20 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Januari 1940. de samenwerking, die er in den Raad moet zijn en het wordt nog onjuister, als men met een kleinere fractie, i.e. de C.H., die zoo goed is geweest mee te gaan om een wethouder in het College te krijgen, contact zoekt, om zoo breed mogelijk samen te werken. Het gebrek aan homogeniteit, dat den R.K. als een verwijt wordt aangemerkt, beschouwt spr. als iets, waar men trotsch op moet zijn. De R.K. hebben nooit geloo- pen aan den leiband van Moskou of Berlijn, van een of andere kiesvereeniging of van de vakvereenigingen zooals de S.D.A.P. Over homogeniteit gesproken, wat is er den laatsten tijd in de S.D.A.P. gebeurd? Hoeveel principieele punten zijn daar niet overboord gegooid of vormen er nog een twistpunt Moet men dan hier een fractie van drie leden, waarin toch nooit op principieele punten verschil was, van gebrek aan homogeniteit be schuldigen De R.K. behouden zich het recht voor, hun beginselen hier zakelijk naar voren te brengen; zou spr. zelf moeten zeggen, dat hij iets verkeerd gedaan heeft, dan doet hij dat ook. (De heer Van der Meulen: Ook in de kiesvereeniging?). Ja, natuurlijk. (De heer Van der Meulen: Dat blijkt niet uit het verslag van de vergadering dier kiesvereeniging in „Ons Noorden".). De heer Van der Meulen moet ook de krant lezen, waaruit blijkt, dat het door hem bedoelde vóór de ver kiezing reeds weer in orde was. Van een wethouder mag men overigens nu eenmaal j niet verlangen, dat hij altijd achter de fractie staat. Als de heer Turksma straks b.v. zou stemmen tegen ver- laging van de Straatbel., dan zou hij anders handelen dan hij vroeger deed, want het is de schuld van zijn fractie, dat deze belasting op valsche motieven door den Raad is aangenomen. Men moet hier niet spreken over homogeniteit; ieder moet te dien opzichte naar zijn eigen fractie zien. De S.D. wendden zich tot de C.H.-fractie, niettegen staande ze wisten, dat de C.H. steeds tegen alle voor stellen stemden, waar de R.K. altijd voor waren. Waar- is het verstand gebleven? Ook wat de richtlijnen betreft, de R.K. zijn, als „niet-homogene fractie", altijd voor dergelijke dingen geweest en de C.H. tegen. Zegt men dan nog, dat die niet-homogeniteit reden is geweest, waarom geen R.K. wethouder meer gekozen is, hoe kan men dan een vertegenwoordiger van een fractie zij het dan een homogene -, die steeds tegen de in de richtlijnen genoemde punten is geweest, in het College opnemen Hetzelfde antwoord geldt natuurlijk hetgeen de V.D. i.z. de homogeniteit zeggen. Ook zij stemden meermalen tegen de voorstellen van B. en W. en spr. geeft toe, dat, als men inderdaad meent te moeten tegenstemmen, men zulks moet doen. Maar juist daarom had hij van de V.D.-fractie allerminst de door haar thans aangenomen houding verwacht. Het ergste is echter, dat de grootste fractie, de S.D., onder den druk blijkt te zitten van de V.D., want heden morgen werd zelfs plechtig gezegd, dat de V.D. eischte, niet meer met de R.K. samen te werken. (Mevr. Bus- scher—Sjerp): Wenschte). Wat de C.H. aangaat, deze zal niet Rood worden en ook niet V.D. De zinspeling op Hoedemaker kan zij gevoegelijk langs zich heen laten gaan. De C.H. zullen hun beginselen niet verloochenen, maar hadden toch niet moeten zeggen: wij hebben in één kwestie van de A.R. geen steun gekregen; nu gaan wij maar naar een andere partij. Waar zij nog minder steun krijgen! Het onbegrijpelijke in de woorden van den heer Van der Schoot zal echter vermoedelijk nog wel door de A.R. worden uitgelegd en misschien is dit voor spr. nog een reden er op terug te komen. Wat de begrootingsbehandeling betreft, spr. meent, dat de kern hiervan gelegen is in de behandeling van de lijst van op- en aanmerkingen, die t.z.t. weer van Den Haag zal komen. Maar laten B. en W.. zelfs met de nieuwe samenwerking, waar zooveel