46 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Januari 1940. Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Februari 1940. baar werden gesteld voor het weer verhuurbaar maken van bepaalde woningen, enz. Voor dergelijke doel einden zou naar mijn meening ook uit het Onderhouds- fonds geput kunnen worden. De verbetering der wo ningen aan den Hollanderdijk. de Schapestraat, de Auke Stellingwerfstraat en de Ramstraat is destijds uit het fonds, dat toen veel grooter was, gefinancierd. Voor elk woningcomplex worden op de begrooting afzonderlijke bedragen uitgetrokken, doch in het totaal bedrag deelen alle complexen naar behoefte mee. Van de 1800.— voor deze 75 woningen hebben thans andere complexen voordeel. Vragen echter over eenige jaren deze woningen meer onderhoud, dan is allicht het omgekeerde het geval. Volgnos. 99109 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 110. Onderhouden, schoonhouden enz. van de gebouwen en vertrekken, bestemd voor de vergade ringen van den Raad en van Burgemeester en Wet houders enzf 5.258. De heer Posthuma vraagt, of de bedoeling is iets te besteden voor verbetering van de trap in het Stadhuis, of blijven de plankjes liggen De Voorzitter zegt, dat de rubberplaten voor de trappen reeds in 1939 zijn besteld en uit den dienst 1939 worden betaald. Daar ze niet heelemaal pasten, duurt het wat langer. Volgnos. 110111 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 112. Onderhouden, schoonhouden enz. van het gebouw Raadhuisplein 30f 3.500.40. De heer Rom Colthoff is er tegen, bij dit oude gebouw de kap en centrale verwarming te vernieuwen. Eerst vervalt men hiertoe en het slot is, dat het geheele ge bouw toch uitgebroken moet worden, wil men het kunnen gebruiken. De VoorzitterStelt U dan voor, het gebouw geheel op te knappen. De Luchtbeschermingsdienst kon er van morgen niet zitten, omdat de verwarming totaal on bruikbaar is. Er moet dus iets gebeuren. De heer Rom Colthoff geeft B. en W. in overweging, met voorstellen te komen om een geheel nieuw gebouw te zetten in den geest als reeds door hem aangegeven. De heer Posthuma voelt veel voor de redeneering van den heer Rom Colthoff. Men kan eerst wel 2600.— voor een nieuwe kap en verwarming uitgeven, maar de indeeling van het gebouw blijft zooals zij is. Ook spr. lijkt het verstandiger het geheele gebouw direct goed te veranderen. De heer Molenaar meent, indertijd bij de verbouwing van het Stadhuis ook een post te hebben gezien voor verbouwing van dit pand. Was daar de vernieuwing van de kap en centrale verwarming ook onder begre pen? Hij meent, dat er toen 5500.— geraamd was, maar het zal nu wel duurder zijn, het gebouw in be hoorlijken toestand te brengen. Laten B. en W. eens nagaan, of het mogelijk is het geheele pand te herstellen en wat dat kost. Dat komt dezen winter wel niet meer klaar, maar de nieuwe verwarming toch ook niet. Dan kan de Raad de geheele zaak nog eens bezien. De Voorzitter zegt, dat B. en W\ het principieel met de vorige sprekers eens zijn. Zij meenen in de buurt van het Stadhuis iets te moeten hebben voor tijdelijke uitbreiding en daarvoor is dit gebouw, dat is aange sloten op de telefoon-centrale in het Stadhuis, zeer ge ëigend. Thans zijn er de Luchtbeschermingsdienst en het bureau Kostwinnersvergoeding ondergebracht en zouden die er eens uit gaan, dan is het misschien weer voor iets anders noodig, omdat in het Stadhuis geen enkel lokaal leeg staat. Het is dus noodig een dergelijk pand achter de hand te hebben en dan rijst de vraag wat moet er aan gebeuren? Destijds was 5500.voor verbouwing uitgetrokken, doch die is toen niet door gegaan en nu heeft eigenlijk de zuinigheid er B. en W toegebracht om alleen aan te brengen, wat werkelijk