Vergadering van Woensdag 21 Februari 1940.
68 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Januari 1940.
Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Februari 1940.
niet alleen het feit, dat er maar één taxi-ondernemer is,
ook is er de werking van het Rijtijdenbesluit, waardoor
het aantal beschikbare taxi's geringer wordt.
Er is nu een nieuwe wettelijke regeling van deze
materie en er wordt geen onderscheid meer gemaakt
tusschen huurauto's en taxi's. De bestaande toestand
is in een verordening geregeld en de vraag is, of de
betrekkelijke bepalingen in verband met de nieuwe wet
nog wel rechtsgeldig zijn B. en W. mogen deze zaak
wel onder oogen zien.
Art. 51 Wet Autovervoer Personen luidt
„Door den gemeenteraad kunnen met betrekking tot het ver-
voer van personen met huurauto's regelen worden gesteld omtrent
punten, waarin niet bij de wet of algemeenen maatregel van
bestuur is voorzien. Daarbij kunnen bijzondere voorschriften
worden gegeven omtrent het vervoer van andere personen, dan
die zich aanmelden aan de stalling of zich doen afhalen na
bestelling aan de stalling of het kantoor van het bedrijf, en kan
worden bepaald, dat een afzonderlijke vergunning voor dat ver
voer zal zijn vereischt."
Spr. meent, dat de tweede zin slaat op taxi's en dat
de Raad bevoegd is een verordening te maken op taxi's
in tegenstelling met de huurauto's en volgens den eer
sten zin kunnen aparte punten worden geregeld, o.a. de
tarieven.
Nu meent spr., dat de bestaande tarieven door B. en
W. zijn geregeld, doch daar de Raad daartoe bevoegd
is, zou spr. gaarne zien, dat deze ze vaststelde. Hij
hoopt, dat B. en W. de tariefkwestie onder oogen willen
zien en ook de mogelijkheid en wenschelijkheid van
invoering van een rouleersysteem, waardoor autobedrij
ven hun overcomplete wagens naar het station kunnen
dirigeeren, om vandaar te vertrekken. Voor die be
drijven zou zulks ook van belang zijn.
In elk geval voorziet het aantal taxi's bij het station
thans niet in de behoefte en moeten B. en W. uitbrei
ding van het aantal taxi-vergunningen nader bezien.
De Voorzitter geeft toe, dat er inderdaad tijden zijn,
dat het aantal taxi's bij het station onvoldoende is. Spr.
zou deze zaak wel anders willen regelen, als de taxi-
ondernemer het risico wil aanvaarden, n.l. dat hij niet
alleen met den room, maar ook met de ondermelk te
vreden zal zijn. Er zijn tijden, dat er werkelijk te weinig
wagens zijn en het is natuurlijk van belang voor de
stad, dat menschen, die hier komen, weten, dat zij on
danks Rijtijdenbesluit e.d. steeds aan het station een
taxi zullen vinden. Maar ook zonder het Rijtijdenbesluit
zou het voorkomen, dat men geen wagen kan krijgen,
eenvoudig, omdat men wel eens „uitverkocht" is. Spr.
gelooft echter wel, dat deze zaak onder oogen moet
worden gezien.
Volgnos. 68'157 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 158. Uitkeering van het Grondbedrijf wegens
batig saldo der exploitatie van het terrein, bestemd als
vliegveldf 3.600.
De heer Rom Colthoff noemt de benaming van dezen
post niet juist, omdat de inkomsten van 3600.niet
over het Grondbedrijf loopen. De post zou slechts moeten
luidenbatig saldo exploitatie terrein, bestemd voor
vliegveld. Dat heeft spr. op de afd. Fin. ter Secretarie
vernomen. Hij vraagt, of er overigens, in verband met
de oorlogsomstandigheden, nu nog inkomsten uit het
vliegterrein zijn.
De heer J. de Boer (weth.) zegt, dat het vliegterrein
thans als zoodanig geen inkomsten meer oplevert, maar
er staat ook een boerderij op, die huur opbrengt, evenals
het grasland, geëxploiteerd door den huurder van de
boerderij. Deze gelden worden door het Grondbedrijf
geïncasseerd. Die 3600.— is dus voor een deel huur
opbrengst.
De Voorzitter zegt, dat deze post in de boekhouding
apart wordt gehouden, omdat hier gerekend moet
worden met de uitkeeringen aan de Provincie en de
Kamer van Koophandel. De heer Rom Colthoff heeft
in zooverre gelijk, dat deze zaak niet tot het Grond
bedrijf moet worden gerekend.
Het terrein is bestemd als vliegterrein, maar de grond
behoort bij de boerderij, die Tamminga heeft gehuurd.
