188 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1936.
De heer Wiersma ziet in afschaffing van den huur-
bijslag een goed element, omdat huurder en verhuurder
daarvan wel misbruik hebben gemaakt, al zijn er ook
gezinnen, welke goedkoopere woningen zouden nemen,
indien deze aan redelijke eischen voldeden. De Regee
ring moet, inplaats van huurbijslag, de steunbedragen
iets verhoogen, totdat de woninghuren naar beneden
zijn.
Het standaardloon moet verlaagd worden, maar dit
moet niet komen beneden het peil van de gesteunden
via de armenzorg. Van zekere zijde wordt tegen de
voorgestelde regeling geageerd, maar men vergeet, dat
deze ook 7 verbeteringen omvat. Het totaal beschikbare
bedrag wordt niet verminderd, alleen billijker verdeeld.
Het ligt niet op den weg van den Gemeenteraad, zich
met deze zaak te bemoeien.
De heer Posthuma hoopt, dat B. en W. zoo spoedig
mogelijk de door den wethouder medegedeelde stappen
zullen doen. Is het wel billijk de verminderde huurbijslag
te laten betalen door de verhuurders De Raad moet
zich ertegen verzetten, dat de verbetering van den steun
op het platteland gaat ten koste van de steuntrekkenden
uit de stad. Dat de agitatie een deel der ellende moge
wegnemen
Den heer IJtsma spijt het, dat B. en W. niet op schrift
hebben gesteld, hoe zij zich tot de Regeering denken te
wenden en daarbij de vragen van den heer J. Koopal,
zoo mogelijk, beantwoordende.
Den heer Wiersma zegt spr„ dat de moderne arbei
dersbeweging de verbetering wèl in aanmerking neemt.
De gemeente mag zich met deze kwestie zeker be
moeien, omdat de werkloozenzorg gemeente zorg is.
waarbij het Rijk steunend optreedt.
De zedelijke kant van het feit, dat de werklooze vak-
menschen in een lagere steunklasse komen, heeft spr.
diep getroffen. Spr. waardeert de poging om den groo-
ten gezinnen tegemoet te komen, doch practisch betee-
kent het zeer weinig.
De heer Westra (weth.) zegt, dat de nieuwe regeling
voor 100 gezinnen een verbetering van 27-146 ct. per
week (d.i. 1 van het totale steunbedrag) beteekent.
De verlaging t.a.v. den huurtoeslag geldt 138 gezinnen,
die gemiddeld 32J/2 ct. per week achteruitgaan; 80 ge
zinnen met standaardloonen ontvangen 21-118 ct. min
der (d.i. 2\Zj De totale achteruitgang is dus IJ
De tweede huurverlaging komt in Mei 1937. Overigens
is de steunverleening een zaak van B. en W. en de
Raad kan den inhoud van den brief aan den Minister
gerust aan hen overlaten.
De heer IJtsma meent, dat de steunverlaging een zaak
van den Raad is, waarvan de uitvoering aan B. en W.
is opgedragen. Spr. hoopt, dat het adres aan den Mi
nister tot ieders tevredenheid zal zijn.
De heer Wiersma vindt het niet zoo erg, dat de ver
huurders misschien iets minder huur ontvangen en wijst
op de 10 huurverlaging in het Vastelasten-ontwerp.
Spr. meent, dat t.a.v. de tegemoetkoming aan de groote
gezinnen het niet bij een schamel pogen blijft.
Het verzoek wordt voor kennisgeving aangenomen.
schrijven van B. en W. ter beantwoording van
de door mevrouw Van DijkSmit in de Raadsverga
dering van 15 Juli 1936 gestelde vragen omtrent het
verwisselen van privaattonnen.
Wordt voorgesteld voor kennisgeving aan te nemen.
Mevr. Van DijkSmit dankt voor de spoedige be
antwoording. Haar conclusie echter is, dat de sterk toe
genomen kosten van de Reiniging niet een gevolg zijn
van de meerdere tonnenverwisselingen en het grooter
aantal woningen, zooals destijds is aangevoerd.
Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
g. Alsvoren ter beantwoording van de door den
heer Praamsma in de Raadsvergadering van 30 Juni
1936 gestelde vragen omtrent het bedrijf der Gemeente
werken.
Voor kennisgeving aangenomen.
Punt 3. De verdeeling geschiedt als volgt
eerste sectiede heeren Van der Schoot,
Buiël, mevr. Van Dijk—Smit, de heeren Van
der Meulen, P. A. Koopal, J. Koopal, Hooiring en Van
Kollem
tweede sectiede heeren Posthuma, Oosterhoff,
Algera, De Vries, Terpstra, Imhof, Muller, Bos en
Wiersma
derde sectiede heeren Molenaar, Praamsma, De
Bruin, mevr. Buisman—Blok Wijbrandi, de heeren
IJtsma, Turksma, Balk en Feitsma.
