Vergadering van Woensdag 3 Fetrrnari 1937.
b. dat Ged. Staten de ontvangst hebben bericht van
een afschrift van het Raadsbesluit van 13 Januari 1937
tot wijziging van de Algemeene Politieverordening
d. schrijven van den heer L. Zijlstra, houdende
mededeeling, dat hij de benoeming tot voogd van het
N. S. Weeshuis aanvaardt;
f. besluit van Ged. Staten, houdende mededeeling
van een wijziging der regeling van de jaarwedden der
burgemeesters, secretarissen en ontvangers in de pro
vincie Friesland.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 3 Februari 1937. 5
Tegenwoordig 26 leden.
Afwezig de heeren Balk, Bos en Oosterhoff.
Voorzitterde heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Mededeelingen en rapporten.
2. Benoeming van een tijdelijk leerares aan de
School van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes (bij
lage no. 13).
3. Alsvoren van een tijdelijk leeraar in de schei
en natuurkunde aan de Gem. H. B. S. en H. H. S.
(bijalge no. 12).
4. Alsvoren van een onderwijzer aan gemeente
school no. 4, wegens uitbreiding van personeel (bijlage
no. 14).
5. Alsvoren van vier leden van de Commissie van
toezicht op het Lager Onderwijs, wegens periodieke
aftreding van de heeren H. Valkema, K. van der
Schaaf, F. van Dijk Tz. en S. van der Burg.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van de onbewoonbaar verklaarde woning
Hoogpad no. 15 van S. S. van der Meulen (bijlage
no. 15).
7. Alsvoren tot verhuring van de zathe en landen
aan de Potmarge aan P. Bergsma (bijlage no. 5).
8. Alsvoren tot het voeren van rechtsgedingen tegen
M. Anema en E. Groenhof ter zake van betaling van
.1 kosten, veroorzaakt door het aanrijden van lantaarn
palen (bijlage no. 6).
9. Alsvoren tot wijziging van de Capitulantenver-
ordening (bijlage no. 7).
10. Alsvoren tot wijziging van de Legesverordening
(bijlage no. 8).
11. Alsvoren tot wijziging van de verordening op
het heffen van rechten in het Openbaar Slachthuis
(bijlage no. 11).
12. Praeadvies op het verzoek van F. en G. van
den Bosch, om subsidie in de kosten van exploitatie van
een stadsautobusdienst (bijlage no. 9).
13. Alsvoren op het verzoek van het bestuur der
vrachtrijdersvereeniging ,,Door Eendracht Sterk" om
verlaging en wijziging van de invordering van het
staangeld voor vrachtwagens (bijlage no. 10).
14. Bezwaarschrift van den Staat der Nederlanden
tegen aanslagen in de straatbelasting, dienst 1936.
15. Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw
benoemde lid van den Gemeenteraad, den heer J. van
der Geest.
Punt 1. Wordt medegedeeld
a. dat bij Kon. besluit is goedgekeurd het Raads
besluit van 4 November 1936 tot wijziging van de ver
ordening op de heffing van rechten als bedoeld in art.
21 der Besmettelijke-Ziektenwet
c. schrijven van den heer J. Koopal, houdende
mededeeling, dat hij ontslag neemt als lid van den
Gemeenteraad, en bericht van den Voorzitter van het
Centraal Stembureau, dat in diens plaats is benoemd
de heer J. van der Geest, die deze benoeming heeft
aangenomen
e. verslag van de Commissie tot wering van school
verzuim over het jaar 1936.
Voor kennisgeving aangenomen.
In verband hiermede stellen Burgemeester en Wet
houders voor, den pensioensgrondslag van den
gemeentesecretaris, den heer Mr. E. Schotman, vast
te stellen op het bedrag van zijn nieuwe jaarwedde.
Aldus besloten.
Punt 2 (bijl. no. 13). De aanbeveling van B. en W.
luidt als volgt
mej. H. M. S. Velsink te Leeuwarden.
De heeren Wiersma en Van der Schoot vormen het
stembureau.
Benoemd wordt mej. H. M. S. Velsink met 25 stem
men (mej. De Jong 1 stem).
Punt 3 (bijl. no. 12). De aanbeveling van B. en W.
luidt als volgt
U. Rommerts te Leeuwarden.
Benoemd wordt de heer LI. Rommerts met alg.
stemmen.
Punt 4 (bijl. no. 14). De voordracht van B. en W.
luidt als volgt
1. P. Kwist, onderwijzer te Assendelft;
2. E. G. Sibering, onderwijzer te Ees
3. H. van Leenders, hoofd der school te Wittelte.
De heer Terpstra vermoedt, dat deze benoeming
verband houdt met de toename van het aantal leer
lingen, maar heeft bij de stukken geen opgave gevon
den, waaruit dit blijkt. Hoeveel leerlingen waren er bij
het begin van den cursus? Moet nu midden in den
cursus een nieuwe onderwijzer worden aangesteld, ter
wijl toch in een loopenden cursus zoo weinig mogelijk
nieuwe leerlingen toegelaten worden
De heer Botke (weth.) antwoordt, dat met toestem
ming van den Minister reeds op 1 September j.l. een
nieuwe leerkracht benoemd had mogen worden, omdat
toen reeds het aantal leerlingen (477) belangrijk hooger
was dan over het afgeloopen jaar en meer dan 461
bedroeg, het aantal, waarop men van 1 September tot
31 December recht had op den 17en leerkracht. Men
moest echter den teldatum 16 December j.l. afwachten,
om te weten, of deze leerkracht ook voor 1937 zou
worden vergoed en toen vaststond, dat het aantal leer
lingen 467 was, heeft men maatregelen getroffen om
een onderwijzer te benoemen.
De heer Terpstra heeft gaarne, dat dergelijke mede
deelingen voortaan schriftelijk gebeuren.
De heer Botke (weth.) acht het logisch, dat B. en
W., alvorens sollicitanten op te roepen, afwachtten, of
deze leerkracht ook voor 1937 door het Rijk zou wor
den vergoed.
De heer Terpstra herhaalt zijn wensch.
De heer Botke (weth.) antwoordt, dat daartegen
geen bezwaar is, al is zulks nooit gebruikelijk geweest.
Benoemd wordt de heer P. Kwist met alg. stemmen.
Punt 5. De aanbevelingen van de Commissie luiden
als volgt
a. vac.-H. Valkema, meerderjarig onderwijzer O. L.
onderwijs