Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 3 Februari 1937. 1. J. P. Smit, Fonteinstraat 9d 2. H. Westerhuis, Bildtschestraat 73 3. O. Sipma, de Ruijterweg 3 b. vac.-K. van der Schaaf, vader van een kind op een 0. L. school 1. K. van der Schaaf, Bildtschestraat 36a; 2. A. Schrijver, Groningerstraatweg 71 3. R. Jeelof, de Ruijterweg 9 c. vac. F. van Dijk, meerderjarig inwoner 1. F. van Dijk Tz., Doelestraat 4; 2. G. Th. Harloff, Harlingerstraatweg 51 3. L. van der Meij, Harlingerstraatweg 4 d. vac.-S. van der Burg, vader van een kind op een bijz. lagere school 1. Ir. C. Rodenburg, Noordersingel 70; 2. J. Tjemmes, Mr. P. J. Troelstraweg 138; 3. A. J. Feddema, Engelschestraat 34. Benoemd wordt sub a. de heer J. P. Smit met 22 stemmen (de heer Westerhuis 2 stemmen, de heer Valkema 1 stem en 1 biljet blanco); sub b. de heer K. van der Schaaf met 24 stemmen (de heer Van Dijk 1 stem en 1 biljet blanco); sub c. de heer F. van Dijk Tzn. met 23 stemmen (de heer Schrijver 2 stemmen en 1 biljet blanco); sub d. de heer Ir. C. Rodenburg met 22 stemmen (de heeren Van der Burg, Feddema en Tjemmes ieder 1 stem en 1 biljet blanco). Punt 6 (bijl. no. 15). Met alg. stemmen wordt be sloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 7 (bijl. no. 5). De heer Turksma vraagt, of B. en W. wel letten op de nieuwe Pachtwet. Dit geldt vooral voor de boer derijen der gemeente, die binnenkort weer verhuurd zullen worden. Hooi- en losse landen zullen slechts voor 1 jaar verhuurd mogen worden; contracten, gesloten op 1 Januari 1936, loopen nog 2 jaar na de inwerking treding der nieuwe wet en deze verhuring valt dus 1 Januari 1938 daaronder. Zouden B. en W. voortaan ook anderen de gelegen heid willen geven om landerijen en losse landerijen, zooals b.v. bij het vliegveld in Maart a.s., te huren De Voorzitter antwoordt, dat, volgens de nieuwe Pachtwet, op contracten na 1 Januari 1936 gesloten, deze Pachtwet 2 jaar buiten werking blijft, zoodat deze verhuring er buiten valt. De andere vraag is niet aan de ordeB. en W. zullen zich op dit punt beraden. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 8 (bijl. no. 6). Op voorstel van den Voorzitter wordt sub 1° van het voorstel in plaats van ,,M. Anema" gelezen „IJ. van der Heide en M. Anema". Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W., aldus gewijzigd. Punten 9, 10 en 11 (bijl. nos. 7, 8 en 11). Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 12 (bijl. no. 9). De heer Muller meent, dat, nu de uitkomsten van dezen busdienst in 1935 niet bevredigend waren en in 1936 niet zijn verbeterd, men in October 1936 een sub sidieaanvrage had mogen verwachten. Ware dan een verlies- en winstrekening overgelegd, dan had men de zaak goed kunnen behandelen. Thans is dit onmogelijk. Het bericht in de courant, dat, indien geen subsidie wordt verleend, de dienst 4 Februari wordt stopgezet, wekt den schijn alsof men de schuld daarvan op den Raad wil schuiven; zij ligt echter bij de exploitanten, die niet tijdig de noodige maatregelen hebben getroffen. Spr.'s fractie vereenigt zich met het praeadvies van B. en W., maar de zaak is te belangrijk, dan dat zij daarmee geheel van de baan moet zijn. Spr. ontkent, dat de financiëele positie van Leeuwarden een matig subsidie niet toelaat, gezien de voorgestelde subsidies aan Streekplan en Borgstellingsfonds. Met den heer IJtsma dient spr. daarom de motie in ,,De Raad, van oordeel, dat het afwijzend prae advies in zake een subsidieaanvraag van de exploi tanten van den stadsbusdienst moet worden aan vaard van meening, dat een busdienst voor Leeuwarden van groot belang is van meening tevens, dat dit belang wel zoo groot is, dat het een matige subsidie uit de Gemeentekas zou wettigen draagt B. en W. op een grondig onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid der exploitatie van een stadsbusdienst.". Den heer Praamsma bevredigt het praeadvies van B, en W. niet. Zij leggen het zwaartepunt op de financiën, maar men moet ook het belang van deze zaak over wegen. Zooals het verzoek den Raad heeft bereikt, is het niet voor inwilliging vatbaar, omdat een ongelimiteerde bijdrage wordt gevraagd. Het verbaast spr., dat geen exploitatierekening is overgelegd. Ongetwijfeld kleven er fouten aan den bestaanden dienst, maar deze kunnen worden verbeterd en het gaat in de eerste plaats om het belang, dat de gemeente bij een goeden busdienst