noodig is om het gebouw weer bewoonbaar te maken wat het nu niet is n.l. een nieuwe kap en centrale verwarming. Natuurlijk is de tegenwoordige indeeling niet goed en zou, bij andere indeeling, het gebouw beter benut kunnen worden, maar door de voorgestelde ver betering kan het gebouw weer gebruikt worden. De heer Molenaar zegt, dat bij de verbouwing van het Stadhuis reeds is uitgemaakt, dat dit gebouw voor de gemeentediensten behouden moest blijven en de ver bouwing daarvan heeft de Raad toen toch ook aan vaard Dat geld is echter niet uitgegeven. De Voorzitter: Wij kunnen er niet meer over be schikken. De heer Molenaar: De Raad heeft toen uitgemaakt, dat het pand niet gemist kan worden en moest worden verbouwd. Het nu voorgestelde bedrag toetsende aan het indertijd geraamde, ziet men, dat het hier ook om een belangrijke verbouwing gaat en nu spoedig herstel van de verwarming is uitgesloten en de bureaux toch noodgedwongen ergens anders zijn ondergebracht, is het beter de zaak in haar geheel te bezien. Zij die tegen het thans uitgetrokken bedrag zijn. zullen zeker een grooter bedrag voor algeheel herstel disponibel willen stellen. Laten B. en W. daarom dezen post voorloopig terugnemen en in de volgende vergadering algeheele verbouwing voorstellen. De heer Praamsma zegt. dat het algemeen bekend is, dat spr. c.s. voor zuinig beheer zijn, maar het heeft hun ook verwonderd, dat de verbetering van dit pand inder tijd niet met de verbouwing van het Stadhuis tot stand is gekomen, waartoe de Raad toch 5500.had gevo teerd. Toen reeds is zeer nadrukkelijk gebleken, dat het gebouw voor de gemeente noodig. doch ondoelmatig was en behoorlijk onder handen moest worden geno men. Nu hier een belangrijk bedrag wordt gevraagd, doen B. en W. beter, het oorspronkelijke plan ge heele verbetering uit te voeren. Spr. c.s. sluiten zich verder bij den heer Molenaar aan. De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. op hetzelfde standpunt staan en bereid zijn dezen post aan te houden of terug te nemen, als de Raad meent, dat het beter is met een nieuw plan te komen, waarbij meerdere verbe teringen in het pand onder oogen kunnen worden gezien. De heer Posthuma zegt, dat, als deze post wordt aangehouden, practisch de geheele begrooting aange houden moet worden. Het is dus beter den post terug te nemen en een nader voorstel te doen. En als de Raad zich daarmede vereenigt, dan is daarin opgesloten, dat deze in principe met verdere verbetering en b.v. wijzi ging der indeeling van het pand accoord gaat. Over het bedrag, daarvoor noodig, praat spr. nu niet. Den heer Buiël lijkt het beter, dezen post aan te nemen, met de intentie, dat de Raad verklaart, dat de verbetering beter in eens kan gebeuren, omdat het toch moet, en dus een wijziging der begrooting zal goed keuren. De Voorzitter heeft daartegen geenerlei bezwaar, B. en W. zullen met het hier uitgesproken inzicht van den Raad rekening houden. Volgnos. 112118 worden onveranderd vastgesteld. Hoofdstuk III. Openbare veiligheid. De heer De Walle zegt, dat het na den eersten sneeuwval wel een dag of drie geduurd heeft (tot des Donderdagsnachts), vóór er van gemeentewege o.a. op den Zuidersingel, waar eiken dag enkele honderden personen eenige malen naar en van hun werk aan de verschillende bedrijven aan den Sneekertrekweg moe ten passeeren, gestrooid werd en het was meer met het ooq op de veemarkt, dat men er toen toe overging. Spr. vestigt er de aandacht op, dat aan het gedeelte Harlingertrekweg vanaf de Verlaatsbrug tot en met de bocht, tot nu toe, voorzoover hem bekend, niets tegen de gladheid is gedaan, hoewel daar toch ook heel wat 1 menschen moeten passeeren. B. en W. deelen wel mede, dat zooveel mogelijk allereerst de voornaamste verkeers Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Januari 1940. 