118 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 27 September 1939. kant uit gaat. Bovendien hebben speciaal de linksche fracties steeds cumulatie van functies bestreden. Spr. heeft op de capaciteiten van den heer De Jong niets aan te merken, doch geeft den Raad in overweging op practische gronden een ander te stemmen. De heer Turksma (weth.) vraagt het woord, opdat niet een verkeerde gedachte post zal vatten. De heer Buiël stelt het voor, alsof hier door een V.D.-er een benoeming plaats vindt. De V.D. staat op het stand punt, dat de besten voor het onderwijs uitgezocht moeten worden. Met den Inspecteur en anderen is uit gemaakt, dat de twee als no. 1 aanbevolenen de besten zijn en dan begrijpt spr. niet, dat de heer Buiël daar tegen bezwaar heeft en dat deze meent, dat de anderen misschien beter zijn. Daar het bezwaar i.z. eventueele vervanging door den Inspecteur niet gevoeld wordt, gaat het argument van den heer Buiël niet op. Benoemd wordtsub a A. de Jong met 20 stemmen (Ten Brink 5 stemmen, Bosman 1 stem); sub b D. Bosman met 20 stemmen (Ten Brink 6 stemmen). Punt 5. De aanbevelingen van Curatoren luiden als volgt a. Ned. taal en letterkunde mej. G. H. B. Wolf, te Groningen; b. Grieksche en Latijnsche talen en letterkunde E. B. J. Postma, te Schiedam; c. aardrijkskunde C. W. J. Alsemgeest, te Delft. De heer Rom Colthoff heeft geen bezwaar tegen de aanbeveling, maar vindt de gegevens wel zeer sober. Er was buiten hetgeen op de agenda staat niets anders bij de stukken dan een brief van Curatoren, waaruit blijkt, dat de benoemingen in de vac.-Nederlandsch en Oude Talen eigenlijk „noodhulp" zijn, tot in die vaca tures binnenkort definitief zal zijn voorzien. Waarom is men nu niet direct tot benoeming van definitieve leerkrachten, die toch ook eerst voor een jaar worden aangesteld, overgegaan De Voorzitter antwoordt, dat in de plaats van den heer De Boer, die wegens militairen dienst afwezig is, de tijdelijke benoeming van den heer Alsemgeest vol doende is, doch dat men de benoemingen voor Neder- landsch en Oude Talen als noodvoorziening moet be schouwen, tot in de vac.-Van der Wielen en -Van Es zal zijn voorzien. Opdat betrokkenen aanspraak op pensioen kunnen maken, moet de Raad deze benoemingen doen. Benoemd worden de aanbevolenen met alg. stemmen. Punten 6, 7 en 8 (bijl. nos. 107, 113 en 117). Met alg. stemmen wordt besloten overeenkom stig de voorstellen van B. en W. Punt 9 (bijl. no. 112). De heer Buiël heeft wel bewondering voor dit voor stel, maar hem is niet alles duidelijk. De kosten, ook de algemeene, zijn vrij hoog, evenals de post voor reserve. Spr. behoeft daarover geen inlichtingen, maar wel vraagt hij hoewel die vraag met dit voorstel niet direct iets te maken heeft er wordt nu wel een schuilkelder voor gasolie gemaakt, maar wat is er voor de burgerij in bewerking? Heeft men iets in dien geest te verwachten? Spr. vraagt dit mede in verband met het feit, dat er, naar hij meent, een circulaire van den Minister is gekomen, dat Defensie op bijzondere voor waarden aan den bouw van dergelijke inrichtingen steun verleent. De Voorzitter vraagt den heer Buiël zijn betoog, dat met dit voorstel niet te maken heeft, bij punt 10 (i.z. de luchtbescherminq) te houden. Mevrouw Van Dijk—Smit heeft in de stukken ge lezen, dat in geval van oorlog, oorlogsgevaar of mobi lisatie, moeilijkheden kunnen ontstaan in verband met stijging van de aanbestedingskosten. Wie worden aan gewezen om uit te maken hoeveel de gemeente even tueel meer zal moeten betalen? Moet er niet een clausule in het contract opgenomen worden, dat men weet, wie hierover zal oordeelen? Spr. vreest, dat anders tusschen aannemer en gemeente verschil van meening hierover kan ontstaan. De heer De Boer (weth.) zegt, dat deze opmerking slaat op