104 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 11 Augustus 1937.
lange afwezigheid of vacantie vervangt een ambtenaar
van de Verificatie.
Hoewel de exportslachtingen na 1930 belangrijk zijn
verminderd, is het, dank zij de wijziging van de hef
fingsverordening in 1934, mogelijk geweest de slach
tingen voor binnenlandsche consumptie vrij aanzienlijk
uit te breiden. Het gevolg hiervan is, dat de boekhouder
veel werk heeft door de controle op dezen uitvoer enz.,
waardoor hij ander werk niet meer kan doen. Dit is
aan den derden klerk opgedragen, die nu meer verant
woordelijk werk en bovendien veel loketwerk verricht.
B. en W. meenen daarom dat deze functie gelijk moet
worden gesteld met die van tweeden klerk bij de be
drijven. De Raad besluite daarom overeenkomstig het
voorstel van B. en W.
De heer Praamsma protesteert tegen de woorden van
weth. De Boer, dat B. en Wj zich hebben te houden
aan het rapport van den Directeur, al neemt spr. aan,
dat hij het niet zoo heeft bedoeld. Voor het werk van
dezen derden klerk zal verhooging van salaris inderdaad
gewettigd zijn, maar is de werkverdeeling aan dit bedrijf
wel juist en kan deze functionnaris niet als tweede klerk
worden overgeplaatst Spr. zag zulks gaarne zoo
spoedig mogelijk gebeuren. Aan het Slachthuis, waar
de toestand sedert 1930 weinig is veranderd, kan dan
met een derden klerk worden volstaan.
De heer Turksma houdt vol, dat er geen aanleiding
is dezen functionnaris in een hoogeren rang te plaatsen.
In Nijmegen, waar tweemaal zooveel slachtingen plaats
vinden, zijn ook maar twee administratieve krachten.
(De heer De Boer (weth.): In welken rang en op welk
salaris
Spr. betwijfelt, of de salarissen daar hooger zijn dan
hier en in elk geval zal het verschil niet groot zijn, maar
al was dat zoo, dan wettigt het aantal slachtingen al
daar zulks.
Z.i. kunnen de in het rapport genoemde werkzaam
heden tot veel kleinere proporties worden teruggebracht.
Natuurlijk kan het voorkomen, dat de Directeur voor
iets bijzonders bij een slachting wordt gehaald, daar is
hij Directeur voor, maar hoe dikwijls gebeurt dat
Hoeveel dagen van de week wordt er geslacht Spr.
heeft voorts betoogd, dat het totaal aantal slachtingen
is verminderd en blijft meenen, dat er een andere werk
verdeeling moet plaats hebben. Er is wel iemand aan
het abattoir spr, wil zich niet verder uitspreken,
maar heeft daaromtrent zijn gedachten die meer kan
doen.
Bestaat er eenige redelijke kans, dat Van der Veen
naar een ander bedrijf wordt overgeplaatst Aan het
abattoir kan dan een goedkoopere kracht op grond
van de feiten kan met een jongsten bediende worden
volstaan worden aangesteld.
De heer De Boer (weth.) acht het vanzelfsprekend,
dat B. en W. de rapporten van de bedrijfsdirecteuren
niet zonder meer overnemen, maar ook die met eigen
oogen gaan bekijken. B. en W. hebben echter verwezen
naar het rapport van den Directeur, van wien men niet
kan verwachten, dat hij er maar wat heen schrijft. Zij
weten trouwens dat zulks niet het geval is.
De heer Turksma wil dezen jongeman als tweeden
klerk overplaatsen naar een ander bedrijf, maar daar
gaat het niet om. Het gaat er hier om het mogelijk te
maken om bij het Slachthuis een tweeden klerk te
kunnen aanstellen. De Raad is natuurlijk vrij in zijn
beslissing, maar B. en W. meenen, dat het dien kant
uit moet.
De heer TurksmaDan komt er nooit meer een goed
koopere kracht.
Het voorstel van B. en W. wordt met 15 tegen 9
stemmen, die van den heer Algera, mevrouw Buisman-
Blok Wijbrandi, de heeren Turksma, Feitsma, Wiersma.
Van der Schoot, Hellema, Terpstra en Praamsma, aan
genomen.