47 Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Februari 1940. wegen en voetpaden, waar geen bebouwing is, bestrooid worden, maar dan bevreemdt het spr., dat blijkbaar nog steeds de tijd niet is gekomen om zulks te doen t.a.v. het trottoir van de Vrouwenpoortsbrug af, langs het water tot den Noordersingel en aan de Pelikaanstraat, plaatsen, waar toch ook geen bebouwing is, en zoo zullen er zeer zeker in de stad wel meer plaatsen zijn, waar tot nog toe niet veel gebeurd is. Spr. vraagt B. en W. hier vooral aandacht aan te schenken. Dagelijks kan men constateeren, dat wielrijders, komende uit de Harlingerstraat in de richting van de Vrouwenpoortsbrug, zich niet houden aan den richting aangever bij de Harlingerstraat. Ligt dat aan den vlucht heuvel of is er een andere oorzaak? Het lijkt spr. ge- wenscht, dat hier door de politie of Gem.werken aan dacht aan wordt besteed. In de vroege ochtenduren rijden wielrijders zeer dik wijls zonder licht. Spr. weet, dat velen door de sneeuw gehandicapt zijn en de politie zal in dezen dan ook wel schappelijk optreden. In gewone omstandigheden mag het rijden zonder licht echter niet voorkomen. Bij het ijsbreken in de gracht aan den Westersingel waren heel wat menschen op het ijs, terwijl daar geen politie aanwezig was. Het is gewenscht, dat deze daar wat meer toezicht houdt, om te voorkomen, dat anderen hun leven moeten wagen om onvoorzichtigen te redden. De heer Van Kollem zou er, in tegenstelling tot den vorigen spreker, mee willen instemmen, als de politie, wanneer het gaat om in dezen tijd niet zoo belangrijke dingen, wat soepeler optreedt. De wielrijders, die thans soms zonder licht fietsen, zijn in het door den heer De Walle genoemde geval vaak arbeiders, die vroeg naar hun werk gaan. Spr. kan voorts het inzicht van de politie niet deelen, die, terwijl overal in het land van de zeldzame gelegen heid werd geprofiteerd om te sleden, op het bolwerk in den Prinsentuin bobsleerijders verbaliseerde en de sle den in beslag nam. Spr. is wel voor veiligheid, maar in dergelijke kleine dingen zag hij gaarne de politie wat soepeler optreden. Volgno. 119. Onderhoud en schoonhouden der ivachtgebouwen, brandweergarage en bureaux van politie, enzf 7.548.- Mevr. Van Dijk Smit vraagt, of het politiebureau en andere gemeentegebouwen schoongehouden worden met stoffer en blik of ook met stofzuigers. De Voorzitter verwijst voor het antwoord aan den heer De Walle i.z. het bestrooien der gladde wegen naar de Mem. v. A. Deze zaak zal echter nog nader onderzocht worden. Den heer Van Kollem geeft spr. toe, dat er iets voor te zeggen is, dat de politie soms wat soepel optreedt, maar waar is de grens? Het is spr.'s ervaring, dat, als men order geeft, om maar wat soepeler te zijn, er dan door de vingers gezien wordt, wat niet door de vingers gezien mag worden. Het is buitengewoon moeilijk een vaste lijn te trekken, daar verschillende gevallen op ver schillende punten der stad subjectief beoordeeld moeten worden. Het verbieden van het sleden op het bolwerk in den Prinsentuin is geen kwestie van soepelheid het mag of het mag niet. Wel wil spr. hieromtrent een onderzoek instellen. Hoewel spr., en ook de weth., wel goed met de zaken op de hoogte plegen te zijn, weten zij niet, of de ge meentegebouwen met stoffer en blik mèt theebladen, of met stofzuigers zonder theebladen schoongehouden worden. Hij weet alleen, dat het stof wordt weggeno men. Willen de Raadsleden het weten, dan zal spr. het publiceeren. Hij vraagt mevr. Van Dijk, of het de rich ting van de stofzuigers uit moet; die dingen nemen n.l. nogal wat stroom 1 Mevr. Van DijkSmit: Zoo neringziek ben ik niet. Zij prefereert echter stofzuigers, omdat gebruik hiervan besparing van tijd en werkkracht geeft, terwijl het ook voor het onderhoud beter is. Volgnos. 