een clausule uit de inschrijvingsbiljetten. De aannemers stellen die voorwaarde tegenwoordig om zich te dekken. Spr. meent, dat de Bond van Aannemers het parool heeft uitgegeven, dat de aannemers onder die voorwaarde moeten inschrijven. Bij dit werk is de aannemer echter wel gedekt voor wat zijn materialen betreft, omdat hij de belangrijkste hiervan reeds had. toen hij het inschrijvingsbiljet inleverde. Hier krijgt de gemeente dus geen moeite mee. Natuurlijk is wel nage gaan, of de gemeente er op kan rekenen, dat de uit voering van het werk vlot zal verloopen. Het werk is in verband met eventueel luchtgevaar urgent en van belang voor het bedrijf. Zouden er toch moei lijkheden rijzen, dan kan altijd nog door een arbitrage commissie worden beslist. Nu is verder bekend, dat ook de Regeering zich gaat verstaan met de organi saties van aannemers voor het treffen van maatregelen bij het uitvoeren van werken in den komenden tijd Als de gemeente straks meer werk zal moeten uit voeren, zal zij met een en ander rekening moeten houden. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 10 (bijl. no. 110). De heer Praamsma meent, dat men t.a.v. het ge vraagde crediet van 20 mille nog veel meer gebrek aan gegevens heeft dan bij het vorige punt. Als B. en W voor doeleinden als de onderhavige geld aanvroegen, heeft de Raad steeds loyaal gevoteerd en daarom mag deze thans toch wel eenigermate weten, waar voor dit geld zal worden aangewend, al gaat het er spr. c.s. niet om op dit bedrag aanmerking te maken. B. en W. vragen thans niet meer of minder dan blanco crediet. Spr. vindt niet alleen de opgave van redenen tot dit voorstel, maar ook de gevraagde machtiging te algemeen. B. en W. hebben eigenlijk de vrije beschik king over die 20.000.Is het te veel gevraagd eenige inlichtingen te verstrekken, voordat de Raad deze gelden voteert? Men is op 20.000.gekomen dus moet hieraan een berekening ten grondslag liggen Wellicht is het niet mogelijk deze in details weer te geven, maar toch zeker wel globaal. Ook zal reeds arbeid zijn verrichtmen kan dus bij schattinq ook weten, wat dat gekost heeft en wat van die 20.000.— nog over is. De heer Van Kollem meent met zijn opmerkingen en vragen i.z. de luchtbescherming in het algemeen bij den Voorzitter, als hoofd van de Luchtbescherming, aan het goede adres te zijn. Het is spr. uit hoofde van zijn functie bij den Lucht beschermingsdienst èn uit besprekingen met verschil lende personen, betrokken bij de luchtbescherming, ge bleken, dat groote groepen van de burgerij met veel be langstelling wachten op een uiteenzetting van officieele zijde. Spr. zal niet discussieeren over het algemeen be kende feit, dat het Rijk de gemeente Leeuwarden nu nief bepaald de behulpzame hand heeft geboden; de vorige Regeering is verschillende malen in gebreke gebleven Zij, die bekend zijn met het verzoekschrift van een groot aantal leiders van den Lb.-dienst, dat, via den Commis saris der Koningin, in Juni naar Den Haag is gegaan weten, dat het, na een langen lijdensweg te hebben afge legd, eindelijk, in September, definitief beantwoord is Toen bleek echter, dat het te laat was voor wat in Juni was aangevraagd. Het gevolg daarvan is o.a., dat hier thans wel een corps vrijwilligers van ongeveer 1700 menschen is, maar dat er slechts 397 gasmaskers zijn Spr., en naar hij meent, meer Raadsleden, zijn de ge dachte toegedaan, dat het gemeentebestuur in dezen heeft gedaan wat in zijn macht was. Het is allen bekend Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 27 September 1939. 