58 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Januari 1940. Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Februari 1940. Spr. gelooft echter, dat een strengere specificatie, zooals die bij de bedrijven is doorgevoerd, de gemeente in dezen tijd niet het meeste voordeel heeft opgeleverd. Theoretisch heeft de heer Praamsma echter gelijk, als hij zegt, dat de kosten van de Lag. Avondhandelsschool niet met 6250.zijn gedekt. Men moet daar wel degelijk een deel der kosten van het onderhoud der school bijrekenen. De heer Praamsma is met dit antwoord tevreden, maar verzoekt B. en W. in den loop van dit jaar te onderzoeken, of een kleine opsomming bij dezen post mogelijk is. Als er echter overwegende bezwaren tegen zijn, zullen spr. c.s. zich er bij neerleggen, dat specifi catie achterwege blijft. Het was geenszins spr.'s be doeling een verklaring van de kosten voor arrestanten en van de gebouwen, waarin de voor hen bestemde cellen zijn ondergebracht, te vragen. Het gaat er hem om, een juist beeld van de kosten van het zoo belang rijke onderwijs der Lagere Avondhandelsschool te ver krijgen. De VoorzitterU wilt dus alleen dezen post specifi- ceeren De heer PraamsmaNeen, ook volgno. 450. De VoorzitterDan zou het over de geheele linie moeten gebeuren. De volgnos. 434—438 worden onveranderd vast gesteld. Volgno. 439. Verstrekking van gemeentewege van voeding, enz. aan schoolgaande kinderen f 9.980. Den heer De Walle doet het genoegen, dat B. en W. toezegden, in officieele stukken t.a.v. de schoolvoeding niet meer te spreken van boter, maar van margarine. Spr. zou het zeer toejuichen, als men in de toekomst ook tot het verstrekken van natuurboter zou kunnen komen, waarmede toch in de eerste plaats, gezien haar hoogere voedingswaarde, het kind, in de tweede plaats het platteland en, indirect, Leeuwarden, als centrum van een zuivelprovincie, zou zijn gediend. Het gaat in dezen om kleine kwantums, maar er zijn hier ook andere gem. instellingen, die voeding hebben te verstrekken wellicht kan in de toekomst een meer algemeen gebruik van natuurboter gemaakt worden. De heer Sterringa heeft over deze zaak gecorrespon deerd met den weth. v. Ond. en, voor zoover daarbij betrokken, ook met den weth. v. S. Z. Daarbij is ge bleken, dat in 1938 858 aanvragen om broodvoeding en in 1939 892 binnenkwamen. Ofschoon het aantal dus nu grooter was dan in 1938, werden toen 827 en nu slechts 807 aanvragen ingewilligd. Wat is daarvan de reden In de Sectie werd het zoo verklaard Er zijn speciale normen, waarnaar beoordeeld wordt, wie al dan niet aan de schoolvoeding kan deelnemen. Is het niet mogelijk, niet al te streng aan die normen vast te houden Het is spr. n.l. bekend, dat na de beslissing wie mocht deelnemen een aantal ouders, aan wier aan vragen niet was voldaan, nog zeer sterk op inwilliging heeft aangedrongen, doch zonder resultaat, terwijl er andere ouders zijn, die hun kinderen vaak niet lieten deelnemen. Er zijn ook vele grensgevallen de ouders kunnen b.v. door bepaalde omstandigheden het niet mogelijk achten hun kinderen te laten deelnemen, terwijl anderen, die boven de grens vallen, deelneming voor hun kinderen juist noodig achten. Bovendien is in deze koude de schoolvoeding wel dubbel gewenscht. De heer Algera zegt, dat de wensch van den heer De Walle ook wordt geuit t.a.v. de weermacht. Spr. heeft onlangs verschillende bezwaren gelezen i.z. de hoedanigheden van boter, o.a. dat natuurboter in den winter minder smeerbaar zou zijn dan margarine. Spr. wil van den heer De Walle gaarne weten, of dat inder daad juist is. Den heer Turksma (weth.) lijkt het beter, dat de vraag van den heer Algera in onderlinge bespreking met deskundigen wordt behandeld. Spr. is, evenals