Het voorstel-Wiersma is hierdoor vervallen.
Punten 10 en 11 (bijl. nos. 89 en 100). Met alg. stem
men wordt besloten overeenkomstig
de voorstellen van B. en W.
Punt 12 (bijl. no. 98).
De heer Van Kollem meent, dat, nu de Raad kennis
heeft kunnen nemen van het desbetreffende rapport van
den Directeur en het advies van de Comm. voor de
Reiniging, deze zaak gevoegelijk zou kunnen worden
gesloten, ware het niet, dat, aangezien zij veel stof
heeft doen opwaaien en hierover in het openbaar wordt
beslist, het publiek recht heeft eenigszins te worden
ingelicht, hoe deze zaak na onderzoek is gebleken te zijn.
De indruk is gevestigd, alsof het hier een zeer be
langrijke zaak betrof, waarbij de misstanden een buiten
gewonen omvang hadden aangenomen, maar ten on
rechte is aan deze zaak veel aandacht geschonken.
Het betreft hier een zaak, welke men van verschil
lende kanten moet bekijken om een oordeel te kunnen
uitspreken, en waarvoor een deskundig onderzoek ge-
wenscht is.
Ten eerste is er het belang van de gemeente Leeu
warden, welke t.a.v. haar vuilvervoer en -behandeling
een oplossing heeft gevonden door het vuil naar War-
tena te brengen, waar het bewerkt wordt. Vervolgens
het belang van de volksgezondheid, waarbij zich de
vraag voordoet, of bij de vuilstorting dingen gebeuren,
welke dat belang in het gedrang brengen, en dan is er
nog het belang van de watersport, in Friesland een
zeer groot belang.
Deze verschillende belangen kunnen en moeten sa
mengaan en worden gediend door het geheel uit het
oogpunt van alle drie belangen te beschouwen.
De oorzaak van alles was het optreden van de ziekte
van Weil, omtrent het ontstaan en de verspreiding van
welke ziekte lang niet genoeg bekend is, om als een
axioma aan te nemen, dat deze ziekte door spirochaeten
van ratten worden overgebracht.
N.a.v. het optreden dezer ziekte zijn verschillende
adressen binnengekomen met klachten, welke zoo op
het oog zeer ernstig aandeden en ongerustheid bij het
publiek verwekten. Als men leest in het adres van De
Wal c.s., dat requestranten veel hinder van de nabijheid
van het stortingsterrein ondervinden en vooral van de
wijze van exploitatie, dat veel vuil voor weer en wind
blijft liggen, waardoor in den zomer een zeer door
dringende stank wordt verspreid, dat omwonenden veel
last van ratten hebben, welke het water infecteeren met
ziektekiemen, dat de vogels het losliggende vuil van de
stortingsterreinen halen en daardoor de omringende
landerijen en daken verontreinigen enz., dan moest dit
wel veel stof doen opwaaien. Dit adres werd gesteund
door andere adressen en bovendien kwam de Prov. Ver.
,,It Fryske Gea' met opmerkingen omtrent de wijze
van exploitatie van een vuilstortingsplaats. Het Bestuur
dezer vereeniging pretendeert geenszins deskundig te
zijn in de problemen der vuilstorting, doch verwacht,
dat Leeuwarden, door verbeteringen aan te brengen,
de verpesting van de omgeving door vuil, ratten, stank
en onkruid, tot een minimum zal beperken.
B. en W. hebben over deze adressen praeadvies uit
gebracht de Raad heeft tijd gehad deze zaak te be
kijken en ook de Reinigingscomm. is hierover gehoord.
Al waren bij het bezoek van die commissie aan de ter
reinen reeds enkele dingen n.a.v. de adressen verbeterd,
toch kon zij zich een goed oordeel vormen omtrent den
toestand ter plaatse vóór die verbeteringen waren aan
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 11 Augustus 1937. 105
gebracht, en hoe de toestand op het oogenblik is. Want
het is ten slotte toch te doen om verbetering van ge
maakte fouten.