119 dat de gemeente recht heeft, op grond van art. 11 van de Luchtbeschermingswet, aangevuld en nader uitge werkt in art. 4 van het K.B. van 15 Augustus 1936, bijstand van het Rijk te krijgen i.z. verschillende maat regelen. Dit is niet gebeurd, maar spr. zwijgt hier verder over. Hij constateert, dat thans, onder de omstandigheden, welke in de wereld heerschen en die niet alleen materieel, maar ook moreel haar terugslag hebben op het Neder- landsche volk en dus ook op de ingezetenen van Leeu warden, er, naar zijn ervaring, ongerustheid bestaat bij de ingezetenen in het algemeen en bij hen, die zich be schikbaar hebben gesteld om vrijwillig, in tijd van nood, de autoriteiten te helpen bij de bescherming der burgerij tegen luchtgevaar. Spr. wil, critiseerende, de dingen niet slechter voorstellen dan ze zijn en in zekere mate doet hij het ook met schroom, omdat hij weet, dat ieder zijn taak verricht naar eigen kunnen en met alle toewijding, maar dat neemt toch niet weg, dat men daar een eigen oordeel over mag hebben. Het is spr.'s ondervinding, en ook die van anderen, dat de organisatie hier ter stede niet kloptover het algemeen wordt aangenomen, dat de oorzaak grootendeels gezocht moet worden in het feit, dat de commandant zijn hart te veel heeft verpand aan algemeene centralisatie van den dienst. De gevolgen hiervan zijn de vorige week, bij het algemeen appèl, nog gebleken. Spr. heeft in zijn wijk ervaren en ook andere wijkleiders hebben het hem gemeld dat de vakleiders van niets wisten. Door dergelijke feiten gaat er over het algemeen een geest heerschen onder de vrijwillige deel nemers, het best zóó te kwalificeeren ze geven er den brui aan Dit nu kan funest zijn voor het geval, dat de Lb.-dienst eens actief zou moeten optreden. Er zijn bij het algemeen appèl verschillende feilen in den dienst gebleken en spr. staaft hiermede zijn gedachte, dat het wenschelijk is tot decentralisatie over te gaan. zoodat, met inschakeling van de verschillende vakleiders, ook een betere werkverdeeling kan worden verkregen. In een van de vakken vak 4 meent spr. is door den leider, geheel uit eigen beweging, het alarmsysteem besproken, zooals dat in het laatst door den commandant was vastgesteld. En dit mocht ook wel behoorlijk be sproken worden, want alles was niet duidelijk. Spr. meent, dat bij overleg met de leiders ongetwijfeld zal blijken, dat er zijn, die rustig thuisblijven bij een appèl. Wie niet voor deze functie deugt en alleen maar een mooi bordje op zijn deur wenscht of zulk een baantje ..zoo aardigvindt en maar wat rondloopt, die moet zonder meer naar huis gestuurd worden. Dan krijgt men misschien een kleiner aantal, maar menschen, op wie men kan vertrouwen. Acht de Voorzitter decentralisatie mogelijk en is ook hij van de wenschelijkheid daarvan doordrongen Wat betreft de ongerustheid, welke heerscht onder de burgerij, het is bekend, dat onder hen, die een lei dende positie innemen, onder de autoriteiten a.h.w., meeningsverschil bestaat over de doelmatigheid van verschillende vast te stellen luchtbeschermingsmaat regelen. Spr. heeft gehoord, dat sommigen zeggen er gebeurt hier toch niets, en anderen er kan in Leeu warden meer gebeuren dan elders. De autoriteiten zullen t.o.v. de ingezetenen een vaste lijn moeten trekken om niet een geest van onrust te kweeken. Zij, die de literatuur over de luchtbescherming lezen, zullen in ieder werk deze qedachte vindenbeter een dienst, welke niet voor 100 klopt en een burgerij, die gerust is, dan een angstige burgerij, waarmede men in moei lijke tijden meer last heeft dan men kan hebben. In een officieel artikel in de Lw. Courant waren verschillende dingen i.z. luchtbescherming aangegeven, welke de ge meentenaren kunnen doen, o.a. dat bijzonder zenuw achtige menschen een gasmasker moeten aanschaffen. Thans is echter geen gasmasker te krijgen en, als het goed gaat, kan misschien binnenkort een begin worden gemaakt met de levering. Den Luchtbeschermingsdienst als zoodanig kan dit natuurlijk niet worden verweten, maar de