heil van ver wacht wordt, toch vooral het oog houden op de cir culaire, waarbij de Comm. v. Overleg onlangs afweek van haar vroegere standpunt. Schreef zij voorheen steeds op die en die punten moet bezuinigd worden, thans zegt zij: zoo'n bedrag moet in totaal nog gevonden worden, doch de gemeente moet zelf maar weten, hoe het te vinden. Spr. meent, dat de opmerkingen van de Commissie wel aanleiding zullen geven enkele scherpe kantjes bij te vijlen en verschillende plooien glad te strijken. Hij hoopt, dat i.z. wat opgeheven is moeten worden, weer iets ongedaan kan worden gemaakt. De kwestie van het late indienen van de begrooting heeft weinig te maken met den ingetreden oorlogstoe stand. De begrooting toch moet 1 September in den Raad zijn. Als men echter eind Augustus pas met het opmaken klaar is, dan is het al te laat. Wil men de begrooting 1941 op 1 September in den Raad hebben, dan moet men er nu al mee beginnen. Dat dit zoo bij zonder moeilijk zou zijn, gelooft spr. niet; integendeel lijkt het hem zeer wel mogelijk. Het is meer een kwestie van systeem; van het tegenwoordige schijnt men moeilijk af te kunnen. T.a.v. „Onvoorzien" is niet de juiste weg gevolgd. Dit is hooger geraamd om eventueele prijsstijgingen op te vangen. Men had echter beter gedaan, deze op de posten te zetten; daar had de Comm. v. Overleg niets op tegen gehad, maar nu bestaat de kans, dat deze zegt: „Onvoorzien" moet 5 a 6000.naar beneden, omdat het nu eenmaal regel is, „Onvoorzien" op 0.50 per inwoner te ramen. De krotopruiming ondersteunt spr. Ook is hij voor verlaging der Straatbel, met Y2 Wat den Geneesk. dienst betreft, mevr. Busscher heeft volkomen gelijk, dat de Raad meende, dat de reor ganisatie bezuiniging zou beteekenen, en nu blijkt het tegendeel. Was het formeel beter het oude bedrag op de primitieve begrooting te zetten en na behandeling der plannen met een verhooging te komen, om den ver hoogden post uit het Werkl.subs.fonds te krijgen, lijkt het spr. beter, dien thans reeds uit te trekken. Men schijnt spr.'s meening in de Sectie betreffende de financieringswijze der werken niet goed begrepen te hebben. In de Mem. v. A. geven B. en W. een uiteen zetting van wat spr. reeds wist, maar niet van wat hij niet weet en alsnog graag wil weten. Het maakt voor de gemeente wel verschil of een werk via het Werkfonds, in werkverschaffing of op den ge wonen dienst wordt gefinancierd. Via het Werkfonds moet het geleende al of niet worden terugbetaald. (De Voorzitter: Wel terugbetaald). Ook kan het in werkverschaffing gebeuren of op de gewone wijze. (De Voorzitter: Wat bedoelt U toch met „gewone wijze" of „gewone dienst"?). Uitvoering op den gewonen dienst heeft ten gevolge, dat het tekort grooter wordt en via een hoogere extra-bijdrage weer terugkomt en het Leeuwarden dus niets kost, terwijl men bij financiering via het Werkfonds het geleende wél moet terugbetalen, zooals bij het bruggencomplex aan de Tuinen. Was dat b.v. in werkverschaffing uit gevoerd, of via den gewonen dienst, dan was de be grooting er mee bezwaard en de extra-bijdrage grooter geworden. (De heer J. de Boer (weth.): Het komt dan toch op den Kap.dienst). Was het werk op de Tuinen uit den gewonen dienst betaald, in 40 jaar af te lossen, dan had nu de eerste annuïteit op de begrooting gestaan, het tekort was daar door gestegen, maar was door een verhoogde extra- bijdrage gedekt en er behoefde dan niets terugbetaald te worden. Spr. weet wel, dat niet alle werken daar voor geschikt zijn en hij vraagt, of B. en W. het verschil in de financieringswijze weten en welke de voordeeligste voor de gemeente is. De kindertoeslag is een punt, dat bij de wethouders verkiezing ter sprake moet worden gebracht. Al was het indertijd geen programmapunt, spr. c.s. voelden er veel voor, maar de S.D. hebben het steeds afgewezen. Nu Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Januari 1940. 