Op spr.'s vraag aan verschillende watersportmenschen
naar hun oordeel over de vuilstortplaats, bleek hem, dat
velen het bestaan daarvan niet wisten, omdat men het
terrein niet ziet. Indertijd heeft men goed gezien, dat
het terrein vanaf de Graft een leelijken aanblik zou
geven en daarom beplanting aangebracht, welke thans
geheel volgegroeid is. Het is trouwens heelemaal ver
rassend de weelderige vegetatie op het terrein te zien
het is alles groen.
Er waren inderdaad eenige dingen te verbeteren en
het is in het College te prijzen, dat deze verbeteringen
direct zijn aangebracht. Zoo betrof de klacht, welke het
meest reden van bestaan had, het dijkje om het terrein,
waarin door den bijzonder hoogen waterstand in den
afgeloopen winter eenige gaten waren geslagen. Of er
daardoor werkelijk groote hoeveelheden vuil zijn weg
gedreven, zooals in de adressen staat, of dat dit over
dreven is, de klacht over de gaten was terecht en B. en
W. hebben den dijk in orde laten brengen. Thans ligt
daar een hooge dijk, welke een stevige afscheiding
vormt van de Nauwe Sayter, welke vaart wel niet
voor de watersport dient, maar waar toch een roeibootje
of kano kan varen.
De toestand ter plaatse is thans zoo, dat er, naar de
J Commissie meent, niet alleen geen reden is tot verdere
verbetering van het terrein, maar dat het vuil daar op
gunstige wijze behandeld wordt. Al wordt het op der
gelijke plaatsen altijd een eenigszins onaangename ge
schiedenis, niet heelemaal vrij van stank, dit valt hier
nogal mee en men heeft alleen last daarvan bij een
bepaalden wind. Bovendien wordt door de groote vege
tatie het optreden van onaangename lucht na een jaar
reeds veel verminderd.
Resumeerende zegt spr., dat de destijds aangevoerde
klachten in sommig opzicht gegrond, in ander opzicht
overdreven waren, in het bijzonder die, welke naar
buiten den indruk wekten, dat het bij het vuilstortings-
terrein een verpeste omgeving was, welke den omwo
nenden ontzettenden last veroorzaakte. Het geeft spr.
en den anderen leden der Commissie voldoening te
kunnen zeggen, dat B. en W. de zaak daar zoo uitste
kend onder oogen hebben gezien, dat de Raad er goed
aan zal doen, overeenkomstig het voorstel van B. en
W., de adressen voor kennisgeving aan te nemen.
Ook de heer Praamsma zal zich bepalen tot het dem
pen der luidruchtigheid, welke deze zaak vergezelt.
Ware het stof der verdachtmaking niet zoo hoog op
gewaaid, zijnerzijds zou geen behoefte bestaan verder
over deze kwestie te spreken, maar nu het praeadvies
zeer mager is en het publiek zoo geen juist oordeel kan
vormen, wil spr. gaarne iets ter verheldering mede-
deelen. Met den heer Van Kollem is spr. het eens, dat
niet kan worden bewezen hoe de ziekte van Weil
ontstaat.
Reeds gedurende 15 jaren wordt in Wartena dezelfde
werkwijze toegepast en juist in die jaren is de water
sport belangrijk toegenomen. Zelfs zijn in de nabijheid
van de stortingsplaats eenige huisjes en een paviljoen
gebouwd. Voorts is de vischstand er schitterend en ook
uit het feit, dat de adressanten, toen zij vroeger op de
stortplaats woonden, geen hinder daarvan ondervonden
en thans nu zij verderop wonen wel, blijkt, dat de ziekte
van Weil maar een aanloopje is geweest en er meer
achter dit adres zit, n.l. om Idaarderadeel van een deel
der werkloozen af te helpen door b.v. bij de vuilstorting
een soort werkverschaffing in het leven te roepen.
Steeds waren 5 vaste en 2 tot 4 losse werklieden uit
Wartena tewerkgesteld en werd zfc 10.000.in
Wartena verloond. Thans komen de losse werklieden
uit Leeuwarden en de vraag rijst of niet ernstig moet
worden overwogen om allemaal Leeuwarder werkloozen
te nemen. Het mes snijdt wel eens verkeerd Ook de
afd. Wartena van de zoetwatervisscherij is gedupeerd
nu in de beste vischplaats niet meer mag worden ge-
vischt. B. en W. konden echter op grond van de
adressen niet anders handelen en moesten ook het gratis
maaien van het gras verbieden.
