarden nog wel
80.— te vinden om het verschil weer op te heffen.
De heer Botke (weth.) zegt, dat dit jaar 150 aan
vragen bij gebrek aan middelen niet konden worden
ingewilligd. Daarom acht hij het gewenscht dit subsidie
op peil te houden.
Het voorstel van B. en W. om volgno. 486 met 10
te verlagen, wordt met 19 tegen 7 stemmen, die van
de heeren Praamsma, Hellema, Algera, Wiersma, Terp
stra, Feitsma en Westra, verworpen.
Volgno. 275. Subsidiën aan vereenigingen tot be
strijding der tuberculose.
De heer Posthuma vraagt, of de Raad dergelijke din
gen met zijn hulp in stand moet houden, dan wel ze
zooveel mogelijk inkrimpen. Hij acht het een der be
langrijkste taken der Overheid om op te komen voor
wat zwak is en lijdt, en zal tegen deze verlaging stemmen.
De heer Hellema (weth.) zegt, dat de bijdrage voor
Leeuwarden van dusdanig belang is, dat men er enkele
offers (welke in schijn grooter zijn dan in werkelijk
heid, omdat ze vaak weer kunnen worden verzacht)
tegenover mag stellen. Waar Ged. St. verlaging of
schrapping van enkele subsidies wenschen en aan hun
advies groote waarde zal worden gehecht, waarschuwt
spr. tegen niet-inwilliging van dezen wensch.
De heer IJtsma stemt met vrijmoedigheid tegen dit
voorstel, omdat hetgeen hier wordt bezuinigd, waar
schijnlijk op andere wijze weer aan steun moet worden
gegeven.
De heer Posthuma ontkent, dat hij, door tegen deze
verlaging te zijn, met de extra-bijdrage niet tot goede
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 Juli 1936.
177
resultaten wil komen. Spr. kan zich niet voorstellen,
dat deze bijdrage zou afstuiten op de weigering om dit
subsidie te verlagen. Spr. is bereid verschillende sub
sidies te verlagen, maar dit subsidie en dat aan het
Schoolfonds voor schipperskinderen en het Groene
Kruis niet.
De heer Praamsma zegt, dat niet is aangetoond dat
deze subsidieverlaging zoo'n verslechtering beteekent,
dat de zaak niet meer aan haar doel beantwoordt.
De heer IJtsma antwoordt, dat de t.b.c.-bestrijding nog
niet voldoende is en is daarom tegen verlaging.
De heer Terpstra zegt. dat volgens de laatste statis
tieken het aantal t.b.c.-lijders ook in de crisisjaren be
langrijk is gedaald. Door dit subsidie te laten bestaan
en niet te luisteren naar den raad, welke in het geheele
land aan noodlijdende gemeenten wordt gegeven, waagt
men 290.000.-.
Het voorstel van B. en W. om volgno. 275 met 10
te verlagen, wordt met 14 tegen 12 stemmen, die van
de heeren Westra, Imhof, Praamsma, Hellema, Algera,
Buiël, Wiersma, mevr. BuismanBlok Wijbrandi, de
heeren Turksma en Terpstra, mevr. Van DijkSmit en
den heer Feitsma. verworpen.
Volgno. 285. Subsidie Prov. Friesche Ver. ,,Het
Groene Kruis", wordt met 24 tegen 2 stemmen, die van
de heeren Posthuma en J. Koopal, gewijzigd, zooals
B. en W. voorstellen.
Volgno. 282. Subsidie aan onderscheidene drankbe-
strijdersvereenigingen.
De heer Van der Meulen wijst er op, dat Ged. St.
niet motiveeren, waarom dit subsidie kan worden ver
laagd.
Daar het hier vereenigingen betreft, welke belangrijk
werk verrichten voor de volksgezondheid en sterk den
invloed der crisis ondervinden, acht spr. handhaving
op het oude bedrag gewettigd. Verzwakking toch van
den strijd tegen het alcoholisme brengt op den duur
vermeerdering van uitgaven voor politie, armenzorg,
krankzinnigenverpleging en geneeskundigen dienst
mede.
