VergaHg vio Woensdag 30 Juni 1937.
74
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 9 Juni 1937.
bij versterkte aflossing binnen 5 jaar, omdat de leening
reeds langer dan 5 jaar loopt.
De heer Hellema (weth.) gevoelt in dit stadium niets
meer voor onderhandeling met de Rijksverzekerings
bank. De Alg. Friesche Levensverzekering Mij. heeft
een aanbod gedaan, dat zij 14 dagen gestand doet. B.
en W. achtten dit aanbod aannemelijk en hebben het,
behoudens de goedkeuring van den Raad en van Ged.
Staten, aanvaard. Zij zijn dus moreel gebonden en het
ligt niet op hun weg van dit voorstel af te wijken. De
Raad kan natuurlijk anders beslissen, maar aan de boete
bij versterkte aflossing binnen 5 jaar ontkomt men niet.
ook niet, wanneer de leening bij de Rijksverzekerings
bank wordt gecontinueerd tegen een lager percentage.
De heer Muller zegt, dat het denkbeeld van den heei
Buiël wel aanlokkelijk lijkt, maar wanneer de Raad
daartoe besluit, is de Levensverzekering Mij. weer vrij
en, wil de Rijksverzekeringsbank de rente niet verlagen,
dan heeft de gemeente niets. De Raad aanvaarde
daarom het voorstel van B. en W.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punten 1348 (bijl. no. 71). Met alg. stemmen wordt
besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 30 Juni 1937.
75
Tegenwoordig 28 leden.
Afwezig mevr. BusscherSjerp en de Burgemeester.
Voorzitter de heer G. Botke, wethouder.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergaderingen
van 28 April en 19 Mei 1937.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van de woning Hoogpad no. 20 van J. Hummel
(bijlage no. 78).
4. Alsvoren tot het overnemen van de stoep, gelegen
voor het perceel Groeneweg no. 315, van R. Steensma
weduwe van T. Bakker (bijlage no. 81).
5. Alsvoren tot verpachting van de gemeentelijke
aanplakzuilen en -borden aan S. Bouman (bijlage
no. 77).
6. Alsvoren tot het verleenen van vergunning aan
het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland, voor
het maken en hebben van verschillende werken in. op
en boven gemeentegrond, en tot grondruiling aan den
Kanaalweg N.Z. (bijlage no. 76).
7. Alsvoren tot verlenging van den ontruimings
termijn van eenige onbewoonbaar verklaarde woningen
(bijlage no. 75).
8. Alsvoren tot wijziging van de verordening, hou
dende bebouwingsvoorschriften voor de Weerklank
(bijlage no. 80).
9. Alsvoren tot vaststelling van voor- en achter
gevelrooilijnen voor de bebouwing in de Weerklank
(bijlage no. 82).
10. Alsvoren tot vaststelling van voor- en achter
gevelrooilijnen voor de bebouwing aan de Westzijde
van den Weg naar Cambuur (bijlage no. 79).
11. Alsvoren tot wijziging van de begrootingen van
de gemeente en eenige gemeentebedrijven, dienst 1937.
Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2. Wordt medegedeeld
a. dat Ged. Staten
1hebben verdaagd de beslissing op het Raadsbe
sluit van 28 April 1937 tot vaststelling van voor- en
achtergevelrooilijnen voor de bebouwing van terreinen
aan de Zuidzijde van den Harlingerstraatweg en aan
en nabij het ontworpen plein nabij de villa „Baensein"
2. hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten van 19
Mei 1937 tot afstand van bouwterrein aan de Nicolaas
Tulpstraat en tot verlenging van het erfpachtsrecht van
grond aan den Mr. P. J. Troelstraweg van 9 Juni 1937
tot aflossing van een geldleening, aangegaan met de
Rijksverzekeringsbank en tot het aangaan van een geld
leening met de Alg. Friesche Levensverzekering Maat
schappij, tot verhuring van de boerderij „Groot Hu-
malda", tot verlenging van het erfpachtsrecht van grond
aan den Mr. P. J. Troelstraweg en tot verkoop van een
gedeelte van den Zwarteweg (Kalverdijkje)
b. proces-verbaal van de opneming van kas en
boeken van den gemeenteontvanger
c. rapport omtrent kasopneming van het Stads
ziekenhuis.