heeft. Spr. had dan ook een over zicht daarvan van B. en W. verwacht. Door een geregelden dienst zal de stad een grootere aantrekkelijkheid verkrijgen, dit geldt vooral voor de buitenwijken; de bouwterreinen zullen gemakkelijker worden uitgegeven. Ook voor den winkeldienst is een busdienst van belang, omdat het winkelen in de stad er door wordt bevorderd. Bovendien zullen bij stopzet ting zh 10 personen worden ontslagen. Spr. stelt daarom met den heer Algera voor „Ondergeteekenden stellen voor, dat B. en W. alsnog een ernstig onderzoek zullen instellen naar het belang van dezen stadsbusdienst, zoowel in 't algemeen als voor het publiek en den zakenstand, dat tevens een serieuze exploitatierekening met bijbehoo- rende cijfers in zake vervoer, enz. zal worden ver zameld, om een en ander aan den Raad over te leggen met advies van B. en W.". Ook de heer J. Koopal vindt het praeadvies buiten gewoon mager. Dat er geen geld zou zijn, maakt op hem weinig indruk, gezien kortgeleden voor één dag feestvieren 1000.beschikbaar werd gesteld. De oorzaak van het exploitatietekort zijn de hooge belastingen. Stopzetting beteekent daarom nadeel voor de publieke kassen en dit verzwakt het financiëele be zwaar van B. en W. Bovendien worden 5 chauffeurs en eenige garagewerklieden werkloos, hetgeen voor de publieke kas nieuwe uitgaven vordert. Het totaal dezer nadeelen is grooter dan het gevraagde bedrag der sub sidie. Spr. gevoelt het meest voor het voorstel-Praamsma, omdat daarbij de tegenwoordige firma de kans krijgt dezen dienst voort te zetten, terwijl het voorstel-Muller Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 3 Februari 1937. 7 een geheel nieuw onderzoek beteekent. Die straf voor het niet tijdig aanvragen van subsidie is te zwaar. Er kan trouwens moeilijk bezwaar tegen bestaan, dat deze firma het zoo lang mogelijk zonder subsidie heeft trach ten vol te houden. Voorts is spr. het met den heer Praamsma eens, dat deze busdienst voor velen, ouden van dagen, enz., van groot belang is. De heer Turksma gevoelt veel voor de instandhou ding van den busdienst, omdat deze in een behoefte voorziet in het laatste halfjaar werden 77.000 per sonen vervoerd en tevens 8 menschen aan het werk houdt. Hij meent echter, dat B. en W., gezien het korte tijdsbestek na het indienen van het adres en de wijze waarop men tracht dit subsidie te krijgen, aan dit ver zoek niet hebben kunnen voldoen. Door het subsidie aan het Borgstellingsfonds worden middenstandsbelangen gediend, bij het geven van geld voor 7 Januari j.l. werd aan nationale gevoelens tege moetgekomen en spr. meent, dat ook middelen moeten worden gevonden om, zoo mogelijk, in de behoefte aan een busdienst te voorzien als een stadsbelang. Spr. is voor het voorstel-Praamsma en dringt er op aan, dat B. en W. bij hun onderzoek rekening houden met de in den Raad geuite wenschen en, waar ook Leeuwar- deradeel belang heeft bij dezen busdienst, geeft spr. in overweging tevens te onderzoeken, of ook die gemeente in het subsidie wil bijdragen. Leeuwarden moet trachten de middelen in stand te houden om de stad tot grooter bloei te brengen. De heer IJtsma wil den schijn, door adressanten ge wekt, dat, als vanavond niet besloten wordt tot sub sidie, men het dus aan den Raad te danken heeft, dat de bus morgen niet meer rijdt, wegnemen. Al zou de Raad vanavond een ongelimiteerd subsidie toestaan, dan hebben de ondernemers nog geen cent, omdat de kans niet zoo heel groot is, dat de hoogere autoriteiten dit subsidie goedkeuren. Spr. meent, dat het praeadvies aanvaard moet worden en dat B. en W. een nader onderzoek moeten instellen. Spr. heeft veel respect voor de ondernemers, die ge tracht hebben dezen dienst in het leven te houden, maar het is van groot belang voor de gemeente, als zij in het algemeen kan onderzoeken, hoe op de beste wijze in de behoefte aan een busdienst kan worden voorzien. Dan zal misschien blijken, dat het met dezen onder nemer het gunstigste kan. maar men moet eventueel een busdienst niet af laten stuiten, als het met dezen onder nemer niet zou slagen. Of het voorstel-Praamsma of dat van spr., dat ruimer is, wordt aangenomen, zoolang de zaak hangende is, zijn de resultaten voor den tegen- woordigen busondernemer dezelfde. De Raad kan geen subsidie garandeeren, dus staat de bus morgen stil. De heer Posthuma verbaast het niet, dat deze bus dienst niet rendeert; dit