De heer Buiël heeft tegen vermindering geen be
zwaar, omdat het voor elke vereeniging, nu het over
8 wordt verdeeld, slechts een klein bedrag is. Boven
dien meent spr. te weten, dat de confessioneele veree
nigingen zich kunnen bedruipen.
De heer J. Koopal zegt, dat, wanneer deze vereeni
gingen de propaganda voeren, zooals het moest, zij geld
te kort komen.
De heer Hellema (weth.) zegt, dat de Fin. comm.
verband heeft gelegd tusschen dit subsidie en dat voor
de t.b.c.-bestrijding. Waar nu het subsidie voor de
t.b.c.-bestrijding, post 275, op 2000.is gehandhaafd,
stelt spr. voor „alsnog te schrappen post 282 ter com
pensatie."
Dit voorstel wordt met 15 tegen 11 stemmen, die van
de heeren Imhof, Praamsma, Hellema, Algera, Balk,
Buiël, Wiersma, mevr. BuismanBlok Wijbrandi, de
heer Terpstra, mevr. Van Dijk-Smit en de heer
Feitsma, verworpen.
Over volgno. 282 staken de stemmen (13 13 stem
men tegen stemmen de heeren Turksma, IJtsma, De
Boer. Bos, Molenaar, Posthuma, De Bruin, Muller, De
Vries, Van der Meulen, Van Kollem, Botke en J.
Koopal), zoodat daarover in de volgende vergadering
moet worden beslist.
Volgno. 545. Subsidie Friesch Genootschap voor
geschied-, oudheid- en taalkunde.
De Voorzitter doet lecture van het volgende voorstel
van den heer Algera
„Ondergeteekende stelt voor post 545 te schrappen.".
Over dit voorstel staken de stemmen (1313 stem
men; tegen stemmen de heeren IJtsma, De Boer, Bos,
Molenaar, Posthuma, De Bruin, Westra, De Vries, Van
der Meulen, P. A. Koopal, Hellema, Botke en J. Koopal),
zoodat ook daarover in de volgende vergadering moet
worden beslist.
Volgno. 547Lidmaatschap Ned. Jeugdherberg Cen
trale, wordt met 25 tegen 1 stem, die van den heer J.
Koopal, gewijzigd, zooals B. en W. voorstellen.
Volgno. 216. Intercommunaal Georganiseerd Overleg.
De heer Buiël heeft nog nooit eenig resultaat van dit
overleg gezien en wil daarom dezen post verminderen
tot 25.
De Voorzitter zegt, dat dit subsidie wordt berekend
naar het aantal inwoners. Men moet dus 78.betalen
of bedanken. Het is onmogelijk van dit overleg nu reeds
profijt te zien.
De heer BuiëlIs dit subsidie dan wel gemotiveerd
De heer De Boer (weth.) zegt, dat het „Centraal
Orgaan" beoogt het georganiseerd overleg van het
overheidspersoneel landelijk te regelen. Van de 26 daar
voor in aanmerking komende gemeenten zijn reeds 14
aangesloten. Men beoogt het verkrijgen van voort
durend contact met de Regeering. Men moet van deze
nuttige instelling niet direct veel resultaten verwachten
zij groeit nog.
Volgno. 216 blijft ongewijzigd.
Volgno. 476. Subsidie St. Luciagesticht.
Den heer Buiël is gebleken, dat deze subsidieregeling
wel in de Comm. voor de bewaarscholen thuis behoort
en de Comm. ook toegang tot de R. K. bewaarschool
heeft.
De heer Botke (weth.) zegt, dat, wanneer dit inder
daad het geval is, die kwestie in de Commissie bespro
ken en de school geregeld bezocht zal worden.
Volgno. 476 wordt met alg. stemmen gewijzigd over
eenkomstig het voorstel van B. en W. (sub III, 6).
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten volg-
nos. 307 en 570 te behandelen bij de begrooting van
Gemeentewerken en eerst de volgnos. van de INKOM
STEN te behandelen.
INKOMSTEN.
Verhaal premie Ziektewet.
De heer J. Koopal sluit zich, waar dit verhaal weder
om loonsverlaging beteekent, bij de minderheid van het
college aan.
De heer De Boer (weth.) zegt, dat, waar deze premie
bij particuliere bedrijven niet als regel wordt verhaald,
ook de gemeente dit niet moet doen, te minder nu het