21 Voortzetting der vergadering op Woensdag 31 Januari 1940. bevreemdt het toch, dat, hoewel dezen van spr. c.s. altijd homogene medewerking hebben gehad, de R.K. niet de minste medewerking van de S.D. hebben onder vonden, toen de kindertoeslag het vorige jaar te ver wezenlijken was, terwijl de S.D. Min. Van den Tempel nu heeft verklaard, veel voor een kindertoeslag te voelen. Nu is men er dus niet op tegen, maar waarom spr. c.s. dan het vorige jaar in den steek gelaten? Toen wilde men het nieuwe ontwerp van wet afwachten, maar waarom dan nu niet den grooten draai genomen en gezegd: nu wordt het tijd een voorstel i.z. kindertoeslag bij de begrooting te doen. Men heeft noodgedwongen zooveel loonsverlaging moeten invoeren; hier was het punt, waarop het mogelijk was, iets aan het personeel terug te geven en die gelegenheid had benut moeten worden. Te 5 uur nam. wordt de vergadering geschorst. Op Woensdag 31 Januari, te 10 uur voorm., wordt de vergadering voortgezet. Tegenwoordig alle leden. De heeren Van Kollem en Balk zijn aanvankelijk afwezig. De heer Rom Colthoff zegt, dat, volgens den Aanb.- brief, de begrooting een ander beeld zou hebben ver toond, als B. en W. tevoren geweten hadden van een nieuwe oorlogsperiode. Was de financiëele toestand van 1939 dan al zoo, dat een begrooting mocht worden op gezet, waarbij niet de grootst mogelijke zuinigheid be hoefde te worden betracht? Als de uitdrukking uitge mergelde begrooting, hier de laatste jaren steeds ge bruikt, juist was, dan zouden de jaarrekeningen niet een kleiner tekort dan de raming kunnen opleveren, wat de laatste jaren het geval was. De oorzaken hiervan waren eenerzijds hoogere inkomsten, anderzijds lagere uitgaven door renteverlaging, conversies, meevallers in de kosten, niet uitvoeren van voorgenomen werken en van hooger- hand opgelegde bezuinigingen. Overbrenging van niet- uitgevoerde werken naar een volgend jaar. noemt men hier dikwijls verschuiving van lasten, doch geen bezui niging. Als het betreft objecten, welke door uitstel niet zijn geschaad, dan is uitstel echter wél bezuiniging en een bewijs, dat ze zonder bezwaar konden wachten. Ook in deze begrooting zijn er weer posten, welker uitvoering wel wenschelijk is uit een oogpuut van ver fraaiing of veraangenaming, maar die gevoeglijk tot betere tijden kunnen wachten, te meer, omdat niet vooruit is te zeggen, of 1940 meevallers zal opleveren. Het zal ook hoogere autoriteiten dit jaar niet zoo ge makkelijk vallen op de wél noodige uitgaven te bezui nigen; dit zal afhangen van het verloop van loonen en prijzen. Bij de begrootingsbehandeling 1939 is hier gezegd: „De Raad staat thans voor een uitgemergelde begrooting, de belastingen zijn in enkele jaren opgevoerd met bijna 14 millioen, de ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen bedraagt 1.461.819.62 of meer dan van alle utigaven der gewone begrooting.". Wel zat in genoemd bedrag vermoedelijk een telfout en was het 100.000.lager, maar men vraagt zich toch afhoe hoog had de belasting dan wel niet moeten zijn opgevoerd, of wat zou er van de steunen terecht gekomen zijn, als de begrooting eens niet uitgemergeld was geweest? Toch zijn in 1939 nog vele bezuinigingen aangebracht moeten en kunnen worden. Ook in 1939 zijn niet alle voorgenomen werken uit gevoerd, zoodat uit dien hoofde meevallers op de reke ning te verwachten zijn. Wel zullen die werken nu moeten worden uitgevoerd tegen misschien hoogere prijzen; hiertegenover zullen echter weer vele andere posten uitgesteld kunnen worden, zoodat het evenwicht in de begrooting hierdoor niet verstoord behoeft te worden. Spr. krijgt nog steeds den indruk, dat sommige orga nen der gemeente zich niet afvragen wat moet er be slist gebeuren, maar: waaraan kunnen wij nu eens geld besteden Dit komt waarschijnlijk, omdat men