Volgens art. 60 van het Reglement van Orde is weth.
Botke voorzitter van de eerste sectie.
Naar de loting, welke vervolgens plaats heeft, wor
den aangewezen tot voorzitter van de tweede sectie
weth. Hellema, tot voorzitter van de derde sectie weth.
Westra, terwijl weth. De Boer mede zitting zal nemen
in de eerste sectie.
Punt 4. Benoemd worden de heeren Hooiring, Mo
lenaar en Terpstra, ieder met 28 (1 blanco)
en de heer Imhof met 27 stemmen (2 blanco).
Punt 5. Benoemd worden de heer Bos met 28, mevr.
Van Dijk.Smit met 27 (mevr. Buisman-
Blok Wijbrandi 1 stem), de heer Van Kollem
met 28 en de heer Praamsma met 27 stemmen
(de heer Posthuma 1 stem); 1 blanco voor
alle namen.
j Punt 6. Benoemd worden de heer De Bruin met 28,
de heer Imhof met 27 (de heer Hellema 1
stem), de heeren Wiersma en IJtsma ieder
met 28 stemmen; 1 blanco voor alle namen.
Punt 7. Benoemd wordende heer Feitsma met 28
(1 blanco), de heeren Muller en Turksma
ieder met 27 (2 blanco) en de heer De Vries
met 28 stemmen (1 blanco).
Punt 8. Benoemd worden de heer Balk met 27 (de
heer Bos 1 stem en 1 blanco), de heer Van
Kollem met 27 (de heer Algera 1 stem en 1
blanco), de heer P. A. Koopal met 27 (de
heer Buiël 1 stem en 1 blanco), en de heer
Oosterhoff met 27 stemmen (2 blanco).
Punt 9. Benoemd worden de heer Algera met 27 (2
blanco), de heer Van der Meulen met 27 (de
heer Van der Schoot 1 stem en 1 blanco),
de heer Van der Schoot met 27 (2 blanco)
en de heer IJtsma met 26 stemmen (3 blanco).
Punt 10. Benoemd wordende heer Buiël en mevr.
Buisman Blok Wijbrandi ieder met 28 (1
blanco), de heer Muller met 27 (2 blanco)
en de heer Posthuma met 28 stemmen 1
blanco)
Punt 11. Uitgebracht worden op de heeren Bos 18,
Praamsma 13, Oosterhoff 7, Imhof 14, Terp
stra 9, De Bruin 6, Molenaar 2, Algera 5 en Buiël 5
stemmen (1 blanco en 2 van onwaarde), zoodat be
noemd is de heer Bos. De Voorzitter stelt thans afzon
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1936. 189
derlijk aan de orde de stemming voor de 2e en 3e
plaatsen
voor de tweede plaats worden uitgebracht op de
heeren Praamsma 2, Imhof 11, Terpstra 9, Algera 5
en Oosterhoff 2 stemmen.
Geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt
tot een tweede vrije stemming overgegaan. Benoemd
wordt alsnu de heer Terpstra met 15 stemmen (de heer
Imhof 13 stemmen en 1 blanco);
voor de derde plaats op de heeren Imhof 15, Ooster
hoff 7, Buiël 5 stemmen en de heeren Van der Meulen
en Algera ieder 1 stem;
zoodat voor de derde plaats is benoemd de heer
Imhof.
Punt 12. Benoemd worden de heer Wiersma met 27,
de heer Balk met 28 en de heer Van der
Meulen met 26 stemmen (de heer IJtsma 2
stemmen en 4 blanco).
Punten 13 en 14. Op verzoek van enkele leden doet de
Voorzitter de deuren sluiten.
Na hervatting der openbare vergadering is aan de
orde
Punt 13. De aanbeveling van Burgemeester en Wet
houders luidt als volgt
1. mej. J. J. van Eelen, leerares R.H.B.S. te Drachten;
2. G. Schuringa te Amsterdam;
3. V. Stibbe te Leeuwarden.
Benoemd wordtmej. V. Stibbe met 20 stemmen
(mej. J. J. van Eelen 5 en mej. G. Schuringa 4 stemmen).
Punt 14. De aanbeveling van Burgemeester en Wet
houders luidt als volgt
I. voor directeur (vac.-A. Deinema):
G. Steegstra, hoofd van gemeenteschool no. 13b,
thans plaatsvervangend directeur der school;
II. voor leeraar
a. in aardrijkskunde, handelskennis en Nederland-
sche correspondentie
G. Steegstra, voornoemd;
b. in boekhouden, handelsrekenen en handelsrecht
E. Ploegh, onderwijzer te Huizum;
c. in Duitsch
C. A. Reinberger, leeraar, alhier;
d. in stenografie en machineschrijven
W. Röben, leeraar in die vakken, alhier;
III. voor tijdelijk leeraar in boekhouden, handels-
rekenen en handelskennis
J. van Kuik, onderwijzer aan de school voor
U. L. O., alhier.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. de aanbeve
ling sub III terugnemen.