het College, met den heer De Walle voorstander van het zoo duidelijk mogelijk aangeven van een bepaald pro duct in officieele stukken. In hoeverre het mogelijk zal zijn natuurboter te ver strekken Spr. denkt, dat ook nog rekening gehouden moet worden met de kosten Men vergete echter niet, dat den kinderen niet iets minders wordt verstrekt dan ze thuis krijgen. Thuis eten ze zeker meestal margarine. Spr. geeft echter direct toe, dat het veel beter zou zijn, dat ze ook thuis natuurboter zouden krijgen. En ook zou hij het toejuichen, als den kinderen op school room boter zou kunnen worden gegeven. De heer Sterringa heeft 26 Dec. j.l. uitvoerige vragen gesteld en ook uitvoerig antwoord gekregen. De zaak is deze de hoofden der scholen laten de ouders der kinderen lijsten invullen, die doorgegeven worden aan Soc. Zaken, waar beoordeeld wordt, wie voor de school voeding in aanmerking komen, naar normen, die in 1939 precies gelijk waren aan die in 1938. Spr. durft zoo niet te zeggen, welke die normen zijn. Het denkbeeld van den heer Sterringa echter, om diegenen, die nog toelating vragen nadat reeds over deelneming is beslist, alsnog toe te laten, ontmoet wel eenig bezwaar. Zulks toch zou het trekken van de lijn volgens de normen wel eenigs- zins verslappen. Men heeft alle gelegenheid zijn kin deren aan te geven, zoowel voor de broodvoeding als voor de warme maaltijden. Er zal misschien straks een aantal kinderen wegblijven, door welke omstandigheden ook door ziekte, of doordat de gezinsinkomsten, b.v. militairen dienstplicht van den vader, op een zeker oogenblik zijn vermeerderd. Maar om dan willekeurig te bepalen, dat de kinderen, wier ouders komen vragen, nog mogen deelnemen, lijkt spr. niet juist. Het is beter, dat degenen, die behoefte hebben aan de schoolvoeding, den normalen weg bewandelen. Spr. verzekert, dat B. en W. steeds order geven zoo soepel mogelijk te zijn, ook in verband met de tegenwoordige omstandigheden. De heer De Walle zegt n.a.v. de vraag van den heer Algera, i.z. de smeerbaarheid van natuurboter, niet zuivel-technisch onderlegd te zijn. Spr. denkt, dat het een kwestie van op-temperatuur-brengen is. Margarine zal evengoed hard zijn, hoewel misschien iets smediger dan boter. Voor spr.'s gevoel is dit echter niet een geldig motief. „Boter voor militairen" is hier trouwens niet aan de orde. Spr. is het met den heer Turksma eens, dat de voe ding, op de scholen verstrekt, niet minder is dan die, welke de kinderen thuis krijgen. Maar dat wil niet zeggen, dat het niet wenschelijk is, dat de kinderen betere voeding op school krijgen dan thuis, want daar laat ze immers wel iets te wenschen over. De bedoeling van de schoolvoeding isde volksgezondheid te be vorderen en, zoo gezien, moet ze toegejuicht worden. Volgnos. 439444 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 445. Kosten van de Midd.school en H.B.S. voor Meisjesf 67.802.-. De heer Praamsma wil niet aan dezen post tornen, maar in vergelijking met den voorgaanden valt het op, dat de kosten van deze school van jaar tot jaar stijgen, zoodat deze thans evenveel kost als de Gem. H.B.S., terwijl in het voor die school geraamde bedrag nog 6300.is begrepen voor belangrijke vernieuwingen als brandvrije trappen, rijwielbergplaats, enz. In den onderhavigen post zitten geen vernieuwingen, zoodat de Meisjes H.B.S. dus eigenlijk 7000.meer kost dan de Gem. H.B.S. en 10.000.— meer dan het Gymnasium, terwijl bovendien het aantal leerlingen belangrijk lager is. Spr. vraagt B. en W., hieraan bijzondere aandacht te schenken en te trachten de uitgaven binnen redelijke grenzen te houden. Mevr. Van DijkSmit heeft op de lijst van de jaar wedden den naam van een overleden leerares gezien. Is dit een vergissing en heeft dit ook invloed op het eindcijfer Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Januari 1940. 