Over ligging en afscheiding van het terrein kan nie
mand zich ergeren. Velen passeeren het met de boot
zonder het te weten, en wie deze zaak zakelijk ziet als
een noodzakelijkheid -het vuil kan toch niet in Leeu
warden blijven moet erkennen, dat de terreinen goed
worden verzorgd.
Spr. heeft alle waardeering voor het streven van de
Ver. ,,It Fryske Gea", maar had een dergelijk adres
niet verwacht, nu de voormalige Boekema's Pet inder
tijd met haar goedvinden is gekocht en er steeds een
uitstekende verstandhouding met B. en W. heeft be
staan. Dezen hebben indertijd gevraagd hoe aan de
bezwaren kon worden tegemoetgekomen en hebben
steeds willen medewerken aan een goede oplossing.
Zelfs is de Nauwe Sayter weer bevaarbaar gemaakt
en is een dijkje aangelegd met diverse beplanting.
Al is het adres zeer leerrijk, het medegedeelde om
trent de ontginning te Nieuwkoop is niet ter zake die
nende, omdat adressante twee geheel verschillende
zaken vergelijkt. Zij heeft geen juist inzicht in hetgeen
Leeuwarden de vuilstorting noemt, wat spr. van een
dergelijke vereeniging niet had verwacht. Uitgangs
punt en doelstelling der gemeente (niets meer dan vuil
storting) zijn geheel anders dan adressante propageert
(cultuurland, werkverschaffing). Daardoor heeft hun
raad, om een voorbeeld aan Nieuwkoop te nemen, ook
geen zin. In Nieuwkoop wordt bovendien niet in plas
sen gestort. Spr. licht uitvoerig toe, hoe in Nieuwkoop
de gang van zaken is geweest. Het is daar een ontgin-
ningsbedrijf, tevens bedoeld als werkverschaffing.
Bovendien betrof het daar een bevolkingsvraagstuk,
want toen het veen, dat vroeger welvaart had gebracht,
was weggegraven, hadden honderden geen bestaans
mogelijkheid meer. Met steun van Rijk en Provincie
is getracht het tuindersbedrijf in te voeren, maar de
uitkomsten waren bedroevend en toen heeft men er
letterlijk om gevochten er het stadsvuil te krijgen, voor
werkverschaffing, en misschien in de toekomst een
nieuw bestaan.
Er bestaat dus een groot verschil tusschen den toe
stand in Nieuwkoop en Wartena, waar men het waar
deloos vuil juist niet wil hebben. Spr. twijfelt niet aan
de goede bedoeling van ,,It Fryske Gea", maar men
moet toegeven, dat de gemeente niets anders heeft ge
daan, dan zij moest doen. Dat het overigens mogelijk
zal zijn om van de stortingsplaats in werkverschaffing
cultuurland te maken, betwijfelt spr., gezien den finan-
ciëelen toestand van Leeuwarden.
Mevr. BuismanBlok Wijbrandi zegt, dat indertijd
bij de stichting van de vuilstorting wel degelijk de ge
dachte voorzat om er cultuurland van te maken, aan
gemoedigd door het voorbeeld te Follega. Het is het
bestuur van ,,It Fryske Gea" niet kwalijk te nemen,
dat het daaraan heeft vastgehouden. Direct nadat het
adres, dat wel een wonde plek heeft geraakt, is binnen
gekomen, zijn er eenige verbeteringen aangebracht en
ook de wethouder moet toegeven, dat er indertijd gaten
in het dijkje waren en dat niet heelemaal werd voldaan
aan de overeengekomen voorwaarden. Dat het nu in
orde is en, zooals gezegd, in het vervolg in orde zal
blijven, kan niet anders dan goed zijn.
De heer Terpstra vereenigt zich met de conclusie
van B. en W. en van de heeren Van Kollem en
Praamsma, zij het, wat den laatste betreft, op geheel
andere gronden.
Spr. is ook eenigszins in Nieuwkoop bekend en hij
meent, dat de heer Praamsma, hoe goed ook bedoeld.