De aanbevolenen sub I en II worden met 28 stemmen
benoemd (1 van onwaarde).
Punten 15 en 16 (bijl. nos. 99 en 97). Met alg. stem
men wordt besloten overeenkomstig
de voorstellen van B. en W.
Punt 17 (bijl. no. 102).
De heer Turksma sluit zich bij de minderheid van
het college aan. Dit wist toch, dat de Raad een aan
koopsom van max. 3000.per H.A. had aangenomen
welke ook voor deze nieuwe greide zeer redelijk is,
terwijl nu de prijs nog pl.m. 18.per p.m. hooger
wordt door de vergoeding voor het beschikbaarstellen
van het land en voor den afstand van het recht van
reed, enz., welke reed de eigenaar practisch niet ge
bruikt. Geen instantie zou dezen grondprijs betalen.
Waarom is deze zaak niet eerder behandeld Kunnen
er andere werkzaamheden, dan de drainage van dit ge
deelte, op het vliegterrein worden verricht, zonder dat
er arbeiders worden ontslagen
Spr. doet het voorstel
,,Ondergeteekende stelt voor den koopprijs voor de
perceelen land van den heer J. N. Wassenaar te Jel-
sum te bepalen op 3000.per H.A., inbegrepen de
afkoopsommen voor den afstand van het recht van
reed en die voor de directe beschikbaarstelling der
perceelen.
De heer Terpstra zegt, dat de in de toelichting ge
noemde betaling voor den afstand van de erfdienstbaar
heid in het eigenlijke voorstel is vergeten.
De heer Praamsma c.s. achten 1100.per p.m. voor
dit afgelegen, en niet beste, land ruim voldoende, terwijl
de gemeente de kosten van opmeting en overdracht ook
betaalt.
Het doet pijnlijk aan, dat voor een werk ten alge-
meenen nutte, voor lage werkverschaffingsloonen uit
gevoerd, zulke hooge grondprijzen worden gevraagd.
Ook vraagt men nog 100.voor afstand van het
recht van reed, terwijl van een recht" haast niet meer
gesproken kan worden. In de hooge aankoopsom is de
gevraagde vergoeding ad 175.voor de z.g. bedrijfs
schade voldoende verdisconteerd.
Tenzij het college doorslaande argumenten aanvoert,
sluiten spr. c.s. zich bij de minderheid aan.
De Voorzitter, zijnde de minderheid van B. en W.,
laat het liever op onteigening aankomen, dan meer dan
ƒ3000.per H.A., welke prijs zeer voldoende is, te
betalen, te meer, omdat de andere eigenaren met dezen
prijs accoord zijn gegaan, indien niemand meer zou
ontvangen.
Terwijl de heer Wassenaar eerst 1250.schade
vergoeding vroeg, neemt hij nu genoegen met 175.
en 100.voor afstand van het recht van reed, welke
reed practisch onbruikbaar is. Het argument, dat de
werkzaamheden bij aanneming van het voorstel zonder
onderbreking voortgang kunnen hebben, weegt voor
spr. niet zoo zwaar.
Den heer Terpstra antwoordt spr., dat voorwaarde 3
van het voorstel van B. en W. wordt aangevuld en
luidt
,,de eigenaar doet afstand tegen betaling door de
gemeente van 100.van het recht en reed, enz.".
De heer De Boer (weth.) zegt, dat den heer Was
senaar niet meer dan 3000.per H.A. wordt geboden.
Een bedrijfsschade van 175. waarmede de Land
bouwboekhouding accoord gaat, is niet te hoog, even
min als 100.— voor afstand van het recht van reed.
Men vergete ook niet, dat hij anders rente had genoten.
Onteigening kost ook geld en men komt gauw op
275.kosten, omdat de prijs van 3000.vrij zeker
zal blijven gehandhaafd, nu het weiland in de provincie
den laatsten tijd duurder is. Met de drainage is men aan
dit land toe en September is hiervoor nog een geschikte
maand. Anders moet men tot April wachten en dan
zullen in den komenden winter ongeveer 50 man 10
weken minder te werk gesteld kunnen worden. Om
technische redenen weegt voortgang van de werkzaam
heden zwaarder dan 275.
De heer Turksma is niet tevreden met de zeer zwakke
argumenten van den wethouder. Voor al deze terreinen
moet dezelfde maatstaf gelden. Nu de heer Wassenaar
op dit land nog vee heeft kunnen houden, heeft hij juist
bedrijfsvoordeel gehad, omdat de veeprijzen met
30 zijn gestegen, hetgeen zeker opweegt tegen de
rentederving.