vraag rijst, gehoord de verschillende klachten, of het niet wenschelijk zou zijn, dat de gemeente eerst gaat aanschaffen, wat zij volgens de wet verplicht is te hebben en later maar eens ziet hoe het komt met de ver effening met het Rijk. Dergelijke uitgaven zal men bij de hoogere autoriteiten altijd kunnen verantwoorden. In tijden als deze zal wel meer van den regel worden afge weken en spr. ziet er geen enkel bezwaar in B. en W. een blanco volmacht te geven, omdat zij, die de volle verantwoording in dezen dragen, anders hun plicht niet kunnen doen. De Ver. voor Luchtbescherming, die het publiek voor lichting geeft, heeft een consultatiebureau. De eerste vraag, welke men daar zeker te hooren krijgt, is: als er plotseling een bombardement komt, waar moeten wij dan heen? Antwoord: als U thuis is, blijft U thuis. Ook al waren er openbare schuilkelders, dan zouden die niet zijn voor menschen, die thuis zijn immers, dan zou het een chaos worden doch slechts voor hen, die zich op straat bevinden. Op een kaart van den Luchtbescher mingsdienst betreffende verdeeling der stad in vakken en wijken, is op 3 plaatsen aangegeven: O.S., n.l. bij het Paleis van Justitie, het pand Covers en het Burmania- huis. Zijn die openbare schuilkelders klaar om in tijd van nood het publiek op te nemen? Zoo ja, laat men er dan bekendheid aan geven. Voorts vraagt spr., of de Minister reeds gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, hem verstrekt in art. 6 van de wet betreffende bescherming tegen luchtaan vallen, nader uitgewerkt in art. 7 van het K.B. van 15 Augustus 1936, n.l., dat als panden, die aan bepaalde eischen wat oppervlakte aangaat (voor Leeuwarden, 2e gevarenklasse, 280 m2), worden gebouwd of verbouwd, het maken van een schuilinrichting voor de burgerij kan worden opgelegd. Dat spr. deze vragen stelt, is niet voor hem zelf, noch om critisch te zijn, maar om in de gegeven omstandig heden te trachten te maken „the best of it" en om te weten, wat er op het oogenblik gedaan moet worden. Groote groepen van ingezetenen zien met spanning uit wat de Voorzitter op deze vragen zal antwoorden. De heer Posthuma gaat er gaarne mee accoord 20.000.te verstrekken, en dat B. en W. zoo spoedig moqelijk een overzicht zullen geven over de besteding, stelt spr. op prijs. Hij heeft uit de couranten vernomen, dat er iets gaande is t.o.v. de distributie. Komt deze onder recht- streeksch beheer van B. en W. of speciaal van een wet houder Als het komt tot een distributiebedrijf, zal dan ook een verordening teqemoet kunnen worden gezien Het kantoor is gevestiqd in het Stadsverzorgingshuis is er al iemand als directeur benoemd Spr. stelt in- lichtinoen omtrent een en ander op prijs. De Voorzitter noemt het bedrag van f 20.000.een slag in de lucht. B. en W. hadden ook f 10.000.kunnen zeggen dan was het zeker te weinig geweest, maar even goed hadden zij 15.000.of 25.000.kunnen vragen. Van die f 20.000.— is reeds geld uitgegeven direct bij de mobilisatie is reeds voor aanplakken van afkondi gingen, ontruiming van scholen, en van de Beurs en Waag e.d. 3000.besteed. Het Rijk betaalt wel een gedeelte terug, maar het is niet bekend hoeveel. Ook voor de luchtbescherming is natuurlijk geld uitgegeven dat kon niet anders. Hier staat evenwel een ontvangst teaenover. De distributie staat uitsluitend onder beheer van den Burgemeester; B. en W. zijn door de wet uitgeschakeld. Of er bepaalde verordeningen behoeven te komen, weet spr. niet. Hij zal de zaak zoo kalm mogelijk op vatten. Bij deze distributie zal het echter geheel anders toegaan dan bij de vorige. Toen kreeg de gemeente b.v. een wagon waren toegewezen en moest zij deze zoo goed mogelijk verdeelen met zoo min mogelijk verlies.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1939 | | pagina 2