Voor kennisgeving aangenomen.
d. verslag omtrent den toestand van het gymnasium
over 1936
e. het beredeneerd verslag omtrent het markt- en
havenwezen over 1936, ingevolge art. 10 der Verorde
ning op den Markt- en Havendienst door Burgemeester
en Wethouders ter kennisneming aangeboden.
Liggen nog eenigen tijd voor de leden ter inzage.
Voorts doet de Secretaris lecture van een verzoek
van G. Giezen en andere bewoners van den Eewal,
om de aldaar staande boomen te rooien, resp. te
snoeien.
Wordt voorgesteld dit verzoek ter afdoening in
handen van B. en W. te stellen.
De heer Buiël gaat hiermede accoord, als de toestand
er door verbetert, evenals indertijd aan de Nieuweburen.
Als „ter afdoening" echter beteekent, dat de toestand
blijft, zooals hij is, dan stelt spr. voor het adres om
praeadvies naar B. en W. te zenden.
Mevr. BuismanBlok Wijbrandi stelt prijs op prae
advies, omdat B. en W. het vorige jaar aan eenzelfde,
aan hen gericht, verzoek geen gevolg hebben gegeven.
De heer Van Kollem vindt praeadvies over deze een
voudige zaak onnoodig. Hem is voldoende, als B. en W.
toezeggen, dat zij ernstig aandacht aan deze zaak zullen
schenken. Mochten B. en W. afwijzend op het adres
beschikken, dan kan de Raad er altijd nog nader over
spreken.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. deze zaak reeds
eerder hebben besproken. De Dir. van Gem.werken
rapporteerde toen, dat hoewel de boomen reeds vrij
sterk naar boven waren opgesnoeid, aan de bezwaren
van de bewoners nog tegemoet kon worden gekomen
door bij het a.s. winterseizoen daarop bijzonder te letten,
zonder de boomen te veel te beschadigen. Praeadvies
lijkt spr. niet noodig. B. en W. zullen ernstig onder
oogen zien, of de boomen nog meer kunnen worden
opgesnoeid.
Mevr. Buisman—Blok Wijbrandi: Waarom is het
vorige jaar dan niet op het verzoek ingegaan
De Voorzitter zegt, dat dezen winter de boomen
reeds zijn opgesnoeid, maar ze zijn dit jaar blijkbaar
buitengewoon dik bebladerd. Misschien kunnen ze nog
verder opgesnoeid worden.
De heer De Boer (weth.) zegt, dat n.a.v. het vorige
adres is gedaan wat gedaan kon worden. Op het oogen-
blik kunnen de boomen niet verder opgesnoeid worden.
Dit adres is pas ingekomen, zoodat de tijd tot onder
zoek heeft ontbroken. B. en W. willen ernstig onder
zoeken, of door verdere opsnoeiïng in het najaar, aan
de bezwaren kan worden tegemoet gekomen. Anders
moet tot rooiïng, zij het gedeeltelijk, worden overgegaan.
Spr. gelooft niet, dat de toestand op de Nieuweburen
na het rooien der boomen ideaal is. Boomen veroor
zaken natuurlijk altijd eenigen hinder, maar men kan
alle boomen toch niet verwijderen
Mevr. Van DijkSmit zegt, dat een gevolg van het
verwijderen der boomen is, dat men veel last krijgt van
insecten, daar de vogels, de insectenverdelgers, ver
dwijnen. Bovendien ziet men daar, waar de boomen
gekapt zijn om licht in de woningen te krijgen, dat de
zonneschermen den geheelen dag neer zijn, omdat de
bewoners de zon willen keeren
In Leeuwarden zijn reeds zoovele boomen gekapt en
spr. zag gaarne, dat deze boomen gesnoeid werden,
desnoods om den andere gerooid.
Spr. wijst op de Willem Lodewijkstraat, waar 20 jaar
geleden, na adressen van de bewoners voor en tegen
het rooien, de boomen om den andere zijn gekapt. Het
is nu een prachtige laan en de bewoners ondervinden
geen last van de boomen.
Het verzoek wordt ter afdoening in handen van B.
en W. gesteld.
Punten 35 (bijl. nos. 78, 81 en 77). Met alg. stem
men wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van B. en W.