De netto-huuropbrengst moet worden verdeeld over de
Provincie, Kamer van Koophandel en gemeente naar de
verhouding van de bedragen ad 78.000. 50.000.—
en 132.000.zooals dat oorspronkelijk is overeen
gekomen.
De Provincie krijgt dus 78/260 X 3600.1080.
en de Kamer v. Kooph. 50/260 X 3600.693.
Samen 1773.-
Tegenover den inkomstenpost van 3600.staat
voor de gemeente dus een uitgave van 1773.
(volgno. 523).
Spr. geeft den heer Rom Colthoff toe, dat deze post
eigenlijk iets anders omschreven moest worden.
Volgnos. 158191 worden onveranderd vastgesteld.
Aan de orde zijn wederom de Uitgaven.
Volgno. 565. Onvoorziene uitgaven f 46.864.70,
welke post in overeenstemming met de bij de Nota van
wijzigingen voorgestelde veranderingen wordt vastge
steld, waarna de begrooting van den Gewonen dienst
met alg. stemmen wordt aangenomen. De heer Sterringa
wil geacht worden te hebben tegengestemd.
De volgnos. van de Kapitaalsinkomsten en -uitgaven
worden onveranderd vastgesteld, waarna de begrooting
van den Kapitaaldienst, zoomede de geheele begrooting
met alg. stemmen worden aangenomen.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van B. en W„ genoemd in den Aanb.brief
(bijl. no. 159 van '39), sub ad.
De in de Mem. v. Antw. (bijl. no. 8) op blz. 35 voor
gestelde verordeningen worden met alg. stemmen vast
gesteld overeenkomstig de voorstellen van B. en W.
B. en W. worden gemachtigd om de begrootings-
cijfers in overeenstemming te brengen met de genomen
besluiten.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 21 Februari 1940. 69
Tegenwoordig 28 leden. Afwezig de heer Van der
Schoot.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der Raadsvergade
ring van 8 November 1939.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van leden van de Commissie van toe
zicht op het lager onderwijs, wegens vertrek van den
heer C. Rodenburg en periodieke aftreding van mej.
S. de Jong en de heeren R. Th. A. Bisschop, S. Men-
dels, G. van Raay en C. Andriesse.
4. Voorste] van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van den datum van ontslag van J. van der
Wateren, als leeraar aan de gemeentelijke H.B.S. met
vijfjarigen cursus A en tot tijdelijke aanstelling als zoo
danig van Th. H. d'Angremond (bijlage no. 22).
5. Alsvoren tot het verkenen van eervol ontslag
aan W. Terpstra als onderwijzer aan gemeentschool
no. 5 (bijlage no. 13).
6. Alsvoren tot verpachting van terreinen, gelegen
aan de Chopinstraat en aan de Boerhaavestraat, aan
het Departement Leeuwarden der Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen (bijlage no. 16).
7. Alsvoren tot verpachting aan W. Alves van
weiland, gelegen aan de Beethovenstraat (bijlage no.
20).
8. Alsvoren tot verpachting aan Th. van der Meer
van weilanden, gelegen aan en nabij den Harlingertrek-
weg en aan de Marnixstraat (bijlage no. 15).
9. Alsvoren tot verpachting van de boerderij en
weilanden op Kleijenburg aan J. A. Schuurman, van het
gardeniersland „het Hinneland" aan M. Rinsma en van
het gardeniersland „het Blokkeland" aan T. Tolsma
(bijlage no. 19).
10. Alsvoren tot verhuring van de perceelen Ber-
likumermarkt no. 15, Ossekop no. 2 en Ossekop no. 2a
resp. aan J. van der Meulen, F. van der Woud en
J. van der Meulen (bijlage no. 21).
11. Alsvoren tot vaststelling van het in art. 101 bis
der Lager-onderwijswet 1920 bedoelde bedrag, in 1939
aan belooning van vakonderwijzers uitgegeven, en tot
het verleenen van voorschotten op de vergoeding inge
volge dat artikel aan de besturen van bijzondere lagere
scholen over 1940 (bijlage no. 17).
12. Alsvoren tot het toekennen van voorschotten
op de vergoeding, bedoeld bij art. 101 der Lager-onder
wijswet 1920, over het jaar 1940 (bijlage no. 18).
13. Alsvoren tot verhooging van het crediet voor
den bouw van een nieuwe Wirdumerpoortsbrug met
walmuren, tot wijziging van de leeningsovereenkomst
ter zake met den Staat der Nederlanden en tot wijziging
van de gemeentebegrooting en van die van het bedrijf
der Gemeentewerken, beide dienst 1939 (bijlage no.
14).
Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2. Wordt medegedeeld
a. dankbetuiging van Hunne Kon. Hoogheden Prin
ses Juliana en Prins Bernhard voor de gelukwenschen,
mede namens Raad en burgerij aangeboden bij den ge
boortedag van H.K.H. Prinses Beatrix.
