Vergadering van Woensdag 10 Januari 1940.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Woensdag 10 Januari 1940.
1
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
27 September 1939.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van twee leden van het Bestuur van
de Gem. Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon,
wegens periodieke aftreding van mevr. S. H. W. de
GrootKuilart en den heer IJ. G. Hooiring (bijlage
no. 6).
4. Alsvoren van een voogd en een voogdes van het
Nieuwe Stads Weeshuis, wegens periodieke aftreding
van den heer J. M. Kingma en mevr. W. C. Koopmans
Hubenet.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van twee perceelen weiland en tuingrond aan
den Ouden Lekkumerdijk (bijlage no. 5).
6. Alsvoren tot verhuring van een terrein, gelegen
ten Oosten van de Boomgaardstraat, aan J. Bergsma
(bijlage no. 126 van 1939).
7. Alsvoren tot verstrekking van gelden aan het
bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonder
wijs voor het aanschaffen van een bordstelling ten
behoeve van hare school aan de Willem Sprengerstraat
(bijlage no. 2).
8. Alsvoren tot vaststelling van de driejaarlijksche
afrekening, bedoeld bij art. 101, 8e lid, der Lager-onder-
wijswet 1920 over de jaren 1933, 1934 en 1935 (bijlage
no. 161 van 1939).
9. Alsvoren tot vaststelling van de bedragen ex art.
102, 3e lid, der Lager-onderwijswet 1920 aan de R.K.
Schoolvereeniging voor den vervolgcursus over 1936 en
aan de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs
voor dien over het tijdvak 1935 t/m 1936 (bijlage no. 1
10. Alsvoren tot vaststelling van de uitkeeringen,
bedoeld in art. 104, le lid. der Lager-onderwijswet 1920
over het jaar 1938 ten behoeve der gemeenten Menal-
dumadeel en Heerenveen (bijlage no. 3).
11Alsvoren tot vaststelling van partieele uitbrei
dingsplannen, met daarbij behoorende bebouwingsvoor
schriften, voor terreinen ten Zuiden van den Harlin-
gerstraatweg en ten Noordoosten van de Robert Koch-
straat (bijlage no. 4).
12. Alsvoren in zake het afbreken, ten behoeve van
wegverbetering, van de brugwachterswoning, staande
op den hoek van den Westersingel en de Elizabeth-
straat (bijlage no. 163 van 1939).
13. Alsvoren tot wijziging van de verordening,
houdende voorwaarden voor de levering van electri-
schen stroom door het gemeentelijk Electriciteitbedrijf
te Leeuwarden (bijlage no. 162 van 1939).
Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2. Wordt medegedeeld
a. dat bij Kon. besluit zijn goedgekeurd de Raads
besluiten van 27 September 1939 tot heffing van school
gelden voor het onderwijs aan de Midd. School en
H.B.S. voor Meisjes, de Lag. Avondhandelsschool en
de Middelb. Avondhandelsschool
b. dat Ged. St. hebben goedgekeurd de Raadsbe
sluiten van 29 November 1939 tot ruiling en verkoop
van grond aan den Kanaalweg N.Z. en de Franklin-
straat en tot verkoop van een strook grond aan de
Van Loonstraat
c. schrijven van dr. H. Bruch, houdende bericht, dat
hij de benoeming tot leeraar aan de Gem. H.B.S. met
5-jarigen cursus A aanneemt.
Voor kennisgeving aangenomen.
d. schrijven van mevr. H. A. Fritzlin—Straalman,
houdende mededeeling, dat zij wegens gezondheids
redenen bedankt als voogdes van het N. Stads Wees
huis.
Wordt eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging
voor de als zoodanig bewezen diensten.
e. De Secretaris doet lecture van een verzoek van
de afd. Leeuwarden van den Landelijken Bond van
Arbeiders in de Werkverschaffing „Eendracht Maakt
Macht om adhaesie te betuigen aan een tot den Mi
nister van Soc. Zaken gericht verzoek om verhooging
van den brandstoffentoeslag.
Wordt voorgesteld voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Sterringa is er tegen, dit verzoek voor ken
nisgeving aan te nemen. Hij beveelt behandeling aan.
Het verzoek wordt voor kennisgeving aangenomen.
Punt 3 (bijl. no. 6). De heeren Van der Meulen en
Molenaar vormen het stembureau.
De aanbevelingen van B. en W. luiden als volgt
vac.-mevr. de GrootKuilart
1. mevr. S. H. W. de Groot—Kuilart
2. H. M. LandstraEender
vac.-Hooiring
1. IJ. G. Hooiring;
2. J. IJtsma.
Benoemd worden mevr. De Groot—Kuilart met 28
stemmen (1 bilj. blanco) en de heer Hooiring met 17
stemmen (de heer IJtsma 6. de heer H. de Boer 2, mevr.
LandstraBender 2 stemmen en 2 bilj. blanco.
Punt 4.
De aanbevelingen van het bestuur luiden als volgt
vac.-Kingma
1. J. M. Kingma;
2. dr. R. Kuperus
3. J. Hamstra
vac.-mevr. Koopmans—Hubenet
1. mevr. W. C. KoopmansHubenet;
2. R. van der MeerHornstra
3. M. Dorhout—Suyling.
Benoemd worden de heer Kingma en mevr. Koop
mansHubenet met alg. stemmen.
Punten 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 (bijl. nos. 5, 126 van '39,
2, 161 van '39, 1, 3 en 4).
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
de voorstellen van B. en W.
Punt 12 (bijl. no. 163 van '39).
De heer Meek juicht het voorstel toe, maar heeft ook
in de Comm. van O.W. gezegd, dat de afronding naar
het terrein, rechts van den Westersingel, niet groot
genoeg is gemaakt, omdat ook het verkeer van den
weg van het Wilhelminaplein naar den Westersingel
komt.
Kan die afronding niet iets grooter worden?
Den heer Rom Colthoff viel het op in den brief van
den Dir. van Gem.werken. dat de brugwachter, die in
het af te breken huis bij de Verlaatsbrug woont, naar
de gemeentewoning aan het Zuiderplein zal verhuizen,
waarvan het benedengedeelte door den brugwachter
van de Wirdumerpoortsbrug wordt bewoond. De Di
recteur ziet er dus blijkbaar geen bezwaar in, dat de
brugwachter zoover van de brug af woont. Hij zegt,
dat de afstand voor den onderhavigen brugwachter
ongeveer gelijk blijft, maar hij zal bedoelen, dat de af
stand tusschen de woning aan het Zuiderplein en de
Prins Hendrikbrug ongeveer gelijk is aan dien tusschen
de Prins Hendrikbrug en de Verlaatsbrug. Het is spr.
echter niet geheel duidelijk; het komt er toch op neer,
dat de brugwachter thans een heel eind van de brug
af komt te wonen. Hij moet toch de Verlaatsbrug
bedienen
De Voorzitter: Neen, het gaat hier over den brug
wachter van de Prins Hendrikbrug.
De heer Rom Colthoff: Waar woont de brugwachter
van de Verlaatsbrug dan
De Voorzitter: Die woont in de eene woning bij die
brug en de brugwachter van de Prins Hendrikbrug in
de andere, die afgebroken zal worden. Als deze nu aan
het Zuiderplein komt te wonen, moet hij van daar naar
de Prins Hendrikbrug even ver loopen als vroeger
vanaf het huis bij de Verlaatsbrug.