59 Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Februari 1940. De Voorzitter antwoordt, dat die leerares overleden is, nadat de lijst was opgemaakt. De heer Turksma (weth.) kan hetgeen de heer Praamsma besprak, niet ineens overzien hij gelooft, dat het zit in de B-afdeeling van die school. Het heeft echter zeker de aandacht van B. en W. Volgnos. 445 476 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 477. Subsidie aan de Ver. .Openbare Lees zaal en Bibliotheek''f 8.000. De heer Praamsma zegt, dat van A.R. zijde reeds eerder over dezen post is gesproken. Het gaat er niet om dezen post te verlagen, maar om de aandacht te vragen voor de groote onbillijkheid, dat van de 8400. die de Leeszaal in totaal aan subsidie ont vangt, Leeuwarden 8000.moet betalen, en andere gemeenten, die ook belang bij deze instelling hebben, bijna niets geven. Spr. c.s. zouden graag zien, dat B. en W. eenigen druk zouden oefenen op het bestuur om een billijker verdeeling te krijgen. De heer Buiël meent, dat bij de vorige begrooting dezelfde vraag aan de orde is geweest en B. en W. hebben toegezegd, daarover met het Bestuur overleg te plegen. De Voorzitter zegt, dat deze zaak inderdaad het Be stuur bekend is. Het zijn echter vrijwillige bijdragen men kan dus alleen moreele pressie uitoefenen, dat de bijdrage niet hoog genoeg is en vragen of men die wil verhoogen. Het Bestuur zal het echter nog wel eens bespreken. Volgnos. 477486 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 487Belooning van doctoren, heelmeesters, enzf 21.483. De heer Algera heeft bij de alg. beschouwingen reeds gezegd, er bezwaar tegen te hebben, vóór i.z. reorga nisatie is beslist, den verhoogden post uit te trekken. Deze gedachte heeft wel weerklank gevonden, maar men verbindt er niet de consequentie aan om tegen den post te stemmen. Spr. c.s. blijven meenen, dat de post naar den huidigen toestand op 17.458.dient te wor den uitgetrokken, maar omdat zij willen bevorderen, dat de vergadering niet te lang duurt, beperken zij zich tot de verklaring, dat zij geacht willen worden tot dezen post te hebben medegewerkt tot een bedrag van 17.458.—. De heer Buiël is er niet tegen den post formeel op dit bedrag uit te trekken, omdat het beter is den ver hoogden post nu reeds op de begrooting te zetten, maar daardoor zijn B. en W. eigenlijk gemachtigd, dat bedrag uit te geven en minder zuinig te zijn en daar is spr. niet voor. De heer Posthuma heeft ook reeds gezegd, de figuur om nu reeds de verhooging uit te trekken, zonder dat over de reorganisatie is besloten, niet te bewonderen. Uit de besprekingen is hem echter gebleken, dat dit gewenscht is spr. stemt daarom vóór dezen post, al behoudt hij zich bij de beoordeeling der plannen t.z.t. alle vrijheid voor. Mevr. Van DijkSmit meende aanvankelijk, zoolang zij het reorganisatie-rapport niet had gezien, niet vóór den post te moeten stemmen. Reeds verleden jaar Juli is haar gebleken, dat de ingezetenen meer van het rap port wisten dan de Raad, die nog van niets weet. Er is zeker een lekje geweest. Spr. wil geen roet in het eten gooien en stemt vóór den post, doch behoudt zich t.z.t. alle vrijheid voor. De Voorzitter heeft reeds gezegd, dat B. en W. het begrooting-technisch de beste manier vonden, vooral in dezen tijd, maar dat ieder volkomen vrij blijft i.z. het rapport te stemmen, zooals hij wil. Óf er een „lek" is, weet spr. niet. B. en W. hebben het rapport in handen gesteld van de Comm. van Be heer over het Stadsziekenhuis, die advies heeft uitge bracht. De zaak komt binnenkort in den Raad. De heer Buiël zeide, dat, als dezen post aangenomen is, B. en W. formeel het recht hebben het verhoogde bedrag uit te geven. Al heeft de heer Buiël formeel ge lijk, er moet eenig vertrouwen zijn Volgnos. 