De heer Sterringa zegt, dat, als het College den Raad
kennis had gegeven, dezen gelukwensch mede namens
den Raad te willen versturen, spr. zich daartegen had
verklaard, maar hij heeft daartoe geen gelegenheid
gehad. Spr. verklaart alsnog zich met den gelukwensch
noch met deze dankbetuiging te kunnen vereenigen.
De dankbetuiging wordt voor kennisgeving aange
nomen.
b. dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de Raads
besluiten van 30 Januari 1940 tot aankoop van de per
ceelen Hulstbuurt 19 en Seringebuurt 7
c. schrijven van de heeren Ds. F. H. Bruins en Dr
G. J. Otten, houdende mededeeling, dat zij de benoe
ming resp. tot curator van het Gymnasium en lid der
Commissie van Toezicht op het M.O. aannemen;
d. proces-verbaal van de opneming van kas en
boeken van den gemeente-ontvanger
e. verslag van de Commissie tot wering van school
verzuim over 1939.
Voor kennisgeving aangenomen.
f. verzoek van de afd. Leeuwarden van de Revol.
Soc. Arb. Partij om aan alle steuntrekkenden per week
een hectoliter zwarte brandstof extra te verstrekken;
g. verzoek van de Neutrale Arbeiders Strijd Groep
om over te gaan tot distributie van brandstof.
Wordt voorgesteld deze adressen voor kennisgeving
aan te nemen.
De heer Sterringa vereenigt zich daar niet mee. De
Raad zou desnoods kunnen vragen, of B. en W. bereid
zijn, de volgende vergadering zelf bepaalde voorstellen
te doen, maar dat zou voor belanghebbenden geen nut
meer kunnen hebben, omdat de koude dan misschien
voorbij is. Het hangt er dus van af, wat de Raad in
deze vergadering besluit. Spr. vraagt daarom deze zaak
thans in bespreking te brengen en mede te deelen. op
welke gronden het College voorstelt dit adres voor
kennisgeving aan te nemen. Heeft het College bij zijn
onderzoek bevonden, dat stappen in dezen niet noodig
zijn, dan kan spr. zich niet begrijpen, dat B. en W. den
Raad daarover niet wenschen in te lichten, doch als zij
zonder onderzoek zouden hebben besloten zich niet met
deze adressen bezig te houden, kan spr. zich daarmede
niet vereenigen.
De Voorzitter zegt, dat de heer Sterringa beide adres
sen in één adem noemt. Wat het eerste adres betreft,
den gesteunden 1 hl zwarte brandstof extra te ver
strekken, dat zou de gemeente kunnen doen; het vol
doen aan het tweede adres distributie van brand
stof is voor de gemeente echter onmogelijk.
De adressen worden voor kennisgeving aangenomen.
h. schrijven van H. J. Visser, houdende beroep tegen
het besluit van Burgemeester en Wethouders tot wei
gering van vergunning tot het bouwen van twee boxen
achter woningen aan de Robert Kochstraat.
Wordt in handen van B. en W. gesteld om prae-
advies.
Punt 3. De aanbevelingen van de Comm. luiden als
volgt
a. vac.-C. Rodenburg, vader van een kind op een bijz.
lagere school
1. J. Tjemmes, Mr. P. J. Troelstraweg 138;
2. A. J. Feddema, Engelschestraat 34;
3. J. W. Haverkamp, Harlingerstraatweg 71;
b. vac.-mej. S. de Jong, meerderjarig onderwijzer o.l.
school
1. mej. S. de Jong, Obrechtstraat 32;
2. H. Hamming, Schoppershofstraat 26;
3. R. de Haan, Leeuwrikstraat 122;
c. vac.-R. Th. A. Bisschop, meerderjarig onderwijzer
bijz. lager onderwijs
1. R. Th. A. Bisschop. W. Lodewijkstraat 47;
2. J. Swart, Tjerk Hiddesstraat 25:
3. P. L. Jansen, Van Sytzamastraat 30;
d. vac.-S. Mendels, vader van een kind op een o.l.
school
1S. Mendels, Bij de Put 9;
2. S. Muller. Bleeklaan 51;
3. M. Velleman, Nieuweburen 115;
e. vac.-C. van Raay, vader van een kind op een bijz.
lagere school
1. C. van Raay, Willemskade 10;
2. S. A. van der Mark, Averkampstraat 4;
3. A. Veltman, W. Lodewijkstraat 151;
f. vac.-C. Andriesse, meerderjarig inwoner
1C. Andriesse, W. Lodewijkstraat 63;
2. J. Brolsma, Cronjéstraat 13;
3. J. Zwikstra, Poppeweg 69.