bang is voor te lage uitgaafposten op de begrooting. Spr. be doelt niet te lage ramingen, want daartegen moet men juist waken, uit vrees, dat men anders het volgende jaar moeilijk met een hoogeren post kan komen. Bovendien is het gevaar niet denkbeeldig, dat dit streven gesteund wordt door hen, die uitgaan van de opvatting, dat, hoe grooter het geraamde tekort is, hoe grooter de extra- bijdrage. Niet alleen, dat deze vlieger wel niet zal op gaan, maar ook denke men niet, dat Leeuwarden de goudstukken slechts behoeft te grabbelen uit een mandje, dat anderen zullen vullen. En men loopt daardoor de kans, dat van hoogerhand bezuinigingen zullen worden opgelegd op posten, welke de Raad juist ten volle wilde handhaven. Wat betreft den post voor herstel van het bordes van het stadhuis 1500.— alg. kosten), aangezien er waarschijnlijk geen levensgevaar voor de bruidsparen dreigt tenminste niet door de fundeering verschei dene huwelijken zullen wel minder goed gefundeerd zijn hoopt spr., dat B. en W. dezen post slechts in het allernoodigste geval zullen uitvoeren. Ernstig bezwaar heeft hij tegen het maken van een nieuwe kap op het gebouw Raadhuisplein 30 en nieuwe centrale verwarming, samen 2690.4- alg. kosten. Inderdaad is de kap slechter dan die van menige onbe woonbaar verklaarde woning; er is zelfs een opening in. Zolder en kelder verkeeren in verregaanden staat van vervuiling en verwaarloozing. Wie is belast met de zorg voor dit gebouw en hoe is in het algemeen de regeling hiervan bij de gemeente gebouwen? Het is een oud perceel, maar dit mag toch geen reden zijn om alles zoo te laten verworden. Een nieuwe kap op dat gebouw wordt als een vlag op een modderschuit. Begint men de kap te sloopen, dan is er kans op allerlei onaangename verrassingen. Zelfs in normale tijden zou het geraamde bedrag niet toereikend zijn, tenzij de raming veel te hoog is. Spr. zag liever, dat werd getracht een geschikt pand te huren voor het tijdelijk onderbrengen der bureaux en dat B. en W. voorstelden een nieuw gebouw te zetten op dezelfde plaats, of, misschien nog wel zoo practisch, op den hoek der St. Jacobsstraat. Zonder bezwaar kan worden uitgesteld het schoon maken van de pui van het Beursgebouw, kosten 1300.— 25 B. en W. beschouwen dit als een voortzetting der restauratie van het bovengedeelte, die noodig was ter voorkoming van ongelukken; het schoon maken is slechts een tijdelijke verfraaiing. Met zaken, die wel noodig moesten gebeuren, wordt wel eens minder haast gemaakt. Zoo b.v. de rustig toe gelaten geleidelijke vernieling van het hek bij school 16. Daar het vernielde niet hersteld wordt, krijgt de jeugd den indruk, dat het er toch niets op aan komt. Nu mag Gem.werken er een nieuw hek van 3000.om plaatsen Eenzelfde spelletje dreigt bij het hek om het speelterrein aan de Alma Tademastraat; Sept. j.l. wees spr. den weth. van O.W. er reeds op, dat het vlecht werk was losgerukt, stangen waren verbogen, enz. Gemeentewerken is toen gewaarschuwd, maar er is niets aan gebeurd. Het verheugt spr., dat thans maatregelen worden genomen om de bruggetjes in den Dokkumertrekweg te verbeteren; er bestaat dus kans, dat aan een onverant- woorden toestand een einde komt, voordat er een on geluk is gebeurd. In de Mem. v. A. van 1939 stond, dat waarschijnlijk binnenkort keerbalken zouden worden aangebracht, om te beginnen langs Over de Kelders. Waarom is dit nog niet gebeurd Spr. heeft er eenige malen op aangedrongen, sollici tanten behoorlijk te berichten i.z. hun plaatsing op de voordracht. Volgens de Mem. v. A. gebeurt dit steeds. Spr. moet daaraan echter ernstig twijfelen; sterker het positief tegenspreken. De in October benoemde leeraar aan het Gymnasium heeft geen bericht gekregen en had de hoop al opgegeven, toen hij zijn benoeming kreeg

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1940 | | pagina 10