487—493 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 494. Subsidie Gem. Instelling voor Maat schappelijk Hulpbetoonf 511.982.36. De heer Sterringa vraagt, den Raadsleden in den ver volge ook de begrooting van M.H. toe te zenden; dat zou veel gemak opleveren. Het was spr. nu wegens militairen dienstplicht geheel onmogelijk er behoorlijk studie van te maken, en dit geeft hem mede aanleiding om tegen de geheele begrooting te stemmen. De Voorzitter hoopt, dat de heer Sterringa het vol gend jaar beter in de gelegenheid mag zijn de begroo ting te bestudeeren. Volgnos. 494503 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 504. Kosten van steunverleening aan werk- loozenf 279.000. De heer Sterringa vraagt, of het vaststellen van het gemiddelde steunbedrag per man en per week, 11.33, waarop de kosten van steunverleening aan werkloozen zijn gebaseerd, tot de competentie van den Raad be hoort. Over het aantal gesteunden, dat genoemd wordt, wordt verder weinig gezegd. Spr. meent, dat de cijfers, gezien de tijdsomstandigheden, te laag zijn. Volgnos. 504563 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 564. Kosten van den Distributiedienst kring Leeuwardenf 9.965. De heer De Walle heeft in de Sectie gevraagd, of het personeel op arbeidscontract in het algemeen en dat van den Distributiedienst in het bijzonder, via de Gem. Arbeidsbeurs wordt aangenomen. B. en W. antwoorden daarop in de Mem. v. A., dat zulks zooveel mogelijk gebeurt. Die woorden „zooveel mogelijk" bevredigen spr. maar matig, want dat begrip is zeer rekbaar. Be doelen B. en W., dat, als geen geschikte krachten bij de Arb.beurs beschikbaar zijn, in een bepaalde betrek king op andere wijze moet worden voorzien, dan kan spr. zich daarmede vereenigen. De heer Praamsma meent, afgaande op de eenvou dige feiten, dat toch eigenlijk nog niet gesproken kan worden van een Distributiedienst, omdat nog niet in den waren zin van het woord van Overheidswege ge distribueerd wordt, althans in zeer geringe mate. Er worden nog slechts administratieve werkzaamheden verricht. Het komt spr. voor, dat, hoewel hij de kosten niet kan beoordeelen, deze zeer hoog moeten worden geacht voor een dienst, die nog in een beginstadium verkeert en nog slechts met het verstrekken van kaarten was belast. In de Mem. v. A. staat, dat voor een leider 2400.-, een len ambtenaar 1800.-, een 2en 1500-, een 3en 1200.en voor een schrijver 750.is uit getrokken, in totaal dus thans alleen al voor salarissen f 7650. terwijl men gelukkig nog eiken dag de benoodigde waren overal gewoon uit de bedrijven kan betrekken. Is het de bedoeling, als de distributie wer kelijk zou moeten worden doorgevoerd, dit bedrag nog belangrijk te verhoogen? Zoo niet, dan veronderstelt spr., dat dit zuiver uit voorzichtigheid wordt geraamd en dat het voor den dienst, zooals die thans is, niet noodig zal zijn. De Voorzitter antwoordt, dat niet alle ambtenaren via de Arb.beurs zijn aangesteld, omdat men personen noodig had, die speciaal dit werk konden doen. De schrijfster b.v. was eerst ter Secretarie werkzaam, is daar eenige weken weg geweest en toen naar dezen dienst overgegaan. Een derde ambtenaar is er nog niet. De heer Praamsma ziet de zaak niet geheel juist. De dienst zal niet veranderen; alleen kunnen meer waren onder distributie komen. De opzet is niet, dat de distri butie over de gemeente zal loopen, doch zuiver over die personen, die ook thans de waren aan de bevolking leveren. Het Distributiekantoor zal dus niet, zooals in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1940 | | pagina 29