is bij busdiensten een algemeen verschijnsel. Een zich uitbreidende stad als Leeuwarden heeft een dergelijk vervoermiddel noodig en, voorzoover uitvoer baar, wil spr. medewerken om dezen dienst in stand te houden. Het is moeilijk voor B. en W. geweest om in zoo korten tijd en met zoo weinig gegevens het praeadvies klaar te krijgen. Of had B. en W. vooraf reeds een verzoek om subsidie bereikt of wisten zij, dat er een verzoek aan den Raad zou komen Zoo ja, dan hadden z'j gelegenheid gehad een uitgebreid onderzoek in te stellen. Hebben zij met de busondernemers gesproken of hebben deze pogingen gedaan met B. en W. te spreken Zoo niet, dan hebben de ondernemers de zaak blijkbaar te gemakkelijk opgevat. Dat zij zoo laat waren met hun subsidieaanvraag wil spr. hun niet te zwaar aanrekenen; het zijn zakenmenschen. Laten B. en W. verder met hen onderhandelen, hoe hoog het subsidie moet zijn en welke voorwaarden B. en W. daaraan willen verbinden. Spr. sluit zich bij het voorstel-Praamsma aan, om geen stagnatie in het ver voer te krijgen. De Raad late zich niet beinvloeden door het argu ment dat er geen geld is en dat een dergelijk subsidie waarschijnlijk niet goedgekeurd wordt. Laat de Raad doen wat mogelijk is om den dienst in stand te houden en besluiten tot het geven van een subsidie, het risico van niet-goedkeuring aanvaardende. De heer De Bruin wijst er op, dat, terwijl de heer Praamsma de zaak wil aanhouden, het voorstel-Muller aanneming van het praeadvies bedoelt. Er is zelfs ge zegd, dat het voorstel-Praamsma misschien ten gevolge zal hebben, dat de dienst niet stagneert, maar wanneer de exploitanten naar aanleiding daarvan den dienst voortzetten en later blijkt, dat toch geen subsidie kan worden gegeven, is de Raad dan verantwoordelijk voor het nadeel dat zij daardoor hebben Bij aanneming van het voorstel-Muller weet de firma v. d. Bosch tenminste waar zij aan toe is. De heer Terpstra zegt, dat het de bedoeling is, dat de zaak van alle kanten wordt onderzocht. Of de adres santen den dienst opheffen of niet, is te hunner beoor deeling. De Voorzitter zegt, dat het B. en W. altijd heeft verheugd, dat er een busdienst was buiten steun van de Overheid. Toen de zaak niet goed meer ging, heeft v. d. Bosch op 14 Dec. 1936 een onderhoud met B. en W. gehad, waarbij bleek, dat het vermoedelijke tekort over 1937 4000.a 5000.zou zijn. V. d. Bosch had toen echter geen cijfers bij zich. Op 4 Januari j.l. verstrekte hij nadere gegevens, tegelijk met een adres aan den Raad en de bekende mededeeling in de courant. Spr. sluit zich bij den heer IJtsma aan, dat deze houding niet juist is, al prijst spr. het, dat de exploitanten het zoolang hebben volgehouden zonder subsidie. Indien subsidie werd verleend, dan kwam deze firma in de eerste plaats daarvoor in aanmerking, maar B. en W. meenen dat het op het oogenblik, nu straks vier ton subsidie aan het Rijk moet worden gevraagd, niet gewettigd in eenige subsidie, aan welken busdienst dan ook, te geven. Daarom zijn B. en W. ook niet met de exploitatierekening bij den Raad gekomen. Bovendien is spr. ervan overtuigd, dat een subsidie niet wordt goedgekeurd. Over het belang van den dienst zal men het nooit eens worden, omdat dat niet met cijfers is te demon- streeren. Dat de bouwterreinen door een busdienst duurder worden, gelooft spr. niet, noch dat de winkel stand er veel voordeel van zal hebben. Met dergelijke argumenten zou spr. het praeadvies niet graag bij de hoogere instanties verdedigen Het is moeilijk zuiver over deze zaak te oordeelen, omdat v. d. Bosch ook een touringbedrijf heeft, waarbij dezelfde bussen worden gebruikt, maar het geraamde tekort ad 4475.is zeker niet te hoog, omdat zelfs nog enkele posten, als garagehuur en waterverbruik, niet zijn opgenomen. Ziet men, dat de totaal-ontvangst van de passagiers (het laatste halfjaar 76.800) op 15.400.is geraamd, dan blijkt, dat slechts door een enormen toevloed van passagiers de dienst rendabel is te maken. En zelfs al zou de Raad subsidie geven, dan zou het nog lang duren, voordat de goedkeuring is verkregen. Maar als er iets gebeurt, dan moet de bestaande firma de voorkeur genieten. Het voorstel-Praamsma en het voorstel-Muller komen in de practijk op hetzelfde neer, maar de exploitanten moeten zich, wanneer de zaak wordt aangehouden, niet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1937 | | pagina 2