119124 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 125. Onderhoud van sportterreinen f 4.820.-. De heer Praamsma kan van de uitgaven voor het sportterrein „Cambuur" geen juist beeld krijgen, door dat de bedragen zoo door elkaar loopen. Spr. kan den hoogen post van 515.voor het on derhoud der terreinen niet verklaren, wel, als daar de bemestingskosten in begrepen waren, maar die staan apart vermeld op 510.een enorm bedrag voor be mesting van een sportterrein. Voor belooning van den terreinknecht wordt 1400.berekend. Is die ook be last met het onderhoud van het terrein? Zoo ja, dan vindt spr. den post van 515.wel bijzonder hoog. Voor onderhoud gebouwen is 400.uitgetrokken. Er zijn daar toch eigenlijk haast geen gebouwen? Maar de post van 1200.— voor het schilderen van de af keering en het bijverven en carbolineeren der gebouwen slaat toch ook op het onderhoud. Spr. is altijd dankbaar voor elke specificatie, maar niet voor een onduidelijke. Is voor deze hooge bedragen een verklaring te geven De heer J. de Boer (weth.) antwoordt, dat een voet balterrein, waarop den geheelen winter, vaak bij slecht weer, gespeeld wordt, nogal wat onderhoud vraagt. Meermalen moet men op verschillende plaatsen zaaien of nieuwe zoden aanbrengen. De terreinknecht zorgt zooveel mogelijk voor het maaien. Hij bezit een oude auto, waar hij de maai- machine aan bevestigt, wat vlug en goedkoop maaien bevordert. Het gebeurt ook wel eens, dat een koemelker het gras van een stukje terrein afhaalt. Doordat het gras voortdurend kort moet zijn, is goede bemesting noodig. „Onderhoud gebouwen" betreft voornamelijk tribune, kleedkamers, controle hokjes, enz. Ieder kan zien, dat het verven van de afkeering voor het in stand houden van het ijzer zeer noodig is. Het carbolineeren betreft in hoofdzaak den vloer van de tribune. Goed onderhoud is van groot belang. Men gaat hiermee niet overdreven, integendeel zeer zuinig, te werk. Eigenlijk zou aan de tribune nog wel wat meer moeten gebeuren. De zijkanten zijn n.l. open, waardoor er bij een bepaalden wind bijna niet in te verkeeren is. De pachters hebben opgemerkt, meer huur voor de zit plaatsen te kunnen ontvangen, als de „huisvesting" wat beter wordt. Deze verbetering is echter nu nog uitge steld, omdat er dit jaar een behoorlijke post voor be mesting en verven moest worden uitgetrokken. Volgno. 125 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 126. Uitgaven ten behoeve van de bouw- politief 9.709. De heer Wiersma ziet uitgetrokken 400.— voor bureau- en reiskosten samen, terwijl deze op verschil lende posten zijn gesplitst. Is daar een bijzondere reden voor en is het niet beter ze ook hier te splitsen? De heer J. de Boer (weth.) weet niet, waarom deze post niet gesplitst is. Het Bouw- en Woningtoezicht is maar een klein bureau en het reizen zal ook wel niet zoo n vaart loopen. Het betreft hier een stelpost en wat niet noodig is, wordt niet opgebruikt. Als splitsing mo gelijk is, zal het gebeuren. Volgnos. 126128 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 129. Verbetering van bestrating en het ver vangen van een gedeelte der veldkeibestrating door be strating met andere steensoortenmemorie. De heer Rom Colthoff heeft niet gevraagd herbe strating van de Klokstraat, zooals abusievelijk in het Sectieverslag staat, maar of het niet mogelijk is, de veldkeien van een klein gedeelte van het pleintje in de Klokstraat van een andere bestrating te voorzien. Dan kan men, van de St. Jacobsstraat fietsende naar de Gr.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1940 | | pagina 23